Indisch Amsterdam

Het mag misschien niet die naam hebben, Amsterdam is wel degelijke een ‘Indische’ stad. Amsterdammer en Indischman Peter Schumacher (Oost-Borneo, 1933) nodigt ons uit voor een wandeling om te laten zien wat van dat ‘Indische’ is overgebleven.

Door Peter Schumacher

Amsterdam is veel minder een ‘Indische stad’ dan Den Haag. Toch hebben de statistieken uitgewezen dat zich na de Tweede Wereldoorlog misschien wel méér Indische mensen in Amsterdam zijn terechtgekomen dan in welke andere stad dan ook. Juist in de tijd dat het gemeentebestuur van Amsterdam had besloten de stad naar het Westen flink uit te breiden, wij schrijven begin jaren ’50, arriveerden er jaarlijks tienduizenden zogeheten repatrianten uit Indonesië.

Aankomst Indonesische immigranten op Centraal Station, Amsterdam, ca. 1962 (foto: R.W. Wettstein)

Aankomst Indonesische immigranten op Centraal Station, Amsterdam, ca. 1962 (foto: R.W. Wettstein)

Ook op het hoogtepunt van die influx hebben deze Indo-europeanen echter in geen enkele Amsterdamse wijk of straat een meerderheid gevormd. Naast meer bruin op straat verrezen er al snel de eerste toko’s en Indische restaurants. Een oplettende bezoeker kan er hier en daar nog wat sporen van terugvinden. Een hele bekende ‘Indische jongen’ die er met zijn gezin acht jaar heeft gewoond was de schrijver en journalist Tjalie Robinson.   

Indisch West was voor Amsterdam niet de eerste naoorlogse ervaring met Indië.  Dat was in 1946 al de Indische HBS in de Karel du Jardinstraat in De Pijp, nu de 6de Montessori Basisschool  De Scholekster. Voor Indische kinderen die tijdens de Japanse bezetting meer dan drie jaar onderwijs hadden moeten missen werden in deze zogeheten overbruggingsschool bijgespijkerd.

Van Heutsz vormde een te zwarte bladzijde

Eveneens in Amsterdam-Zuid, aan het einde van de Apollolaan aan het Olympiaplein stond het in 1935 door koningin Wilhelmina ingewijde Van Heutsz-monument ter meerdere glorie van een generaal en later zelfs gouverneur-generaal van Nederlands-Indië  J.B. van Heutsz.

Toen, inmiddels 80 jaar geleden, was deze generaal al controversieel vanwege zijn keiharde onderdrukking van Aceh (vroeger Atjeh). Vooral socialisten en communisten vonden het schandalig dat deze man een dergelijk eerbetoon kreeg.  Ruim 20 jaar na de oorlog was het weer raak. In 1967 pleegden provo’s een bomaanslag op het beeld, maar pas in de jaren negentig ontbrandde een serieuze discussie over een mogelijke af­braak of verbouwing met een andere naam. Het werd het laatste, uitgevoerd door de kunstenaar Jan Kleingeld.

Onthulling oorspronkelijke Van Heutsz-monument door koningin Wilhelmina, 1935.

Onthulling oorspronkelijke Van Heutsz-monument door koningin Wilhelmina, 1935.

Sinds een kleine tien jaar heet het nu officieel Monument Indië-Nederland 1596-1945-1949. Op een tekstbord beargumenteert de deelraad Zuid de verwijdering van Van Heutsz als volgt: “Omdat hij [Van Heutsz] als ‘pacificator’ van Atjeh door velen ook verantwoordelijk wordt gesteld voor een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis in Atjeh , besloot de stadsdeelraad Oud-Zuid in 2001 het bouwwerk van G. Friedhof en beeldhouwer T.J. van Halle een andere naam en betekenis te geven.” Verder betoogt het stadsdeel dat het monument ons moet herinneren aan de Nederlandse aan­wezigheid in de Indische Archipel. Een tijdvak dat begon met de aankomst van Cornelis de Houtman in 1596 en eindigde met de soevereiniteitsoverdracht van Nederlands-indië aan de Verenigde Staten van Indonesië in 1949. Met het vermelden van het jaartal 1945 wordt de Proklamasi van Soekarno in 1945 erkend. De prachtige Indische reliëfs van beeldhouwer Frits van Hall zijn gebleven. Toegevoegd is een aantal gele bakstenen zuilen met jaartallen en afbeeldingen van onder meer een vulkaan, een haven en een koffieplukster. Het opvallendst is een tekening die verwijst naar de vrijheids­strijd met de leus: AWAS Moeslihat Moesoeh, wat zoveel betekent als ‘Pas op voor vijandelijke misleiding’.

Detail monument Indië-Nederland

Detail monument Indië-Nederland

Terwijl over deze koloniale erfenis uitgebreid onderhandeld werd explodeerde er een andere op een paar honderd meter daar vandaan: in de Brachthuyzerstraat bezetten Molukkers in december 1975 het Indonesische consulaat, gelijk met de kaping van een trein bij Wijster. Een Indo­nesische medewerker sprong uit angst uit het raam en vond daarbij de dood. De tweede dag voerden de Zuid-Molukse gijzelnemers de druk op door op het balkonnetje onderwijzer Saka Datuk met de dood te bedreigen. Nog steeds zit hier een Indonesisch handels­kantoor, dagelijks wappert er de nationale rood-witte vlag.

Westerling

Zo’n 25 jaar eerder waren, nog steeds in Zuid,  een paar honderd mensen, voor een groot deel Indische jongeren, aanwezig in het Concertgebouw om morele steun te verlenen aan hun held ex-kapitein Raymond Westerling, die in Singapore door de Britten gevangen was gezet. Hij had eerder dat jaar 1950 een mislukte poging gedaan  de regering van Soekarno omver te werpen en had daarna met behulp van Nederland het land weten te verlaten, maar in Singapore pakten de Britten hem op en zetten hem vast. Ik zat midden in de zaal met een groep Indische vrienden toen een van de sprekers van die avond verontwaardigd riep dat Westerling geheel ten onrecht was beschuldigd in Celebes 40.000 mensen te hebben afgeslacht. Naast mij riepen mijn vrienden ‘jammer niet meer! ‘ Daar werden aanwezige communisten weer vreselijk kwaad over en de zaak leek in een grote vechtpartij te eindigen. Waarop de politie de zaal ontruimde.  Koos Vorrink van de PvdA spuugde de volgende dag in Het Vrije Volk (door een rode bril) nog eens flink vuur over die uiterst schaamteloos  jammer- niet- meer-schreeuw.  Westerling vestigde zich met vrouw en dochter in de jaren ’70 in Amsterdam met een Indisch boekenantiquariaat.

Indonesisch verzet

Tijdens de Duitse bezetting  runde in de Van Eeghenlaan de Molukse ‘tante’ Marie Reawaruw een pension, vanwaar tijdens de oorlog Indonesische studenten verzetsdaden pleegden, zoals het vervoeren van Joodse kinderen naar onderduikadressen. Afgelopen 4 mei was hier nog een door schrijver Herman Keppy georganiseerde herdenkingsbijeenkomst om alle Indonesische, Molukse en Indi­sche verzetsmensen te eren. Naar één van hen, de door de Duitsers gefusilleerde Irawan Soedjono, is in de wijk Osdorp een straat genoemd. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verblijft er een kleine groep Indonesiërs in Nederland, in totaal misschien 800 mensen. Dat feit is nauwelijks bekend bij het grote publiek.

De actieve vereniging van Indonesiërs Perhimpunan Indonesia (PI) had eind jaren dertig een oproep verspreid om zich als Indonesiër tegen het opkomende fascisme te keren. Toen de bezetting een feit was, gingen bijna alle leden van PI in het verzet, dat werd geleid vanuit Amsterdam. Het ging om zo’n 80 mensen die zich voornamelijk bezig hielden met zaken als Engelandvaart, overvallen op distributiekantoren, persoonsbewijzen vervalsen, koeriersdiensten en de, illegale pers. Tot de verzetsmensen in Amsterdam behoorden ondermeer Setiadjit. Hij was de leider van de PI, die vanuit de Jordaan opereerde. Verder waren daar nog Slamat Faiman die hielp bij de onderduik van Joodse kinderen en Evy Poetiray die koerierster was voor de illegale pers. Inmiddels 93, woont zij nog steeds in Indonesië.

