Herdenkingstoespraak staatssecretaris Martin van Rijn bij het Nationaal Indië monument in Roermond op zaterdag 6 september 2014:
‘De laatste tijd, steeds meer, en luider, worden grenzen in twijfel getrokken. Of het nu in Afrika is, in de Oekraïne of in het Midden-Oosten.
Nationale regeringen en lokale strijdgroepen betwisten elkaar de macht. Duizenden laten hierbij het leven.
Vrede en vrijheid lijken soms ver weg.
Door de media en het internet worden we iedere dag geconfronteerd met beelden van deze strijd. Beelden die velen van u ongetwijfeld herinneringen doen oproepen aan uw eigen jeugdjaren, toen vrede en vrijheid – evenals nu – wereldthema´s waren.
x
Toen in Europa de strijd was gestreden, werden we geconfronteerd met de wens van de Indonesische bevolking tot zelfbeschikking. Het geweld van de Japanse bezetters was zó zwaar dat wij – toen de oorlog in de Pacific was afgelopen – ons niets anders konden voorstellen dan terug te keren naar de vooroorlogse situatie. Wij waren ons hierbij te weinig bewust van de vele veranderingen die daar inmiddels hadden plaatsgevonden. Terwijl op Java en overal elders in de archipel Indonesische strijdliederen werden gehoord, speelden wij nog het Wilhelmus. Zoals aan boord van het schip de Klipfontein, klaar voor vertrek in de haven van Amsterdam, op 3 september 1946.
Eén van de soldaten die aan boord gingen – het was de eerste lichting dienstplichtigen – was de 21-jarige Joseph Berendsen uit ‘s Heerenberg. Hij was met een aantal anderen uitgekozen om als kwartiermaker naar Nederlands-Indië te gaan. Ik lees uit zijn dagboek een passage voor over zijn vertrek:
“En dan is het grote moment aangebroken. Nadat de hoge autoriteiten zich van boord verwijderd hebben, maakt alles zich klaar voor vertrek. De touwen worden losgeslagen. En als de boot zich van de kade losmaakt, speelt het muziekkorps het Wilhelmus. Plechtig klinken de tonen over de watervlakte. Stram in de houding horen we het volkslied voor het laatst op vaderlandse bodem aan. De laatste tonen zijn nog niet weggestorven, of een waar gejuich en geroep klinkt vanaf de boot en de kade. Vanaf kleine bootjes proberen familieleden hun laatste groeten te brengen aan hun zoon, aan man, broer of verloofde. Dan zinkt Amsterdam weg.”
Geachte veteranen,
Net als Joseph Berendsen reisde ook u in deze periode naar de Amsterdamse of Rotterdamse haven om daar aan boord te gaan om de verre reis naar Indië te maken. En maakte u het aangrijpende moment mee waarop u het Wilhelmus voor de laatste keer hoorde.
Het moet een bijzonder emotioneel vertrek zijn geweest. Of u nu vrijwilliger was of dienstplichtige: u vertrok met een missie waarvan de omvang nauwelijks bekend was.
Wij vonden toen het herstel van orde en gezag in Nederlands-Indië noodzakelijk; de chaos en slachtoffers van de bersiapperiode waren hier inmiddels bekend.
Het was oorlogstijd.
Vragen over goed en fout, juist en onjuist, verscheurden de Nederlandse samenleving. Uiteindelijk werd door de regering gekozen voor een combinatie van diplomatieke en militaire middelen om uit de impasse te geraken. En met de ondersteuning van deze beslissing door het Nederlandse parlement werd de Nederlandse samenleving verantwoordelijk voor uw uitzending, en dus ook voor de consequenties.
Herinneringen aan de reis – de meesten van u reisden per boot – zullen te maken hebben met de verwerking van de vele nieuwe indrukken: het leven aan boord met al die andere jongens, zeeziekte, warmte, en het passeren van exotische plaatsen als Port Saïd, Colombo en Sabang. Het passeren van de evenaar – een nieuwe grens – bracht door de komst van Neptunus altijd hilariteit met zich mee, en was meestal goed voor een nat pak.
