By Lotte Akkerman, Kimberley Bootsma, and Bente de Leede
The writers of this article reflect on a public symposium held at the National Archives about the KITLV project Dutch Military Operations in Indonesia, 1945-1950. They explain that new information is not as elusive as commonly thought.
The goal of the symposium was to provide the general public with a glimpse behind the scenes of the project and to present what has been found in the archives so far. The presentations showed that information about these dark pages of Dutch history is not unavailable or deliberately hidden in the archive, as was suggested recently by De Correspondent. There is a lot to be found, if only you know where to look and, perhaps more importantly, how to look.
Where to look: an archive without walls
By now the National Archives have given public access to many military records from the period, including those that contain references to violence committed by Dutch troops in Indonesia. Harry Poeze showed that even a brief survey of records with limited access, such as the NEFIS Intelligence files, yields a lot of new information. As Nico van Horn rightly pointed out, this is not to say that all government sources are publicly available: some are restricted until 2046. While this is definitely a point of discussion, many sources are waiting to be studied. This was emphasized by Tom van den Berge, who encouraged the audience to visit the archives themselves.
How to look: the language of war
Scott Kannekens and Maarten Manse’s case studies about chaplains who smuggle weapons proved beyond a shadow of a doubt that the archives contain interesting stories. The majority of the material however, like situation reports of military actions, does not immediately appear to contain any information about violent or subversive acts. This does not mean that these sources are covering up war crimes, and are therefore useless for our research. It means that we could change how we look. Christiaan Harinck convincingly argued that we can detect acts of violence by critically scrutinizing and reflecting on military jargon, culture and customs. Examples include the euphemistic description of ‘being shot on the run’ (‘op de vlucht neergeschoten’), which often refers to the (illegitimate) execution of prisoners, and the usage of the term ‘put down’ (‘neerleggen’) for killing someone.
Cross-reference
Another innovative way of studying these sources was introduced by Lotte Akkerman. She showed how cross-referencing between different types of sources, for example military reports and ego-documents can provide useful information about specific acts of violence, the perspectives of soldiers and the reliability of formal records. Cross-referencing was also discussed at an earlier event where Bart Luttikhuis talked about his comparative research in Dutch sources in The Hague and Indonesian sources from the National Archives in Jakarta.
The presentations at this symposium clearly demonstrated that the National Archives are not hiding documents. They are not, as Tom van den Berge poetically put it, an ocean of secrets. With careful research we should be able to find more. The information is there: we just need to dive deeper.
x
x
Dit artikel verscheen eerder op de website van het KITLV, 7 januari 2015.
Dark ages, but … black pages.
Men vraagt zich af, waarom is deze blog post niet in ’t Nederlands geschreven?
De Engelse term voor ‘put down’ wordt gebezigd bij af(dood)maken van huisdieren, zoals honden.
Tja, vroeger hadden we in deze tijd uitverkoop. Nu sale.
Waarom deze blog post niet in het Nederlands is geschreven? Tja, die vraag zouden we aan het KITLV moeten voorleggen. Voor zover ik weet wordt in het buitenland géén discussie gevoerd over doofpotten en bewust achtergehouden informatie bij het Nationaal Archief; hier wél. Een in het Nederlands gestelde post zou logischer zijn.
Waarom is deze blog niet vertaald naar het Nederlands?
Kijk, ook díe vraag had ik kunnen verwachten.
Ten eerste: Als ik interessante Engelstalige stukken tegenkom die ik graag in de Java Post wil publiceren, dan moet ik kiezen: wel of niet vertalen. Wil ik het goed doen, dan kost me dat tijd, soms zelfs veel tijd. Recent vertaalde ik bijvoorbeeld de stukken over de Zwarte Armada. Ach denk ik dan soms: veel, zo niet de meeste van mijn bezoekers zullen het Engels ook wel een beetje begrijpen.
Ten tweede: af en toe wordt me de vraag gesteld waarom de Java Post niet in het Engels is. Tja, dát gaat natuurlijk nog heel veel verder.
Conclusie: JP blijft een Nederlandstalig magazine, maar met af en toe een anderstalig uitstapje. Moet kunnen.