Vermoedelijk heeft mevr. Poetiray, voor ze in 1947 naar Indonesië terugkeerde net de opening van een expositie van jonge, vaak ook revolutionaire Indonesische schilders in het Amsterdamse Stedelijk Museum en het Haagse Gemeentemuseum gemist. Dat was een culturele sensatie, waar de kranten heel positief over schreven. Een aantal van hen, onder wie de Javaanse broers Augus en Otto Djaja, kwamen een paar jaar later in Amsterdam verder studeren op der Kunstacademie..

Wie ook vandaag nog eens museaal aan ons Indische verleden herinnerd wil worden is aangewezen op de zaal van de Javaanse Vorsten in het Rijksmuseum. Daar wordt ook de beroemde 19de eeuwse Indonesische schilder Raden Saleh geëerd.

Geldtempel aan de Vijzelstraat

Gebouw van De Bazel, Vijzelgracht

Gebouw van De Bazel, Vijzelgracht

Op nog geen kwartiertje lopen van het Museumplein ligt aan de Vijzelstraat het gebouw De Bazel. Hier is sinds een aantal jaren het Amsterdamse Gemeentearchief gevestigd, maar het werd ooit, bijna 100 jaar geleden, gebouwd door Karel de Bazel in opdracht van de Nederlandse Handelsmaatschappij die zakelijk helemaal was gericht op Nederlands-Indië.

Voor De Bazel was het gebouw zijn laatste grote opdracht. De bouw begon in 1920 en werd in 1926 opgeleverd. Drie jaar eerder was De Bazel overleden.

Als theosoof en vrijmetselaar had hij het gebouw vol gestopt met  mystieke, Indische en maçonnieke ideeën. Volgens de kunsthistoricus Marty Bax zou De Bazel vooral hebben gedacht aan de Boroboedoer, de beroemde Hindoese tempel in Midden- Java. “Alle ele­menten bij elkaar genomen”, schrijft Bax in zijn biografie van de architect, “wijzen erop dat De Bazel het gebouw van de NHM heeft vormgegeven als een ‘geldtempel’. Het belangrijkste cultuursymbool van Indië is de boeddhistische tempel Boroboe­doer. Wanneer men de bouwstructuur van deze tempel analyseert, ziet men die weerspiegeld in het NHM-Gebouw.” Door Indische mensen wordt ook wel een minder hoogdravende vergelijking gemaakt: de licht- en donkerbruine baksteenlaagjes geven het gebouw het aanzien van een spekkoek.

Coen, Daendels en Van Heutsz, op de gevel van het gebouw van De Bazel

Coen, Daendels en Van Heutsz, op de gevel van het gebouw van De Bazel

Aan weerszijden van de ingang waken mystieke, oosterse vrouwenfiguren en als eerbetoon aan de bedwingers en uitbaters van ons Indië staan hoog boven de straat drie martiale figuren: de voormalige Gouverneurs-Generaal Jan Pietersz. Coen, Herman Willem Daendels en Joannes Benedictus van Heutsz.  Zo heeft de eerder genoemde ‘de slachter van Atjeh’ toch nog een plaatsje in Amsterdam, maar dan toch wel op een plek waar bijna niemand hem ziet.

Met de neus gericht naar het gebouw is het wellicht de moeite waard om links de Keizersgracht op te lopen. Op nummer 493 is een galerie in een hoog en breed pand met in grote letters INDIË op de gevel. Het is een voormalig pakhuis (1859) van de toenma­lige Nederlandse Handel Maatschappij , die daar was gevestigd tot dat het nieuwe gebouw klaar was.  De Bazel kan overigens ook uitgebreid van binnen worden bewonderd. Men moet zich dan tevoren op te geven voor de rondleiding (alleen zondags).

Koloniaal Instituut

Op 9 oktober 1926 opende koningin Wilhelmina  het Koloniaal Instituut op de hoek van de Mauritskade en de Lineausstraat in Amsterdam Oost. Bij die inhuldiging sprak de Majesteit deze wens uit: “Moge het [instituut] tot in lengte van dagen tegenover landzaat en vreemdeling blijven getuigen dat deze landen en grote gewesten overzee, hoe zeer door wijde wateren gescheiden, in voor- en tegenspoed, in werken en sterven, één zijn en blijven.”  Weinigen zullen toen hebben beseft dat nog geen twintig jaar later tienduizenden jonge Indonesiërs schietend en moordend hun onafhankelijkheid opeisten, die drie jaar later ook kregen en weer een jaar later het Koloniaal Instituut was omgedoopt in Koninklijk Instituut voor de Tropen.  Daarmee verdween het koloniale aspect, maar bleven koloniale ornamenten en afbeeldingen het gebouw sieren.

Ingang Tropeninstituut, met het hoofd van J Pz Coen

Ingang Tropeninstituut, met het hoofd van J Pz Coen

Boven de toegang tot de marmeren hal aan de Mauritskade kijkt het gebeeldhouwde hoofd van Jan Pieterszoon Coen op de bezoeker neer. Voor meer beeldhouwwerk dat herinnert aan ons ‘prachtige en welvarend Insulinde’ hebben de bouwers de noordelijk pui uitgezocht. Daar bevindt zich ook de toegang tot het Tropenmuseum, waarvan de ingang ooit werd gesierd door het machtige hoofd van de legendarische botanicus Rumphius. Bij de laatste ingrijpende verbouwing van het gebouw, zo’n twintig jaar geleden, is Rumphius verwijderd en verbannen naar een mij onbekende plaats. Een herplaatsing in de Hortus Botanicus lijkt me de juiste plaats.

Gelukkig is er verder aan die noordelijk pui nog veel moois te zien, dat bij de bouw allemaal is bedacht en uitgevoerd door de zogeheten Commissie voor de Symboliek  De Haarlemse beeldhouwer J.I. Vreugde heeft in de commissie een belangrijke rol gespeeld.

Rubber tappen, zoals het NIET hoort

Rubber tappen, zoals het NIET hoort

De belangrijkste producten die Indië verbouwde en exporteerde werden in de vorm van reliëfs gesymboliseerd voorgesteld. Dat waren tabak, rijst, rubber en suikerriet.  Maar waren deze voorstellingen wel serieus naar het leven getekend?  Een Indische rubberplanter, die er in een tijdschrift een plaatje van had gezien, wond zich ontzettend op over de wijze waarop de beeldhouwer het rubbertappen had afgebeeld. Er klopte helemaal niets van..  In het archief van het KIT is zijn brief nog te vinden, waaruit ik de volgende bittere passage citeer: “Bedoeld museum is onder grote kosten opgericht, met als doel de natie te instrueren omtrent zaken welke tot verbreiding van kennis dezer gewesten kunnen dienen, en nu begint men reeds op de torens van het museum reliëfs aan te brengen die ten opzichte van dat doel als in het oog springend leugenachtig kunnen worden gekwalificeerd, terwijl ieder Indiëkenner dan natuurlijk ook bevreesd wordt wat betreft de verdere inhoud van het gebouw om de tuin te worden geleid.”

Of er andere “Indiëkenners”, dan wel geïnteresseerde voorbijgangers , bezwaren hebben geuit tegen een verkeerde voorstelling van zaken op de Indiëreliëfs is niet bekend. Wat wel opvalt is de erotisch/exotische  preoccupatie van de commissie met werkende vrouwen, die allemaal met blote borsten worden afgebeeld. In werkelijkheid kwam dit toen alleen nog maar voor op Bali. Binnen is ook nog van alles te zien. Op speciaal verzoek is een rondleiding mogelijk.

De Plantage

Meer naar het stadscentrum toe ligt de Plantagebuurt met rechts, komend van het KIT, de dierentuin Artis. Natuurlijk, tropische dieren genoeg, maar wat echt aan Indië herinnert is het Minangkabause huis, zoals er nog steeds op Sumatra worden gebouwd. En de prachtige Artis bibliotheek.