Na een kleine maand volgde eindelijk de ontscheping: in Belawan, Tandjoeng Priok of elders. Ook zij die in later jaren naar Nieuw-Guinea vertrokken moeten de spanning hebben gevoeld: de belangrijkheid van de missie enerzijds en de onbekendheid met het land anderzijds. Want, wat wísten al die jongens nu van dit inmense land en zijn bevolking?
Die eerste weken was álles nieuw, zoals blijkt uit een beschrijving van een soldaat van een infanterie-peloton in Noord-Sumatra:
“Eerste peloton op de wagen blijven. Jullie gaan nog verder”, werd ons toegeroepen. Nog verder? Uiteindelijk, tientallen kilometers verder, stopten we bij een Bailey-brug. Maar waar was het kamp? Er stonden wel een paar KNIL-militairen te grijnzen en er lag een bende bagage, maar van huizen of tenten niets te zien.
“Bagage afladen en naar boven brengen!”
Helemaal naar boven? Hoe kreeg je in godsnaam je plunjezak daar naar toe? En je veldbed? En je eten en water? Wie maakt dáár nu een kamp? En dan in Indië. In de warmte!
Een paar dagen later hadden deze jongens hun eerste kampement opgebouwd: één grote en acht kleinere tenten, twee keetjes van bamboe en plaatijzer, een keukentje en een paar stellingen. Rondom prikkeldraad en spits afgesneden bamboe. Het was voor hen het kamp waar ze een paar maanden zouden bivakkeren. Ze brachten hun tijd door met oefenen, wacht lopen en patrouilleren. Zoals de schrijver van het verslag stelde: “de eerste keren met gespannen wapens en boordevol zenuwen, maar langzamerhand wenden we aan de duizenden geluiden van de tropennacht, aan het geruis van de kali, en zelfs aan het schieten.”
Want ja, geschoten werd er! Aan beide zijden van de demarcatielijn. Geen oorlog zonder slachtoffers.
Aan Nederlandse kant vielen vele doden onder de militairen, vooral tijdens gevechtshandelingen, maar ook door ongevallen en door tropische ziekten. Hen gedenken we vandaag in het bijzonder. Daarnaast werden ook burgers, onder wie vele Indische Nederlanders en Chinezen door nationalisten vermoord. Hoeveel dat er waren, weten we niet precies.
Aan Indonesische kant vielen ook veel slachtoffers, zowel nationalistische strijders als burgers.
Misschien leer je wél wennen aan de geluiden van de tropennacht, en aan het geruis van de kali. Aan het verlies van je maten wen je nooit. Net zo min als dat je afstand kunt nemen van je ervaringen tijdens je jeugd. Of je er nu later regelmatig over spreekt, of niet. Je blijft ze met je meedragen.
Eens een veteraan, altijd een veteraan.
Toen u weer terugkeerde in Nederland, of het nu in 1948 was, in 1950 of 1962, was u – net zoals de gehele Nederlandse samenleving – vele ervaringen rijker, maar ook een illusie armer. Het was niet gelopen zoals we ons dat hadden voorgesteld. Niet alleen had het vaderland nauwelijks belangstelling voor uw ervaringen, sommigen van u werd zelfs openlijk verweten te hebben deelgenomen aan een koloniale oorlog.
Omdat effectieve hulp en zorg aanvankelijk afwezig waren, heeft u vooral zélf de zware last van verwerking moeten dragen. En in vele gevallen ondervond uw naaste omgeving de gevolgen van deze worsteling. Uw ervaringen, of deze nu te maken hadden met het verlies van kameraden, uw sociale contacten of het leven in de tropen in het algemeen, – ze vonden weinig gehoor in een samenleving die zélf nog wrok koesterde over het verlies van de kolonie en herstelde van de wonden van de Tweede Wereldoorlog. Heette het immers niet ‘Indië verloren, rampspoed geboren’? Dit laatste is gelukkig niet waarheid gebleken. Nederland herrees op eigen krachten.