In het geval van dit specifieke artikel wil ik daar nog graag aan toevoegen: de opstellers zijn Nederlanders. Laat hén maar worstelen met deze vraag, maar laat mij er buiten. Don´t shoot the messenger 😉
PS, misschien dan toch nog een korte samenvatting in het Nederlands:
Het is flauwekul, zoals bijvoorbeeld kortgeleden in het online blad De correspondent werd gesuggereerd, te veronderstellen dat het Nationaal Archief, op last van de overheid, belastende stukken over Nederlands’ optreden tijdens periode 45-50 bewust niet laat bestuderen. Er liggen kilometers materiaal die nog moeten worden onderzocht, en die ook mógen worden onderzocht. Makkelijk is dat niet, want je moet niet alleen weten wáár te zoeken, maar ook hoe te lezen.
Was getekend: drie junior onderzoekers van het KITLV, die op dit moment misschien wel zitten te zweten in het archief. Laten we hen aanmoedigen in plaats van te bekritiseren. Niet zij bepalen de taal van het KITLV-blog, waarvan dit artikel is gekopieerd, maar de directie van het KITLV. En misschien is het wel niet de directie van het KITLV, maar het bestuur van de KNAW.
Je kunt het op den vingers natellen dat in het verleden overheidsdienaren papieren ed hebben verduisterd… of filmpjes overbelicht . Ken ook.
(bijv onlangs de MH17-affaire rond George Maat, de wilhelminabrieven)
Een hap overheidsdossiers in het NA ( of ander archief) zijn niet of beperkt openbaar.
Dat is zeker wel “verbergen” te noemen.
Desalniettemin kan men heus wat opdiepen bij het NA uit de archieven.
Vooral dooooorgaan.
Er ligt nog zoveel op de planken om te bestuderen, nav. het verzoek van onze historisch instituten. En nou blijkt het een ‘oceaan van gegevens te zijn’ die on/bewust zijn overgeslagen?
In het Engels? Voer voor onze ‘witwassers van ons verleden’?
Ik denk niet dat er een complot gaande is. In de archieven liggen behalve de ‘Indische’ stukken nog veel meer andere bronnen te wachten, minstens zo interessant. Het wachten is gewoon op belangstelling vanuit de Indische gemeenschap. Tijdens mijn promotie-onderzoek over een aspect van de VOC kwam ik ook oog in oog te staan met honderden meters niet bestudeerd VOC-archief, en dat alleen nog maar in Den Haag. Ook in Afrika en Azië liggen nog ongelezen kilometers. Dissertatie-onderzoek kost de samenleving heel weinig, maar komt nauwelijks voor, voor de rest kost het belastinggeld wat ook nog aan andere zaken moet worden besteed. Maar er is nog meer waar vanuit de Indische gemeenschap geen belangstelling voor is. Beschrijvingen van bestudeerde bronnen bijvoorbeeld. Als ik mij beperk tot een klein stukje VOC, wie uit die Indische gemeenschap heeft in de KB wel eens gegrasduind in bijvoorbeeld “Jan Pietersz. Coen, bescheiden omtrent zijn bedrijf in Indië, KITLV, zeven(!) delen”. En de recente uitmuntende biografie van JPC van Van Goor ligt slecht verkoopbaar in een enkele winkel. Pieter van Dam’s Beschryvinge van de Oostindische Compagnie, ook zeven delen? Het Corpus Diplomaticum, (KITLV), zes delen? En dat is maar een heel beperkt stukje VOC waar ik nog niet eens de Engelstalige publicaties heb genoemd. En meer recent, waar is de belangstelling voor de Grondwet van 1922 en de Indische Staatsregeling van 1925? Dat waren toch de staatkundige randvoorwaarden van onze Indische samenleving? Wel veel Indische kookboeken! Als er zo weinig belangstelling is voor onze Indische geschiedenis, wie wil er dan belastinggeld aan uitgeven? En de ‘Indische’ promovendi voor dit soort zaken zijn ook zeldzaam!
Helemaal mee eens, Jan!
Het KITLV schrijft altijd alles in the Engels. Nieuws, uitnodigingen, etc.
Gelukkig zijn praktisch alle bronnen in het NA en de publicaties van het KITLV betreffende Indië-Indonesië in het Nederlands. De Engelse rage is misschien mede een gevolg van de link met de universiteit. Net zoals in Delft moet alles in het (neerlando)Engels, zelfs de namen van de faculteiten. Mij werd aangeraden mijn dissertatie ook in het Engels te schrijven, heb ik geweigerd. Als ze zich aangesproken voelen door de Engelse (en Indonesische) samenvatting, dan piepen ze wel. Maar met dat Engels worden natuurlijk ok veel buitenlandse geïnteresseerden bereikt. Indonesische studenten? Laat ze maar komen!