Meer tropische pracht, al meer dan drie eeuwen geleden aangevoerd door de VOC, vinden we in de Hortus Botanicus, met name in de tropenkas.  In diezelfde buurt aan de Plantage Kerklaan schuin tegenover Artis zit het Nederlandse Verzetsmuseum. Daar geen tropisch pracht of koloniale trots, maar de ellende in de Japanse kampen in de wat krappe, maar zeer informatieve Indische afdeling.

Vier maal J.P. Coen is wat veel

In de richting van de IJtunnel is het Scheepvaartmuseum, met veel verwijzingen naar de tijd van de VOC, inclusief in het water een replica van zo’n VOC-schip. Een veel recentere herinnering aan vaarverkeer met Indië vanuit Amsterdam is te zien op het Java eiland in het voormalige Oostelijke havengebied. Toen er zo’n kwart eeuw geleden een splinternieuwe woonwijk werd gebouwd kregen alle straten Indonesische namen omzoomd door de Javakade en de Sumatrakade, waar de Maatschappij Nederland zijn thuishaven had en er indertijd duizenden Indië- en verlofgangers zijn aangekomen of vertrokken, maar ook tropische producten werden uitgeladen.

Java Eiland, met zicht op de Veemkade

Java Eiland, met zicht op de Veemkade

Tegenover het Java Eiland, aan de Veemkade, treffen wij nogal onopvallend het Gamelanhuis, waar regelmatig Javaanse gamelanmuziekuitvoeringen worden gegeven.

Daar in de verre oosthoek van Amsterdam staat aan de Cruquiusweg het wereldvermaarde Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De afdeling Azië heeft een unieke verzameling materiaal.  Dr. Emile Schwidder, van Indo-Europese origine, – hij ging onlangs met pensioen –  heeft bij de samenstelling van de collectie een belangrijke rol gespeeld. In samenwerking met het Persmuseum, dat in hetzelfde gebouw is gevestigd, legt oud-directeur van dit museum, Angelie Sens, de laatste hand aan deel III van de Nederlandse pers in Nederlands-Indië/Indonesië 1942-1962.

Een relikwie uit de roemruchte VOC-tijd treffen wij in de Nieuwe Hoogstraat (ingang Kloveniersburgwal), als deel van de Universiteit van Amsterdam, het Oost Indisch Huis. Hier was ooit, in de 16de eeuw, het hoofdkwartier van de VOC gevestigd.

Terug naar de haven aan de Prins Hendrikkade met uitzicht op het Centraal Station ligt het Scheepvaarthuis, begin vorige eeuw opgericht om er de hoofdkantoren van zes Nederlandse rederijen te vestigen. Het enige ornament dat ons specifiek aan Indië herinnert is te zien aan de achterpui van het inmiddels tot hotel Amrath omgebouwde gebouw. We zien er J.P. Coen in steen afgebeeld die een enorme handelsvloot dirigeert naar Batavia, een naam die nog slechts met de grootste moeite links, van boven naar onder, valt te lezen. Vermoedelijk gemaakt door Hildo Krop. Die achterkant van het begin vorige eeuw geheel in Amsterdamse School stijl opgetrokken Scheepvaarthuis loopt de Buiten Bantammerstraat, die via de Bantammerbrug overgaat naar de meer bekende Binnen Bantammerstraat richting Zeedijk.

De locatie van het Scheepvaarthuis, hoewel nog geen eeuw oud, is bijzonder, want  vanuit deze plek vertrok in 1595 Cornelis de Houtman, de eerste Oost-Indiëvaarder. Hij keerde terug in 1597 met specerijen uit Bantam. De Binnen-en de Buiten Bantammerstraat herinneren aan deze gebeurtenis. Waarom dan De Houtman niet op die achtergevel? Coen wordt in Amsterdam al meer dan voldoende geëerd met vier beelden, ook op de beurs van Berlage, een haven, een school en twee tunnels. Vreemd, hij is niet eens in Amsterdam geboren, en heeft minstens zo veel bloed aan zijn handen als de wél verwijderde Van Heutsz. In zijn geboorteplaats Hoorn staat ook een beeld, maar daarbij is, net als de stadsdeelraad in Zuid-Amsterdam dat heeft gedaan op het Olympiaplein, een kritische tekst geplaatst over zijn hartvochtige optreden in Indië.

Nog even verder schuin tegenover het Centraal Station en praktisch naast de machtige Sint Nicolaaskerk een donkerbruine constructie: Gebouw Batavia. In 1920 gebouwd in Amsterdamse Schoolstijl door Jan Slot voor de NV Batavia Arak Maatschappij, importeur van onder meer de sterke drank arak. Tot ver na de oorlog zat er vervolgens de Insulaire Handelmaatschappij, die voornamelijk gericht was op de West. Op de begane grond is nu Café Batavia 1920. Met wat moeite herkennen we boven de pui bijna onzichtbaar geworden ornamenten: links en rechts twee groepen van drie aapjes, ieder ‘bewaakt’ door een olifant. Restau­ratie is hoognodig!

Multatuli

Standbeeld Multatuli, Singel

Standbeeld Multatuli, Singel

Terug naar de Binnen Bantammerstraat en verder consequent rechtdoor tot de Korsjespoortsteeg. Op nummer 20 is het Multatuli Museum , sinds 1975 gevestigd in het huis waar Douwes Dekker in 1820 geboren werd. Onder zijn pseudoniem Multatuli schreef hij onder meer Max Have­laar (1860). Het beroemde boek is een felle aanklacht tegen het Nederlandse koloniale bewind, waar de schrijver als bestuursambtenaar zelf deel van had uitge­maakt. Het is maar een klein museum van twee kamers, gerund door het Multa­tuli Genootschap, dat twee maal per jaar het tijdschrift Over Multatuli uitgeeft. Terug naar het Singel ontwaren we daar rechtsaf in de verte het machtige borst­beeld van Multatuli op de Torensluis. In 1987, een eeuw na Douwes Dekker’ dood, werd het onthuld door koningin Beatrix. Het is gemaakt door Hans Bayens (1924-2003).

Een steegje door en we zien de achterkant van de Paleis op de Dam. Het is op 27 december van dit jaar 65 jaar geleden dat een paar honderd Indonesiërs zich verzamelden op de Dam om getuige te kunnen zijn van de historische ondertekening door Koningin Juliana en vice-president Moh. Hatta van de soevereiniteitsoverdracht in het Paleis.

x

Dit bericht werd geplaatst in 4. Nederlands-Indië overzee en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

72 reacties op Indisch Amsterdam

  1. Ed Vos zegt:

    Interessant artikel en stadsgids van de keybord van Peter Schumacher. Wellicht zou zonder Amsterdam nooit een Indie hebben bestaan. Het hoofdkantoor van de VOC bevond zich in Amsterdam. Den Haag heeft nauwelijks iets voor de VOC betekend, het had ook geen haven.
    De eerste schipvaart naar Indie in 1598 vertrok waar nu het scheepvaarthuis zich bevindt.

    Zelf zou ik een indische hoofdstad niet in Nederland situeren, maar op Midden-Java: Semarang, de Kota Lama of Klein Nederland, waar de sfeer van een oude Nederlands- Indische stad nog is in te ademen, Tempo Doeloe, maar waar de gehele Indisch-Nederlandse cultuur op instorten staat.

    Maar ja voor velen is Indisch een gevoel dat zich in Nederland afspeelt en zij gaan dus liever naar Den Haag (de stad van de Jugenstil).

    • eppeson marawasin zegt:

      http://www.indisch3.nl/ – Jugendstill … 😉

      e.m.

      • Ed Vos zegt:

        Hahaha; inderdaad daar kwam ik ook pas later op, toen ik over de (letterlijke) betekenis van Jugendstil nadacht. Iets wat daarop lijkt is Art Nouveau. Nieuw-Indisch?