Voor naoorlogse generaties zijn de verhalen over de Tweede Wereldoorlog inmiddels aangevuld met die over andere oorlogen en conflicten: Korea, Vietnam, Libanon, Joegoslavië, Irak of Afghanistan. Het zijn niet alleen maar verhalen of televisiebeelden, maar ook persoonlijke ervaringen van jonge militairen die zijn uitgezonden en waarbij ook Nederlandse slachtoffers zijn gevallen.
Deze militairen krijgen de laatste decennia gelukkig steeds meer erkenning. Hun inzet, in het teken van democratie en vrijheid, wordt steeds meer gewaardeerd. Het is goed dat wij meer aandacht hebben en houden voor de Nederlandse veteranen.
Gelukkig staan wij nu als samenleving meer open voor de verhalen van toen. Wat de generatie betreft waar ú toe behoort, daarvan moeten wij nu als samenleving zeggen: wij hebben u tekort gedaan, door te weinig naar u te luisteren.
Mocht u de kracht hebben uw verhalen alsnog te willen vertellen: weet dat zij waarde hebben. En aan uw familieleden maar eigenlijk aan een ieder zou ik willen zeggen: luister, nu het nog kan. Voor onze kinderen en kleinkinderen is het van levensbelang te weten hoe wij in het verleden zijn omgegaan met vragen over vrede en vrijheid.
Geachte aanwezigen,
Vandaag, hier, delen we met elkaar, veteranen, familie, vrienden en andere geïnteresseerden, de herinnering aan deze bijzondere en zware periode in de geschiedenis van ons land, en staan we stil bij hen die we moesten achterlaten en die hun verhaal helaas níet meer kunnen navertellen. Zij, de slachtoffers, brachten, tussen 1945 en 1962, het ultieme offer voor hun land, “in dienst van de vrede”.
Uw aanwezigheid hier toont aan dat de herinnering aan hen die vielen nog steeds levend is. Ik ervaar het als mijn taak en opdracht om samen met u die herinnering levend te houden. Ik beschouw het als een grote eer om hier, vandaag, bij het Nationaal Indië-monument 1945-1962, namens de Regering een krans te mogen leggen ter nagedachtenis van de militairen die zijn gevallen in de toenmalige overzeese rijksdelen Nederlands Oost-Indië en Nieuw Guinea.’
x
Bovenstaande rede is weloverwogen, iedereen krijgt een plaats, van Militairen tot Indonesische Nationalisten maar toch mis ik wat en dat is de gelijktijdige herdenking van de Bersiapslachtoffers. Misschien komt dat omdat het aantal niet bekend is zoals de Staatssecretaris diplomatiek opmerkt Er is ook nooit serieus onderzoek, waar die mensen gebleven zijn, waar zij hun dood vonden en waar hun skeletten liggen. Zij hebben nog geen rustplaats en nabestaanden kunnen niet verwijlen aan hun graf.
Ik vind het wel jammer dat hun verhaal zodoende in de vergetelheid raakt. Nog weinig mensen zijn geinterviewd, hun aantal sterft letterlijk en figuurlijk uit. Hun verhalen zijn niet systematisch gedocumenteerd. Hun geschiedenis glijdt met de jaren weg. Die dingen worden niet opgemerkt en daar kan ik soms wel kwaad op worden.
Als ik al die misdaadfims en die archeologische opgravingen zie, dan denk ik dat men toch van wat botten kan achterhalen wie de eigenaar is, of niemand heeft er belangstelling naar en dan kunnen we deze witte bladzijde in de geschiedens ook omslaan
“Misschien komt dat omdat het aantal niet bekend is” Maar van de Indonesische nationalisten is dat toch ook niet bekend? Alleen maar nullen! Van de bersiapslachtoffers klopt het wel wat hij zegt.
overal in de archipel indonesische strijdliederen ..
volgens amerikaanse en australische rapporten werd , buiten java en sumatra dus , in de door hun bevrijde gebieden de nederlanders met grote feesten ontvangen .
