Verleden, heden en toekomst

Ondanks het feit dat het nationaal onderzoek naar de periode 1945-1950 in Indonesië al halverwege is, is nog steeds sprake van kritiek op de uitgangspunten. Een bijeenkomst tussen onderzoekers en activisten lijkt de kou niet uit de lucht te hebben genomen.

Door Bert Immerzeel

Nederlanders, zo stelt het Sociaal Cultureel Planbureau, hebben het gevoel dat de polarisatie toeneemt. Volgens velen staan bevolkingsgroepen steeds sterker tegenover elkaar. De nuance gaat verloren.

Vooral de nieuwe media krijgen de schuld. Terwijl vroeger alleen werd nagedacht door politici en dominees, wordt tegenwoordig aan iedereen overal een mening over gevraagd. En vinden we dus van alles van alles, ook al hebben we er niet over nagedacht. En noemen we het indelen van de wereld in likes en dislikes een nieuwe vorm democratie.

Bijeenkomst in NIOD-gebouw, Amsterdam, 31 januari 2019. Aanwezig, onder anderen, v.l.n.r., Michael van Zeijl, Peter Romijn, Ben Schoenmaker, Frank van Vree, Mariëtte Wolff, Gert Oostindie, Patty Gomes. (foto: Histori Bersama)

Dislikes

Dit proces treft ook onze geschiedenis, en dus ook de geschiedenis van ‘ons Indië’. Zo hebben we de afgelopen jaren al heel wat publieke discussies voorbij zien komen. Eerst was er de kwestie van het Van Heutszmonument, daarna die van het Coenmonument en -tunnel. Vervolgens de Zwarte Piet-affaire, ergernis over de gouden koets, en de koloniale omschrijvingen en mogelijke teruggave van kunstwerken in nationale musea. De laatste maanden kwam hier ook nog bij – overgewaaid uit de VS – het protest tegen het gebruik van de blackface in de kunst. Dit allemaal nog los van de discussies rond het onderzoek van NIOD, KITLV en NIMH naar de periode 1945-1950. Het debat werd vooral bepaald door veel veel dislikes: actievoerders haalden veelvuldig de media, en bepaalden het debat.

Een leugentje om bestwil?

Van kritiek was ook sprake tijdens een discussie eind januari in het gebouw van het NIOD, waarbij aanwezig vertegenwoordigers van de actiegroepen De Grauwe Eeuw, Histori Bersama en de KUKB van Jeffry Pondaag. Na veel mailwisselingen werden deze groepen eindelijk uitgenodigd om een keer hun ideeën over het nationale onderzoek te uiten. De wat ongemakkelijke discussie leidde niet tot een betere verstandhouding. Op enig moment vroeg één van de deelnemers aan de voorzitter en directeur van het NIOD, Frank van Vree, waarom Pondaag niet was uitgenodigd bij de eerste onderzoeksbijeenkomsten. Even viel een stilte, omdat iedereen het antwoord wel wist. Net zoals iedereen donders goed weet waarom Ome Henk of tante Jannie bij sommige familiefeestjes niet worden uitgenodigd. Gewoon omdat ze altijd alle aandacht naar zich toetrekken, dronken worden of erger. Maar niemand ze het recht in het gezicht durft te zeggen.

Van Vree liet de gelegenheid voorbijgaan: “Omdat alleen vertegenwoordigende mantelorganisaties werden uitgenodigd.” Hij had eerlijker kunnen zijn, en – ook gemompeld door een andere aanwezige – gewoon kunnen zeggen dat dat kwam omdat Pondaag c.s. worden gezien als actievoerders. En het natuurlijk geen pas geeft actievoerders uit te nodigen omdat deze een onafhankelijke opzet in de weg kunnen staan.

Impliciet werd deze gedachte nog een keer bevestigd bij de afronding van de bijeenkomst. Na het slotwoord van de voorzitter wilde Pondaag nog een keer het állerlaatste woord. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie moest worden buitengesloten, aldus de actievoerder.

Afijn, de de actievoerders blijven actie voeren voor een meer antikoloniale, anti-raciale en genderneutrale aanpak, en ook de onderzoekers gaan weer verder met hun werk.

Toko De Zon

Persoonlijk vraag ik me af of ‘Indonesië’ wel zo geïnteresseerd is als de Nederlandse actievoerders denken. En of het land niet veel andere uitdagingen kent, uitdagingen van een andere, veel grotere orde.

Toko De Zon, 2017. (foto: Google)

Wie een bezoek brengt aan Bandung, en een wandeling maakt over de Jalan Asia Afrika, voorheen de Grote Postweg Oost, ziet op nummer 39 het restant van wat eens een mooi pand in art-decostijl moet zijn geweest: de gevel van Toko De Zon N.V.. Veel is er niet van over. Slechts de gevel aan straatzijde staat er nog, met aan de achterzijde een gapende bouwput. Volgens een recente bezoeker zijn de gaten van de voorkant afgeplakt met golfplaat en alweer ingescheurde reclamedoeken.

Het feit dat de gevel er nog staat geeft aan dat de Indonesiërs waarde hechten aan iets wat hier in Nederland te boek staat als ‘koloniale architectuur’, maar nu ook weer niet genoeg waarde om het pand op te knappen of in ieder geval om de gevel te stutten en te behoeden voor verder verval.

Toekomst?

Heeft de gevel nog een toekomst? Geen idee. De laatste jaren kwam Indonesië vooral in het nieuws door een hele serie vulkanische uitbarstingen en overstromingen waarbij tienduizenden inwoners het leven lieten. Is in een land met 270 miljoen inwoners waarvan 42% onder de 25 jaar en met een bbp van $ 12.000 per inwoner (ter vergelijking: in Nederland is 28% van de bevolking onder de 25 jaar, en heeft een bbp van $ 52.000 per inwoner) de koloniale geschiedenis nog wel een issue om lang bij stil te staan? Ik betwijfel het.

Toeval of niet, de laatste maand zag ik op de social media meerdere keren foto´s voorbijkomen van de grootste vuilnisbelt van Zuid-Oost Azië, die van Jakarta. De stad zélf zakt langzaam in zee, en het afval van de inwoners, een onafzienbare berg van stront en plastic, heeft het nabijgelegen Bekasi geheel overvleugeld. Honderden Indonesiërs wonen (letterlijk) op de berg om te verzamelen wat nog van waarde is.

Heeft De Zon een toekomst? Ik betwijfel het.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

57 reacties op Verleden, heden en toekomst

  1. Rahadi Karni zegt:

    Bert Immerzeel formuleert het voorzichtig, maar de wroeging om de laatste koloniale oorlog 1945-1949 en het gezeur om de laatste herinneringen aan koloniale tijden in Nederland delen de meeste Indonesiërs niet. Zij hebben “gewonnen” en na 1949 heeft de Nederlandse politiek geen steen ongedraaid gelaten om Indonesië dwars te zitten. De voornaamste steen was wel het fanatiek vasthouden aan Nieuw Guinea, wat de verhouding tussen beide landen, na een hoopvol begin, effectief vergiftigt heeft.

    • R.L.Mertens zegt:

      @Rahadi Karni; ‘effectief vergiftigd etc.’- Inderdaad, wat een stel stupide zelf overschattende politici (Romme,Beel,Drees sr.,Luns), nb. een nazi bezetting(!), een historische verhouding volledig naar de knoppen heeft geleid! JdeKadt;De Indonesische Tragedie1949;;’wat ons overblijft; dat is het beseffen van wat we gemist en verknoeid hebben. Wat ons overblijft is de schaamte over zoveel bekrompenheid, onbekwaamheid en zelfgenoegzaamheid.’ En dan is nog Nw.Guinea niet eens in zijn beschouwing betrokken geweest. K/luns/ziger kon het niet meer!

    • R Geenen zegt:

      Wat betreft Nieuw Guinea had Nederland gelijk. De bevolking van dat land is totaal anders.. Trouwens, zoals het nu toegaat pleit het ook niet voor Indonesie, want de Papoea wordt langzaam maar zeker uitgeroeid. Heb begrepen dat al 50% van de Papoea bevolking volgens de Indonesische koloniale methode al naar het namaals is gestuurd.

      • R.L.Mertens zegt:

        @R.Geenen; ‘had Nederland gelijk etc.’- De bevolking is totaal anders. De bevolking van Nederland en Duitsland lijken ook op elkaar. En in het hiernamaals waarschijnlijk hetzelfde. Van de Indianen in de USA is zelfs meer dan 50% verdwenen. Zelfs niet meer beeld. Bij mijn laatste bezoek 2014 zag geen één in de menigte. Heb nog navraag gedaan. Bleek warempel een Indo te zijn!