      • Ed Vos zegt:

        p.s. Misschien zou je van benteng pendem Fort Willem I te Ambarawa een mooi Indisch Historisch Centrum kunnen maken compleet met restaurant, voor het sluiten van bruiloften. Het voormalig Fort de Ontmoeting te Ungaran is ook omgebouwd tot een tempatje van vertier. Dan heb je in Ambarawa/ Willem I ook nog het spoorwegmuseum van waaruit je romantische ritjes kunt maken naar Kedunjati/ Toentang. Daarnaast ook om de hele WOII of de bersiap te re-enacten.
        Ik zie het wel zitten zo’n Indisch Mekka. Misschien is de KLM/Garuda wel geinteresseerd in speciale historische vluchten daar naar toe. Wanneer het geld oplevert is de Indonesische regering daarin ook geinteresseerd. Ja je moet er wel iets voor doen, maar ik heb geen geld, maar ik wil wel een aandeeltje kopen van zo’n onderneming.

      • Ed Vos zegt:

        P.s. sorry. In augustus van dit jaar was er een pasar malam in Ambarawa, compleet met Hollandse attracties, een nostalgische kermis compleet met reuzenrad.

      • Ed Vos zegt:

        Ik wilde even terug naar het artikel.
        Wat mij o.a opviel was dit:

        1.Zo’n 25 jaar eerder waren, nog steeds in Zuid, een paar honderd mensen, voor een groot deel INDISCHE jongeren, aanwezig in het Concertgebouw om morele steun te verlenen aan hun held ex-kapitein Raymond Westerling en hun yel: “Jammer niet meer.

        U begrijpt wel dat ik niet met dit soort types van een bepaalde mengras geassocieerd wil worden. En mijn vader (Gadja Merah) ook niet.

        2. het gebouw van de Bazel. Ik mij al vaker afgevraagd welke relatie er bestaat tussen de theosofie en het kapitalisme. Dat het gebouw van de Bazel ook een tempel aan de Vijzelstraat is moge wel duidelijk zijn. Het gebouw van Van Nelle in Rotterdam is ook ontworpen door theosofen.

        Misschien interessant te vermelden is dat de op socialistische grondslag gebaseerde bouwrichting de Amsterdamse School die paleizen voor arbeiders wilde bouwen ook relaties vertoonde met Indie. De drie voornaamste architecten waren medewerkers van Eduard Cuypers, die zelf ook naar Indie ging. Michel de Klerk ontwierp Het Schip met een pagode die naast dat die verwijst naar een zeil ook wel trekken heeft van een gunungan uit het wayangspel maar ook naar een pagode. Zo zie ik aan dat gebouw ook wel zaken die verwijzen naar het Hindoeisme. Piet Kramer ontwierp de Bijenkorf te Den Haag. Van der Meij (ea) het Scheepvaarthuis. Wellicht niet helemaal Amsterdamse school, maar het gebouw van Radio Kootwijk (Luthmann) van waaruit uitzendingen werden verzorgd voor Indie lijkt ook veel op een Hindoe-tempel. Daarnaast nog te noemen de beeldhouwer Albertus van den Eijnde die het gebouw voorzag van versieringen (ook voor het Scheepvaarthuis te Amsterdam), die samen met Dudok betrokken was bij de bouw van het Van Heutsz monument te Batavia.

      • Jan A. Somers zegt:

        Op eindexamen Duits: vertaal in goed Nederlands: Jeugdherinneringen. Oftewel nostalgisch gezwijmel.

      • Ed Vos zegt:

        Ach ja, In Den haag bevindt zich ook de Indische ambassade zo houden wij nog kontakt met Indonesie voor een nostalgische/rootsreis. Ik koop mijn viisum on arrival. Eerst zien en dan betalen.

        Ik vraag me af waarom Den Haag de “Weduwe van Indie” word genoemd. Je zou eerder zeggen de weduwnaar die treurt om het verlies van zijn Indische dame.

    • Jan A. Somers zegt:

      ” Het hoofdkantoor van de VOC bevond zich in Amsterdam.” Niet dus. Amsterdam was één van de Kamers van de VOC, wel de grootste. De VOC was namelijk geen eenheid, maar bestond uit zes in rang gelijke kantoren, bestuurd en naar buiten vertegenwoordigd door de Heeren XVII, die als zodanig niet over de goederen en kapitalen van de Compagnie konden beschikken, maar wel dringende aanwijzingen konden geven. Het waren geen kantoren van één onderneming maar zelfstandige, federatief verbonden lichamen. Het was een getrouwe kopie van de structuur van de Republiek. De verdeling over de Heeren Zeventien was: acht stemmen voor Amsterdam, vier voor Zeeland, twee voor zowel het Noorderkwartier als Zuid-Holland, en een stem afwisselend voor de drie laatstgenoemde regio’s. De vergaderingen van deze Heeren waren dan ook heel netjes om de beurt in de Kamers. Dat Amsterdam de meeste stemmen had kwam door de grootste financiële inbreng. Niet vreemd voor het grootste geldcentrum van de hele wereld! Den Haag was uitermate belangrijk, het was in de Republiek ‘neutraal’ gebied. Ik denk dat de VOC er niet was gekomen zonder de enorme inbreng van Oldenbarnevelt en Prins Maurits die hun machtsbasis in Den Haag hadden. Vooral de problemen tussen Holland en Zeeland werden in Den Haag, zetel van de Staten-Generaal, gladgestreken.
      De VOC was geen scheepvaartmaatschappij, maar een handelsvereniging. Waarom zou Den Haag geen hoofdvestiging van een scheepvaartmaatschappij kunnen zijn? Die directeuren en klerken zijn er alleen om geld te verdienen, en niet om te varen. Ik ben de naam vergeten, maar vóór de oorlog zat er een scheepvaartmaatschappij in Den Haag. In Den Haag wordt geen olie geproduceerd, maar heeft wel de Shell binnen haar muren. En Philips zit in Amsterdam zonder productie.

      • Mas Rob zegt:

        De VNS (Vereenigde Nederlandsche Scheepvaartmaatschappij) was gevestigd in Den Haag.

      • Peter van den Broek zegt:

        De Nederlandse Scheepvaart Unie (NSU geen Duits automerk), de voorloper van de Nedlloyd) had in de jaren 60 van de vorige eeuw haar Hoofdkantoor in Rijswijk staan aan de J.H. Colijnlaan, eigenlijk in de Indische buurt van Rijswijk want de wijk wemelt van Indische namen, vooral militairen (Gen. Spoor, Berenschot, van Daalen, Vetter etc). De NSU is verhuisd en het gebouw is afgebroken. De NSU dwz Nedlloyd zit nu aan de Nieuwe Waterweg in Rotterdam en daar horen ze ook

      • Jan A. Somers zegt:

        Wat weten jullie zo snel veel! Wel nog oefenen hoor voor als je oud wordt! In Rijswijk heb (had?) je ook nog de Pa van der Steurstraat (of laan). De omroepster op TV-West had het over de P.A. van der Steur(…).

  2. Wal Suparmo zegt:

    Aankomst Indonesische immigranten op Centraal Station, Amsterdam, ca. 1962 (foto: R.W. Wettstein).Naturlijk OMONG KSONG! De Indonesiers in betrekkelijke grote aantal, waren alleenmaar geimmigreeerd naar SURINAME en NIEUW CALEDONIE. Nooit naar Holland behalve een paar groepen soldaten uit de Key eilanden.

  3. Omstreeks 52 jaar geleden hadden we op de mulo een leraar geschiedenis die veel van het A’damse verzet wist en vertelde en schreef ook veel over boven genoemde verhaal ,vele namen komen mij bekend voor ,al moet ik er hard overdenken. daarnaast was ik in mijn study tijd in A’dam in weekend’s taxi schaufeur en tour gids eind 60 begin 70 ‘r jaren .

  4. Wal Suparmo zegt:

    De spijtoptanten waren Holland binnmengekomen niet met een Indonesisch paspoort en dus geen Indonesiers zijn.

    • Mas Rob zegt:

      Spijtoptanten waren de zogenaamde warganegara’s, Indische Nederlanders die gekozen hadden voor de Indonesische nationaliteit. Zij waren dus officieel geen Nederlander, maar Indonesiër. Voor 1956 kwam het incidenteel voor dat degenen die naar Nederland wilde en dus ‘spijt’ hadden van de nationaliteitskeuze, werden genaturaliseerd voordat ze op de boot naar Nederland gingen.

      Toen midden jaren 50 het stroompje spijtoptanten een forse stroom werd, koos de Nederlandse regering voor een andere procedure die meer in de lijn van de toenmalige (en ook latere) beleidslijnen was: spijtoptanten vielen voortaan onder het reguliere vreemdelingenbeleid wat betekende dat ze een visum moesten aanvragen en pas later in Nederland werden genaturaliseerd tot Nederlands staatsburger. Het kwam voor – maar lang niet altijd – dat spijtoptanten bij vertrek door de Indonesische autoriteiten werden gedwongen om een formulier te ondertekenen waarin zij afstand deden van hun Indonesisch staatsburgerschap. Of zij nu ondertekend hadden of niet, voor de Nederlandse overheid bleven de spijtoptanten Indonesische staatsburgers.

      Naturalisatie vond plaats in Nederland, maar vaak pas jaren later – soms zelfs pas tientallen jaren later.

  5. August Pijma zegt:

    Het moeten Indiesche repatrianten zijn, ipv. Indonesische emigranten.
    We waren geen emigranten, want we allen ( de meesten) hadden een Nederlandsch paspoort.

    • Mas Rob zegt:

      Tja, what’s in a name? De term ‘repatrianten’ is gemeengoed, maar wel beschouwd is het eigenaardig om het woord te gebruiken – het betekent immers ‘iemand die naar zijn of haar vaderland TERUGkeert – voor mensen die waren geboren en getogen in Indië.

      • buitenzorg zegt:

        In 1945 was zo ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking buitengaats of zoek: dwangarbeiders in Duitsland, Joden, zeelieden etc. Moesten allemaal opgespoord en terug naar huis voor zover ze niet waren omgekomen. In – ik meen Amsterdam – werd een ‘Bureau Repatrianten’ opgericht. Heeft een paar jaar onder die naam gefunctioneerd. Het begrip ´repatrianten’ (in het Engels sprak men vaak van ‘displaced persons’) werd gemeengoed. Toen de Indische groep begon te groeien was het begrip al zó zeer gemeengoed dat misschien te weinig werd beseft dat het juist voor díe groep minder toepasselijk was.
        Het is zo gebleven. Voor het gemak, maar misschien ook omdat er niet zo snel een goed alternatief werd gevonden.
        In ieder geval was geen sprake van een doelbewust politiek stempel.

  6. Wal Suparmo zegt:

    De INDO wordt toch niet zo erg als volle Hollander beshouwd OP DIEN TIJD.

    • Ed Vos zegt:

      Pak Suparmo. het resultaat is bekend. Wie voelen zich anders, indo, indo-europeaan, behorende tot een mengras?
      Zelf houden zij in Nederland de koloniale verhoudingen en indelingen die zij in Indie verfoeien in stand.

      Zit u er mee?. ik niet. Maar ik word wel beschouwd als gelijkwaardige Nederlander met gelijke rechten en behandeling.

      Dat anderen mij weer willen zien als allochtoon en of als buitenlander berust op een gevoel van bedreiging: zij pakken ons ons werk af en onze vrouwen.
      Maar dat is overal zo, wanneer het economisch slecht met gaat.
      Maar dat veel discriminatie en enig racisme in de hoofden is geslopen, dat ben ik wel met u eens

    • Ed Vos zegt:

      De vraag is door wie?
      1. Door de Nederanders? Daar waren dus veel redenen voor. Zie Hans Meijer “In Indie geworteld”
      2. Door de Indonesiërs? Belanda bukan, Jawa bukan. Als Indonesier (?) weet u exact waarom men dat zei. Hun superioriteitsgevoel nadat ze partij kozen voor de Belanda . Zie hiervoor ook Yang ter(di) lupakan http://diandrabooks.wordpress.com/tag/yang-terdilupakan-kaum-indo-dan-benih-nasionalisme-indonesia/

  7. jan willem hoegen zegt:

    e pak gus dur kwam er long tong ed maken ( in west )

  8. jan willem hoegen zegt:

    patria is vaderland ,
    dus emigreren.

  9. Peter van den Broek zegt:

    @ Wal Suparmo
    citaat “De INDO wordt toch niet zo erg als volle Hollander beschouwd OP DIEN TIJD”. Daarover kan gediscussieerd worden.
    Maar wat ik zeker weet is, dat de Indonesiers de Indo’s niet als vol beschouwden. daar hoeft geen onzekerheid over te bestaan, daarom gingen ze weg uit Indonesie.
    Of het een goede of slechte keus is geweest? dat dient U aan de 2de generatie te vragen.

    • Jan A. Somers zegt:

      “daarom gingen ze weg uit Indonesie” Ik niet hoor. De zaak rolde zoals die rolde, en ik vond het wel spannend. En in Nederland gebeurde van alles, ik had het op mijn manier druk. Mijn kinderen en kleinkinderen zien niets te kiezen, ze zijn/doen wat ze zijn/doen. Mijn drie achterkleinkinderen hoeven ook niets te kiezen. Mijn ouders gingen weg omdat mijn vader al in krijgsgevangenschap definitief was afgekeurd. Zij zagen het ook niet meer zo zitten waren alles kwijtgeraakt. Zaten gelukkig niet in een hoekje te janken. Opnieuw begonnen!

    • Ed Vos zegt:

      Waarom beschouwden de Indonesiers de indo’s niet als vol?
      1. Zij konden best een 5e kolonne vormen waarmee Nederland invloed kon uitoefenen op de voormalige kolonie.
      2. Weer anderen konden hun arrogante houding niet uitstaan
      3. Op 5 december 1957 kwam de mededeling dat alle personen met de Nederlandse nationaliteit, voorgoed en zo snel mogelijk, Indonesië moesten verlaten.

      Tot die tijd deden veel achtergebleven Nederlanders alsof de archipel nog van hen was.

      Van racisme of het voornemen tot uitroeiing van indo’s was geen sprake.

      • Peter Barneveld Binkhuijsen zegt:

        Ed Vos: “tot die tijd deden veel achtergebleven Nederlanders alsof de archipel nog van hen was “. Hr. Vos, ik anak Betawie, 1947-1957 in Jakarta heb die Nederlanders nooit ontmoet. Een beetje merkwaardig uw opmerking, juist omdat ik uw commentaren vaak wel kan waarderen .

      • Ed Vos zegt:

        Peter Barneveld Binkhuijsen zegt:
        21 november 2014 om 10:22 pm

        Ed Vos: “tot die tijd deden veel achtergebleven Nederlanders alsof de archipel nog van hen was “. Hr. Vos, ik anak Betawie, 1947-1957 in Jakarta heb die Nederlanders nooit ontmoet. Een beetje merkwaardig uw opmerking, juist omdat ik uw commentaren vaak wel kan waarderen .
        —————

        Dat kan, Er bestaat een verschil tussen in Indonesie wonen en het beschouwen als uw land. Dat deden mijn ouders ook: Surabaya/Lombok. Daar is niets mis mee. Daarom was het vertrek voor hen zo pijnlijk.
        Maar de baas willen spelen , alsof aan de koloniale verhoudingen van voor WOII niets veranderd was, dat is een ander verhaal.
        http://www.npogeschiedenis.nl/andere-tijden/afleveringen/2007-2008/Zwarte-Sinterklaas.html

      • Peter Barneveld Binkhuijsen zegt:

        Heer Vos, U bent goed gedocumenteerd het staat inderdaad in uw bron, maar toch ik heb ze nooit zo ontmoet, en de verhalen van een Nederlandse journalist neem ik met een korreltje zout. Wij wisten eind juni al dat Soekarno besloten had dat alle Nederlanders weg moesten. Een Indonesische minister, patient van mijn vader die arts was, had het hem verteld, en er waren meer mensen die het wisten. In de jachtclub kwamen wel degelijk Indonesiërs, zeker in ’56-’57. Wij ontmoeten daar vaak collega’s van mijn Pa en andere gegoede Indonesiërs kwamen er ook. In aug. zijn wij met de Willem Ruys vertrokken.
        En wat betreft uw opmerking over het wonen in Indonesie, ik koester nog steeds mijn Indonesische/Indische background, zolang het nog kan ben ik ieder jaar 2 a 3 mnd. bij mijn Sundanese teman hidup.

      • Ed Vos zegt:

        Peter Barneveld Binkhuijsen zegt:
        22 november 2014 om 12:24 am
        Heer Vos, U bent goed gedocumenteerd het staat inderdaad in uw bron, maar toch ik heb ze nooit zo ontmoet, en de verhalen van een Nederlandse journalist neem ik met een korreltje zout. ————————————–

        Hr. Peter Barneveld, u heeft daar zeker een punt.

        Mijn kennis van Indie is ook maar van wat ik van mijn ouders heb gehoord en de saaiheid droop er zo van af dat ik ze nauwelijks interessant vond. De verhalen over guna-guna, de gendruwo, de leyak vond ik wel spannend.
        Helaas heb ik mijn vader nooit gevraagd over de familiegeschiedenis en over zijn 7 jarige diensttijd, daarvan heb ik nu wel spijt.

        Daarnaast natuurlijk ook uit wat ik zo links en rechts hoorde, in boeken kranten en tijdschriften las.

        Maar goed, Indonesie strekt zich uit van zeg IJsland tot zeg ergens in Turkije. De informatievoorziening in de tijd was zodanig dat wanneer er in hartje Jakarta iets plaatsvond men 10 kilometer verderop niets van af wist. Kwam er wel nieuws binnen dan kwam het in de vorm van kabar angin (geruchten). Dus aan de waarheidsgehalte er van zou je best kunnen twijfelen

        Daarnaast is het verhaal van Indie, de Indische geschiedenis zoals u het wilt, gebaseerd op veel propaganda en op familieverhalen. Bij de komst in Nederland moest aan de onwetende Belanda een verhaal worden verteld waarom men uit Indonesie was vertrokken. Bij het vertellen van dat verhaal van Indie ging men slechts 1 richting op zodat er geen weg terug was.
        Er was geen plaats voor afwijkende meningen, een kritische houding en/of alternatieve storytelling. En wanneer men toch iets te vertellen had dan checkte men e,e,a of het paste binnen de mainstream

        Een en ander vond zijn hoogtepunt ergens in het begin van deze eeuw bij de uitkering in het kader van het Gebaar.: Indo’s dwz Indische Nederlanders ontstonden als een apart en uniek mensenras, 1 volk zoals de joden of de Koerden, na de eerste schipvaart van De Houtman in 1598, Het petjok was de taal van de Indische Nederlander, de indo was een persoon van 2 culturen, een Arjoena, iedereen had de bersiap meegemaakt en verloor daarbij wel 1 familielid en dat soort dingen meer. Let wel, “totoks” die daar ook jaren hadden gewoond, ja die daar zelfs waren geboren waren volgens die kring van verhalen vertellende indo’s uitgesloten van het indische -Nedelanderlidmaatschap.

        Wij zitten nu eindelijk een periode van bongkardagen. Een Bersih desa (kampong). Twee totok vrouwen (om het zo maar uit te drukken) gaan naar Indonesie toe om het verhaal van die kant te horen, er komen kritische geluiden naar boven, het rassenverhaal blijkt een mythe te berusten etc.

        Kortom zo heeft iedereen zijn eigen familieverhaal, en die hooft niet overeen te komen met die van anderen.
        En om eerlijk te zijn, zelfs ik herken me nauwelijks in het verhaal van indie dat links en rechts op internet opduikt, of onderling verteld wordt…Ik houd me liever bezig met Tempo Doeloe toen het leven nog goed was en met het verzamelen prentbriefkaartjes uit die tijd. Uiteindelijk begon de ellende, de verarming, voor de achtergebleven fam. Vos, die toch behoorde tot een van de rijkste families van Oost-Java pas ergens in de periode van de val van Soekarno en het aantreden van Soeharto.

      • Ed Vos zegt:

        Peter Barneveld Binkhuijsen zegt:
        22 november 2014 om 12:24 am En wat betreft uw opmerking over het wonen in Indonesie, ik koester nog steeds mijn Indonesische/Indische background, zolang het nog kan ben ik ieder jaar 2 a 3 mnd. bij mijn Sundanese teman hidup.

        Sunda , Kota Kembang. Jl Braga, Gedung Sate, Homann, Art Deco, het ITB van de architect TUSSEN 2 werelden H. MacLaine Pont , dan kunnen we van u dus binnenkort een artikel hier verwachten met de titel “Indisch Bandung”. 😉

      • Ed Vos zegt:

        p.s. vergeten, De Villa Isola in Bandung, ontworpen door C.P. Wolff Schoemaker in opdracht van D.W. Berretty.
        Dan heb ik hier al uit de losse pols 3 “Indische jongens” genoemd. en dan maar klagen dat men verzwegen is in de geschiedenisbloeken. In Indonesie is men genoemde personen niet vergeten, en genieten zij de erkenning die men verdient.
        Van de vijand nog wel.
        Ja, wat heeft men er aan? Men wil erkenning van Nederland dat men door de eeuwen trouw is geweest.

      • Ed Vos zegt:

        @hr Peter. Ik weet niet of u kinderen heeft, dan kunt u deze ten minste nog een goed zelfbewustzijn meegeven. Hier in Nederland is het vijand – en apartheidsdenken denken zodanig in Indisch3.0/4.0 geslopen dat voor hen ook geen weg terug is.
        Wat leert men bijvoorbeeld? Ik zag laatst een plaatje waar dit werd uitgelegd:
        Europeaan + Aziaat (Indonesier) = Indo(-Europeaan)
        Indo(-European) + indo-(Europeaan) = Indo (-Europeaan)
        indo(-Europeaan) + Aziaat = Indo(-Europeaan)

        Zulke (verkeerde) dingen worden hier geleerd. Ik kan daar niks mee. Je kunt evengoed zeggen “I’m black I’m proud”of “Ik ben zwarte Piet”.

        Iemand (een Indonesische) schreef ergens op FB iets in deze geest.
        Nederland heeft indie/indonesie gemoderniseerd en economisch opgebouwd, maar ons (de pribumi) vernederd.
        Japan heeft Indie vernield, maar ons een (versterkt) zelfbewustzijn meegegeven.
        Kijk, daar kan ik nog iets mee.

  10. Peter van den Broek zegt:

    Zeer geachte Heer Somers.
    Ik heb zelf in Rijswijk gewoond en heb eens vakantiewerk bij de NSU gedaan, corrigeren van het jaarverslag op taalfouten. Daarom weet ik wat van het bedrijf af. Ik heb ook eens bij de Nedlloyd gewerkt om wat bij te verdienen.
    De Pa van de Steurlaan is een zijstraat van de Sir Winstonchurchillaan. Aan de laan ligt wat verloren de Rooms-Katholieke kerk. Geen laan voor Pa van der Steur. Als ze nou aan de laan een weeshuis hadden gebouwd.

    Dat over die keuze, ik heb ergens gelezen maar ik weet niet meer waar, dat de 2de generatie moest bewijzen dat hun ouders geen verkeerde keus hadden gemaakt. Ik zal het nog eens nazoeken.

  11. Peter van den Broek zegt:

    Ik heb de gebruikelijke fout gemaakt Churchilllaan schrijf je met 3 L.

  12. Herman Keppy zegt:

    Mooie tour hoor Si Peter, wel vermoeiend (ook de reacties nu en dan). Leve de Weduwnaar van Indië!

  13. Peter van den Broek zegt:

    Maar Amsterdam heeft bij het Muiderpoortstation een echte Indische buurt oftewel een wijk met allemaal Indische , dus niet Indonesische namen: Molukkenstraat – Ambonplein – Insulindeweg – Batjanstraat – Formosastraat (?) – Bataviastraat en niet te vergeten de Perlakstraat (nu verdwenen) en Riouwstraat. In de twee laatste straten heeft mijn oma gewoond, ze heeft de wijk zien veranderen, ze vond het wel gezellig en bleef er meer dan 40 jaar wonen

    • Jan A. Somers zegt:

      En de Bantammer Buurt? Als ik voor een extra college in Amsterdam moest zijn at ik in de binnenstad altijd in een Indische eettent (naam weet niet meer) erg lekker voor weinig geld.Later gehoord dat ze ook hond verwerkten. Wel dood!

