Het lot van de Blitar-vierling

Als we het krantenarchief van de Koninklijke Bibliotheek mogen geloven, dan duurde het tot ver in de 20e eeuw vóór dat in Nederland een vierling werd geboren. De eerste meldingen in de pers hebben alle betrekking op vierlingen geboren in het buitenland. In 1930 was weliswaar sprake van een eerste melding binnen de rijksgrenzen, maar helaas met een tragische afloop. De Sumatra Bode meldde dat een Maleise vrouw op Mata Aer het levenslicht had geschonken aan een vierling: drie meisjes en een jongen. Kort na de bevalling stierven echter zowel de kinderen als de moeder.
Droeve berichten volgden ook op de geboorte van een vierling in Harlingen, in 1931, en één in Banjoemas, in 1932.

De Dionne-vijfling

de Dionne-vijfling

Terwijl Nederland nog op zijn eerste vierling zat te wachten, werd in Canada in 1934 in het gezin Dionne een vijfling geboren. De ´Dionne Quints´ zoals ze de rest van hun leven zouden heten, werd als een wereldwonder beschouwd. Duizenden mensen stroomden toe om zich aan het vijftal te vergapen. De aanvankelijk goedbedoelde zorg van overheidswege werd voor de kinderen een nachtmerrie. De ouders werd 10 jaar lang de voogdij over hun kinderen ontnomen en de vijfling werd op een schaamteloze manier uitgebuit in allerlei reclame-optredens. De schaduwzijden van dit verhaal zouden echter pas veel later naar buiten komen. In de jaren dertig werd alleen nog maar gesproken over vijf schattige meisjes.
Als we de Nederlandse kranten lezen dan lijkt het wel alsof ieder land nu zat te wachten op zijn eigen vier- en vijfling. Bijna maandelijks waren er nu meldingen van mogelijke meergeboorten.

De Blitar-vierling

Op 16 juli 1938 had Nederland eindelijk iets te vieren. Het persbureau Aneta meldde dat een Javaansche vrouw uit de desa Tanggoeng, onderdistrict Nglegok, regentschap Blitar, op die dag was bevallen van een vierling, namelijk drie jongens en een meisje. ´Moeder en kinderen zijn welvarend.´
In het Nieuws van de Dag voor Nederlands-Indië reageerde de columnist  ´Jodocus´ – blijkbaar afkomstig uit het Sumatraanse Deli – als volgt:

´Hoera! Reeds te lang hebben wij gezucht onder de concurreerende reclame van Amerika! Reeds te lang heeft men ons geplaagd met „publicity” uit de Verenigde Staten, waar wij niet tegen op konden. Reeds te lang is onze buurman aan den Pacific ons een vijftal lengten vóór geweest in sensatie en opwinding. Reeds te lang hebben onze vrouwen met ogen, brandend van jaloezie, naar de plaatjes, de boekjes, de films, de kranten, de telegrammen, de advertenties gekeken, waarin Amerika gedurende de laatste jaren van een unieke wereldgebeurtenis, die duizenden toeristen opgeleverd heeft, juichend kond deed. Reeds te lang hebben wij ons geërgerd aan deze bijzondere propaganda, waar geen land ter wereld tegen op kon, en die wij de Amerikanen in stilte plachten te benijden, al spraken wij er soms honend van. Reeds te lang bestond deze stille, maar toch schreeuwende discriminatie der Nederlands-lndische vruchtbaarheid.(…)

de Blitar-vierling

Maar hoera! Eindelijk! Eindelijk! Eindelijk komt dan het schokkende, het blijde, het heerlijke Aneta-bericht, dat aan deze onhoudbare situatie een einde maakt.
Nauwelijks zijn in de advertenties van zeep en kindermeel de laatste opnamen van de Dionne-vijfling afgedrukt, of Nederlandsch-Indië roept uit: dat het deze concurrentie niet langer zal dulden. Weliswaar is het niet Deli — helaas! — dat ons de bevrijding en de victorie brengt, maar zulks doet onze vreugde er niet minder om zijn. Amerika is geslagen …. althans bijna. Want uit Blitar bereikte ons het Aneta-telegram, dat aldaar een Javaansche vrouw het leven aan een vierling geschonken heeft. Een vierling! Het is nog niet véél. Maar wij kunnen tevreden zijn. De Dionne-vijfling heeft een Blitar-vierling als concurrent gekregen en Aneta seint het de ganse wereld door.
En thans, vrienden, vriendinnen, stad- en gewestgenoten, Delianen, op voor de Deli-zesling! Start the stork-race! Wij loven zes levenslange gratis abonnementen op de Kindercourant uit!´

Ondanks zijn ironische toon moet het artikel de gevoelens van het grote publiek redelijk goed hebben weergegeven. Er was écht iets te vieren.
Net als in Canada was dan ook in Blitar sprake van een grote toeloop. De directeur van het Gemeentelijke Ziekenhuis in Blitar, dr. R. Soemantri, beperkte echter het bezoek tot het hoog noodzakelijke. In overleg met de burgemeester werd besloten geen fotografen toe te laten. Na een maand – de kinderen waren inmiddels 2 tot 2,5 kilo zwaar, werden de deuren weer geopend en kon het grote publiek kennisnemen van het wonder.