( zie ook the encyclopedia of indonesia in the pacific war .
Soekarno c.s. streden niet tegen ONS NEDERLANDERS heer Hoegen, maar tegen de Nederlandse politiek of tegen het Nederlands kolonialisme.
Daarvan waren WIJ Nederlanders in Indie/Indonesie ook de dupe van.
Het is algemeen bekend in Indonesie dat men de Japanners toch wel heel wreed vond in tegenstelling tot die aardige Nederlanders. Maar inmiddels, in de vaart der volkeren…..
Met grote interesse heb ik het betoog van Staatssecretaris van Rijn gelezen. Een m.i. evenwichtig betoog .
Echter ik vraag mij af of de heer van Rijn er zich van bewust is dat, als je direct betrokken bent geweest bij WO II, al dat wapengekletter van Putin, de NAVO en regeringsleiders zelfs mensen zoals ik die redelijk hun trauma’s van de oorlog hebben verwerkt, zeer angstig maken.
Het is vooral de mogelijke desinformatie aan beide kanten, die mij bezig houdt. De Russen vertellen hun verhaal en wij in het Westen vertellen ons verhaal. Beiden kijken wij door onze eigen cultureel, politieke, belangen- bril. En beide kanten zijn even bang. Angst is de oorzaak van elk conflict.
Het verhaal dat onze jongens, die als militair naar Indië in 1946 vertrokken te horen kregen klopte niet met het werkelijke verhaal zo is nu gebleken. Ook het verhaal dat wij ingezetenen van onze voormalige kolonie te horen kregen voor, tijdens en na de oorlog, bleek niet te kloppen
Laten we daarom hopen, dat onze regeringsleiders bereid zijn te luisteren en zich de lessen uit de vorige twee wereld-oorlogen ter harte hebben genomen.
Joty ter Kulve, Wassenaar.
Mevr Ter Kulve, los van de activiteiten van de veteranen wil ik nav uw betoog toch nog het een en ander opmerken.
Sedert de Amerikaanse inval van de USA in Irak heb ik mij voorgenomen om wat hier in Nederland aan Amerikaanse propaganda wordt overgenomen niet meer voor zoete koek aan te nemen. Het ging toch om kernwapens in dat land? Vooral sedert de ontwikkelingen in Oekraine waarbij dat land binnen het Westerse kamp moest worden gehouden en het neerhalen van de MH17 (zogenaamd door separatisten) al helemaal niet.
Wapengekletter van Putin? Hij is mijn vriend niet, maar de man heeft toch wel een gegronde reden om zich zorgen te maken. Inmiddels hebben wij naast de moslims (nu IS) opeens weer een a vijand bijgekregen, Rusland. Daarnaast kan Israel zich , onder zwak plichtmatig protest, stukjes grond van de Palestijnen toeeigenen.
2. Vervolgens wat zinnetjes uit de rede van Van Rijn.
a. “Wij vonden toen het herstel van orde en gezag in Nederlands-Indië noodzakelijk; de chaos en slachtoffers van de bersiapperiode waren hier inmiddels bekend.
Het was oorlogstijd.”
Wordt hiermee toegegeven dat Nederland 2 koloniale oorlogen heeft gevoerd?
Wij weten inmiddels dat de aanleiding voor deze koloniale oorlogen niet de bersiap was, en dat de bedoelingen waren: (economische) productie en de vernietiging van de Republiek.
b. “Daarnaast werden ook burgers, onder wie vele Indische Nederlanders en Chinezen door nationalisten vermoord. Hoeveel dat er waren, weten we niet precies.
Aan Indonesische kant vielen ook veel slachtoffers, zowel nationalistische strijders als burgers.”
Hier wordt het woord “vermoord” geplaatst tegenover “veel slachtoffers” aan Indonesische kant. Werden er geen Indonesiers vermoord dan? Al was het maar karaktermoord op Soekarno en de nationalisten?