      • Peter van den Broek zegt:

        Dhr R. Geenen is niet alleen kort van koloniaal geheugen, maar redeneert even opportunistisch als in die tijd. Kijk maar naar de leus “van Sabang tot Merauke”!!!! Door wat werd de Gordel van Smaragd eigenlijk bijeengehouden? Door het papier van de Nederlands-Indische landkaart?

        De naam Nieuw-Guinea geeft de kronkels van een Spaanse koloniaal aan. De naam Nieuw-Guinea werd aan dat land gegeven omdat de inwoners gelijkenis vertonen met de bewoners van Afrikaans Guinea, vandaar Nieuw-Guinea. Volg ik zijn doldwaze redenering, dan had Nederland, eigenlijk onze Minister Luns Nieuw-Guinea op basis van bovenstaande vergelijking over moeten laten aan die Afrikaan-Guineanen.

      • R Geenen zegt:

        En wat weet u van die tijd af? U komt pas kijken toen alles al voorbij was. En vandaag aan den dag praat u een ieder na en doet of u er alles van afweet.

    • Jan.A. Somers zegt:

      “delen de meeste Indonesiërs niet.” Hoeft toch ook niet? Hier in Nederland kennelijk wel (alhoewel het de meeste Nederlanders/Indo’s niet interesseert, maar dat is normaal bij geschiedenis), doen we gewoon, en betalen we zelf.
      “vasthouden aan Nieuw Guinea,” Daar is de RIS toch mee akkoord gegaan? Ik heb die handtekeningen zien staan!
      “effectief vergiftigt heeft.” Daar heb ik in Indonesië niets van gemerkt. En ook niet bij Indonesische stagiaires,. studenten, collega onderzoekers.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; ‘die handtekeningen zien staan etc.’- Waaronder? – Die stagiares, studenten etc. hebben het Nederlands gif gelukkig niet ingenomen. De Papoea’s wel….althans die nu strijd leveren.

      • Jan A. Somers zegt:

        ” handtekeningen zien staan etc.’- Waaronder? ” Ga eens een keer kijken op het NA! Linggadjati en 27 december 1949. Plus de zegels die eraan hangen! Dat is beter dan lukraak weer een paar namen oproepen, namen die van geen belang zijn geweest.

      • R.L.Mertens zegt:

        @JASomers;’lukraak weer etc.’- De handtekeningen namens Nederland; Schermerhorn, van Mook,van Poll bij de geratificeerde Linggadjatti overeenkomst dd. 25/3-1947 ;-ad. art.3 De Verenigde Staten van Indonesië(RIS) zullen omvatten het gehele(!) grondgebied van Nederlands Indië…..
        Dacht u dat de RIS blij was/instemde met het Nederlandse ‘aankleed punt; Nw.Guinea’; om het buiten de overdracht te houden? – Resultaten van de Ronde Tafel Conferentie 2/11-1949; Ontwerp-Charter; ad art 2 ad f; dat de status quo van de Nw.Guinea zal worden gehandhaafd met de bepaling(!), dat binnen 1 jaar(!) na de datum van overdracht het vraagstuk Nw.Guinea zal worden bepaald door onderhandelingen etc. Welnu heeft Nederland onderhandeld? Het begon meteen met GG aan te stellen, troepen naar NW.Guinea te zenden. een Papoea’corps op te richten met eigen vlag etc. Na 10 jaar een bijna oorlog situatie toen zelfs het vliegdek schip Karel Doorman heen zond. Die wegens boycot nergens een stop kon maken. Nederland werd door VS/ Kennedy persoonlijk tot de orde geroepen en droop olv. min.Luns in 1962 af, toen via VN stemming de Papoea’s voor Indonesië kozen! Niet allemaal natuurlijk, want Nederlands erfenis was wederom…..de strijd tegen de Republiek! Nu nog…alhoewel ene @Geenen meldt dat al 50% in namaals(!) verblijven.
        note;HM vliegdekschip werd tijdens de terug reis in de verkoop gebracht en vond in Argentinië zijn eind bestemming.

      • Peter van den Broek zegt:

        Breek me de bek niet open over Nieuw-Guinea. Kijk naar de kaart van Nieuw-Guinea, inclusief het Australische gedeelte geeft al aan dat politiek in die tijd koehandel was.

        Mijn vader kreeg na de oorlog een baan aangeboden als leraar in Nieuw-Guinea, U weet wel sinds vroegere tijden en tegen beter weten in het nieuwe en exotisch Thuisland (sic) voor Nederlanders i.c. Indo-Europeanen als landbouwer.
        Mijn moeder, de meest snuggere in onze familie wist het gewoonweg beter, Mater Familias telt in de Indo-maatschappij. Exit Nieuw-Guinea anders had ik toch met een penis-koker mijn relaas op javapost.nl geschreven?
        Ook mijn zoon is in veel duistere landen geweest (Cambodja, Vietnam, Peru, Bolvia en of all places Honduras) maar Nieuw-Guinea stond niet op zijn verlanglijst. dan weet ik wel hoe de zaken staan.

        Natuurlijk heeft Nieuw-Guinea tijdens de conferentie in Malino en tijdens de onderhandelingen over de onafhankelijkheidsstrijd van indonesie geen substantiele rol van betekenis gespeeld , maar is om louter opportunistische redenen als Joker in de onderhandelingen door Luns, Minister van buitenlandse zaken Nederland uit de mouw gevist.

      • Jan A. Somers zegt:

        “omvatten het gehele(!) grondgebied van Nederlands Indië…..” Klopt. Maar Linggadjati was de agenda van de onderhandelingen op de RTC! En daar kwam de aap uit de mouw, Indonesië schrapte het zelfbeschikkingsrecht van de eigen gebiedsdelen. Maar Nieuw-Guinea werd nog niet geacht zelf hiervoor een afgewogen oordeel te kunnen vellen zoals met de reeds bestaande gebiedsdelen van de federatie was gebeurd. Daar werd uitstel voor gevraagd. “troepen naar NW.Guinea te zenden.” Ja, gezien de infiltraties vanuit de RI was dit ook wel noodzakelijk, en er waren al ervaringen met de infiltraties van de RI op Zuid-Celebes!. En Nieuw-Guinea was toch nog steeds deel van het koninkrijk? Waar Nederland verantwoordelijk was voor de veiligheid? “een Papoea’corps op te richten met eigen vlag” Daar waren deelstaten al eerder mee begonnen!
        “Welnu heeft Nederland onderhandeld?” Door wie werden die onderhandelingen doorkruist met militaire acties?

      • Jan A. Somers zegt:

        “Nieuw-Guinea stond niet op zijn verlanglijst.” Mijn schoonzoon, mijn zus, en hun gezin zijn naar Nieuw-Guinea vertrokken in dienst van UNTEA. Tot een jaar na de overdracht veel administratief werk afgemaakt. Daar is ook hun jongste zoon geboren, waarschijnlijk de laatste daar geboren Nederlander. Ze hebben daar een beste tijd gehad. Mochten hun thuisreis zelf aangeven, zijn met de boot door de Pacific en Panamakanaal oostwaarts gevaren. Mijn vader had ook prettige herinneringen aan Nieuw-Guinea, met de paters Vertenten en Geurtjens.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers;’Indonesië schrapte het zelfbeschikkingsrecht etc.’- De RIS(!) schrapte niets. Na de Bandoeng conferentie 1948; met de Republiek(!) en de Federale Staten (zonder Nederland!) was al duidelijk dat de Federalen voor de Republiek kozen! Conform Linggadjatti art.3 gaf geen enkel Indonesische volksgroep te kennen voor een verbintenis met Nederland. Vanwege de Nederlandse houding aangaande Nw.Guinea werd de Unie ontbonden en de RIS; de Republiek!
        note; de (Knil) Molukkers kozen naderhand voor een eigen RMS

      • Jan A. Somers zegt:

        “de Federale Staten (zonder Nederland!)” Uiteraard zonder Nederland. In het kader van de Bijeenkomst Federaal Overleg (BFO), die nu door de republikeinen werd geboycot, richtten de diverse net bezette regio’s zoals Oost-Sumatra, Madoera, Palembang, West- en Oost-Java zich op een eigen plaats binnen de Verenigde Staten van Indonesië. Uit vertegenwoordigers van die deelgebieden werd een Voorlopige Federale Raad gevormd, allen Indonesiërs onder leiding van Prof. Hoesein Djajadiningrat. En die Raad vergaderde uiteraard zonder Nederlanders, soms hoogstens als toehoorders. Interessant is de keuze voor Bandoeng, hoofdplaats van een net opgerichte deelstaat binnen het BFO en niet Djokjakarta!. Gefaciliteerd door Indië! Betaald door Indië! De RI was in die tijd gekrompen tot ongeveer Midden-Java! En natuurlijk kozen ze nu voor een samengaan met de RI! (als deelstaat). Die RI was akkoord gegaan met de federale opzet, de RIS. Dan moeten de gelederen worden gesloten. Voor Nederland maakte dat niets uit.
        “Molukkers kozen naderhand voor een eigen RMS” Ja, en dat mocht niet sinds op de RTC Indonesië het zelfbeschikkingsrecht had afgeschaft. Al die deelstaten hadden overigens zelf besloten tot hun positie als deelstaat. Volkenrechtelijk/staatsrechtelijk niets bijzonders: USA, VK, België, Bundesrepublik Deutschland) enz.

      • R.L.Mertens zegt:

        @JASomers; ‘daar is RIS toch mee akkoord etc.’- Nergens in de handelingen Ronde Tafel Conferentie 1949; feiten en documenten staat; het door u gestelde ‘schrappen van het zelfbeschikkingsrecht etc’.En in Resultatenvan de RTC; Ontwerp-Charter van de Souvereiniteitsoverdrachc over Nw. Guinea- art.2 het gestelde ad.Nw.Guinea dat ‘binnen 1 jaar na datum overdracht de status door onderhandelingen zal worden bepaald!’.
        -Dus nogmaals waar/welk document; heeft u die ‘zegels zien hangen’ waaruit blijkt dat de RIS akkoord is gegaan met het vraagstuk?
        Over ‘lukraak gesproken!

      • Jan A. Somers zegt:

        “Nergens in de handelingen Ronde Tafel Conferentie 1949; feiten en documenten staat; het door u gestelde ‘schrappen van het zelfbeschikkingsrecht ” Dat is nou juist het kwalijke, het is binnengesmokkeld: “De Indonesiërs, die uit waren op een eenheidsstaat, konden uiteraard geen etnisch/cultureel onderscheid accepteren, ter sprake komende minderheden werden aangeduid met ‘waardevolle belangen’. Het ging hier bijvoorbeeld om bewegingen in de Minahassa (Twaalfde Provincie) en op Timor (Persatoean Timoer Besar) waar een belangrijk deel van de bevolking christen was. Ook waren in die gebieden, net als in Ambon, vele mannen in dienst van het KNIL, en beschouwden zij zich als Nederlands onderdaan. Krachtens de overeenkomsten van Linggadjati en Renville hadden zij recht op uitoefening van externe zelfbeschikking, het recht om rechtstreekse banden met Nederland te houden. Binnen het kader van de Ronde Tafel Conferentie werd echter op 29 oktober de voorlopige constitutie van de Verenigde Staten van Indonesië door de vertegenwoordigers van de Republiek en die van alle deelstaten geparafeerd waarin slechts het interne zelfbeschikkingsrecht werd erkend. Deze beperking werd binnengesmokkeld in artikel 1, lid 2 van het Charter Souvereiniteitsoverdracht waarin: ‘De Republiek der Verenigde Staten van Indonesië aanvaardt deze souvereiniteit op de voet van de bepalingen van haar Constitutie, welke in ontwerp ter kennis is gebracht van het Koninkrijk der Nederlanden.’ De genoemde groeperingen kregen de gelegenheid zich door een subcommissie te doen horen maar weigerden dat, zij wensten een rechtstreekse band met het Koninkrijk. Ook dit probleem werd op praktische wijze ‘opgelost’, dat wil zeggen te beslissen na de soevereiniteitsoverdracht. Het was dan geen Nederlands probleem meer. Een bijkomend vraagstuk van deze verwijzing was dat er hier sprake was van een deelstaat, niet van een culturele of etnische minderheid. De hiervoor genoemde groeperingen legden zich bij de situatie neer. Maar toen Soekarno enkele maanden na de soevereiniteitsoverdracht de federatieve staat omvormde tot een eenheidsstaat, riep op 25 april 1950 de Molukse oppositie de Republiek der Zuid-Molukken uit. De afloop hiervan, zowel in de Molukken als in Nederland, is bekend.”

      • R.L.Mertens zegt:

        @JASomers; ‘hadden zij het recht(!) rechtstreekse banden met Nederland etc.’- Linggadjati art.3 indien de bevolking van enig gebiedsdeel, ook na overleg met overige gebiedsdelen, langs democratische(!) weg te kennen geeft niet of nog niet tot de RIS wil toetreden, voor dat gebiedsdeel een bizondere verhouding tot deze staten en het Koninkrijk der Nederlanden in het leven kan(!) worden geroepen- Is dat gebeurt met Ambon, Minahassa en Timor? Geen één. Er waren inderdaad wat stemmen, echter geen langs democratische weg geuite stem! Ook niet van de Federalen !*’Ontwerp Charter van de Souverniteits; art.1 lid 2; ‘de genoemde groeperingen weigerden, zij wensten een rechtstreeks verband met Nederland etc’.- Ach, was dat niet de wens onzer gedachte? Wegens hun trouw aan onze driekleur, zoals zo vaak werd verkondigd; Nationale voormannen als boeng’s rechterhand Leimena/Molukken en Ratlangie/Minnehassa hadden zeker geen driekleur adoratie. *Nw.Guinea; – Terwijl toch na strijd en moeizaam overleg uiteindelijk een Unie met Nederland olv.hm. de Koningin tot stand kwam, begon Nederland de zaak Nw.Guinea te traineren! En dat zowat 12 jaar lang na overdracht. Weg waren al onze vooruitzichten op handel/profijt, onze bezittingen etc. De (Indo)wn’ers werden massaal ontslagen en de armoe/kampong ingedreven. Zelfs prins Bernhard, W.Oltmans en de wereld opinie vroegen zich af wat Nederland/Luns bezielde?. En het resultaat; wat heeft dit ons land en de Papoea’s opgeleverd; bloed voor de aanhangers van de Morgenster en wederom…. een gefrustreerde volksdeel en….. De Vereniging Nederlands Nieuw Guinea militairen 1945-1962. Met een jaarlijkse herdenking in Bronbeek. Het einde ons imperium.

      • Jan A. Somers zegt:

        “een bizondere verhouding tot deze staten en het Koninkrijk der Nederlanden in het leven kan(!) worden geroepen-” Helemaal goed! Maar!!! Die zinsnede stond in Linggadjati! Maar is in de RTC door Indonesië onder tafel geveegd. En vervangen door een concept grondwet voor de RIS. Lees goed: ‘concept’! “aanvaardt deze souvereiniteit op de voet van de bepalingen van haar Constitutie” , (zonder nadere duiding) waar ‘voorlopige constitutie’ per ongeluk(!) is weggevallen. Een concept (zonder legitieme waarde dus) als deel van een volkenrechtelijk akkoord! Ik kan me zo voorstellen dat de Nederlandse delegatie daar geen probleem van wilde maken aangezien de BFO dit niet afwees, en die BFO was toch het orgaan met het meeste belang bij zelfbeschikking. Ik denk zo, dat de Nederlandse delegatie en UNCI het zat waren, laat ze het zelf maar uitzoeken, na de overdracht, als ze een soevereine staat zijn.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Wegens hun trouw aan onze driekleur,” Ik denk eerder aan de arrogante positie van Java, waar ze al eeuwenlang last van hadden. Die BFO is niet voor niets buiten Java om ontstaan. Denk er hierbij om dat de positie van de BFO al sind sinds 1944 bezig was te ontstaan. Buiten Java en Sumatra!

      • RLMertens zegt:

        @JASomers;’buiten Java ontstaan etc.’- Zomaar ontstaan? Op initiatief van Nederland/vMook. Beseffend, dat de Republiek aan kracht won. Symphatie kreeg van het wereld forum/VN. Toen al een verloren zaak, vooral toen in de Bandoeng conferentie, 1948 de BFO voor de Republiek koos!

  2. R.L.Mertens zegt:

    @Rahadi Karni; ‘effectief vergiftigd etc.’- Inderdaad, wat een stel stupide zelf overschattende politici (Romme,Beel,Drees sr.,Luns), nb. een nazi bezetting(!), een historische verhouding volledig naar de knoppen heeft geleid! JdeKadt;De Indonesische Tragedie1949;;’wat ons overblijft; dat is het beseffen van wat we gemist en verknoeid hebben. Wat ons overblijft is de schaamte over zoveel bekrompenheid, onbekwaamheid en zelfgenoegzaamheid.’ En dan is nog Nw.Guinea niet eens in zijn beschouwing betrokken geweest. K/luns/ziger kon het niet meer!

  3. Dominicus zegt:

    Ondanks het feit dat het nationaal onderzoek naar de periode 1945-1950 in Indonesië al halverwege is, is nog steeds sprake van kritiek op de uitgangspunten. Een bijeenkomst tussen onderzoekers en activisten lijkt de kou niet uit de lucht te hebben genomen.