De pers berichtte nu voor het eerst uitvoerig:

Links op de voorgrond moeder B. Karmo, In het midden zr. Guljee en vier verpleegsters die ieder een kind dragen. Rechts met das de directeur van het ziekenhuis, dr. R. Soemantri.

´De ouders van de kinderen waren vader Karmo en moeder Bok Karmo (Kasmi) geheten. Op de vraag hoe zij zich voelden toen de vierling geboren was, antwoordden zij, dat zij ´senang´ waren en dat zij de geboorte van deze vierling als een zegen van Allah beschouwden.
Verder vertelde de vader, dat zij zeer arme mensen waren, geen huis of grond bezaten en drie kinderen hadden, van wie de oudste 10 jaar. Nu hadden zij zeven kinderen en…. voelden zij zich rijk.´

Met Rosa, Rasa, Sari en Oesik ging het goed. De kinderen groeiden als kool. Het Nieuws van de Dag maakte zich echter op dat moment al bezorgd. De moeder zou met haar kroost nog een tijdje in het ziekenhuis blijven, verzorgd door hoofdzuster Guljee, maar natuurlijk op enig moment weer terug moeten keren naar de desa. ´Daar wacht de ouders een zware taak, die slechts met financiëlen steun van anderen kan worden volbracht.´

Financiële zorgen

Al snel was duidelijk dat het viertal geen gunstig lot was beschoren. De interesse was al snel tanende. Gelukkig, zo stelde het Nieuws van de Dag, was er een inheems blad dat op lokaal niveau een oproep deed om geld te storten voor de familie. Hoofdredacteur Parada Harahap van de Tjaja Timoer schreef:

´Deze vierlingen moeten we als ons aller kinderen beschouwen. Vooral nu het Toewan Allah heeft behaagd deze vier kleine mensenkinderen woning te laten kiezen bij eenvoudige tani’s. (…) In Canada heeft men de nationale vijfling voor hun geheele leven van gratis voeding, kleeding, woning, studie, geneeskundige verzorging en wat niet al gegarandeerd. Zoo ver zijn wij hier weliswaar nog niet, maar er zijn toch genoeg mogelijkheden, om deze kleine levens een onbezorgde toekomst te verzekeren.
Het blad wendt zich daartoe tot alle bevolkingsgroepen, welke steeds offervaardigheid hebben weten te betrachten. Te dien einde zal de administratie van de „Tjaja Timoer” gaarne bijdragen ontvangen; ook de allerkleinste zijn welkom en zullen al dan niet met de namen der gevers in de kolommen van het blad verantwoord worden.´

Later werd gesteld dat het ´fondsje´ reeds tot fl. 250,- was gestegen, terwijl de maandelijkse vaste bijdragen ongeveer fl. 15,- waren, ´waarvoor een goede verzorging van het viertal gedurende de eerste jaren verzekerd is´.

Leger des Heils

Het Rode Kruis deelt voedsel uit in Blitar, ná de Japanse bezetting. Staat de vierling misschien op deze foto?

De vier zouden nog in het ziekenhuis blijven tot ze ruim een jaar oud waren. Hun moeder liep na een huiselijke ruzie weg en de vader stond er dus alleen voor, – reden voor zuster Guljee om de kinderen nog een tijdje langer te verzorgen. Het Leger des Heils bood de uiteindelijke oplossing. De kinderen mochten worden ondergebracht in het ´Tehuis voor inheemse kinderen´ in Blitar. Volgens het Nieuws van de Dag waren op dat moment de donaties zo zoetjesaan opgeconsumeerd.

´Er zal nu heel wat veranderen in de levenswijze der kleuters. Ze zullen niet meer ieder een eigen verpleegster hebben en ook wat de voeding betreft zal alles langzamerhand op meer eenvoudige leest dienen te worden geschoeid. Dit kan, nu ze zoveel sterker geworden zijn, ook zonder bezwaar gebeuren.´

Met deze laatste regels over de verhuizing eindigde de berichtgeving over de Blitar-vierling.

De eerste?

de Zwolse vierling

Terwijl de Blitar-vierling zich opmaakte voor vertrek naar het kindertehuis van het Leger des Heils, werd in Nederland opnieuw een vierling geboren. Alsof de Blitar-vierling niet had bestaan werd deze gebeurtenis in de pers breed uitgemeten als zijnde ´de eerste vierling´ in Nederland. Het gelukkige gezin in Hengelo moest echter na een maand iets wegslikken: één van de spruiten was overleden.
De volgende vierling die de aandacht trok werd geboren in oorlogstijd, op 6 februari 1943 in het gezin Kiffers-Westenberg in Zwolle. Deze Zwolse vierling bleef in leven en wordt daarom sindsdien beschouwd als de eerste ´echte´ vierling in Nederland.

Dit laatste is in zekere zin juist. Nederlands-Indië is niet meer van ons. Maar toch, en zonder afbreuk te willen doen aan de bijzonderheid van die Zwollenaren: ik kan het niet nalaten steeds te moeten denken aan Rosa, Rasa, Sari en Oesik. Wat zou er van hén zijn geworden?

x

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie