In memoriam Jan Ruff-O’Herne

De Nederlands-Australische mensenrechtenactiviste Jan Ruff-O’Herne is op 96-jarige leeftijd overleden in de Australische stad Adelaide.

Jan Ruff-O’Herne als jong meisje

Ze werd wereldberoemd toen ze in 1992 als een van de eerste ‘troostmeisjes’ openlijk haar verhaal durfde te doen over wat haar was overkomen in de Tweede Wereldoorlog, toen ze door Japanse militairen werd misbruikt als seksslaaf.

Ze zette zich daarna in voor vrouwen die hetzelfde was overkomen. Ze inspireerde zo meer vrouwen hun verhaal te doen. “Het is heel goed dat zij dat deden, want alleen heb je maar een kleine stem”, zei Ruff-O’Herne in 2001 tegen NRC.

Verder heeft ze altijd gestreden voor formele excuses van Japan aan alle troostmeisjes. Volgens sommige historici werden zo’n 200.000 vrouwen in de door Japan bezette gebieden gebruikt als seksslavin.

Ruff-O’Herne werd in 1923 geboren in Nederlands-Indië, als kind van Nederlandse ouders. Toen ze 19 jaar oud was, kwam ze na de Japanse invasie in Indonesië eerst terecht in een interneringskamp. Maar daar werd ze al snel uitgehaald, waarna ze werd gedwongen in een bordeel te werken als troostmeisje.

Na de oorlog trouwde Ruff-O’Herne met een Britse militair, waarmee ze in de jaren 60 emigreerde naar Australië. In 2001 werd ze onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Jan Ruff-O’Herne, tijdens een van haar latere getuigenissen

‘Verhaal mag nooit vergeten worden’

In 2007 sprak ze nog voor het Amerikaanse Congres over haar ervaringen. “Ik heb de Japanners vergeven voor wat ze me hebben aangedaan”, zei ze toen. “Maar ik zal het nooit vergeten. Ik hoop dat ik, door me uit te spreken, een bijdrage heb geleverd aan de wereldvrede en dat het schenden van vrouwenrechten nooit meer zal voorkomen.”

“Het overlevingsverhaal van Jan is een ode aan haar kracht en moed”, zei vicepremier Vickie Chapman van de Australische deelstaat Zuid-Australië na haar overlijden. “Ze zal niet alleen hier worden gemist, maar in de hele wereld. Haar verhaal mag nooit vergeten worden.”

 

Dit artikel verscheen eerder op de website van de NOS, 20 augustus 2019

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

3 reacties op In memoriam Jan Ruff-O’Herne

  1. Ziska Kountul-Loth zegt:

    Ik ken deze dame niet maar heb een van die troostmeisjes mogen leren kennen. Die tot het laatst toe iedere eerste dinsdag van de maand in Den Haag voor de Japanse Ambassade zittend vanwege haar leeftijd protesteerde. Ik heb haar ook altijd voor haar wilskracht geprezen en bewonderd. Helaas is ze er niet meer.

    Verstuurd vanaf mijn iPhone

  2. Loes Beltman-Husmans zegt:

    Ziska wij kenden ook een huisgenote. Ik heb moeite met de term “troostmeisjes”. Het zijn verkrachtte vrouwen.

  3. ælle zegt:

    Ik lees uit een tweede herziene druk van Paula Gomes’ boek “Tropenkind” en reeds op pagina één begint ’t met wat ze haar Moeder hoorde zeggen: ‘Als de Japanners komen, is het met ons gedaan. Wij worden vermoord en Sonja verdwijnt in een huis voor geisha’s.’
    4 Regels verder: De Japanners waren in Sumatra geland. Ze zouden ongetwijfeld naar Java komen, hoewel er die morgen nog hard gelachen was om hun stommiteit Ze waren op een verkeerde plek geland, ze zouden er stikken in het moeras.
    Ooit heb ik Paula ontmoet . . .
    Het begrip geisha is intussen bijgesteld. In het verleden werden geisha’s vaak (en in de regel . . .ten onrechte) geassocieerd met prostitutie.
    Troostmeisjes (comfort women); deze vrouwen zijn daarentegen seksslavinnen die tégen hun wil werden vastgehouden en gedwongen zich te laten misbruiken en was het een vorm van oorlogsverkrachting.
    Op de foto was Jeanne Alida “Jan’ 17 jaar.

    https://www.theage.com.au/national

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s