    Wat een gezeur allemaal. Het onderzoek is al lang af en vastgelegd door een Zwitser. Zie de Brandende Kampongs van Generaal Spoor. In 1953 kwamen de eerste officieren van de TNI al naar Nederland voor verdere opleiding aan de SROC (School Reserve Officieren Cavalerie in Amersfoort alwaar mijn vader les gaf. Amper drie jaar na de overgave. Zo diep zat die haat niet bij de Indonesische bevolking na meer dan drie eeuwen schrikbewind. Bij Ivo Niehe was een Nederlandse filmheld in Indonesie, Hans de Kraker. Iedereen loopt met hem weg en doet meer voor de image van Nederland dan alle beroeps politici tesamen die sinds de overdracht naar Indonesie zijn getogen. Zeer opmerkelijk, de Indonesiers hebben het nergens meer over.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Brandende Kampongs van Generaal Spoor.” Waar blijven De brandende kampongs van generaal-majoor Mansergh? En het onderzoek van Rémy Limpach bestrijkt maar een klein onderdeel van de dekolonisatie.

      • Dominicus zegt:

        Generaal-majoor Mansergh? Dit verhaal ken ik niet. Waar is hier meer over te vinden? BVBD.

      • R Geenen zegt:

        @@“Brandende Kampongs van Generaal Spoor.” Waar blijven De brandende kampongs van generaal-majoor Mansergh? @@

        En waar blijven de brandende kampongs Paoeh, Tabing, Loboek Aloeng, Koto Tengah en die in Padang, die de Geallieerde Engelsen op West Sumatra in brand hebben gestoken? Dit vanwege de moord op 2 engelse officieren en 2 matrozen. Dit vond plaats vlak na de Padangse Olo moorden

      • Jan A. Somers zegt:

        “Dit verhaal ken ik niet.” Drie weken Soerabaja in november 1945. Soerabaja is een grote industriestad met een grote Indonesische arbeidersbevolking. Hun grote kampongs zijn over de hele stad verspreid. Dat brandde behoorlijk. Bij terugkeer in een Rode Kruisteam cirkelde de Dakotapiloot voor ons laag over de stad, Niet één kampong meer over. Die Brits-Indische militairen waren ook niet vergeten uit welke kampong (ik dacht kampong Kepoetran) de moordenaars van het Goebengtransport op 28 november vandaan kwamen.
        Na de bevrijding van Soerabaja kwam de gevluchte bevolking al snel weer terug. Zonder boe of ba werden al die kampongs gewoon weer opgebouwd. Soerabaja draaide als vanouds.

  4. Het gezanik over de dekolonisatie is van groter belang in Nederland dan in Indonesie , zover also ik het kan zien. Tijdens mijn bezoek was ik ook onder de indruk dat een poging gemaakt werd door de Indonesiers om het koloniale verleden, in de vorm van gebouwen , enigzins te bewaren. In Bandoeng viel het me op dat de architecten , Schoemaker en Aalberts aandacht kregen . In Venezuela was dat heel anders. Daar wil men niets te maken hebben met het Spaansche koloniale verleden en de oude handels gebouwen in Maiquetia, de haven stad van Caracas, waren zwaar verwaarloosd.
    Ja die overbevolking van Java is een ramp, en dat is voor de huidige bewooners van Indonesie een probleem dat de misstanden van het koloniale verleden in verre overtreft. Daarbij komt dat interesse in geschiedenis heel anders ligt in Azie dan in West Europa. Geschiedenis van wat ? van een land ? zo als Nederland? een volk zoals de west germanen? Ik kan me een geschiedenis van Java voorstellen, een geschiedenis van Javanen en Soedanesen, maar van Indonesie? Wie zou het lef hebben om zoiets in detail te doen?
    Ik reisde onlangs door Indonesie van West Java tot oost Flores, maar was dat “nu een land of een verzameling eilanden? Ja, overal de Roepia, de vlag ( niet zo heel vaak) en Bahassa , tot zekere maten , maar verder bestaat hier alleen maar een fictief geheel, dat toevallig ooit door de VOC bijeengeraapt werd. Als “je iemand vraagt :”wat spreek je thuis?” dan is het maar zelde dat het antwoord is “bahassa” .
    De problemen van de toekomst zijn belangrijker dan de beooordelingen van het verleden . Hier in Canada hebben wij precies het zelfde gezanik over het koloniale verleden in verband met de Indianen. Iedereen weet dat het koloniale verleden slecht was , maar niemand weet een oplossing, afgezien van dromen om met volle kracht de klok achteruit te laten draaien, en dat gaat niet.

  5. N.I. van Hal-van Willigen zegt:

    De geschiedenis van toko “De Zon” is erg interessant. Een aantal jaren geleden zag ik op Internet een interview met een van de nazaten van de familie. Een onderwerp voor jou, Bert?

  6. J. Michiel Alma zegt:

    Weer een genuanceerd verhaal van Bert , fijn .

  7. Peter van den Broek zegt:

    Brandende kampongs van……..?

    Nederlanders mogen zich wel bekommeren om hun eigen zaken, veeg maar eerst onze eigen historie schoon want wat hebben Ngadireso, Toempang, Pontjokoesoema, Djatibarang, Koeningan, Ngombol, Slawi, Tegal om maar een paar namen te noemen met elkaar gemeen?.

    Wat zeggen in dit verband namen als Engelenburg of Leidelmeijer nog iets voor deze generatie?

    ik heb niet de indruk dat op deze web site deze namen nog wel een rol van betekenis spelen.

  8. Peter van den Broek zegt:

    Reacties als de wonderlijke uitspraak van Rahadi Karni of het gekibbel tussen de Heren Mertens en Somers shockeren mij telkens weer, alsof ik naar Geheugenlozen luister. Ze kaarten vele dingen aan, maar kritische evaluatie en context ontbreken ten enenmale en we weten toch dat Geschiedenis zonder geheugen niet funktioneert?

    Wat kan en wat willen zij mij laten herinneren of laten geloven? Het onderwerp van dit topic gaat toch niet voor niets over Verleden, Heden en Toekomst?

    Is het bewust beleid, geen lastige vragen meer te stellen? Onwetendheid? Mijn indruk is dat de drang ontbreekt om een “negatief” nationaal verhaal te presenteren , een verhaal dat niet past in hun voorstelling, vooroordeel van Geschiedenis.

    Als men zo om wil gaan met zijn verleden vertaald in Vergangenheitsbewältigung, dan kan ik mijn Geschiedenisboek toch dicht laten? Of heb ik iets wezenlijk gemist?

    Enkele dagen geleden op 1 april 2019 om precies te zijn , is ook het laatste onderzoeksproject “Dekolonisatieoorlogen vergelijken” van start gegaan. Uitgangspunt van dit project is dat internationaal vergelijkend onderzoek naar dekolonisatieoorlogen essentieel is om meer inzicht te krijgen in de oorzaken, vorm en aard van het geweld dat door Nederlandse troepen is gebruikt bij hun poging tot herbezetting van Indonesië (1945-1949).

    Om mijn balans van de geschiedenis in evenwicht te houden: Ik wacht met spanning af op het resultaat van onderzoek naar de oorzaken, vorm, aard en inhoud van het geweld door Indonesische Nationalisten.

    • Jan A. Somers zegt:

      “het gekibbel tussen de Heren Mertens en Somers shockeren mij telkens weer, alsof ik naar Geheugenlozen luister. Ze kaarten vele dingen aan, maar kritische evaluatie en context ontbreken ten enenmale en we weten toch dat Geschiedenis zonder geheugen niet funktioneert?” Het doet u dus wel wat, leuk. Inderdaad zijn wij niet zo knap als u, maar ja, er zijn mensen in vele soorten. Inderdaad is mijn geheugen niet zo best meer, vandaar ook dat ik mijn reacties uit reeds lang geleden geschreven teksten haal, die u al lang had kunnen lezen. Als het onveranderd is ((zelf)citeren bijvoorbeeld) staan er aanhalingstekens, zoals hierboven.
      ” kritische evaluatie en context ontbreken ten enenmale” Op deze site ben ik inderdaad nooit bezig met “kritische evaluatie en context”, zoals u het zelf ook kunt lezen gaat het hier om “Verhalen over Nederlands-Indië”. Tot de volgende keer!

