Door zijn verhaal te vertellen op tv, in 1969, kantelde het beeld over de Nederlandse politionele acties in Indonesië. Joop Hueting blikt terug. „Mijn vrouw werd diezelfde avond opgebeld door veteranen dat ze met machinegeweren aan de overzijde van de straat lagen”.
Door Kester Freriks
Er komt een twinkeling in zijn ogen: Indië-veteraan Joop Hueting (Den Haag, 1927) kijkt „tevreden en gerustgesteld terug” op wat hij heeft bereikt met zijn televisieoptreden van ruim een halve eeuw geleden. Hij was een van de aller eersten die openlijk sprak over de oorlogsmisdaden begaan door Nederlandse militairen tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië. Hij deed dat in het programma Achter het Nieuws, van de VARA. Vrijdagavond 17 januari 1969. „Mijn bekentenis veroorzaakte een ontploffing.”
Eind november opende Hueting in het Verzetsmuseum Amsterdam de tentoonstelling Koloniale Oorlog met als ondertitel Gewenst en ongewenst beeld. De titel „koloniale oorlog” beschouwt hij, zoals hij toen zei, „als een kleine triomf”. Met zijn bekentenis over de harde gevechtshandelingen in het voormalige Nederlands-Indië is een vaak hevig gevoerde discussie begonnen over structureel geweld die pas nu echt loskomt. Donderdag is Hueting in het Verzetsmuseum te gast in een openbaar gesprek met onder andere journalist Ad van Liempt.
Destijds benoemde Hueting voor het eerst het „ongewenste beeld” van de Nederlandse dekolonisatieoorlog, bekend als de politionele acties. In augustus vorig jaar concludeerde de Zwitsers-Nederlandse historicus Rémy Limpach in deze krant dat „Nederlandse militairen structureel en op grote schaal extreem geweld hebben gebruikt tegen Indonesiërs in de periode 1945-1950”. Hij kwam tot zijn bevindingen na omvangrijk promotieonderzoek in overheidsarchieven en getuigenissen.
Hueting weegt zijn woorden nauwkeurig. Hij bevindt zich, na een val waarbij hij zijn heup brak, in een revalidatiekliniek in Amsterdam. Binnen handbereik liggen recente boeken en artikelen over de „structurele geweldsexcessen” van het Nederlandse leger in de voormalige kolonie. Hij vervolgt: „Nederland verzweeg het gewelddadige verleden tijdens de dekolonisatieoorlog. De regering had weliswaar schoorvoetend toegegeven dat er sprake was van wandaden, maar die waren er slechts bij uitzondering. Ik zag het anders. Wat ik meemaakte aan geweldsdaden waren beslist geen uitzonderingen, maar van hogerhand officieel verordonneerd. Geweld, zoals het met mitrailleurvuur doorzeven van kampongs, het op een afschuwelijke manier martelen van gevangen en het houden van wraakacties was structureel. Dat laatste woord, ‘structureel’, maakt een wereld van verschil.”
Het officiële overheidsstandpunt
De visie van Hueting ging lijnrecht in tegen de gangbare opvatting dat de politionele acties slechts ten doel hadden „rust en orde te herstellen”. Dat was altijd het officiële overheidsstandpunt. Geweld kwam slechts bij wijze van uitzondering, als „exces” voor. Ook werden de Nederlandse militairen als „helden” beschouwd die Indonesië „bevrijdden van opstandelingen”. Op 17 augustus verklaarden president Soekarno en vicepresident Mohammed Hatta op 17 augustus 1945 de kolonie onafhankelijk.
„Mijn bekentenis kwam als een schok”, memoreert Hueting. „Door een enkele televisieuitzending kantelde het publieke beeld van onze jongens in de Oost. Zij waren niet langer de vrijheidsstrijders die men altijd in hen had gezien.” Mede dankzij Hueting kwam de politiek die Nederland in Indonesië voerde in een kwaad daglicht te staan. Het was presentator en eindredacteur Herman Wigbold die Hueting voor dit gesprek uitnodigde. De emoties laaiden hoog op, vooral onder Indiëveteranen voor wie de beschuldiging hard aankwam. Daags na de uitzending moest Hueting zich, vanwege doodsbedreigingen, met vrouw en oudste dochter in veiligheid brengen op de Veluwe. Hueting: „Mijn vrouw werd diezelfde avond opgebeld door veteranen dat ze met machinegeweren aan de overzijde van de straat lagen en ons huis gingen beschieten. Ik ontving honderden brieven vervuld van haat; ik heb ze allemaal bewaard. Het televisiejournaal heeft mijn leven ingrijpend veranderd. Niemand had zoveel commotie verwacht.”
Ook in overheidskringen bracht zijn bekentenis aanvankelijk veel te weeg, maar geleidelijk ebde de aandacht weer weg. PvdA-fractievoorzitter Joop den Uyl vroeg de regering vier dagen na de uitzending om opheldering. Premier Piet de Jong zegde een onderzoek toe en binnen enkele weken kon Cees Fasseur, destijds ambtenaar op het ministerie van Justitie en later hoogleraar in de Geschiedenis van Zuidoost-Azië, beginnen aan zijn werkzaamheden. Na drie maanden verscheen het onderzoeksrapport dat onder de naam Excessennota bekend zou worden. Fasseur was de eerste die zou erkennen dat in dit korte tijdsbestek geen grondig onderzoek plaats kon vinden, het ging meer om een inventarisatie van bronnen. In het rapport staan 110 gevallen van exceptioneel geweld opgesomd.
Toch, alweer snel raakte de Indonesische kwestie in de vergetelheid: er kwam geen parlementaire enquête en belangrijke archieven bleven gesloten. De regering sanctioneerde evenmin een vervolgonderzoek. Hueting: „Het onderwerp verdween van de politieke agenda. Ik was bang dat het allemaal voor niets was geweest. Nog steeds vind ik het onvoorstelbaar en onrechtvaardig dat het CDA, de meerderheidspartij, de parlementaire enquête afwees. De Kamer nam de nota voor ‘kennisgeving’ aan en dat was dat.”
Daarom verheugt het Hueting des te meer dat het tij is gekeerd: „Kennelijk is de tijdgeest er nu rijp voor. Zelfs Museum Bronbeek in Arnhem, verbonden aan het tehuis voor Oud-Militairen, noemt een recente tentoonstelling kortweg Oorlog! Van Indië tot Indonesië 1945-1950. In mijn tijd was het ondenkbaar dat de politionele acties werden aangeduid als oorlog.”
Vuurgevechten
Oorlogsmisdaden zijn universeel, ze komen voor in elke oorlog, vertelt Hueting. Dat was de context waarin hij zijn uiteenzetting wilde plaatsen. „Ik was getuige van de verschrikkelijke misdaden door de Nederlandse soldaten en hun commandanten begaan, ik heb zelf ook in vuurgevechten gestaan en geschoten. Ik diende, in 1947, als 19-jarige dienstplichtige soldaat bij het 5de bataljon Stoottroepen. Veel mensen dachten dat ik het initiatief had genomen omdat ik zou lijden aan nachtmerries, aan trauma’s van de oorlogshandelingen, maar dat klopt niet. In die tijd had Nederland de mond vol over het gewelddadige Franse optreden in de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog. Dat de Fransen zich tijdens deze dekolonisatieoorlog schuldig maakten aan misdrijven veroordeelden de Nederlanders scherp. Maar Nederland verzweeg zijn verleden en suste zijn eigen geweten. Ons land was beslist niet vrij van wandaden. Dat wilde ik aankaarten. Ik vond dat we ook naar onszelf moesten kijken.”
De Nederlandse regering stuurde in die jaren 220.000 soldaten naar het front in Indonesië voor een oorlog die na vijf bloedige jaren uiteindelijk werd verloren. Aan Nederlandse zijde vielen vijfduizend doden, aan Indonesische zijde een veelvoud: 150.000 strijders en burgers. „Eigenlijk zat de nutteloosheid meteen in het begin”, aldus Hueting. „Tussen het bevel tot oorlogvoering in de Oost en onze daadwerkelijke aankomst daar was Japan allang geen vijand meer. Dus de eerste aanleiding om de Jap te verjagen, bleek niet meer geldig. Vervolgens kwamen de Indonesische vrijheidsstrijders in het vizier. Die moesten we verslaan om de voormalige kolonie voor Nederland te behouden. Hierdoor kwamen we in een spiraal van guerrilla en contraguerrilla terecht. De gewelddadigheden groeiden, aan beide zijden. We kregen geen greep op de strijd, toen niet, en eigenlijk nog steeds niet.”
„We hadden aanvankelijk geen idee wat we als soldaten in Indië moesten doen. Het was zo verschrikkelijk pijnlijk, zowel voor Indonesiërs als de Nederlanders. Ik maakte altijd een onderscheid tussen de Nederlanders die daar woonden en het land kenden en wij, als jonge gasten, die van niets wisten. Het was een tragische splitsing in levensvisie. Wij kwamen aan als bevrijders, maar van wie moest het land bevrijd worden? Van zijn eigen bewoners? In de loop van de tijd raakten we gedemoraliseerd en kwamen we erachter dat we tegen de Indonesische bevolking streden. Dat was natuurlijk een vergeefse zaak, al wilde de legerleiding dat niet toegeven.”
