Na de recente uitbarsting van de vulkaan Merapi rijst voor de zoveelste keer de vraag of deze niet was te voorzien. Ondanks het feit iedereen wist dat dit één dezer dagen stond te gebeuren, liet de lokale bevolking zich tóch weer verrassen en vielen tientallen slachtoffers.
De Merapi, gelegen tussen de Midden-Javaanse steden Magelang, Yogyakarta en Surakarta, is de meest actieve vulkaan van Indonesië. Iedere paar jaar moet de berg stoom afblazen en is de bevolking bang voor een uitbarsting. De laatste keer dat dit gebeurde was in 2006. Er vielen toen twee doden. Voor een echte gróte uitbarsting moeten we terug naar december 1930, toen door enorme aswolken en lavastromen 700 dorpelingen het leven lieten.
Enkele jaren ná deze ramp berichtte het dagblad Sumatra Post onder de titel ´Oud bijgeloof weer opgedoken´ het volgende over een mogelijke voorbode van een vulkaanuitbarsting:
“Onlangs werd gemeld dat een bejaarde Javaan die vlakbij de desa Tjankringan in de streek Magelang aan het werk was, door een panter onverhoeds werd aangevallen, doch door de tijdig te hulp geschoten desa bevolking ontzet kon worden. Men slaagde erin het roofdier te omsingelen en af te maken. In de buurt schijnen enige veebezitters eveneens het slachtoffer te zijn geworden van de roofzucht der panters. Nu is het wel heel merkwaardig dat de bevolking uit deze voorvallen de conclusie heeft getrokken, dat de panters door de warmte van de Merapi naar lagere streken werden verdreven zodat binnen niet al te lange tijd een eruptie wordt verwacht. Niet alleen in de streek van Tjankriangan, doch ook in die van Klaten heeft dit geloof bij de bevolking ingang gevonden.”
De schrijver van dit stukje moet weinig op hebben gehad met dit ´bijgeloof´. Hij vond het immers ´heel merkwaardig´ dat de bevolking conclusies trok uit het afdalen van de panters. Helemáál zeker van zijn zaak was hij echter nu ook weer niet:
“In hoeverre men hier te maken heeft met waarheid en verdichtsel valt moeilijk vast te stellen, evenmin is het bekend of de Merapi inderdaad een temperatuursverhoging van de bodem vertoont, maar wel staat het vast dat enkele weken voor de Kloet-uitbarsting in de streek van Blitar de panters wel degelijk de vulkaanhellingen hadden verlaten.”[i]
De werkelijke reden van het wegtrekken van de panters is niet meer te achterhalen. De bevolking van Java is inmiddels zó explosief gegroeid dat er nauwelijks nog ruimte is voor deze dieren. En dat is dus, gelet op de gevolgen van deze laatste uitbarsting, in meerdere opzichten spijtig te noemen.
[i] Sumatra Post, 25 april 1932
Ik ben blij met dit verhaal daar het goed past bij de foto’s die mijn Vader in die tijd maakte
citaat: “Helemáál zeker van zijn zaak was hij echter nu ook weer niet”. Typisch Indisch: Ik geloof er niet in, maar houd er wel rekening mee. Als de Goenoeng Api aan het rommelen was moest je je koest houden, vooral geen handel drijven. Maar die VOC-lieden waren niet Indisch, dat heeft veel doden gekost. Vóór de oorlog werd de bevolking rond de Merapi vriendelijk gevraagd te evacueren. De Japanners gingen er harder tegenaan. Resultaat: geen slachtoffers. Goed gedaan van die Japanners (je moet toch wel een keer vriendelijk zijn).