      • Ed Vos zegt:

        Hond? Dat is een lekkernij in bepaalde streken in Indonesie, en vroeger dus ook in Indie (indisch eten) ik meen op Lombok en/of Sumatra. Maar ja, wanneer je zoals moslims nooit hebt geleerd om varken te eten krijg je daarvan een vreemd gevoel in je maag. (Het zit ‘m overigens ook tussen de oren) 😉

      • Jan A. Somers zegt:

        Bij mij niet meer hoor. Laatste restje met de botol tjebok verwerkt.

      • Ælle zegt:

        Het laatste herinnert me aan onze Moeder uit de jaren dat we nog thuis woonden als we haar vroegen: “Mam, wat eten we?” dan was haar antwoord “Dooie kip”. Zou dat de reden zijn geweest dat ik geen gevogelte meer eet? Niets op twee poten, zeg ik dan altijd.

        Daarentegen was onze Moeder iemand die juist ‘alles’ geproefd wilde hebben; de enige reden dat ik niet trots op haar ben. Waarschijnlijk kwam deze ‘waanzin’ uit de periode van hongersnood waarin ze heeft moeten overleven met slechts vissenkoppen, en meestal helemaal niets.

      • Ed Vos zegt:

        Jan A. Somers zegt: 23 november 2014 om 10:17 am

        Wat voor Koot en Bie — Het Simplistisch Verbond — de mattenklopper is, is voor Indisch Nederland de botol tjebok Ook in Nederland gebruiken Indonesiërs de botol tjebok.
        Indien je gewend bent om in Indonesie de gayung te gebruiken, ga je toch daarmee niet op het toilet zitten spetteren?
        Indien je in de badkamer ook nog de po hebt staan kun je direct vlug onder de douche.

        Ælle zegt:

        23 november 2014 om 10:32 am

        Daarentegen was onze Moeder iemand die juist ‘alles’ geproefd wilde hebben; de enige reden dat ik niet trots op haar ben.

        Ik zou juist daarom wel trots zijn op uw moeder, of iets hebben van een gepaste bewondering. Immers zij is niet van het slag van “wat de boer niet kent, dat vreet hij niet”.
        Iemand die de oorlog heeft meegemaakt of in armoede en honger heeft geleefd, kijkt naar de dieren. Als zij iets vreten en zij gaan er niet van dood, dan ik ook niet. Dat is overlevingsdrang, maar ook intelligentie, weten om te gaan met de omstandigheden.
        Van andijvie en spruitjes ga je ook niet dood.
        Ik heb op Lombok zelfs gebakken tor, kikkers, en vliegende hond gegeten. Niet omdat wij daar in armoede leefden, maar mijn vader was ex-Knil, en die lui aten alles wat er te eten viel.

  14. Ælle zegt:

    Bekend onder de benaming Erwé = RW = Rintek Wuuk
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Hondenvlees

    De man in de video lijkt al op een bulldog! You are what you eat! Eeeww!

    • Ed Vos zegt:

      De man op de video is christen, dat zegt hij met nadruk, de hond een christen (christelijke) hond? 😉 (grapje, niet verkeerd opvatten)
      Ik hoorde hier overigens Medan en Manado noemen

      • Ed Vos zegt:

        De uitspraak : de mens is wat hij eet is eigenlijk een spirituele uitspraak. Dit was een uitspraak van de filosoof Ludwig Feuerbach. Je moet daarvoor even terug naar de tijdgeest om dit te begrijpen. Veel vlees, veel geest.
        .
        Voorts zeggen anderen die geloven in energie en trillingen (alles is energie/trilling) dat je met het eten van het dier ook zijn aard aard binnenkrijgt (varken, hond).
        Weer anderen zeggen: hoe is het dier aan zijn eind gekomen?. Had het veel angst? Dan neem je die angst ook mee naar binnen.
        Dit is een onderwerp voor discussie, die natuurlijk niet past binnen dit topic.

      • Jan A. Somers zegt:

        Als je trilt bij het eten, moet je nodig naar de dokter. Enge ziektes!

  15. Ælle zegt:

    Daarom at de grote boze wolf Roodkapje en haar grootmoeder op. Hij was een transsexueel. Hij had geen honger, maar leed aan een genderdysforie. Had ik dit mogen schrijven?

  16. Peter Barneveld Binkhuijsen zegt:

    Ja inderdaad een rake opmerking van hr. van Beek, eigenlijk is er geen verschil. Deze cultuur gaat ook verloren, de Indonesiërs die het kunnen betalen eten nu graag bij Pizza Hut en Kentucky Chicken en drinken koffie bij Starbucks in de Mall. Botol cebok is ook passé, het is of toilet jongkok met gayong of moderner een toilet met sproeier. De nationale keuken gaat ietwat verloren. Een lemper is piepklein met nauwelijks vulling, spekkoek, hele kleine plakjes en behoorlijk duur. mijn vriendin bakt het zelf en verkoopt een deel aan haar buren. De standaard gerechten van een Nederlandse toko zijn in een Indonesisch restaurant niet te krijgen. Vis en garnalen zijn voor onze maatstaven goedkoop. De saté en de saus zijn nog steeds lekker, in Bandung saté Maulana Yusuf op loop afstand van mijn guesthouse. Salam.

    • Ælle zegt:

      Salam (= Vrede), de imam die Verdonk geen hand wilde geven?

      • Ælle zegt:

        Waarom ik Verdonk noem is omdat zij de dochter is van een oud KNIL soldaat. En de Javapost gaat over alles wat direct of indirect met Indië te maken heeft. Haar vader Ad Verdonk (1930) diende als KNIL-militair in Nederlands-Indië en kwam op 19 januari 1952 als repatriant naar Nederland.

      • Henk ANTHONIJSZ zegt:

        AElle
        Vader van Rita Verdonk een gewezen KNIL-militai9r?
        Weet je dat zeker? Is de vader van Rita Verdonk niet Ad Verdonk die pas na de 2e WO als dienstplichtige naar het voormalig Ned.Indië moest??

      • Ælle zegt:

        18 December 2009;
        Daar staan ze: Aad en Ad, bij het Utrechtse Indiëmonument op begraafplaats Sint Barbara. Aad Martens (84) – oud-opperwachtmeester – en Ad Verdonk (80) – oud-springstofspecialist – hebben een vriendschap die drijft op hun herinneringen aan Indië.

        Het zijn gedachtes die ze alleen delen met elkaar. Én met andere Indië-gangers, maar dat zijn er elk jaar minder. Ze zijn te herkennen aan het orde en vrede-speldje dat ze op hun jas dragen.

        Zaterdag worden hier de 52 Utrechtse mannen herdacht die sneuvelden in Nederlands-Indië en -Nieuw Guinea, na de Tweede Wereldoorlog. ,,Kijk,’’ wijst Martens naar het monument. ,,Tammens, 21 jaar. Dat was een heel gewone jongen, kwam uit Zuilen. Doodgeschoten. Ligt dáár ergens begraven.’’

        Wat zich dáár, duizenden kilometers verderop, allemaal heeft afgespeeld, laat zich niet beschrijven, zeggen de heren. Verdonk: ,,Dat snapt je niet als je er niet bij was.’’ Onderling hebben ze het erover. Dat wel.

        Het dienstplichtige duo vocht in een niet-populaire oorlog voor behoud van de kolonie Nederlands-Indië. De meeste Indiëgangers troffen bij thuiskomst een kus van moeder of lief en verder een overdaad aan onbegrip aan. Verdonk: ,,Wat ben je bruin geworden zeiden ze dan. Of: heb je geen aapje meegenomen?’’