Een treffend detail in deze hele geschiedschrijving is dat veel veel Nederlandse militairen en dienstplichtigen die naar Indonesië werden gezonden tijdens de Duitse bezetting in het verzet hadden gezeten. Hueting nu: „Niemand verwachtte of rekende op die misdaden. Ons was verteld dat we een vreedzame missie zouden vervullen. Achteraf bezien stuurde de regering en legerleiding ons de strijd in met uitermate besodemieterd materiaal. De Britse Lee-Enfield geweren waren waardeloos, onze verdere bewapening was schroot, de uniformen waren geheel niet berekend op de tropen. Eigenlijk wisten we nauwelijks wat we in Indië moesten gaan doen, zo slecht waren we ingelicht. Geleidelijk nam het besef van zinloosheid onder de soldaten toe; dat leidde tot gewelddadigheden, verkrachtingen, martelingen.”
Bedreigingen
Redacteur Wigbold, interviewer Hans Jacobs en Hueting zelf waren „stomverbaasd” door de heftige reacties. Niet alleen Hueting, ook journalisten die veteranen aan het woord lieten over wreedheden, werden bedreigd. Achteraf heeft Hueting wel een verklaring voor de shock waarin de Indië-strijders verkeerden: „Ik bewoog me niet in hun kringen, ik kwam nooit op reünies. Daar worden sterke verhalen en foto’s uitgewisseld, en daar hield ik niet van. Ik ging psychologie studeren en werd hoogleraar. Tal van oud-soldaten begonnen een nieuw leven en verzwegen hun Indische tijd. Opeens waren zij geen helden meer. Thuis leverde dat heftige confrontaties op met hun familie. Dat heeft weer voor nieuwe trauma’s gezorgd.”
Ondanks felle aanvallen kreeg Hueting ook steunbetuigingen. Maar die kwamen uiteindelijk te laat. Hij voelde zich „alleen staan”. Een pas verschenen boek als Soldaat in Indonesië van Gert Oostindie met als ondertitel Getuigenissen van een oorlog aan de verkeerde kant van de geschiedenis ligt in het verlengde van Huetings rol „als klokkenluider”, zoals hij zichzelf ziet. Ook Last van de oorlog (2002) door Stef Scagliola handelt over de Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië en de moeizame verwerking daarvan. Journaliste Anne-Lot Hoek volgt de recente ontwikkelingen op de voet. In juni van dit jaar verschijnt bij Uitgeverij Boom de 900 bladzijden tellende studie van historicus Limpach onder de titel De brandende kampongs van generaal Spoor, waarin de auteur afrekent met het idee dat de oorlog in Indonesië een „schone” oorlog was, zoals het gewenste beeld graag wil. Daaraan is nu voor altijd getornd.
Hueting zelf heeft zijn herinneringen of bevindingen nooit opgeschreven: „Het gaat niet om mijn persoonlijke verhalen. Ik zie de koloniale oorlog in de bredere, universele context van soldaten die op een missie worden gestuurd waarin ongewild geweld in het veld ontstaat. Niemand, geen van de soldaten, was voorbereid op zo’n aangrijpend treffen met de Indonesische soldaten en vooral de vaak weerloze Indonesische bevolking. We waren slecht opgeleide soldaten, verzeild in een vreemd land voor een oorlog waar niemand uiteindelijk iets van begreep.”
x
x
Kester Freriks is de schrijver van Echo´s van Indië, De onafhankelijkheid van Indonesië in verhalen en herinneringen. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2015.
x
Dit verhaal verscheen eerder in NRC Handelsblad, 20 januari 2016.
Goed artikel. In mijn ogen blijft het dapper van Hueting dat hij dit aangedurfd heeft.
Kester Freriks schrijft:
“Aan Nederlandse zijde vielen vijfduizend doden, aan Indonesische zijde een veelvoud: 150.000 strijders en burgers. ”
Jawel 5000 doden ca , militairen en burgers in militair-ondersteunende diensten. Dat klopt wel.
Maar waar zijn die andere Nederlandse burgers die omkwamen.? 3.500 of 10.000 ?
Terwijl Indonesische burgers wel zijn ingeschat in die 150.000.
En is dat cijfer van 150.000 onderbouwd?
En hoeveel daarvan kwamen om door Indonesische strijders of Britse troepen ?
Nu denken sommigen dat die 150.000 allemaal gedood zijn door Nederlanders.
30 Op 1? In ’t Nederlands zeggen we toch: Papier is geduldig! Maar wij van de Java Post gaan ertegen in. Goed zó, I4E.
https://sdproducties.wordpress.com/2012/07/14/trauma-indie/
Aantallen.
Een poging tot verklaring…
120.000 of 220.000 militairen? Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik denk dat het verschil zit in wat ter plekke aanwezig was, 120.000 maximaal, en de aflossing:100.000. Niet iedereen zat er 4 a 5 jaar.
En dan de burgers. De schattingen voor alleen al de Bersiap tijd lopen uiteen van 4000, merendeel Indo’s die nog niet beschermd werden, tot 25.000. Het zijn er in die vijf jaar nog veel en veel meer geweest. Altijd het kind van de rekening, helaas nog steeds.
In de boeken die hier en daar in de discussie genoemd worden mis ik de aangrijpende verhalen van het door Hylke Speerstra vorig jaar in het Nederlands gepubliceerde boek: Op klompen door de dessa. Een aanrader!
“ik denk dat het verschil zit in wat ter plekke aanwezig was, 120.000 maximaal, en de aflossing:100.000.” Aan denken heb ik niet veel. Wie gaat er even bij het militair historisch instituut langs? En meteen even vragen om hoeveel vechtsoldaten het ging.
In de VS werden de oorlogsslachtoffers beter geteld. In de Vietnam oorlog verloren in Zuid Vietnam 55.661 Amerikanen het leven waarvan de eerste op 8 juni 1956 en in Noord Vietnam 1.120. Met slachtoffers die in naburige landen (Laos, Kambodja, China, en Thailand) omkwamen is het totaal aantal 58.220 Nog 91 personen worden als vermist opgegeven.
De meeste slachtoffers kwamen uit de staten Calfornia met 5.575 en New York, 4119.
Een geliefde Indo huisvriend van de familie, F. van T. genaamd, overleefde Vietnam, maar kwam in Duitsland om het leven in een auto ongeluk. Hoeveel Indo’s werden vlak na hun emigratie opgeroepen om ook in Vietnam te vechten?
Indisch4ever zegt:
21 januari 2016 om 2:57 pm
En is dat cijfer van 150.000 onderbouwd?
En hoeveel daarvan kwamen om door Indonesische strijders of Britse troepen ?
Nu denken sommigen dat die 150.000 allemaal gedood zijn door Nederlanders.
=============================================================
Tja, dan moet men voorzichtiger uitdrukken, geen cijfers uit de lucht plukken.
Bij de grote Surabaya slag kan men ongeveer berekenen hoeveel Indonesiers gedood werden ( men zegt tussen 6000 tot ….) door de Engelsen , buiten de gewonden dus invaliden etc.
Minus de slachtoffers van Darul Islam in West Java ,Midden en Oost Java .
Die zal ook in de paar duizend lopen .
Exclusief buiten gewesten , de Sejarah daerah (Plaatselijke Geschiedenis) kan uitsluitsel geven.
Verder waren er weinig gevallen bekend waar grote schermutselingen zijn tussen Indonesiers onderling ( PKI en Non PKI) .
De rest kan men op de rekening van de Nederlanders plaatsen. Toch ?
Wat de Nederlandse slachtoffers betreft , men kan naast de al bekende officiele cijfers nog extra een paar % omhoog( of omlaag en afronden) volgens de toen gangbare wetenschappelijke methodes .
En niet zo maar roepen 20.000 , 30.000 of meer .
Wij in Indonesia wisten ook dat ze met de politionele acties alleen maar “hun Indië ” wilden behouden. Maar de Indonesiër zei tak mau dijajah lagi tidak oleh bangsa warna kiuning atau putih.
Het lag gecompliceerder. Vele ambtenaren en politici met een Indisch verleden vonden dat Nederland in Indië iets groots had verricht en dat Indië een modelkolonie was. Maar het besef leefde ook dat, gezien de internationale verhoudingen en de veranderde situatie in Indië/Indonesië van na de oorlog, een terugkeer naar de vooroorlogse toestand niet mogelijk was. Men zocht naar manieren om een nieuwe verhouding tussen Nederland en Indië/Indonesië te vorm te geven. Gedwongen door de omstandigheden werd het Nederlandse uitgangspunt de formele onafhankelijkheid van de kolonie in de vorm van een federatie, waarbij, en daar zit het addertje onder het gras, de Nederlandse voorwaarden en de Nederlandse politieke verhoudingen leidend waren.
Kort gezegd, Nederland wilde de toekomst van Indonesië zelf richting geven. Slechts langzaam kwam het besef dat Nederland hiertoe de middelen en macht niet had.
