Gouden Buffel 2015 voor Reggie Baay

gouden buffel 2015In het Haagse is het voorjaar aangebroken, en dus is het weer tijd voor de grote Indische lappenmarkt, de Tong Tong Fair. Onder de weeë geur van de doerian vindt, zoals altijd, ook een cultureel programma plaats, een voor elk wat wils met betrekking tot ‘een van de oudste mengculturen der wereld.’ Meerdere van de corifeeën die op de TTF aanwezig zullen zijn, gaven de geschiedenis van Nederlands-Indië het afgelopen jaar kleur. De bijzondere Java Post prijs voor degene die daarin het meest heeft uitgeblonken, zou daarom ook op de TTF kunnen worden uitgereikt. Echter, eigenzinnig als we zijn, doen we dat gewoon op ons eigen virtuele podium.

De prijs voor degene die het afgelopen jaar de geschiedenis van Nederlands-Indië onder de aandacht van het grote publiek heeft gebracht, de Gouden Buffel 2015, gaat naar: Reggie Baay!   

Het juryrapport:

Reggie Baay

Reggie Baay

“Reggie Baay (1955) merkte thuis op jonge leeftijd dat het onderwerp Nederlands-Indië en de persoonlijke ervaringen van zijn vader nauwelijks bespreekbaar waren. Om op een andere manier toch meer te weten komen over die onbesproken geschiedenis, studeerde hij Nederlandse taal- en letterkunde en geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden, waar hij zich specialiseerde in de koloniale en postkoloniale literatuur en geschiedenis. Van 1985 tot 2005 was hij als redacteur verbonden aan het tijdschrift Indische Letteren en publiceerde hij vele artikelen op het gebied van koloniale geschiedenis en koloniale literatuur.

Hij heeft zich een missie voorgenomen: zoveel mogelijk kennis van de ‘Indische’ geschiedenis verspreiden en doorgeven aan volgende generaties, opdat zoiets nooit meer kan gebeuren. Vanuit de overtuiging dat ‘het onbesprokene vaak meer impact heeft dan het besprokene’ ziet hij deze missie ook als een ‘hormat’ (eerbewijs) aan hen, die de verschrikkingen van de oorlog en van de bersiap tijd zo indringend hebben meegemaakt.

Reggie Baay publiceerde weliswaar een keur aan interessante boeken en artikelen, twee daarvan stonden de afgelopen jaren wel bijzonder in de aandacht. In 2009 verscheen van zijn hand De Njai; Het concubinaat in Nederlands-Indië, het verhaal van de oermoeder van Indisch Nederland, en het afgelopen jaar Daar werd wat gruwelijks verricht, over de slavernij in Nederlands-Indië. Twee geheel verschillende onderwerpen die gemeen hebben dat zij nooit eerder goed waren onderzocht. Dit laatste tekent Baay: hij heeft een scherpe neus voor nieuwe onderwerpen, en weet deze op een prettig leesbare wijze door te geven aan zijn lezers.

De jury onderschrijft de missie van Baay ten volle, en ziet reikhalzend uit naar zijn volgende publicaties. We hopen dat hij nog zeer vele nieuwe bronnen aan zal boren, en de de inhoud daarvan zal delen met een breed publiek. Van harte!

De jury,

Prof. dr. G.J. Oostindie
Dr. J. Somers
Drs. B.R. Immerzeel

PS Natuurlijk kunnen de lezers van de Java Post ook persoonlijk kennis maken met Reggie Baay. Vrijdag a.s., om 14.00 uur, wordt hij op de TTF geïnterviewd door Sanne Ravensbergen over de impact van zijn boek De Njai; Het concubinaat in Nederlands-Indië. Gaat dat zien en horen!

 

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

6 reacties op Gouden Buffel 2015 voor Reggie Baay

  1. wouter muller zegt:

    Reggie, van harte gefeliciteerd met deze terecht verdiende prijs!

  2. ellen zegt:

    Reggie Baaij. Een uitstekende schrijver, van wie ik alle boeken gelezen en/of aangeschaft heb. Heel interessant zijn de onderwerpen, zoals b.v. de njai, en de Oost-Indische slavernij in hun historische verband. Vaak komen de verhalen triest of gruwelijk over, hoewel zowel de njai (het concubinaat) als de Oost-Indische slavernij – vanouds – steunden op Aziatische gewoonten en maatschappelijke verbanden (en niet te vergeten de Islam). In mijn familieverhalen (deels vanuit de VOC-tijd) ben ik deze familiemensen ook tegen gekomen. Zij waren nazaten van de onechte (adoptief)kinderen van de VOC. De moeders waren inlandse slavinnen, de vaders waren – reeds gehuwde – Europese VOC-dienaren. “Bovendien verschafte de adoptie de gehuwde Europeaan ‘het middel om zonder stoornis van den huwelijksband de gevolgen eener onwettige verbintenis goed te maken”. De adoptieakten heb ik – uit onderzoek – teruggevonden in de Nederlandse archieven. “Onze – vrijgemaakte – adoptiefkinderen” hadden waarschijnlijk geluk gehad, want zij drongen door tot in de hoogste regionen van de Indische maatschappij. In het Oude Indie leefden zij in – Indische – grandeur op de landerijen (landhuizen, veestallen, peper- en suikerplantages) van hun nageslacht. Het gaat om de familie Teisseire, een van de grootste landbezitters in de Bataviasche Ommelanden op het Java van de achttiende eeuw. Het was – soms – verre van triest of gruwelijk.

  3. RLMertens zegt:

    Een uitstekende keus. Reggie is een auteur die met simpele bewoordingen de (bewust?) vergeten onderwerpen uit onze Indische geschiedenis onder de aandacht brengt. Hopelijk verschijnt er ook nog een vervolg op de Njai, nl. die zgn. beweringen van verbintenissen met de Inlandse adel. Mijn Javaanse oma, die in de familie als iemand uit de Kraton werd aangegeven, bleek als kokkie in de Kraton te hebben gewerkt. Nou is dat natuurlijk ook niet mis(vind ik), want een kokkie van de Kraton wordt je toch ook niet zomaar? (is het niet?) Ik vond haar petjil toen grandioos!

  4. hans petta zegt:

    ik ben verbijstered /

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s