Ik laat het betoog van Van Rijn maar voor wat het waard is en geef de eer aan de veteranen waarvan wijlen mijn vader er ook een van is. Ik herdenk hem in stilte en in mijn gedachten, daarvoor heb ik een politiek correcte Van Rijn niet nodig.
@tenKulve; ‘Beide kanten kijken door eigen -cultureel,politiek,belangen-bril’. U slaat de spijker op zijn kop. Waarom niet ook(proberen) kijken door andermans bril? En daarmee rekening houden met elkaar. Zo iets mag toch verwacht worden van ‘onze wereldleiders’? Stel eens dat bv.Denemarken onder Russisch (economische) invloed komt. Wat zal de reactie van het Westen zijn? De Euro, die pretendeert oorlogen te voorkomen, geeft mi. juist sociale onzekerheid in Europa. Om maar te zwijgen over die 2 Eurofielen op het plein in Kiev, waardoor een zittende regering omver werd geworpen en daar nu een burgeroorlog is ontketend. Ja zelfs Nederlandse (vliegtuig)slachtoffers zijn gevallen en nu… (boycot)konsekwenties voor ons eigen land. ‘Hoera, wij hebben een vijand’, kopt zelfs een krant columnist. Wie stopt deze wereldleiders?
Met een beetje man-of-the street (Jan met de Pet) logica kom je er ook wel uit hr. Mertens, of het nu de gebeurtenissen in Indie betreffen, of nu Oekraine. Je moet je wel bewust zijn van propaganda en tegenstand van de oude gevestigde orde.
De Oekraïense bevolking zogenaamd wilde toetreden tot Europa. Althans zo luidde het verhaal; De eerste stap daartoe was een revolutie tegen de pro-Russische regering. Deze revolutie werd luidkeels en opzichtig gesteund door 2 kopstukken uit de Nederlandse politiek die zich nu enige tijd na de ramp met de MH17 (dat hebben die rebellen/separatisten toch veroorzaakt met steun van de Russen?) zich aardig gedeisd houden om maar geen verkeerde dingen te zeggen.
Binnnen niet al te lange tijd zou dan de Russische vloot in de havenstad Sepastopol (Krim) zich opeens op EU-grondgebied bevinden?
Ik meen mij te herinneren dat wij begin jaren ’60 bijna in een derde wereldoorlog geraakten toen de Russen op Cuba raketinstallaties gingen opstellen. Russische onderzeeers cirkelden ook al rond voor de wateren van Nieuw-Guinea. De enige intelligente figuur in die Cuba-crises was Nikita Chroesjtsjov, die inzag dat zoiets ook weer niet de bedoeling was.
Wie staat nu, na de negatieve berichten over Spanje, Portugal, Griekenland, Polen te wachten op toetreding van Oekraine in de EU?
Komen daarbij nog bij de oude satellietstaten van de USSR: aardige plekjes om (in NAVO-verband) raketten te stationeren gericht op Moskou of legeroefeningetjes te doen. Ik sta daar niet op te wachten en Poetin ook niet. Wanneer het Westen geen pas op de plaats maak of gewoon afdruipt, gaan binnen afzienbare tijd Nederlandse soldaten die kant op om de wereldvrede te bewaken of te bevechten.
Wat mij betreft onnodig en tot de dag van heden heb ik niet begrepen waarom je moet vechten voor de vrede.
De plaats van de USA in dit verhaal? Die hadden het nakijken toen in de Veiligheidsraad China en Rusland tegen interventie in Syrie stemden. Wellicht krijgen zij nu hun zin door de aanwezigheid van (IS)IS.
Toen de Russen de Krim inpalmden kon men slechts toekijken. De MH17 kwam voor hen eigenlijk als een zegen uit de hemel want prompt wezen alle vingertjes richting Poetin.
Vertel dit nu maar aan wereldleider de minister-president; die doet dit soort filosofietjes af als van alle realiteitszin ontbloot.