@masrob. ‘Nederland wilde de toekomst van Indonesië zelf inrichten’. -Klopt. Men wilde alles maar dan ook alles ( niet praten met Soekarno, wel met Sharir etc.) conform Nederlands idee opzetten.( men was dat al 300 jr. gewend) Ergo, zelfs datgene wat het zelfbeschikkingsrecht omvatte ( Atlantic Charter) eerst ondertekenen, dan weer terugschroeven naar een Rijksverband zoals vermeld in de 7 dec.1942 HM rede, denkend/verwachtend dat de Republiek dit te Batavia 4/10’45 ‘juichend’ zal accepteren. Anders desnoods met een troepenmacht( inderhaast samengesteld) te doen accepteren. Inmiddels/gelijktijdig de Republiek trachten te isoleren door oprichting van de federale staten. Die uiteindelijk toch voor de Republiek (Bandoeng conferentie 1948-zonder Nederland) voor de Republiek kozen.(2e politionele actie) en tenslotte op 27 dec.1949 Batavia/Djakarta de driekleur gestreken werd onder een striemend gefluit en gejoel van honderd duizenden Indonesiërs.
Daarna alles in het werk stelde/ bagatelliserend deze geschiedenis voor jan publiek omschreef/ onder de mat schoof. Voorzien van allerlei onzin over het gebeurde tot dat de geschiedschrijving van dr.L.de Jong verscheen nb. als het Koninkrijk in de 2e wereldoorlog. Die nu weer aangevuld gaat/zal worden met details/geschiedschrijving waar menig ‘koloniaal adept’ niet blij mee zal zijn.
Uw opmerking; ‘Slechts langzaam kwam het besef etc.’- Ik denk eerder dat men tot besef kwam, dat de internationale wereld/opinie (VN) zich niet langer liet beduvelen door Nederlandse intentie voor ( langere tijd van)her kolonisatie. Een tijdschrift schreef toen over de Nederlandse politiek; ‘kruideniers politiek versus wereld politiek’.
Het trieste van dit alles is; dat het zovele (burger!) slachtoffers heeft gekost.
” niet praten met Soekarno, wel met Sharir” Staatshoofden onderhandelen niet en mogen ook geen politiek geladen uitspraken doen, er werd ook niet met koningin Wilhelmina gepraat. In een constitutionele rechtsstaat is het staatshoofd onschendbaar. Soekarno snapte dat heel goed, gezien zijn antwoord op een mening van Hatta. En de grote Japanse invloed op het Bucho-kabinet. Hij schoof Sjahrir naar voren, die had niet gecollaboreerd. Het koninkrijk schoof Van Mook naar voren. Ideaal duo!
“zelfs datgene wat het zelfbeschikkingsrecht omvatte ” Vanaf de Hoge Veluwe was zelfbeschikking het uitgangspunt. Alleen het hoe. Maar dat had de RI voorgenomen te regelen in de tweede zin van de proclamatie van 17 augustus. En daar geen gevolg aan gegeven. Die zelfbeschikking was op 27 december 1949 in Indonesië niet meer aan de orde.
“Bandoeng conferentie 1948-zonder Nederland” Waarom dan op 27 december 1949 alsnog getekend? De voltallige club in pakean deftig, met veel dankbetuigingen, hapjes en drankjes?
“de driekleur gestreken werd onder een striemend gefluit en gejoel van honderd duizenden Indonesiërs” Dat was al gangbaar in de jaren daarvoor. Ook heel veel gezongen en gejuicht, als was het dan in een vreemde taal. En druk gezwaaid met vlaggetjes. Ook rood/wit, alleen met een ander design.
@Somers; ‘Vanaf de Hoge Veluwe was zelfbeschikking het uitgangspunt. Alleen hoe?’
-Het uitgangspunt van de Republiek.. en helemaal NIET van het Koninkrijk. Die wilde helemaal niet met een Republiek praten. Wel met (enkele) Indonesiërs. Reeds in de 7 dec.’42HM rede werd het zelfbeschikkingsrecht (wel op 24/9-’41 te Londen ondertekend) verloochend. Tot groot verdriet van min.Soejono ( alle ministers stemden tegen). In een ‘wollige omschrijving, verwijzend; ‘naar het doel zoals in Atlantic Charter is belichaamd, wordt in het vooruitzicht gesteld; een Rijksverband, waarin Nederland, Indonesië, Suriname en Curaçao tezamen deel zullen hebben, terwijl zij ieder op zichzelf de eigen inwendige aangelegenheden in zelfstandigheid en steunend op eigen kracht, doch met de wil elkander bij te staan, zullen behartigen’. Zelfbeschikkingsrecht?
Dat ‘recht werd door Nederland voor Indonesië beschikt’. ( Vandaar mi. de beslissing, van Nederland was toch niets te verwachten, de proklamasi op 17 aug. 1945)
‘waarom dan op 27 dec. alsnog getekend?’ -Omdat Soekarno cs altijd van een Republiek uitging en de Bandoeng conferentie( zonder Nederland) 1948 reeds aantoonde dat de door Nederland geïnitieerde federale staten de zijde van de Republiek kozen. Zo kwam de RIS( feitelijk een concept van Nederland met aan het hoofd de Koningin; indertijd reeds spottend genoemd; ‘de verenigde staten van Nederland’ aan zijn einde!) Waardoor Nederland (min.Luns) zich daarna volharde in de kwestie Nw.Guinea; om aldaar nb. het zelfbeschikkingsrecht(!) voor de Papoea’s te realiseren.
Zijn ijver/ frustraties eindigde in 1962, toen Nw.Guinea het Indonesische Irian inlijfde en de Republiek zijn uiteindelijk gebied verkreeg, zoals voorheen reeds voorspeld was;
‘van Sabang tot Merake’.
“-Het uitgangspunt van de Republiek.. en helemaal NIET van het Koninkrijk.” Kort na de ‘Hoge Veluwe’ in 1946 is de wet ingediend met de aankondiging van een grondwetswijziging om wijzigingen in het staatsbetel aan te kondigen. Die aankondiging was snel nodig vanwege de lange tijdsduur van zo’n wijziging. Ook werd al de naam ‘Indonesië’ genoemd.
“helemaal NIET van het Koninkrijk. Die wilde helemaal niet met een Republiek praten. ” Dat het uitgangspunt van het koninkrijk anders was dan van Indonesië was normaal aan het begin van het onderhandelingsproces. Dat mag ook in het soevereine Nederland. En praten met de republiek (wat is dat?) is uiteraard niet mogelijk. Daar was een Indonesische onderhandelingsdelegatie voor nodig. In de twee zin van de proclamatie werd daartoe initiatief getoond waar Indonesië niet verder mee is gegaan. Het lukte pas aan Sjahrir/Van Mook een delegatie samen te stellen met het verzoek aan het koninkrijk onderhandelingen te beginnen, dat werd de Hoge Veluwe. Dat had 18 augustus 1945 al door Indonesië zelf gekund, maar is niet gebeurd! Die 7 dec. rede was al weer zo lang geleden, speelde op de Hoge Veluwe ook al geen rol meer.
“waarom dan op 27 dec. alsnog getekend?” Maar het antwoord is wel heel makkelijk, had uzelf kunnen bedenken. Er lag een akkoord Soevereiniteitsoverdracht waarvan de inhoud ook door Indonesië (RIS) werd aanvaard. Dan onderteken je gewoon wat daarin staat geschreven. Niks waar Soekarno cs of Nederland (daar was ook oppositie, dat mag) van uitgingen (dat was de Hoge Veluwe, al heel lang geleden), er staat wat er staat. Heel gemakkelijk. Volkenrecht is niet altijd moeilijk.
Voor de volledigheid, mij interesseert alleen wat er gebeurd is. Wat mensen er naderhand van vinden is heet divers, je kunt niet anders verwachten. En al die mensen hebben recht op hun mening. Maar deze discussie vind ik wel erg mosterd na de maaltijd. Het is wederzijds afdraaien van grijs gedraaide platen, en je blijft gewoon van mening verschillen. Dat mag ook in Nederland. Daarom stop ik deze discussie, ik heb leukere dingen te doen zoals reparatie van de afzuigkap. Voor mij op dit moment heel relevant. En u heeft het recht dat niet relevant te noemen.
@Somers. Ik gaf commentaar op nav. uw opmerkingen aangaande; het zelfbeschikkingsrecht! De kern oorzaak (!) van het conflict/politionele oorlog tussen Nederland en de Republiek. Het is Nederland dat dit recht, na ondertekening te Londen 1941, al direct in de 7 dec.1942 HM rede verloochende. Daarna bij het eerste contact met de Republiek; vdPlas-Hatta 4/10 ’45 geen zelfbeschikkingsrecht=geen merdeka! De daar op volgende voedselboycot tegen de Nederlanders was het startsein voor de bersiap periode. En als poging(vMook) om tot overeenstemming te komen; de Hoge Veluwe bespreking 14/4 ’46, die al meteen door Romme (pleitbezorger van het Nederlands Imperium) als; ‘de week der schande’ werd genoemd. Ter tafel Nederlands voorstel; ‘een autonome republiek( dus niet de Republiek Indonesia!) in een federatief Gemenebest als deelgenoot in het Koninkrijk. Ook Soekarno’s positie kwam ter sprake; geen erkenning van Soekarno maw. de Republiek moest zijn eigen president afzetten! Na dagenlange vergaderingen met geen enkel resultaat werd de vergadering op 24/4 afgesloten en van Mook vertrok teleurgesteld met de instructie( min.Logemann); Soekarno in geen enkel regeringsambt (!) ooit zou worden erkend en ; indien elke poging om tot overeenstemming te komen; tot een gewapende actie zal worden overgegaan. En daarbij het besluit om tot een troepenmacht in Indië van 75000 man te komen.