‘Gelukkig zijn praktisch alle bronnen .. en de publicaties van het KITLV betreffende Indië-Indonesie in het Nederlands’.
Die heb ik nog nooit gezien, gelezen of gekregen en ik ben toch sinds tientallen jaren lid van het KITLV..ALLES is in het Engels. Of nu over Indië-Indonesie of over andere koloniale gebieden.
Wat bedoelt u met ‘Indonesische studenten? Laat ze maar komen!’
“Wat bedoelt u met Indonesische studenten?” Er bestaat nog steeds TANAP, Towards a New Age of Partnership. A Dutch-Asian-South African Historical Research Project. Heel lang geleden (2002?) begonnen met bijvoorbeeld het Indonesische studenten leren lezen van oude Nederlandstalige geschriften. De meeste Nederlanders kunnen dat niet eens! Toevallig heb ik hier nog het visitekaartje liggen van Usak Soleiman, Ph.D Candidate. Dat waren interessante contacten.
“ALLES is in het Engels” Toevallig heb ik op 9 januari j.l. hierboven twee belangrijke uitgaven van het KITLV genoemd. Toevallig bij mij bekend omdat ik dat heb gebruikt. Ik kan u zo tientallen andere Nederlandstalige uitgaven van het KITLV noemen. Maar die kunt u ook vinden in de literatuurlijsten bij mijn dissertatie en daarna uitgegeven boek over staatkundige ontwikkelingen.
En de ‘Indische’ promovendi voor dit soort zaken zijn ook zeldzaam!
===============================================
Wie weet komt er een verdwaalde Indonesische promovendi , zoals die Menir Wahid .uit Yogyakarta (UGM).
Hij werd een tijdje geleden naar voren geschoven als “Neerlands hoop” , toen hij na zijn doctorstudie (over belasting op Java ?) ook interesse toont over bersiap periode .
Hoop dat er nog andere zwaluwen zullen volgen.
Een paar jaren geleden ging ik vaak naar de KIT en daarna inkopen doen bij Dappermarkt ,waar ik jarenlang lid ben, naast de gratis lidmaatschap van de N.A en K.B in Den Haag.
Ben ik hoogstens 2x geweest, de afstand en tijd is te veel, zeker toen ik wegens gezondheidsredenen niet meer auto kan rijden.
Geldt ook voor mijn droom om bij de ANRI in Jakarta rond te neuzen na mijn AOW, jammer dat het niet meer kan .
http://www.sejarah-nusantara.anri.go.id/weblinks/
Probleem is dat geschiedenis nog steeds geen geen populaire vak is , daar kan men geen “fatsoenlijke” portie rijst verdienen voor je gezin.
Als je mazzel hebt kan je misschien een S3 (Ph.d) titel halen in Nederland , en dan hopen dat de regering in Jakarta of je Universiteit voldoende budget kan vrijmaken .
Neemt u mij niet kwalijk meneer Somers. Het kan best zijn dat ik me vergis en in dat geval hiermede mijn oprechte verontschuldigingen. Maar het maakt bij mij de indruk dat u bij elke gelegenheid, te pas of te onpas, op dit blog reclame voor uw boek maakt.
Nedserlands of Engels bij het KITLV, wat doet het ertoe. Ik maak deze ervaringen en u andere.
En dat was het.
” op dit blog reclame voor uw boek maakt.” Ik hoef geen reclame te maken, ik hoef er niets aan te verdienen, we hebben genoeg aan ons pensioen. Dat kon ook niet, met behulp van Het Gebaar had Walburg Pers een sluitende begroting, en ik kreeg niets. Niet zo erg, als je iets van een onderwerp af wilt weten moet je er een boek over schrijven. Naast het monnikenwerk een hoop plezier! Ik ben een historische laatbloeier, naast mijn dissertatie slechts één boek. In mijn reacties haal ik hier veel stukjes uit (er is dus al zoveel geschreven over Indische geschiedenis). Het is een bronvermelding. Met in die bron een grote literatuurlijst. Voor als geïnteresseerden iets meer achtergrond willen weten. Tja, en als je vaak reageert kan het inderdaad lijken op te pas en te onpas. Eigenlijk valt het nog wel mee vind ik. Ik ben te lui om alles weer opnieuw te verzinnen. Bijna alles wat ik hier schrijf gaat met de zegeningen van de tekstverwerker: selecteren, kopiëren, plakken. Zelfplagiaat! Dan moet er een paar keer een bronvermelding wel bij dacht ik. Academische eerlijkheid.