      • RLMertens zegt:

        @PetervandenBroek; ‘geschiedenis zonder geheugen etc.’- Juist als ‘dat geheugen van @ hr.Somers zegt, dat ‘de RIS de overdracht van Nw.Guinea heeft geaccepteerd. En het ondertekend stuk met zegels, handtekeningen etc. heeft gezien’, moet, aan de hand van feiten zoiets toch worden getoetst? Waarheidsvinding is immers de controle van zgn.geschiedenis beweringen? Dit is toch kritisch en met context de zaak onder ogen zien? Over juist dat,Kousenbroek noemde het, ‘glijdend geheugen’, dat over Indië de meeste onzin heeft overgebracht!

      • Jan A. Somers zegt:

        “En het ondertekend stuk met zegels, handtekeningen etc. heeft gezien’, moet, aan de hand van feiten zoiets toch worden getoetst? ” Daar was vorig jaar (of twee jaar geleden?) een prachtige tentoonstelling van. Met weinig belangstelling vanuit de Indische gemeenschap! Maar mijn foto’s van de akte met handtekeningen en zegel zijn te slecht voor reproductie hier. Maar u kunt natuurlijk altijd naar het NA in Den Haag gaan, achter Den Haag Centraal, dichterbij dan het ARSIP Nasional. Liefst na afspraak, u wordt plezierig ontvangen. Maar dat zal vele dagen in beslag nemen, de akte alleen is niet voldoende, duik maar eens in de vele bijlagen. Ga dan meteen ook even kijken naar de grote collectie over de contractpensions, met afrekeningen e.d. En het voorlichtingsboekje Hoe word ik de ideale Nederlandse huisvrouw. Pure nostalgie! Huismannen kenden ze in die tijd nog niet!

      • R Geenen zegt:

        @En het voorlichtingsboekje Hoe word ik de ideale Nederlandse huisvrouw@

        Een vorm van discriminatie

  9. Peter van den Broek zegt:

    Al jarenlang wordt de discussie tussen de Heren Mertens en Sommers de indruk gewekt dat de strijd tussen Indonesie en Nederland op de onderhandelingstafels vreedzaam en rationeel werd uitgevochten, De muggenzifterij gaat over interpretatie van het Atlantisch Handvest, Linggadjati , RTC etc, daarbij onvermeld latend dat er ook politionele acties en “Excessen” waren. In hun ogen lijken die acties de voortzetting van onderhandelingen met andere middelen. Daarbij krijgen de woorden van generaal von Clausewitz een totaal andere wending.

    Nederland streefde naar een nieuwe bestuursvorm met verregaande soevereiniteit voor Indonesië . (een contradictio in terminis). De regering zag het liefst dat de komende jaren een Overgangsperiode zouden vormen (voor onbepaalde tijd? ) waarin onder Nederlandse regie de soevereiniteitsoverdracht stapsgewijs kon plaatsvinden, Indoinesie werd onder voogdij geplaatst. Maar de Indonesiërs wilden zelf beslissen over hun staatsrechtvorm en de volkenrechterlijke verhouding met Nederland, daarbij inhoud gevend aan het zelfbeschikkingsrecht, het legitieme recht dat kolonien toen in de hand namen.

    Onder deze voor het koloniale Nederland onverteerbare omstandigheden besloot het eerste kabinet-Beel in december 1946 tot militair ingrijpen in Indonesië. De orde moest hersteld worden. Niet omdat – zoals in de schoolboeken staat – Nederland geen afstand wilde doen van zijn koloniën, maar omdat het land de regie over de soevereiniteitsoverdracht in eigen hand wilde houden. Het kabinet noemde dit ‘politionele acties’, een zorgvuldig gekozen term om de suggestie te wekken dat de regering niets anders deed dan het herstellen van haar legitieme gezag.
    Hoewel de Eerste Politionele Actie in militair opzicht een succes was, had de actie niets bijgedragen aan een oplossing. Onder druk van de Verenigde Naties kwam op 5 augustus 1947 een staakt-het-vuren tot stand.

    Dat de vijandelijkheden desondanks niet stopte blijkt uit het “incident” in Rawagede. Dit soort militaire operaties kunnen gezien worden als Nederlands machtsvertoon om het Indonesische nationalismeen daarmee de Republik te vernietigen.
    Rawagede en haar rechtszaak is model komen te staan voor een lange reeks van Excessen, nu structureel geweld genoemd waarbij Nederland zich afschilderde als verstokte macht dat tot alles bereid was om zijn koloniaal imperium in stand te houden.

    Pas na de Tweede Politionele actie in december 1948, zou Nederland na tussenkomst van de VN Veiligheidsraad en de Verenigde Staten haar eigen beleid radicaal omdraaien, ONDANKS de dreigementen van de VS om de Marshallhulp stil te zetten.
    Pas toen Den Haag de steun van de VS had voor het nieuwe beleid kon men de soevereiniteit overdragen en het hoofdstuk Indonesië afsluiten. Zonder slag of stoot ging dat niet. Nederland moest er zelfs mee dreigen geen lid van de in oprichting zijnde NAVO te worden. Niet vergeten mag worden dat in de periode tijdens en na de 2de politionele actie tot aan de soevereiniteitsoverdracht (1949) bijna evenveel Nederlandse landmacht militairen overleden (inclusief KNIL) als de gehele periode 1945-1948.

    De Politionele Acties, de “Excessen” in het algemeen en het bloedbad in Rawagede in het bijzonder, zijn de zwarte bladzijden in de Nederlandse geschiedenis. Juist daarom is het zo belangrijk om met het project dekolonisatie een algeheel beeld te reconstrueren van wat er gebeurde in deze bloedige jaren.

    • R.L.Mertens zegt:

      @PeterrvandenBroek; ‘de indruk gewekt etc.’- Is dat bij u zo overgekomen? De polemieken gingen inderdaad over interpretaties van zaken/feiten etc. welk een wezenlijke onderdeel is van, wat eufemistisch de ‘dekolonisatie’ wordt genoemd. In wezen het opgeven van de eeuwen lange bezetting van Indië/Indonesië. Uw verdere uiteenzetting is mij bekend. Waarbij ik opmerk, dat niet alleen gedode Nederlandse militairen deze episode markeren. Maar vooral ook in groter aantal gedode Indonesische tegenstanders. Alsmede het aantal burger(bersiap) slachtoffers van dit drama. (Mijn visie; lees google;r.l.mertens; opmerkelijke feiten aangaande indië/indonesië)

    • Jan A. Somers zegt:

      “de indruk gewekt dat de strijd tussen Indonesie en Nederland op de onderhandelingstafels vreedzaam en rationeel werd uitgevochten,” Kennelijk niet begrijpend gelezen. U weet dat al sinds erg lang staatkundige veranderingen niet meer door oorlog en conquest mogen ontstaan. Volkenrechtelijk kunnen staatkundige wijzigingen (na een oorlog) alleen ontstaan bij verdrag. In Indië liep dat door elkaar. Niet voor niets heeft J.J.P. de Jong zijn dissertatie de titel ‘Diplomatie of strijd’ meegegeven, perdjuangan dan diplomasi. Om de beurt. Daar is tijd voor nodig, de beschrijving van de overdracht van de hele sociale economie en de balans van de staatshuishouding kost veel tijd. Soetardjo:
      (…)
      f. binnen zodanige tijd als de conferentie voor de uitvoering van de gedachte mogelijk zal achten,
      g. de staat van zelfstandigheid toe te kennen,
      Proclamatie: Hal2 jang mengenai pemindahan kekoeasaan dan lain-lain diselinggarakan dengan tjara saksama dan dalam tempoh jang sesingkat-singkatnja.
      Oorlog en bloedvergieten is voor de pers natuurlijk veel interessanter dan saai onderhandelen. Zo werd er praktisch niet geschreven over de belangrijke ontwikkelingen buiten Java en Sumatra, behalve als ene Westerling zich er eventjes uitleefde.
      Vanaf Linggadjati stond de soevereiniteitsoverdracht vast. maar ondanks de gewelddadigheden (uitbundig beschreven en besproken) hadden de besturen beiderzijds allang gesnapt dat er enorm veel (saai!) werk moest worden verzet. In gemengde ambtelijke commissies werden afwisselend in Batavia en Djokjakarta de besprekingen gevoerd.. Natuurlijk onderbroken door beide politionele acties waar geen onderling verkeer mogelijk was. Daar zijn alle bijlagen van de akte bij elkaar gesprokkeld. Tijdens de RTC zelf was alles praktisch klaar, maar voor de onderhandelingen en goedkeuring daarover was toch nog tijd nodig, van 23 augustus tot 27 december 1949. Duidelijk perdjuangan dan diplomasi. Alleen niet interessant voor de pers en de lezers, dode nullen zijn veel interessanter. Dat merkt u nog steeds hier.