Dus hoezo; het zelfbeschikkingsrecht als uitgangspunt?
Het is hierdoor toch duidelijk dat Nederland geenszins van plan was een zelfbeschikkingsrecht van de Republiek te erkennen? Eerder er op uit is op een militaire treffen, wat ook in het verlengde is gebeurd tot aan de overdracht toe!
– En betreffende de opzegging van door Nederland bedongen( zelfbeschikking?) RIS in een unie met Nederland en olv.HM de koningin;
Nederland kreeg een koekje van eigen deeg!
Volkenrechtelijk opgezegd.
– ten slotte, uw opmerking aangaande het gejoel en gefluit bij het strijken van de driekleur; ‘dat was al gangbaar in de jaren daarvoor. Ook veel gezongen etc.’
Het niet kunnen onderscheiden van toejuichen en uitjouwen is een kwestie van, zoals het in tempo doeloe werd gebezigd; koelit tebbel = dikhuidig/olifantenhuid.
Dit alles welles waar, als mosterd na de maaltijd. Maar dan wel svp. de waarheid over toen.
Bedankt voor uw moeite. Lampje in de afzuigkap vervangen is gelukt. Daarna een heel leuke carnavalsoptocht die zoals gewoonlijk bij ons door de straat reed. Dat is waar ik me vandaag de dag druk over maak. En natuurlijk mijn bankje, maar dat is niet voor mij, dat is voor hen (incl. familie) die achter zijn gebleven in de moordpartijen die door het gezag van de RI niet werden tegengehouden. In ieder geval in Soerabaja, waar de RI beschikte over een goed opgeleide krijgsmacht (ex-PETA) en een volledig uitgeruste politie. En waar de heren Soekarno en Hatta op bezoek kwamen. Veel meer relevant dan die gloedvolle betogen van de heer Romme. Die maakte het beleid tijdens de bersiap niet uit, de RI wel.
@Somers; ‘in ieder geval in Soerabaja, waar de RI over een goed uitgeruste krijgsmacht en politie etc.’ -Klopt. Echter daar was, na het vlagincident 19 sept.’45, een complete oorlogssituatie ontstaan doordat in Batavia begin okt.’45 de eerste compagnieën Knil/Kl arriveerden en te Soerabaja na een bemiddelingspoging van Soekarno/Hatta (op verzoek van de Britten?) , uit vliegtuigen pamfletten werden uitgestrooid ( in opdracht van Van Mook?, zonder medeweten van Mountbattan) waarin de Indonesiërs opgeroepen werd hun wapens neer te leggen! Terwijl Soekarno op 31 okt.’45 via de radio een oproep deed tot handhaving van de orde, werd brig.gen. Mallaby op bemiddeling/inspectie tocht onverhoeds doodgeschoten. Nadat Britse versterking per kruiser Sussex begin nov. te Soerabaja arriveerde en opnieuw een ultimatum tot ontwapening aan de Indonesiërs werd opgelegd, braken in volle hevigheid de vijandelijkheden uit. Drie weken lang was Soerabaja het toneel van bloedige gevechten. Aangejaagd door fanatieke aanmoedigingen van boeng Tomo streden de strijdgroepen, voorzien van allerlei wapentuig, tegen een divisie Britten. Met ca 6000 man aan verliezen verlieten zij tenslotte de stad. Soerabaja moesten zij prijs geven, maar hun strijdlust werd de inspiratie bron; hidaup atau matti; merdeka! voor de gehele Republikeinse vrijheidsstrijd. Wiens/welk beleid was uieindelijk de oorzaak van deze strijd/tragiek?
-ad.opheffing RIS ten overvloede; dat was nou net de eerste keer(en laatste) dat Indonesië eindelijk het zelfbeschikkingsrecht kon toepassen!
Meer kreeg ik niet te lezen.
Harm E. Botje, de journalist schrijft. “Hueting heeft altijd gelijk gehad”
Nieuwe getuigen oorlogsmisdaden.
In 2012, 6 oktober, stond het volgende over Hueting in Vrij Nederland;
~ Emeritus hoogleraar psychologie Joop Hueting ontvangt in zijn appartement in de Noord-Hollandse kustplaats Castricum. Hij is vijfentachtig en een paar jaar geleden getroffen door epileptische aanvallen, waardoor hij alleen nog maar schuifelend vooruitkomt. In de hoek van de woonkamer ligt een grote stapel kranten en boeken, kriskras door elkaar. Met rode pen zijn woorden en zinnen onderstreept. ‘Joop doet niets liever dan onderstrepen,’ zegt zijn vrouw Ditha Hueting-Philips.
Hueting is dan wel niet meer de knappe, welbespraakte dertiger die eind jaren zestig Nederland op zijn kop zette toen hij in de Volkskrant en een maand later bij VARA’s Achter het Nieuws het stilzwijgen doorbrak over Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië – kampongs die werden doorzeefd, verhoren waarbij werd gemarteld, krijgsgevangenen die in koelen bloede werden vermoord – maar hij heeft nog steeds
Joop Hueting’s echtgenote, E.J. Philips, overleed reeds op 30 april 2013 op 78-jarige leeftijd.
En ik lees hier dat het zou gaan om 220.000 Nederlandse militairen.. In vroegere verhalen ging het om 120.000 militairen. Zulke aantallen zeggen me niets, vooral doordat hier blijk wordt gegeven van – niet weten-. Waar het mij om gaat is of dit een totaal aantal is dat in die tijd 1946-1949 naar Indië is gezonden of dat het om een aantal gaat dat op een bepaalde tijd daar aanwezig was. Een nuttige nuancering is ook om hoeveel vechtsoldaten het ging. Hoeveel van de genoemde aantallen hebben aan gevechten deelgenomen. In een krijgsmacht zijn heel veel niet vechtenden. Staven, administratie, medische soldaten, magazijnen, technici, transport, keukens, onderhoud,. enz. Is toch wel van belang. Ik las ergens iets over X verhalen over oorlogsmisdaden, die werden geëxtrapoleerd naar het totaal aantal in Indië aanwezige militairen.
Zoals iedereen het recht heeft een dief uit zijn huis te verjagen zo had ook het Indonesische volk het recht om de Nederlanders die 350 jaar in `hun Indie’ hadden gestolen weg te jagen.. Die dief kan zich niet beklagen dat er geweld tegen hem is gebruikt als hij niet vrijwillig vertrekt. Zeker niet als die dief tot de tanden gewapend is. met tanks en vliegtuigen. M. Ferares
De politici van de jaren 1945–1950 die onze jongens naar Indie hebben gestuurd zijn de ware moordenaars van de mensen in Indie.
Het was tegen de Nederlanse grondwet dat de dienstplichtigen naar Indie werden gestuurd.
Men heeft de grondwet veranderd zonder medeweten en goedkeuring van het Nederlanse volk.
“zonder medeweten en goedkeuring van het Nederlanse volk.” Daar gaat de grondwetgever over. En dat is gebeurd.
@Somers. ‘daar gaat de grondwetgever over’ – Terwijl de dienstplichtigen al onderweg waren naar Indië! Over manipuleren gesproken.(van de grondwetgever!)
“Over manipuleren gesproken.(van de grondwetgever!)” Zelfs de grondwet houdt rekening met niet voorziene omstandigheden. Een artikel moet veranderen als de omstandigheden veranderen. En een grondwetsherziening kost (gelukkig) heel veel tijd, twee keer behandeling in de (voltallige) Staten-Generaal, met tussentijdse verkiezingen. Een groot aantal artikelen kennen dan ook de uitwijk: Behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, e.d. Zo kan de regering bij wet aankondigen dat er iets snel moet worden geregeld, en dat aanpassing van de grondwet volgt. Bij wet, dat betekent dat de Staten-Generaal akkoord moeten zijn! Van die dienstplichtigen was die wet (ik dacht) in1947 aangenomen, en de grondwetswijziging in 1948. Toen is meteen de naam van het gebiedsdeel verandert in Indonesië. Over vooruitzien gesproken!
Die uitzending is nu goed geregeld. En in het kader van NAVO of Veiligheidsraad verloopt uitzending goed. Dat is bij verdrag geregeld. Ik was in de jaren vijftig betrokken bij mogelijke inzet via de NAVO. In mijn vaccinatieboekje stonden de vaccinaties die lang van te voren moesten (en waren) gegeven, en de vaccinaties die kort voor uitzending konden worden gegeven. Een lijstje met enge ziektes!
@Somers. ‘zelfs de grondwet houdt rekening met onvoorziene omstandigheden’ -Oh ja?
