De schijn van gezag

Rampok in Pekalongan als uiting van sociaal protest 

Het meest gangbare historische beeld van de nadagen van Nederlands-Indie is als volgt: de kolonie werd – zij het met hier en daar wat strubbelingen – tot de komst van de Japanners in redelijke welvaart bestuurd. Uitingen van vrijheidsdrang waren gering en deze werden door de overheid gecontroleerd. De oorlog maakte echter alles anders. De internering van de Nederlanders en de door de Japanners gepleegde propaganda maakten dat de Indonesiers in 1945 nog maar één doel voor ogen hadden: Merdeka.
Er is niet zo veel historische kennis voor nodig om te weten dat dit beeld op zijn minst onvolledig is. Als voorbeeld nemen we hier de gebeurtenissen in 1942 in Pekalongan, Midden-Java.

Landing van de Japanners

Pekalongan had enkele tienduizenden inwoners waarvan enkele honderden Europeanen. In het achterland woonde nog een aantal Nederlandse gezinnen op de suiker – en koffieplantages.

Volgens enkele politierapporten bleef het er aanvankelijk rustig aan de vooravond van de Japanse inval. De Nederlandse troepen, hoofdzakelijk bestaande uit landstormers, stadswachters en gemilitariseerde veldpolitie, verlieten de stad om op andere plaatsen stelling te nemen. Met uitzondering van de stadspolitie en een handjevol agenten van de veldpolitie was de hele residentie Pekalongan verstoken van militair gezag…

Getuigenverklaringen

Eén van de achtergebleven agenten vertelde later: ´Op 1 maart 1942, de dag waarop de Japanners op Java landden, werden hevige knallen in de stad gehoord. De kustverdedigingswerken en benzineopslagplaatsen van de BPM en Socony werden opgeblazen. Dit was vermoedelijk het sein van de bevolking om tot rampokken over te gaan. In het begin bepaalde deze rampokkerij zich tot de rijst en suikergoedangs van de Factorij en andere firma’s die daar hun kantoren hadden, doch al snel sloeg dit over tot rampokkerij van burgeringezetenen, vandalisme en molesteren van personen. Alles wat aan Europeanen of Chinezen toebehoorde werd weggeroofd en wat niet mee kon worden genomen werd vernield.´

Hoe erg de situatie was blijkt ook uit verklaringen van de betrokken burgers: ´Voor ons huis lag een grote opslagloods met suiker, en deze werd geplunderd. Daarna kwamen ze bij ons (…) Er werd geschoten en gevochten. Er lag een man op straat met een doorgesneden keel´ , en: ´iedereen die zich tegen deze razernij probeerde te verzetten of zijn bezittingen probeerde te verdedigen, werd gemolesteerd´.

De schijn van gezag...

De onlusten beperkten zich niet tot de kuststrook. De verspreid woonachtige plantersgezinnen trachtten er zo snel mogelijk weg te komen.
Uit meerdere verslagen blijkt dat vooral de Chinese bevolking het zwaar te verduren had. Zij was qua omvang groter dan het Europese bevolkingsdeel, en voelde zich – met rede – minder beschermd door de lokale gezagsdragers.

De rust keert weer

Het was een geluk bij een ongeluk dat de Japanners, die een stuk westelijker waren geland, niet meteen langs de kust trokken in de richting van Pekalongan en Semarang. In plaats daarvan trokken ze eerst naar het zuiden om de olie-installaties van Batoe te bezetten. Dit, in combinatie met de alarmerende telefoontjes uit Pekalongan, maakte dat een aantal politie-agenten zich na enkele dagen weer terugtrok op de stad. Daar werd meteen orde op zaken gesteld. Aan de kant van de rampokkers vielen vele doden en gewonden.
Rond 5 maart 1942 zou de stad weer onder controle zijn en kon de balans worden opgemaakt. Tijd voor terugblikken was er echter niet. Twee weken later was Pekalongan in Japanse handen.

Rampok als sociaal protest

Het Vaderland, 28 maart 1940

Het gebeuren in Pekalongan staat niet op zich. Bijna op geheel Java werd gerampokt in de eerste dagen van maart 1942. En overal gebeurde dit omdat er op lokaal niveau tijdelijk sprake was van een machtsvacuüm. Wat opvalt, is dat het geen acties waren van individuen maar steeds van grote groepen zonder duidelijke leiders.

Deze volkswoede pur sang kwam natuurlijk vooral voort uit de grote armoede die op Java heerste in deze periode. In Pekalongan richtte men zich eerst op de suikergoedangs, en daarna pas op de Europese bevolking. Ook het feit dat de Chinezen het moesten ontgelden wijst hierop.
Daarnaast moet echter sprake zijn geweest van een grote onvrede met de rol van de Nederlanders. De Japanners moeten het dan ook niet zó moeilijk hebben gehad om het Indonesische volk op het spoor te zetten van de vrijheid.
Als we dan ook terugkijken op het algemene historische beeld van de nadagen van Nederlands-Indië, dan zouden we misschien ook de vraag moeten stellen: is de invloed van de Japanse propaganda niet overschat?

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Pelita Nieuws,  jaargang 17, nr. 3, december 2010

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s