      • Peter van den Broek zegt:

        Best aardig dat dhr Somers in zijn reactie de dissertatie van JJP de Jong aanhaalt, de laatste is toch wel een expert.
        Minder aardig is dat bij zijn reactie de volledige titel van het boek en haar datum van uitgave ontbreekt, dan word ik wel op het verkeerde been gezet: : ……..” Diplomatie of strijd. Een analyse van het Nederlands beleid tegenover de Indonesische revolutie 1945-1947” ……uitgegeven in 1990.Voor de volledigheid en objectiviteit mag dat wel worden vermeld om zijn reactie begrijpelijk en gedateerd te maken.

        J.J.P. de Jong wist ook wel dat zijn dissertatie niet volledig was en heeft dit manco verholpen door als afsluiting van zijn trilogie een boek te schrijven met de heldere titel “ Avondschot Hoe Nederland zich terugtrok uit zijn Aziatische imperium” uitgegeven in 2011.

        Daarin ontmaskert hij in Nederland heersende misvattingen zoals;…… Deze laatste jaren worden gewoonlijk beschreven als een Nederlands militair en politiek echec………
        JJP de Jong komt tot conclusies die volstrekt niet overeenstemmen met dit heersende en vertekend beeld. Het verlies van Nederlands-Indië leidde tot een nationaal trauma. Velen hadden het gevoel dat `de hele wereld Nederland had gedwongen om de soevereiniteit over te dragen, een soort dolkstootlegende, een complottheorie in Hollandse melkchoclade.

        De meeste historici waren later van mening dat Nederland geen afstand kon doen van zijn kolonie. JJP de Jong maakt in 786 bladzijden begrijpelijk dat Nederland zich aan zijn eigen haren uit het Indonesisch moeras omhoog heeft getrokken, aanvankelijk zelfs tegen de internationale gemeenschap in.

        Mijn special dank gaat uit naar dhr Ami Emanuel die mij aanraadde vooral dit boek te lezen om die periode van de dekolonisatie enigszins inzichtelijk te maken.

      • Jan A. Somers zegt:

        Voor de zorgvuldigheid, de naam is al hel erg lang Somers, niet Sommers.
        “Een analyse van het Nederlands beleid tegenover de Indonesische revolutie 1945-1947”” Dat klopt toch. De periode naar Linggadjati, waar overeenstemming is bereikt over onafhankelijkheid als RIS.
        “wist ook wel dat zijn dissertatie niet volledig was ” Standaardopmerking bij wetenschappelijk onderzoek zoals een dissertatie. Opdat ze je niet kunnen pakken op onvolledigheid. In mijn dissertatie: “Het proces (…) kan vanuit diverse invalshoeken worden benaderd (…). Gekozen is hier voor (…), In de gekozen benadering stuit men al direct op problemen (..)”.Stelling 11. Wetenschap is de kunst van het omgaan met het niet-weten.
        “Het verlies van Nederlands-Indië leidde tot een nationaal trauma. Velen hadden het gevoel (…) ” Dat viel wel mee. Hoeveel waren die velen? Zo waren er posters met een gebroken kroon, gebroken rijkseenheid. Met daaroverheen geplakt posters met Velpon lijmt alles. (voor de jonkies onder ons, Velpon is een lijmmerk). De club van Welter (de enige!) bleef ook maar beperkt bij de verkiezingen. Volgens mij (ik was er zelf bij!) was een grote meerderheid blij er van af te zijn. Dat zie je nu weer bij de onbetrouwbare besturen in de West.
        “te doen stond na de Japanse capitulatie is de leden van de zelf benoemde voorlopige Indonesische regering uit te nodigen” Wat is de vertegenwoordigende kwaliteit van een zelfbenoemde regering? De eerste ontmoeting, waarbij ook Soekarno zelf aanwezig was, was op 23 oktober 1945. Wat al gebeurde: “Na aankomst op 1 februari 1946 van de Britse bemiddelaar Sir Archibald Clark Kerr werden op 10 februari de voorstellen, zoals deze in Chequers waren aanvaard, aan de Republiek overhandigd, maar Sjahrir voelde zich gedwongen besprekingen te ontwijken, gezien zijn kritische achterban. (…) Bovendien waren in de Verenigde Naties resoluties met betrekking tot het Britse en Japanse optreden verworpen, en kreeg Sjahrir van Kerr te horen dat erkenning van de Republiek niet aan de orde was. Op 23 februari bood Sjahrir Soekarno zijn ontslag aan. Op dezelfde dag wist hij echter ook met Van Mook overeenstemming te bereiken over het sluiten van een verdrag. Hierin zou een overgangsperiode moeten worden afgesproken waarbinnen de Republiek de Nederlandse soevereiniteit zou erkennen.(…) Sjahrir kon een nieuw kabinet formeren op basis van een door Soekarno geformuleerd compromis en kreeg volmacht tot het aanknopen van onderhandelingen. Op 12 maart kwam het tweede kabinet Sjahrir tot stand, de dag daarop begon het overleg onder leiding van Kerr. De diplomasi was voor even veiliggesteld.(…) Van Mook voelde aan dat hij niet verder kon onder eigen verantwoordelijkheid. Hij stelde voor naar Nederland te komen, waarbij het nuttig zou zijn dat drie republikeinse afgevaardigden met hem mee zouden reizen. Om druk uit te oefenen nodigde hij voorts ook Kerr uit mee naar Nederland te komen. Zowel Van Mook als Sjahrir hadden hun nek uitgestoken in een autonome actie zonder mandaat.
        Na doorslaggevend Brits-Nederlands overleg, onder druk van Van Mook tot stand gekomen, kwamen op 14 april de Nederlandse en republikeinse delegaties voor het eerst bijeen in het jachtslot Sint Hubertus op de Hoge Veluwe.” Er gebeurde toch van alles?
        “Geen z.g. bersiap” Dat was onder het gezag van SEAC!

      • R.L.Mertens zegt:

        @PetervandenBroek; ‘dat Nederland aan zijn eigen haren uit het Indonesisch omhoog heeft getrokken etc.’- Omhoog getrokken? Zelfs tegen de internationale gemeenschap in. Met als resultaat? Een nationale trauma. Was dan maar in het moeras gebleven.

  10. Dominicus zegt:

    Allemaal een verzameling van aannames en geschiedkundige documenten, de een nogal tegenstrijdiger dan de andere. In augustus ’45 was het, de nieuwe bezetter er uit en de oude bezetter er weer terug in. Wat het Koninkrijk echter te doen stond na de Japanse capitulatie is de leden van de zelf benoemde voorlopige Indonesische regering uit te nodigen om de overdracht gladjes te laten verlopen vanaf de “proclamasie” om daarna gezamenlijk de rekening op te maken met herstelbetalingen als gevolg van ruim 300 jaar schrikbewind. Bij onze buren liep het krek eender en dat betrof nog maar over een periode van vijf jaar. Er zou dan geen vuiltje aan de lucht zijn geweest. Geen z.g. bersiap en geen volksverhuizing van ± 400.000 zieltjes van gemende bloede naar Nederland. (maar ja dan was ik mijn vrouw ook niet tegen gekomen) What if?

  11. Peter van den Broek zegt:

    citaat:….Bij onze buren liep het krek eender en dat betrof nog maar over een periode van vijf jaar…”

    Oh, dan heb ik zeker bij Geschiedenis iets essentieels gemist.

    • Dominicus zegt:

      “Herstelbetalingen” door de buren vanwege vijf jaren bij ons de lakens te hebben uit uitgedeeld en ook de badhanddoeken…Niet bekend? Voor wat betreft de gordel van smaragd, eerst de republiek met octrooi uitgereikt aan de VOC waarin opgenomen; “ga uw goddelijke gang” en toen die club failliet ging het Koninrijk met een nog wat straffere hand een schrikbewind instellen. Het bedrag uitgegeven aan den oorlog ’45 – ’50 en derhalve uitgespaard zou reeds een aardige geste zijn geweest. Echter het blijft; “what if”.

      • Jan A. Somers zegt:

        Kunt u mij vertellen waar in het octrooi “ga uw goddelijke gang” wordt genoemd?

      • Dominicus zegt:

        Beste heer Somers, niet alles zo letterlijk nemen. Gaarne een beetje de humor bewaren en “bij wijze van spreken”.

      • Jan A. Somers zegt:

        Humor kan ik mij niet veroorloven. Dan krijg ik ruzie over prietpraat met onze Italindo die op hoog wetenschappelijk niveau de Indische kwestie voor ons oplost. Terwijl onze Indische geschiedenis toch vooral bestaat uit de historische ontwikkeling van rendangrecepten? Die bij mij overigens niet verder is ontwikkeld dan Conimex in de bonusaanbieding bij Appie. Zelfs mijn Zeeuws meisje weet het beter. (over Indische verhalen gesproken!?!?)