Is zo’n onvoorziene omstandigheid in de grondwet opgenomen? Neen, dus moest men zo iets in de wet(!) opnemen. Tegen de oorspronkelijke bedoeling/wet in! ( het Vader land verdedigen ) Zoiets heet toch manipuleren? – ‘1948 ( de ‘politie troepen’ waren reeds onderweg) toen is het gebiedsdeel meteen(!) in Indonesië veranderd’ (?) De oproep was Indië bevrijden? Dus is het Indonesië bevrijden? Zoals van HMvRandwijk 13/10’45 reeds schreef; ‘En zou de nationalistische beweging op Java werkelijk slechts een kleine groepje onruststokers, terroristen en onbezonnen jonge lieden zijn, zoals een deel van de Nederlandse pers ons belieft te schilderen? Onwillekeurig gaan onze gedachten terug naar het oude Duitse spelletje. Goebbels brulde immers ook ; Moskou, Moskou! en alle ondergrondse vrijheidsstrijders in Nederland waren ; saboteurs, terroristen en onbezonnen jonge lieden. Immers door machtsoefening kan men tijdelijke voordelen behalen en de tegenstander neerslaan, vriendschap en vertrouwen wint men er niet'(!)
“Is zo’n onvoorziene omstandigheid in de grondwet opgenomen? Neen, dus moest men zo iets in de wet(!) opnemen.” Als u goed had gelezen dan had u begrepen dat het ging om een onvoorziene omstandigheid (komt vaak voor!) die (uiteraard, was immers onvoorzien) niet in de grondwet was opgenomen. En waar de wetgever toch direct op moet inspringen, anders zijn ze geen knip voor de neus waard. De Staten-Generaal zijn bevoegd, zowel wetgevend als grondwetgevend. Zij hebben dus bij wet (zoals dat hoort) ingestemd met de door de regering voorgestelde uitzending, mits dit alsnog aansluitend werd geregeld in de grondwet. En dat is gebeurd (zoals dat hoort). Natuurlijk waren er mensen tegen, maar dat komt vaker voor in een democratie. Dat mag dan ook. Niks te manipuleren, dat kunnen de Staten-Generaal niet eens. De helft plus één, en voor de grondwet twee keer een gekwalificeerde meerderheid. Zoals is gebeurd. Details weet ik niet meer. Van mijn kant, einde oefening.
@Somers. ‘rekening houden met niet voorziene omstandigheden’ – die niet voorziene omstandigheid(oorlog voeren buiten het vaderland) werd juist gecreëerd !), waardoor de grondwet ( het nobele doel/intentie; het vaderland verdedigen) veranderd moest worden. Is dat niet manipuleren van de grondwet(het vaderland verdedigen) door een regering? Zeker niet door de Staten Generaal, want die houden zich alleen met de procedures bezig. En het resultaat is dus democratisch en grondwettelijk. En het beoogde einddoel….? Een Indië debacle.
“oorlog voeren buiten het vaderland)” Vaderland bestaat niet. Het ging om een gebiedsdeel van het Koninkrijk der Nederlanden waar de grondwet over ging. Maar dat had u kunnen weten, ik dacht dat u daar geboren was. En een onvoorziene omstandigheid? Ja, voor de sterkte van het leger en politie kon in de IS geen rekening worden gehouden met bersiap e.d.. Vandaar!
@Somers. De Nederlandse grondwet ging toch over Nederland? (het vaderland) Deze grondwet moest gewijzigd/aangevuld worden omdat de dienstplichtigen reeds op weg waren(!) naar Indië om een ‘politie oorlog’ te voeren. Dus, het besluit werd beslist( tegen de grondwet in) en toen moest de grondwet nog worden aangepast. Is dit de normale gang van zaken? Zoiets heet toch manipuleren?= goochelen/handelen met minder gepaste middelen.
Art. 1 van die grondwet: Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied van Nederland, Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao. Niks vaderland!
Art. 61: De Staatsinrichting van Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao wordt door de wet vastgesteld; andere onderwerpen worden door de wet geregeld, zoodra de behoefte daaraan blijkt te bestaan.
@Somers.- Wat/waarom moest dan de Grondwet ivm. de troepen(dienstplichtigen) uitzending naar Indië worden gewijzigd?
“waarom moest dan de Grondwet ivm. de troepen(dienstplichtigen) uitzending naar Indië worden gewijzigd?” Goede vraag! Weet het ook niet! Er waren mensen die dat dachten, en dat mag natuurlijk. Die grondwetswijziging was al in procedure, maar eerlijk gezegd heb ik niets gezien over uitzending, behalve krantenverhalen waar ik niet in was geïnteresseerd. Maar ja, ik weet niet alles. En bij een grondwetswijziging wordt van alles en nog wat meegenomen. Bij mijn weten stond er niets over in de grondwet. Ik dacht dat dat gedoe (o.a. de CPN?) begon toen de regering het wetsvoorstel tot grondwetswijziging indiende bij de Kamer. Ik heb zo’n idee dat de naamswijziging in ‘Indonesië’ al werd gezien als het aanvaarden van Indonesië als buitenland, en daar is toestemming voor uitzending voor nodig. Dat speelt iedere keer nog bij uitzending voor de VN. Vergeet ook niet dat de KM altijd al in Indië bezig is geweest met dienstplichtigen. Nooit problemen geweest.
Ik heb over die grondwetswijziging nog even nagedacht en ik dacht als volgt: Dienstplichtigen konden volgens de grondwet 1938 alleen met hun toestemming naar Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao gestuurd. Met de grondwet van 1946 kon dit ook onvrijwillig bij wet worden geregeld. Ik dacht dat dit het gevolg was van een tijdelijke regeling in de grondwet van 1946 met het oog op de komende onafhankelijkheid van Indonesië. Het doel was dat dienstplichtigen overal in het Koninkrijk zouden kunnen worden ingezet, maar men liep al vooruit olp Indonesië als buitenland waarvoorf een toestemmingswetwet nodig zou zijn.
Sorry, het is hierboven een beetje fout gegaan. De wijziging van 1946 in de grondwet hield in dat dienstplichtigen zonder hun toestemming overal in het Koninkrijk zouden kunnen worden ingezet, net zoals nu nog het geval is. Voor uitzending naar het buitenland was wel hun instemming vereist. Een van de doelen van de herziening van 1946 hield ook rekening met de toekomstige buitenlandse status van Indië waardoor een toestemmingswet nodig zou zijn. Ik denk dat er met beide mogelijkheden rekening werd gehouden en dat er daarvoor een wetsvoorstel op tafel lag. Ik ben een beetje rommelig, maar dat was het in die tijd ook.
@Somers. De grondwet wijziging; ‘zonder hun toestemming!!!’ is dus tot stand gekomen, toen de de dienstplichtigen al onderweg waren naar Indië! ca. 2000 weigerden! Toch een ‘beetje democratische gerommel’, vindt u niet?
“vindt u niet?” Nou nee, dat vind ik niet. Er mag altijd via de discretionaire bevoegdheid worden ingegrepen, als dit aan de Kamer wordt medegedeeld, en als hier naderhand verantwoordelijkheid voor wordt genomen. Dat gebeurt bij een voorgenomen grondwetswijziging altijd per wet. Als een bestuurder niet zou ingrijpen op het moment dat hij dat nodig acht, zal het hem behoorlijk kwalijk worden genomen.
“ca. 2000 weigerden” dat is toch niet veel? In de tijd dat er nog opkomstplicht was, zonder uitzending, waren het er gemiddeld minstens zoveel. En dat is ook gewoon geregeld in de wet. Bij ons werkten meerdere dienstweigeraars, daar keken wij niet van op. En voor velen was het de eerste keer dat ze buiten hun dorp kwamen, prachtige ervaringen gehad.
@Somers. ‘discretionaire bevoegdheid” = toch geheimzinnige bevoegdheid. lijkt mij toch geen ‘zuivere koffie’ niet wel? ‘Als hier naderhand op verantwoordelijkheid voor wordt genomen’- Nou, dat lijkt mij nu aan de hand te zijn. Verantwoordelijkheid van de regering voor wat daar toen is gebeurd. Ben benieuwd. U toch ook?
‘ca.2000 weigeraars, dat is toch niet veel’ – Evenveel als in onze tijd-jr.’50-’90?
Niet te geloven, vooral als men bedenkt dat er geen ‘uitzend actie’ aan verbonden is.
Ben nu ook benieuwd hoe het straks met die 2000 Indië weigeraars zal vergaan, als het regeringsdebat afgesloten wordt. Al met al; Indië laat je nooit meer los was, ooit de titel van een boek. En dat na 70 jaar. Wellicht als een stille kracht. Die nu warempel weer wordt opgevoerd.
Hoe een volk volledig misleid kan worden; Indië bevrijden, orde en rust etc. En dat gebeurde nb. net na een 2e wereldoorlog, waar in het onderscheid tussen goed en fout nog scherp voor menigeen voor de geest staat. De toenmalige beleidsmakers, de leidende politici, die nb. het juk van het nazi dom zelf hebben ervaren; Beel en Drees sr. en er toch in ‘slaagden een compleet volk met zgn. democratische middelen’ naar een ‘politionele actie’ te bewegen! De roep om vrijheid van Indonesiërs te bezoedelen met leugens om hen zodoende te smoren. Met een tragedie als slot van ons Indië. Mijn bewondering en hulde gaat uit naar hen, die toen opstonden om dit te voorkomen; oa. HM van Randwijk, de Progressieve Groep van Batavia; D.Koch JD Kadt,, Wertheim, ds.J.Verkuyl en Hella Haasse, Bep Vuyk ea.!