        Terwijl de moderne militair na een missie mag uitrazen op Kreta en thuis wordt opgewacht door een traumateam van psychologen, schamperen ze.

        Martens: ,,Toentertijd zijn militairen na thuiskomst meteen gevlucht naar de volgende oorlog – in Korea – en sneuvelden alsnog, alleen maar omdat ze het in Nederland niet uithielden.’’

        Mopperaars zijn het niet hoor. Ze hebben beiden hun leven gewoon opgepakt. Martens heeft twee kinderen, twee kleinkinderen en een achterkleinkind. Hij werkte jarenlang als houtzager, bakker en eindigde zijn carrière bij de Rabobank.

        Verdonk heeft vijf kinderen, tien kleinkinderen en een achterkleinkind. Zijn oudste dochter, Rita, schopte het tot minister. Hij werkt nog steeds en is naar eigen zeggen ‘de oudste belastingconsulent van Nederland’.

        Maar op de achtergrond is het: Indië. Ze zijn mede-oprichter van het monument bij Sint Barbara. Ze hopen dat de het niet vergeten wordt, ook als ze er straks zelf niet meer zijn.

      • Mas Rob zegt:

        Ik weet niet hoe vaak het voorkwam, maar er zijn voorbeelden van KL-ers die in Indonesië werden ingedeeld bij een KNIL-bataljon.

  17. Peter van den Broek zegt:

    Het verschil tussen de Indische en Indonesische cultuur? De afstand tussen Jakarta en Amsterdam, ongeveer 12.000 Km of zo. Zo’n reis tekent je toch voor het leven althans wat betreft de eerste generatie. Je bent en blijft een immigrant en dat verhaal kom ik helemaal nergens tegen in het filmpje, behalve het banale Indisch eten en de even platvoerse botol tjebok. Cultuur als MacDonalds in WCpapierverpakking, dan hebben we het wel over Ons Indisch Erfgoed.

    Derde generatie is de gevoel- of teddybeergeneratie, het is wellicht de hoogstopgeleide Indische generatie maar kan zelfs haar eigen gevoelens niet onder woorden brengen, een soort indolectueel autisme. Op zo’n manier verlang ik best naar tempo doelloos.

    • van Beek zegt:

      @peter vd broek,

      Dus wat is nou een typisch verschil tussen Indische cultuur en Indonesische cultuur? En dan in Nederland. De indonesiers met wie wij omgaan en dan vooral de indonesische kinderen hier hebben thuis de zelfde cultuur. Misschcien daar er meer indonesisch wordt gesproken? Tegenwoodig kom je ook indos tegen van verschillende leeftijden die goed indonesisch spreken. Is het de botol cebok die op de wc staat? Staat bij mijn indonesische vrienden ook? De gaatvrijheid of soto ayam typisch indisch? Ook gewoon Indonesischh. Wordt er nie veel wijzer op door de filmpjes al helemaal niet. Maakt mij niet uit, ik stoor me er eigenlijk niet aan.

    • Jan A. Somers zegt:

      ” de hoogstopgeleide Indische generatie maar kan zelfs haar eigen gevoelens niet onder woorden brengen, een soort indolectueel autisme.” Ik kan mijn kleinkinderen daar echt niet in herkennen. Zij leven hun eigen leven, en dat is belangrijk. Zeuren niet over hoeveelheden bloed van welke kleur dan ook. Op hun leeftijd meer van de wereld gezien en meer verantwoordelijkheid dan hun grootouders. Prachtig volk. (Ik vond mijn hoeveelheden bloed ook niet belangrijk, de Bloedtransfusiedienst wel. Was dus donor. Er hebben nogal wat mensen via mij Indisch bloed gekregen. Weten ze niet, is ook niet belangrijk.)

  18. Henk ANTHONIJSZ zegt:

    Weten jullie niet dat de “botol cebok ” is vervangen door de “billendouche”? Met de tijd mee gaan jongens!

    • Jan A. Somers zegt:

      Is niet Indisch volgens mij. Gelukkig maar. Kent u de billendouche-dichtheid in Nederland?

      • Henk ANTHONIJSZ zegt:

        JanA.Somers, niet meer te tellen!

      • Weinig Indischen weten (in mijn ervaring) dat er al voor de oorlog “billendouches” in Nederland (en Vlaanderen) waren. Alleen werden ze niet douche genoemd maar “Indische toiletten”. Mijn Flakkees-Rotterdamse grootmoeder en Zeeuwse grootvader (geen druppel Indisch bloed, nooit in Indië geweest) emigreerden in 1927 naar Brugge, later Antwerpen, en bouwden een huis waarvoor ze het sanitair uit Maastricht haalden. Het toilet had een spuitstraal die je met een hendeltje activeerde. Ook de Rotterdamse ooms en tantes hadden ze. Een gewone mechanische versie dus van wat er nu aan hoogtechnische, automatisch spoelende stankjeswegzuigende en billendrogende versies in de handel is. Ik herinner me dat het hendeltje vaak “lam” was, en als je dat niet meteen weer aan de gang kreeg was er altijd nog het bidet, dat ten zuiden van Wuustwezel haast standaard bij elk badkamerameublement geleverd wordt. De meeste Belgische inlanders hadden bidets, en die hadden wij ook toen ik met mijn ouders tot 1953 in de Congo woonden. Een botol tjebok kenden wij niet, tot die in de jaren 60 plotseling als back-up verscheen in de badkamer van een tante in Kralingen (maar dat zal wel Indische invloed geweest zijn). Het blijft me verbazen dat het meubel dat wij “Indisch” noemden juist bij Indische Nederlanders vrijwel niet bekend is. Ik heb een tijd op Sumatra gewoond en ook daar, of elders in Indonesië heb ik ze nooit gezien. Mijn partner en ik hebben nu twee van die “douches” (een voor ons, een in de logeerbadkamer). Het kost wat, maar het is toch hygiënischer dan een gajoeng of een botol tjebok, en met het warme water van de straal, in de Hollandse winter ook comfortabeler. De leverancier vertelde laatst dat ze nu ook met een beschaafd muziekje verkrijgbaar zijn (wat in Japan al veel langer zo is).

    • Vera Hager zegt:

      Hallo Henk Anthonijsz,
      BILLENDOUCHE????????
      Ben bijna van mijn stoel gevallen van het lachen Maar ik gebruik het nog altijd.

  19. Indisch4ever zegt:

    Ok wandelen is leuk fietsen en varen ken ook:
    https://www.google.com/maps/d/viewer?t=h&ie=UTF8&msa=0&z=15&hl=nl&mid=zDVk-sBty05A.knELL6lmnFJg
    http://stichtingceritafakta.blogspot.nl/2013/01/rondvaarttochten-indisch-amsterdam-2013.html

    ps…. Coen, Daendels en van Heutz op een voetstuk zetten.
    Hoeveel doden hebben zij op hun geweten. Hoe sick is het die mensen te verheerlijken ?

  20. Indisch4ever zegt:

    Wie wandelt, fietst, rondvaart langs het voormalig van Heutszmonument is dit aardig te weten:
    http://indisch4ever.nu/2008/10/09/de-indische-bom/
    Een publicatie van Lizzy van Leeuwen, maar de landelijke pers heeft dit nooit opgepikt.
    Nog steeds wordt die aanslag toegeschreven aan Rara.. die miltante groep.
    ps rijden per auto of becak ken ook , toch.

  21. Mooi onderzoek, Peter. Wandelend door Amsterdam wordt een stuk Indische geschiedenis beeldend verteld.

  22. Hendrik Adriaan Massie zegt:

    Zeer interesant. I am Indonesian, geland in Amsterdam Juni 1965, terug naar Indonesie 1976, I like reading about “indos’ en alles over ‘indie’. Keep it up.Groeten uit Indonesie Henk Massie

  23. JPF Petbar zegt:

    Hr. Massie,
    Bent u misschien familie van de zusjes Trees en Baby of Bé Massie, geboren 1942. Ben er net achter gekomen dat Bé in 2008 overleden is. Wij zaten op dezelfde school. U kunt mij mailen jpfpetbar@yahoo.com .
    ( Bert sorry voor het even off topic gaan)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s