      • Peter van den Broek zegt:

        De Bundes Republik Deutschland BRD heeft nooit “Herstelbetalingen” gepleegd aan Nederland noch aan enig ander geallieerd land. Dhr Domenicus verwart Herstelbetalingen met Wiedergutmachung en dat is een heel andere zaak.

        De Deutsche Demokratische Republik daarentegen heeft wel herstelbetalingen in een of andere vorm gepleegd aan de USSR en haar vazalstaten met noodlottige economische gevolgen van dien. De Geallieerden exl. de USSR hadden de les uit WO1 geleerd dat herstelbetalingen niet alleen tot horrende inflatie en economische ellende leidde en dientengevolge de opkomst van het Nationaal Socialisme van Hitler.
        Dat wilden de Geallieerden vermijdden. Marshall-hulp werd zelfs aan de BRD gegeven!!!!
        Dat Nederland ondanks deze wijze lessen toch de Republik Indonesia en haar rechtsopvolger tot Herstelbetalingen dwong zegt toch iets over het staatsmansinzicht en intelligentie van onze politieke leiders uit die tijd.

        De What-If benadering wordt gebruikt om alternatieven en haar gevolgen in de TOEKOMST te bepalen en te berekenen, daarbij meerdere verklarende variablen te veranderen, een rol speelt de Ceteris Paribus voorwaarde. In popolistisch taalgebruik worden ook Wat-If benaderingen gehanteerd met het doel het resultaat naar zichzelf toe te redeneren. Dat heeft meer met navelstaren te maken dan met systematische kennisverwerking en inzicht in onze Geschiedenis.

        Hebt U ooit gehoord van een Nederlandse of Indonesische Indo? Ik heb ook nog 6 jaar in Zwitserland gewoond en gewerkt! Ben ik dan en Zwitserse Indo?
        Het gebruik van het woord Italindo of andere combinatie van geografische aanduiding en Indo heeft geen betekenis behalve dan de staat van totale en opwindende desorientatie van de gebruiker.

      • Dominicus zegt:

        Ik sta gecorrigeerd.

        Wiedergutmachung
        Wiedergutmachung klinkt vriendelijk, maar het is toch echt een straf die opgelegd werd door de geallieerden aan nazi-Duitsland ter compensatie van de schade die de Duitsers tijdens de oorlogsjaren hadden aangericht. Duits geld

        De geschiedenis begint eigenlijk al in 1918 als Duitsland als verliezer uit de Eerste Wereldoorlog komt en enorme dwangsommen opgelegd krijgt. Dit drukt zo zwaar op de na-oorlogse economie van het land dat Hitler voet aan de grond krijgt doordat er veel armoede is in het land.
        Men vond eigenlijk dat de straf te zwaar was en dat een hele generatie moest bloeden voor iets waar zij part noch deel aan had gehad.
        Hitler is duidelijk, als hij aan de macht komt is het gedaan met de herstelbetalingen.

        Opnieuw geldstraf
        Met dit in het achterhoofd moesten de geallierden na WOII weer met een verliezend Duitsland om de tafel. Er moest geld wordt uitgekeerd aan overlevenden van de Holocaust en andere slachtoffers.
        Duidelijk was wel dat de ‘wiedergutmachung’ van na de Tweede Wereldoorlog anders geregeld moest worden dan dertig jaar eerder. Besloten werd dat er voornamelijk aan landen betaald werd. Bedrijven konden zelf een claim neerleggen, Omdat er een direct verband moest zijn was het moeilijk een aanspraak rond te krijgen.
        Overlevenden van de kampen konden veelal bewijzen dat ze geleden hadden maar bij bedrijven lag dat al anders. Maar datzelfde gold voor particulieren die procedeerden omdat ze hun ouders en huis kwijt waren geraakt. Het was vaak een lange lijdensweg om je gelijk te halen.

        Er zijn mij ook voorbeelden bekend van afgewezen zaken omdat dat een precedent zou scheppen voor anderen. Eenmaal toegeven zou weer tot een milhardenclaim kunnen leiden. Nationale regeringen hebben zich weinig ingespannen voor hun burgers.
        Dat had voor een groot deel te maken met de opdeling van Duitsland. De noodzaak was er bij beide naties om een sterk Duitsland te maken, daarvoor waren investeringen nodig. De afspraken van na de oorlog omtrent herstelbetalingen werden al snel overboord gegooid uit, voornamelijk, economische belangen.

        Weetje 01
        Hoewel Duitsland na de oorlog werd opgedeeld in een West- en een Oost-Duitsland moesten beide landen herstelbetalingen doen. Alleen ging van Oost-Duitsland het meeste geld naar Rusland. Op deze wijze konden de Russen hun ijzeren greep op Oost-Duitsland jaren volhouden.

        Verlies van bezit
        Schrijnend voorbeeld van gronden om een claim af te wijzen waren de huizen waar Joden in hadden gewoond. Als een familielid de oorlog overleefd had en naar zijn ouderlijk huis ging, waren er al andere Nederlanders Huis door Duitsers bezet ingetrokken. Die hadden een koop- of huurcontract en woonden er dus legaal.
        Dat het huis ooit onteigend was door de Duitsers en verkocht of soms zelfs door de gemeente ingenomen en aan een ander gezin gegeven, maakte niet uit. Het huis was er dus moest je maar in je eigen land gaan procedseren, zo redeneerde de Duitse rechter menigmaal.

        Het ging anders met materieel. Bijvoorbeeld klokken uit kerken en landbouwvoertuigen, maar zelfs complete boten werden tijdens de bezettingsjaten door de Duitsers naar Duitsland gebracht. Na de oorlog gingen veel Europeanen op zoek naar hun bezittingen. In een aantal gevallen werd er wat teruggevonden maar er was altijd een rechterlijk vonnis nodig om de spullen daadwerkelijk naar Nederland mee terug te kunnen nemen. Geld ontbrak daar vaak voor. Maar ook als het wel lukte bleef er leed achter.
        Zo ontving ik dit relaas
        Hallo Ben,
        Ik heb een vraag betreffende de vergoedingen die zijn uitgekeerd door de duitsers na 1945. Mijn opa en zijn vader hadden een sleepdienst en in het begin van de oorlog is hun sleepboot gevorderd door de duitsers.
        Pas in 1949 is deze boot teruggevonden in Duitsland en moest er nog een rechtszaak aan te pas komen om deze sleepboot weer terug te krijgen. Zo’n acht jaar hebben zij niet kunnen werken met deze boot de financiële en emotionele schade was enorm.

        Is er op enige manier nog iets te verhalen op de Duitse overheid? Bewijzen zijn aanwezig en het hele verhaal zit mijn familie nog steeds dwars.

        Ik hoop dat U een antwoord heeft.

        Vr. gr. Bob Bennema ten Brinke

        Ik heb de familie een antwoord gestuurd waar ze niet veel vrolijker van worden. De geallieerden gaven hun eigen vorderingen op voor een sterk Duitsland, die zullen zich dus weinig moeite getroosten deze nabestaanden te helpen.
        Maar ook is er bepaald dat indirecte schade niet vergoedt wordt. Alleen als er sprake is van aantoonbare schade door individuelen maak je kans. Bedrijven hadden grote moeite om geleden schade te verhalen, zeker met indirecte schade, zoals inkomstenderving.

        Als iemand een suggestie heeft dan is dat uiteraard meer dan welkom!

        Aan de ene kant was het beter geregeld dan na de Eerste Wereldoorlog maar het leed suddert door als je door de nazi’s benadeeld bent en je je recht niet kunt halen omdat andere belangen dat in de weg staat. Duitsland is door het ‘witschaftswunder’ een van de sterkste naties ter wereld geworden. Je mag best wel stellen dat dat mede gefinancierd is door de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Of dat nou directe of indirecte slachtoffers zijn maakt niet uit, lijkt mij.

        Alleen via de Duitse ambassade kun je een poging wagen alsnog voor een compensatie in aanmerking te komen. Ik acht de kans op een succesvolle uitkomst voor 99,9% uitgesloten. Juridisch is het verjaard dus een Duitse rechter wuift de claim direct al weg. En misschien trekt het oprakelen van deze oude oorlogswond wel meer tranen dan dat het iets oplost.
        Maar de vraag van onder andere de familie Bennema ten Brinke is zeer terecht.
        Laatste herstelbetalingen
        Pas in 2010 stopte de herstelbetalingen voor Duitsland over de Eerste Wereldoorlog. Die voor WOII al veel eerder.