“HM van Randwijk, de Progressieve Groep van Batavia; D.Koch JD Kadt,, Wertheim, ds.J.Verkuyl en Hella Haasse, Bep Vuyk ea.!” Ja, maar als je je nooit met beleid hebt bemoeid is het makkelijk praten. Vind ik van mijzelf ook, lekker rustig achter de computer, en niet met de Kamer in debat. Vroeger heette dat in Nederland: De beste stuurlui staan aan wal. Net zoals ik nu. Luisteren naar wat de heer Wilders nu weer te zeggen heeft.
@Somers. ‘ja maar(alweer) als je nooit met beleid hebt bemoeid is het makkelijk praten’.
-Oh ja, beleid=regeren=vooruitzien; nou zie hier wat dat Indië beleid heeft opgeleverd.
Goed beleid?
Dit is op Peter Flohr herblogden reageerde:
Goed artikel over de kanteling van het beeld over de koloniale oorlog in Indonesië, periode 1945-1950. Indië-veteraan Joop Hueting die op 17 januari 1967 bij “Achter het Nieuws” als één van de eersten openlijk sprak over de oorlogsmisdaden begaan door Nederlandse militairen tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië. Een schokgolf die nu nog steeds na trilt bij grote groepen mensen in de hedendaagse samenleving.
“In juni van dit jaar verschijnt bij Uitgeverij Boom de 900 bladzijden tellende studie van historicus Limpach onder de titel De brandende kampongs van generaal Spoor, waarin de auteur afrekent met het idee dat de oorlog in Indonesië een „schone” oorlog was, zoals het gewenste beeld graag wil.”
Waarheidsvinding en geschiedschrijving: zo belangrijk voor ons nageslacht. Opdat we niet vergeten.
Op bladzijde 12 wordt bovenstaand artikel in het NRC Handelsblad aangekondigd als Het Grote Verhaal. Er staat onderin links ook een zw/wit foto geplaatst met opschrift: Foto uit expositie Verzetsmuseum: Nederlandse Mariniers kruipen langs een omgekomen Indonesiër, juni 1946
Het geeft geen duidelijk beeld weer. Ik zie op de voorgrond een man vooroverliggend met een lichtgekleurd hemd aan met lange mouwen, zijn linkerarm uitgestrekt, een khakikleurige lange broek met smalle pijpen, die om zijn middel is samengebonden, boven de enkels eveneens. Maar het is werkelijk niet te zien of hij een Indonesiër is. Een soldaat met een helm op maakt tegelijkertijd schijnbaar ook een foto aan de bovenzijde van de man. Er zijn meerdere soldaten op de foto met helmen op, waarvan er een op een dak rechtop staat met zijn geweer aan de zijde op de grond.
De duizenden slachtoffers , Indo,s en Nederlandese burgers die afgeslacht werden in de Bersiaptijd daar wordt angstvallig over gezwegen zowel door de politiek als door de diverse programma,s .
Excuses door de Indonesische regering zijn er na mijn weten nooit geweest .
@Daems. ‘bersiap tijd daar wordt angstvallig over gezwegen’ -Natuurlijk, want de bersiap is/was niet zomaar ontstaan.Gevolg heeft altijd een oorzaak.
Tja, als je een hekel hebt aan iemand gewoon maar doodslaan bij het tegenkomen. Het liefst vrouwen en kinderen. En meteen maar het huis leegroven.
De bersiap had een oorzaak? Een excuus?
Put that in your self righteous pipe and smoke it!, zou R. Alan Woods zeggen.
Op de begraafplaats Kembang Kuning in Surabaya, worden de kruisen geregeld vernieuwd. “Verzamelgraf” is een veel voorkomend opschrift.
Kan de Java Post nog aan programma’s/uitzendingen komen van “Rado Pemberontak”?
http://news.liputan6.com/read/739358/bung-tomo-radio-pemberontakan-dan-teriakan-allahu-akbar
““Verzamelgraf” is een veel voorkomend opschrift.” Ja bij het bergen van lijken, verminkt, aangerot, was het niet altijd mogelijk lichaamsdelen uit elkaar te houden. Ook zijn er vaak snelle, provisorische noodbegravingen geweest, die bij opgraven voor herbegrafenis niet meer uit elkaar konden worden gehouden. Wel konden meestal aantallen personen worden bepaald op basis van aantallen schedels, armen/benen, bekkens e.d. Als voorbeeld van Kembang Kuning een graf van 28-10-1945 (Soerabaja, Goebang transport) waarin twee slachtoffers met name genoemd en 84 onbekenden. Het klinkt gek, ik was 15 jaar (in mijn Rode Kruispas 18), en je ging gewoon door met het bergen. Maar bij bezoek aan een ereveld geef ik altijd hormat aan de onbekenden, zij krijgen nooit bezoek. Ik vraag mij af, hoeveel mensen met vakantie in Indonesië naar een ereveld gaan? De bezoekerslijst op Kembang Kuning ziet er niet zo geweldig uit! Terwijl de erevelden in Indonesië er zo goed verzorgd bij liggen. In Nederland bestaan ze niet eens, hier kan er ook geen bersiapbankje van af.
“worden de kruisen geregeld vernieuwd” Ja, het ziet er piekfijn uit. Vroeger stond er ‘Soerabaja’ op, tegenwoordig ‘Surabaya’. Politiek correct.
@daems; ‘…and smoke it’ -Dus zonder enig motief/oorzaak etc. werden in koele bloede mensen afgeslacht, gejingjangt etc. Zomaar, uit blinde haat?
In de Japanse tijd waren de Indischen, vijandig gemeden, vogelvrij…echter links gelaten.
Van waar dan die plotselinge haat?
Typo: “Radio Pemberontak”
Sutomo became famous by setting up Radio Pembarontakan (Radio Rebellion), which promoted unity and fighting spirit among the Indonesian pemuda (youth). Battle Of Surabaya and race-based execution of civilians “Hey British soldiers! As long as the Indonesian bulls, the youth of Indonesia, have red blood that can make a piece of white cloth, red and white, we will never surrender. Friends, fellow fighters, especially the youth of Indonesia, we will fight on, we will expel the colonialists from our Indonesian land that we love… Long have we suffered, been exploited, trampled on. Now is the time for us to seize our independence.
Our slogan:
FREEDOM OR DEATH. ALLAH IS GREAT… ALLAH IS GREAT… ALLAH IS GREAT.. FREEDOM!”
Bung Tomo’s speech, 9 November 1945 During the Japanese occupation, Sutomo was chosen in 1944 as a member of the Japanese-sponsored Gerakan Rakyat Baru (New People’s Movement). During the early stages of the Indonesian National Revolution he played a central role when Surabaya came under British attack. Although the Surabaya city was lost to the British, the battle served to galvanise Indonesian and international opinion in support of the independence cause. Sutomo spurred thousands of Indonesians to action with his distinctive, emotional speaking-style of his radio broadcasts.
His “clear, burning eyes, that penetrating, slightly nasal voice, or that hair-raising oratorical style that second only to Sukarno’s in its emotional power”.During the Bersiap perod, Sutomo encouraged atrocities against Indonesians of mixed European–Asian ancestry and personally supervised the summary executions of hundreds of civilians.
An archived eye witness testimony of the events of 22 October 1945 states: “Before each execution Sutomo mockingly asked the crowd what should be done with this “Musuh (enemy) of the people”. The crowd yelled “Bunuh!” (kill!) after which the executioner named Rustam decapitated the victim with one stroke of his sword. The victim was then left to the bloodthirst of boys 10, 11 and 12 years old. …[who] further mutilated the body.” “Women were tied to the tree in the back yard and pierced through the genitals with “bambu runcing” (bamboo spears) until they died.”
Volgens de artikel van News Liputan 6 :
Di masa itu, mengundurkan diri bukan perkara sepele. Bung Tomo sempat mau ‘dihabisi’ rekan-rekannya di PRI karena dianggap memecah-belah rakyat.
“Vrije vertaling : Bung Tomo werd zelfs opgepakt door zijn ” collega’s/vrienden ” van de P.R.I.
Het is een oude kueh verhaal .
==============================
De wereldberoemde foto (langhaar , priemende ogen etc , was opgenomen NIET Tijdens de Surabaya slag.
De bewuste/beruchte toespraak , gericht aan de Engelsen kan men zo PLUKKEN uit Internet( You-tube).
Dat was gericht aan alle toegestroomde barisan/laskars uit de regio Surabaya , in opdracht of met medeweten van de Moslim geestelijken.
(ook oude kueh verhaal).
@Surya; Graag een samenvatting. Uit enkele woorden begreep/ maak ik vooral op; zijn op roep aan de jeugd van alle streken/gebieden van Indonesië.
De oproep van Bung Tomo was in het algemeen gericht aan alle rakjat djelata( oude spelling) , de gewone/kleine man(indonesier) van Indonesia.
En in het bijzonder aan de toegestroomde potentiele vechters uit alle streken rondom Surabaya .
Ik dacht dat de Masjumi leiders (overkoepelende organisatie van Moslim partijen ) ALLE Moslim hadden opgeroepen om te strijden( letterlijk) tegen de Engelsen die hun land (Surabaya-Indonesia) had aangevallen.
Dus een gewapende JIHAD strijd tegen de bezetters .
Een bijna vergelijkbare oproep zoals de JIHAD in de huidige midden oosten ( Syrie-Irak-Libie etc).
Uiteraard moet men de extreme excessen niet meerekenen, want dan zie je gewoon dat er misdaden zijn begaan tegen burgersbevolking/cultuurerfgoed etc.
Hun landen ( Islam gebied) werd door het Westen aangevallen, dus alle Moslim uit de hele wereld werd opgeroepen om mee te vechten.
Daar komen vele Moslim uit alle hoeken van de wereld , soms ook verkeerd ingelichte Moslims, soms foute Moslims.
Bij de toegestroomde strijders in Surbaya zullen ook KWAADWILLIGEN MEELIFTEN en gekke dingen doen.
De felheid tijdens de gevechten tussen een meute praktisch met weinig gevechtservaring
tegen de bijna 25.000 (????) vermoeide en maar wel geharde Britse Indiers met 2de W.O gevechtservaringen is een schoolvoorbeeld.
Het is toch mission impossible om een paar weken lang te vechten tegen zo’n superieure tegenstander met minimaal 6000 doden .(of meer)
In een krantenknipsel vond ik het bericht uit de Indische Courant te Soerabaja, gedateerd 22 juni 1948. Neem me niet kwalijk als de tekst bijna onleesbaar is en ik improviseer.
~ Massa-graven in de residentie Malang.
Naar wij vernemen heeft het centraal Bureau Gravendienst Soerabaja op aanwijzing van de Opsporing Dienst Overledenen (ODO) in de dessa’s Toempang Watesbeloeng, Ngadiredjo, Poetoek en Petjokoesomo de stoffelijke overschotten van de onderstaande personen opgegraven.
Mevr. Scherius, mevr. Goossens, zoon Goossens, mevr. Wetzel Catherinus, mevr. Schreuder- Hughan, twee zoons en een dochter schreuder, Louis J. Schipper, phine Schipper-Heyligers, Th. Hughan, een slachoffer (opgegraven van de Mohammedaanse begraafplaats Toempang), mevr. Moorman, Ciany Moorman, onbekende jongedame,(afkomstig Watesbaloeng)., mevr. Deuning- Anthonius, mevr. A.M. van Noort, R. van Noort, Johanna Felicina van Noort, M. Engelenburg-de quillettes, Johanna Engelenburg, Eveline Engelenburg, Benita Engelenburg, Richard Engelenburg, Irene Engelenburg, mej. A.G.A. von Kriegenbergh, mevr. A.D.A. von Kriegenbergh,
mej. L.von Kriegenbergh.
De rest komt hierna. Even pause.
… mevr. J.A. Coenen-Kampen, Rudy Leendert Coenen, mevr. van Haasen-v.d. Dungen Belle, twee kinderen van Haasen, mevr. Winter-v.d. Dungen , onbekend kind, mevr. L. v.d. Werff-v.d. Dungen Belle, P.L. v.d. Werff, A. v.d. Werff, mevr. S.J. n. Rossum- geb. Johanna Tio (Chinese).
De stoffelijke overschotten van bovengenoemde slachtoffers zijn opgebaard in het Kantoor van de Gravendienst, Palmenlaan 48, Soerabaja.
Zij, die omtrent deze slachtoffers enige inlichtingen kunnen geven worden verzocht zich aan bovenstaand adres te vervoegen, ter vaststelling van de door de nabestaanden eventuele gewenste datum van herbegrafenis op het Ere-veld Kembang Koening.
Mevrouw Van Haasen-v,d. Dungen Bille (niet Belle) heb ik gevonden op:
https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/56717/francine-van-haasen-van-den-dungen-bille
Francine (Sien), echtgenote van Louis Max van Haasen, werd slechts 45 jaar. Haar grafnummer is A 211
HMvRandwijk in Vrij Nederland 26/7’47 ‘Er was in Nederland een grote groep, die geen enkel verstandshouding met de Republiek wenste. Een groep voor wie bedachtzaamheid, vriendschap, begrip als die van Republikeinse zijde werd getoond( Indonesisch manifest 1945?), geen reden tot verheugenis, maar een belemmering en een gevaar betekenden, omdat het hun niet om een goede verstandhouding tussen twee vrije volken te doen was, maar om een herstel van de Nederlandse overmacht.
http://www.theguardian.com/world/2016/jan/26/angela-merkel-opens-holocaust-art-show-with-warning-on-anti-semitism
Zou er in Nederland ook zo’n show van Jappenkamp-, Burma Spoor- en Bersiap- kunst geopend worden, weliswaar zonder waarschuwing?
Het verhaal van dhr Atmadja klinkt wel leuk maar is wel in nevelen gehuld.
Dat er sprake was van een Jihad lijkt mij wel overdreven of dhr Atmadja heeft wel een bijzondere vertaling van de Jihad, welke vraag ik me af . Ik kan mij moeilijk voorstellen dat de Engelsen, al roepend Gott mit Uns, als een soort bedreiging voor de Islam dus als een soort Kruisridders Surabya aanvielen en dat daarop als antwoord de Jihad werd uitgeroepen. Ik heb dat bij mijn schriftgeleerde gevraagd, die weet wel wat van de islam en die begreep het ook niet
Over de moorden in Surabaya en wel in die beroemde societeit, waarbij dhr Oetomo aanwezig was heb ik al wat opmerkingen gemaakt zoals:
Waarom werden niet alleen Nederlanders maar ook Indonesiers vermoord?
De slachtoffers werden welhaast ritueel vermoord. De beul gebruikte het zwaard , vrouwen werden door steekwapens in de onderbuik doodgestoken, anderen werden in stukken gehakt. Waarom op deze speciale manier?
Ik kan mij nog van de Teekenpatrouille herinneren dat de gedode Nederlandse Mariniers de ogen werden uitgestoken, terwijl hun Chinese gids in stukken werden gehakt. Die aparte behandeling schreeuwt om een verklaring
Ook werden Chinezen in de Bersiaptijd vermoord, de oproep aan de Moslims dat indonesie door het westen werd aangevallen , dus dat Westerlingen vermoord dienen te worden snijdt geen hout.
Er werd dus niet lukraak gemoord en als er werd gemoord gebeurde dat op een speciale wijze zoals ik heb aangegeven. Daarop wel ik wel antwoord
Om dan te praten over Extreme Excessen , neem ik met een verwijzing naar de gedocumenteerde Excessennota maar niet serieus. Extreme Excessen zijn naar mijn weten niet in Indonesië onderzocht noch vervolgd.
Er wordt wel veel verteld maar niks verklaard en dan kunnen we zo toch lekker door gaan. Dhr Atmadja beweert dat dit op het internet te vinden is, dan wel is ouwe koe,danwel hij doet een beroep op niet met name genoemd familieleden maar dat verklaart dus niks
Het gaat erom inzicht te verschaffen over de Bersiaptijd
Wat betreft onderzoek naar excessen zie het NIOD-blog “Nederland en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd” van 13 augustus 2015 staat geschreven:
(LINK: http://www.niod.knaw.nl/nl/nieuws/niod-blog-nederland-en-de-indonesische-onafhankelijkheidsstrijd)
“In een nog nauwelijks publiekelijk opgemerkt boek geredigeerd door Bart Luttikhuis en Dirk Moses, Colonial counterinsurgency and mass violence (2014), plaatsen achttien Nederlandse en buitenlandse auteurs het conflict in een koloniale en internationale context. Een bijdrage, van de Zwitserse historicus Rémy Limpach, vraagt bijzondere aandacht. Als opmaat naar zijn binnenkort in Bern te verdedigen proefschrift vormt dit het tot dusver meest systematische en uitgebreide historisch onderzoek naar het Nederlandse militaire geweld. Bij het KITLV wordt gewerkt aan onderzoek en publicaties die meer inzicht gaan bieden; aan de universiteiten zijn studenten actief met het onderwerp bezig; het NIOD draagt zijn steentje bij in begeleiding en advies. Documentairemakers, onder wie ook Indonesiërs, leveren een essentiële bijdrage, zoals de Indonesische kunstenaar en publicist FX Harsono, die een documentaire maakt over herdenkingsmonumenten voor Indonesiërs van Chinese afkomst, slachtoffers van massamoorden gepleegd door Indonesische milities.”
Het boek van Luttikhuis en Moses (Routledge, 2014) kost $150! Gelukkig is het gebasserd op een speciale uitgave van de Journal of Genocide Research, waarin ook een artikel van deze auteurs. Zij schrijven: “Soldiers entering the violent conflict, including those coming from a background of armed resistance against the German occupier in the Netherlands, could be socialized to regard ‘excessive’ violence as normal and acceptable.”
“Could be socialized”, d.w.z. gewend doen raken aan het geweld. J. Hueting, die al in december 1969 hierover geinterviewed werd door de Volkskrant, geeft er een voorbeeld van:
http://www.npogeschiedenis.nl/andere-tijden/afleveringen/2001-2002/De-excessennota.html
Ik dacht maar weet dat niet zeker dat Cribb (hij is pas geleden door de Haagse Rechtbank verzocht onderzoek te doen naar de mishandeling van een Indonesier (elektroden aan zijn kloten) tijdens de koloniale oorlog) en W.H. Frederick (zie The Indo Project) onderzoek hebben gedaan naar het indonesisch geweld tijdens de Bersiap. Daarbij wordt het koloniale geweld (Atjeh-oorlog etc en het optreden van het KNIL in Indië als één van de oorzaken genoemd van het opgekropte woede van de Indonesiers dat zijn uitlaatklep vond in de Bersiap, deels gericht op Nederlanders. Ik herhaal één van de oorzaken.