        Weetje 02
        De laatste betalingen die Duitsland deed waren aan beleggers die meenden geld tegoed te hebben omdat ze ooit aandelen in Duitsland hadden. Omdat het land na de oorlog was opgesplitst waren die papieren niets meer waard en werden ze verbrand of verkocht aan verzamelaars.
        De prijs voor een waardeloos stuk papier viel uiteraard fors in het niet bij wat de werkelijke waarde geweest zou zijn. Toen Oost- en West-Duitsland weer één land werden waren die oude papieren ineens weer een hoop geld waard. De vroegere eigenaren hadden de papieren weliswaar uit vrije wil verkocht aan opkopers die nu de miljoenen opstreken maar toch oordeelde een rechter dat er sprake was van een onvoorziene situatie, voor de oude houders.
        Die kregen alsnog zo’n 140 miljoen Marken (60 miljoen Euro) uitgekeerd.

      • Jan A. Somers zegt:

        Misschien een zaak voor de fietsen?……

  12. Arthur Olive zegt:

    “Verlies van bezit”.
    Het Nederlandse bestuur in Manokwari deed ook hezelfde met sgt.Kokkelink en andere kolonisten verzetsstrijders in het voormalige Ned. Nieuw Guinea.
    Hun bezit werd gewoon weggegeven ondanks een protest brief aan de konigin die Kokkelink een Willemsorde had gegeven.

  13. Peter van den Broek zegt:

    Wat ik weet, zijn er 3 kernbegrippen voor de Duitsers bij de compensatie van de in WO2 aangerichte immateriele en materiele schade:

    1) Rueckerstattung vrij vertaald in teruggave van in beslaggenomen bezittingen wat al direct na de oorlog door de 4 bezettingsautoriteiten in gang werd gezet en later in Duitse wetten werd omgezet (DM 3,5 Mld)
    2) Schadenersatz of schadevergoeding wat ook al direct na de oorlog door de 4 bezettingsautoriteiten gebeurde en later in Duitse wetten werd omgezet (DM 5,2 Mld)
    3) Wiedergutmachung, zie Luxemburger Abkommen van 1952 tussen de Bondsrepubliek en de Staat Israel (DM 105 Mld).

  14. Dominicus zegt:

    Zo heeft menig Nederlands bedrijf waarvan de vennoot of aandeelhouder een Duits bdrijf was of privépersoon na de oorlog het Duitse deel in handen gekregen. Het werd beschouwd als vermogen van de vijand. Een voorbeeld is de Erdalfabrieken in Amersfoort waarvan 50% in handen van Werner & Mertz was. Dit deel werd door de NBI overgedragen aan de Nederlandse eigenaren van de Erdal / Prodent fabrieken. Door het Duitse aandeel hebben de fabrieken gedurende de oorlog nog aardig door kunnen draaien.

    Na de oorlog bevonden zich in ons land getroffenen die stelselmatig van hun bezittingen waren beroofd. Veelal waren zij gedeporteerd geweest en hadden zij hun huizen, inboedels of bedrijven moeten achterlaten. Het beheer over deze vermogens en de zorg voor het herstel van oorspronkelijke rechten kwam in handen van de Nederlandse Staat. Uitgangspunt van het overheidsbeleid was dat de getroffenen alles moesten terugkrijgen wat hen wederrechtelijk was ontnomen.

    Al in 1942 was door de Nederlandse regering in Londen de Commissie Herstel Rechtsverkeer in het leven geroepen die de opdracht kreeg wetten voor te bereiden die het vermogensbeheer na de oorlog zouden regelen. In 1944 kwamen achtereenvolgens het Besluit Herstel Rechtsverkeer en het Besluit Vijandelijk Vermogen tot stand. Bepaald werd dat van overheidswege beheerders en bewindvoerders over de vermogens zouden worden benoemd. Met de uitvoering van beide besluiten werd voorlopig het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel (MCRH) belast, dat onderdeel vormde van het Militair Gezag. Op diverse plaatsen in het land werden Bureaus van Districtsmilitaire Commissarissen gevestigd, die ter plaatse werden bijgestaan door Adviescommissies Rechtsherstel en Beheer, waarin Inspecteurs van Belastingen zitting hadden.

    Raad voor het Rechtsherstel

    Op 9 augustus 1945 eindigden de bevoegdheden van het MCRH en zijn taken werden overgenomen door de Raad voor het Rechtsherstel (RvR). Tot voorzitter van deze Raad werd de voormalig premier in oorlogstijd Pieter Sjoerds Gerbrandy benoemd. De Raad had als doelstelling het door de Duitsers tijdens de bezetting 1940-1945 gepleegde onrecht van het zich toe-eigenen en liquideren van vermogensbestanddelen van personen en instellingen zoveel mogelijk ongedaan te maken. Daartoe richtte de Raad de volgende afdelingen op:

    1. Afdeling Rechtspraak
    2. Afdeling Effectenregistratie
    3. Afdeling Beheer (NBI)
    4. Afdeling Voorzieningen voor Afwezigen
    5. Afdeling Voorzieningen voor Rechtspersonen
    6. Afdeling Onroerende Goederen

    De Afdeling Rechtspraak was belast met de rechtspraak in zaken van rechtsherstel en was tevens een beroepsinstantie in zaken die in eerste aanleg door één van de andere afdelingen van de RvR werden behandeld. De Afdeling Effectenregistratie had in de eerste plaats als taak het registreren van alle door Nederlandse instanties uitgegeven effecten (van hun actuele bezitters en van de oorspronkelijke eigenaren) en hield zich bezig met het rechtsherstel ten aanzien van geroofde effecten. De Afdeling Onroerende Goederen hield zich bezig met het rechtsherstel ten aanzien van onroerend goed. Deze afdeling had tot taak minnelijke schikkingen tot stand te brengen tussen oorspronkelijke en actuele eigenaren.

    De derde afdeling, de Afdeling Beheer, had een aantal omvangrijke taken. Zij voerde het beheer over de vermogens van vijanden en landverraders, zoals NSB’ers, en tevens over de boedels van Duitse ‘roofinstanties’, zoals de bank Lippmann, Rosenthal & Co (Liro). Zoals bepaald was in het Besluit Vijandelijk Vermogen werd een afzonderlijk instituut opgericht, het Nederlandse Beheersinstituut (NBI), dat als uitvoerend orgaan deel uitmaakte van de Afdeling Beheer van de Raad voor het Rechtsherstel.

    De werkzaamheden van de afdeling Beheer, de afdeling Voorzieningen voor Afwezigen en de afdeling Voorzieningen voor Rechtspersonen vertoonden zoveel overeenkomsten dat eind september 1945 de minister van Justitie werd verzocht de drie afdelingen samen te voegen. Dit was officieel echter niet mogelijk zonder een wijziging in het Besluit Herstel Rechtsverkeer. In de praktijk gingen wel de bevoegdheden van de vierde en vijfde afdeling (resp. Voorzieningen voor Afwezigen en Voorzieningen voor Rechtspersonen) over naar het NBI, dat daardoor bevoegd was bewindvoerders te benoemen over vermogens van degenen die ‘afwezig’ waren. Afwezigen waren meestal personen die waren omgekomen zonder dat hun overlijden wettelijk vaststond, maar soms ook werden er mensen onder verstaan die door de oorlogsomstandigheden tijdelijk onvindbaar waren. Het benoemen, ontslaan en schorsen van bestuurders voor rechtspersonen en het nader regelen van hun bevoegdheden werd nu ook een taak van het NBI.

    Hoe omvangrijk de werkzaamheden van het NBI waren, blijkt wel uit het feit dat het instituut ongeveer 156.000 afzonderlijke beheerszaken heeft gevoerd over vermogens en vermogensbestanddelen, variërend van een enkel spaarbankboekje en wat meubilair tot en met complete inboedels, huizen, kunstvoorwerpen, effecten, bedrijven et cetera. Het Beheersinstituut had 2.000 stafleden, 20.000 bewindvoerders en een onbekend maar groot aantal beheerders in dienst. Het hoofdkantoor werd landelijk bijgestaan door Vertegenwoordigingen en door Bureaus van het NBI.

    Klachten

    Nadat er veel klachten waren gerezen over het functioneren van het NBI werden op 11 juni 1948 Commissies Beheersconflicten ingesteld die de klachten gingen onderzoeken. De belangrijkste klachten waren:

    het NBI was te traag zijn bij het opheffen van beheren
    het personeel was deels onbetrouwbaar
    het beheer werd niet altijd goed uitgevoerd
    er was te weinig openbaarheid
    er werd door het NBI te weinig toezicht uitgeoefend op het beleid van de Vertegenwoordigingen
    er waren te dure beheerders aangesteld
    goederen en bedrijven werden beneden de waarde verkocht

    De Commissies probeerden in overleg met het NBI en de klagers de klachten op te lossen. Lukte dit niet, dan werd de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de minister van Justitie.

  15. Robert zegt:

    Justice inclines her scales so that wisdom comes at the price of suffering.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s