Wat mij opvalt bij het Militair geweld van de KL en de KNIL, dat legereenheden volslagen doorsloegen in excessen en later structureel geweld op alle bevelniveaus tot aan generaal Spoor toe. Geweld als militaire noodzaak is een geaccepteerde norm, dus socialized maar geweld tegen onschuldige burgers is toch wat anders dan socialized and acceptable. dat acceptable is dus structureel en dan heeft de KL/KNIL dus de politiek een probleem. Daaruit spreekt voor mij meer de Herrenmentaliteit, het superieure ras uit en dan hebben we een probleem.
“Soldiers entering the violent conflict, including those coming from a background of armed resistance against the German occupier in the Netherlands, could be socialized to regard ‘excessive’ violence as normal and acceptable.” “Could be socialized”, d.w.z. gewend doen raken aan het geweld…..
Dit lijkt een Oorzaak-en-Gevolg opmerking, klinkt best aannemelijk maar is die bewering ook waar……geverifieerd? Ik neem aan dat men bij de Nederlandse soldaten, die niet uit militaire noodzaak (een verschoningsgrond in het Militair Tuchtrecht) onschuldige burgers hebben gedood, gekeken is of zij in WO2 verzet tegen de Duitsers hebben gepleegd. Dat kan men statistisch vastleggen en als dat ook nog een positief correleert (statistiek hè) dan kan men best zeggen dat de bewering klopt. Wetende dat ex WaffenSSers (per definitie gewelddadig danwel gewend aan excessief geweld) in Indië in de koloniale oorlog hebben gediend, kan gekeken worden of deze misdadigers bij Excessen betrokken waren, zodat de bewering bevestigd danwel verworpen kan worden.
De bewering kan ook van toepassing zijn op de Indonesiers die in de Bersiap Nederlanders, Chinezen en Indonesiers hebben vermoord. Bij de Indonesiers dient gekeken te worden of het gewelddadig optreden samenhangt met de gewelddadige koloniale Nederlandse politiek (Indië was welhaast een politiestaat) of dat de oorzaak bij de Japanners lag. Een ander mogelijkheid is dat Nederlanders zowel als Japanners de oorzaak/aanleiding c.q. causaliteit/correlatie van het Indonesisch geweld zijn. Aan alles went men.
citaat dhr Mertens :….‘ca.2000 weigeraars, dat is toch niet veel’ – Evenveel als in onze tijd-jr.’50-’90?… Met statistieken dient opgepast te worden. ik herinner me een verhaal van 3 broers die voor hun nummer naar Indie werden gestuurd. Eèn broer weigerde maar de oudste broer met behulp van de kapitein kon hem met veel overtuiging toch overhalen naar Indie te gaan . ik weet niet of in die tijd de wet op gewetensbezwaarden bestond. De jongste broer vond in Indië de dood. U kan zich indenken dat de oudste broer daarover nog steeds hartzeer heeft, hij vond zichzelf verantwoordelijk aan de dood van zijn broertje. Ik kan mij indenken dat officieren e.d.veel dienstweigeraars met veel overtuiging alsnog overhaalden alsnog naar Indie te gaan, de cijfers over dienstweigeraars zijn wellicht aan inflatie onderhevig.
Dienstweigering was op basis van bestaand wetgeving een overtreding/misdaad, hoe U het keert of draait met de wetenschap van nu. Het dient bestraft te worden. Ik denk dat de woorden dat “Nederland aan de verkeerde van de geschiedenis stond” wel een morele genoegdoening geeft.
Om een ander voorbeeld te noemen van de toepassing van de regels zijn die drie Mariniers die een dienstbevel weigerden om een schootsveld vrij te maken daarbij een kampong met de grond gelijk maakten. Alhoewel bij de rechtzaak om eerherstel hun advocaat, ik dacht Mr. Zegveld, tot aan de Hooge Raad aanvoerde dat er geen militaire noodzaak was, werden zij toch veroordeeld vanwege het weigeren van een dienstbevel. Zij zijn daarvoor nooit gerehabiliteerd.
Vonnissen dien je te respecteren en ook de advocaten die erbij betrokken zijn wat wel vergeten wordt bij rechtzaken die over de koloniale oorlog gaan De advocate Zegveld trad hier wel op voor de ander kant.Maar dit terzijde.
@PetervandenBroek; citaat/opmerking is van hr.Somers. Mijn opmerking; ik kan niet geloven dat het evenveel was als in onze dienstplicht tijd; jr.’50-’80. Let op; het ging om dienstweigeraars, dus niet om uitstel van dienstplicht.
De archieven van de dienstplichtwet in het NA zijn nog niet gedigitaliseerd. Je kunt alleen tegen betaling afdrukken bestellen. Mijn ruwe schatting in de jaren 1946-1950 was gebaseerd op een oud getal uit 1919: 631. Vermenigvuldigd met 4 en naar beneden afgerond kwam ik dan op 2000.Hierbij moet je ook in aanmerking nemen dat het aantal dienstplichtigen in 1919 maar een kleine fractie is van de aantallen na de oorlog. (Zowel een leger in Nederland als een leger in Indië.) Het gaat natuurlijk niet om uitstel of broederdienst e.d., gewoon dienstweigering. Dat is overigens nog verdeeld in categorieën. De dienstweigeraars die ik op mijn werk ben tegengekomen deden vervangende dienstplicht. Daar hadden ze geen problemen mee, telde zelfs voor hun CV!
NPO en NPS gaan uit van 4.000 tot 6.000 dienstweigeraars voor Ned. Indie. ga je uit dat velen nog letterlijk op de valreep toch naar Indië werden overgehaald, dan is het werkelijk aantal een veelvoud van deze schatting.
Met ‘uitgaan van’ en ‘veelvoud van’, en ‘overhalen’, en ‘voor Indië’ kom je alleen tot gegoochel met nullen. De exacte aantallen liggen bij het NA. Het gaat om een leger in Nederland en een leger in Indië. Dat haal je uit die stukken: aanvraagformulieren, en afhandeling. Goed voor liefhebbers.
Wat goochelen met cijfers betreft : Dat cijfer van dhr Somers is wel gebaseerd op 1919 dat was toch in de tijd dat Nederland NEUTRAAL was, niet vergelijkbaar dus. Mijn cijfers heb ik daarentegen niet gecalculeerd maar ook niet uit de duim gezogen. De officier die verantwoordelijk was voor de dienstweigeraars deed er alles aan het % laag te houden, hij is er nog steeds trots op.
Als u exacte cijfers hebt uit het NA is iedereen tevreden. Ik had de laatste cijfers uit de digitalisering opgepikt. De andere cijfers zijn nog niet gedigitaliseerd, maar zijn er wel, kunnen ter plaatse worden geraadpleegd. Ik doe dat niet, heeft mijn interesse niet. Wat of een verantwoordelijke officier (wie) iets deed is niet zo interessant. Het gaat om het aantal aanvraagformulieren, de procedure/afhandeling en het resultaat.
@PetervandenBroek. ‘Iedereen aan boord’ was de instructie. Bij aankomst in Tandjoeng Priok werden de arrestanten overgebracht naar het eiland Onrust, waar zij nog 2 maanden moesten wachten tot ze voor de krijgsraad in Batavia moesten verschijnen. De aanklacht luidde; desertie in tijd van oorlog en de straffen varieerden van 3-4 maanden, met een 1 jaar proeftijd en aftrek van voorarrest. De truc was, dat ze dan op vrije voeten werden gesteld en opnieuw ingedeeld om dienst te doen. Zij hadden dus voor niets gedeserteerd(!), zij waren nu in Indonesië en moesten onmiddelijk in een ander onderdeel dienst doen. Het opsporen van deserteurs/ondergedoken gebeurde tot 1958!
(Uit Vrij Nederland 10/12-1983; Indië deserteurs)
Van het aantal dienstweigeraars werden 2630 veroordeeld door de krijgsraad . Nadat ze opgepakt waren zaten velen in het beRuchte Depot Nazending Schoonhoven. In NPO. archieven is na te lezen over de bedenkelijke Rol van de kolonel Sluyter en Luitenant van Kaam, best onderhoudende lieteratuur. Nederland zat aan de verkeerde kant van de Geschiedenis. De advocaat Zegveld heeft nog geprobeerd het vonnis te laten wijzigen maar rechters beoordelen de toepassing van regels, voor Rechtsherstel dienen de weigeraars bij de makers van de regels , dwz politici te zijn.
“maar rechters beoordelen de toepassing van regels” Dat verwacht ik ook van rechters. Zij hebben zich gewoon te houden aan de (dienstplicht/dienstweigering)wet. Niks zelf verzinnen of zielig doen! De dienstweigeraars die ik op mijn werk ben tegengekomen deden ook niet zielig.
“werden 2630 veroordeeld ” Over vier jaar?