Zolang mannen aan het hoofd zijn zullen oorlogen plaats vinden. Wanneer vrouwen gelijke rechten hebben als mannen zullen er geen oorlogen meer plaats vinden, omdat moeders niet willen dat hun zonen oorlog voeren.
Het lijkt mij ook buitengewoon moeilijk veteranen van een oorlog(en) , die niet gevoerd had moeten worden, toe te spreken. Welke waardering is hier van toepassing? Welke ‘grote eer’ heeft/bezit de staats secretaris om daar te staan en een krans te leggen? Daar te staan met deemoed een krans te leggen ter nagedachtenis aan al die slachtoffers…..een betere bewoording/houding is, Ook aan hen, de overlevenden, die deze zware periode(s) hebben doorstaan.
Iemand moet maar mijn vraag beantwoorden waar ik de slachtoffers van de Bersiap dient te gedenken. Alhoewel het een Nationale Herdenking is, wordt zeker niet in Roermond deze doden, danwel vermisten herdacht. Ook niet in Den Haag, want daar eindigt de oorlog al op 15 Augustus. Ook niet op de Dam want daar ligt alleen de aarde van officieel erkende oorlogsgraven uit Indonesie.
Dan ga ik maar met mijn kaarsje aan zee staan en strooi bloemen uit, hopende dat ze afdrijven naar Nederlands-Indie
Naar het schijnt wordt in Enschede enige aandacht geschonken aan de bersiapslachtoffers:
http://www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten/monumenten_zoeken/oorlogsmonument/2075
Ook bij de jaarlijkse 15 augustus herdenking in de Gemeernte Geldrop-Mierlo worden de slachtoffers uit de “bersiap” en de “politionele acties”herdacht.
“Herdenking gevallenen in voormalig Nederlands-Indië in de periode 1941-1949”
“Ook niet op de Dam want daar ligt alleen de aarde van officieel erkende oorlogsgraven uit Indonesie.” Volgens mij gaat het niet om alleen de oorlogsgraven, maar om aarde van de erevelden. Die liggen vol met bersiapslachtoffers. Daar heb ik mijn familie ook herdacht. En volgens mij worden daar op 15 augustus allen herdacht, dus ook de daar liggende bersiapslachtoffers. Maar ik kan het mis hebben. Zie ook de registers van de oorlogsgravenstichting. Daar staan de begraven bersiapslachtoffers allemaal op.
Geachte Heer Somers , U heeft daarin gelijk, op de Dam ligt in de urn ook de aarde van de erebegraafplaatsen, dus ook daarin liggende bersiapslachtoffers.
Maar het zou toch van pieteit en erkenning getuigen als alle , ook de vermiste Bersiapslachtoffers (hoeveel is nog steeds onduidelijk) ook EXPLICIET vermeld worden, in de vorm van een Onbekende Bersiapslachtoffer, want dat moeten er wel heel veel geweest zijn. Nog steeds komt de Bersiapperiode in de Nederlandse Geschiedenis niet alleen als zwarte bladzijde maar ook als blinde en witte bladzijde voor.
Ja, ja, ja!!! Alleen komt dan misschien de Indonesische ambassadeur geen krans meer leggen. Die bersiap bestaat in Indonesië niet, waarom zou die ambassadeur zich dan ermee bemoeien?
Hierbij stuur ik jullie een link via Panoramio met foto’s van een amateur die misschien toch wel gewaardeerd worden als men de plekken uit het verleden in de foto’s herkent. Ik ben bij de laatste foto’s 9bladzij 102) begonnen in Padang. http://www.panoramio.com/user/3702693?comment_page=1&photo_page=102
Laat me weten of het de moeite loont, aub.
Per abuis heb ik op de site van Panoramio op een taal geklikt waarbij ik onmogelijk terug kan op Engels, omdat de mogelijkheden beperkt zijn. Wie helpt mij er uit te komen? Zie: rectsonderin. Ik zit op Russisch. I’m feeling trapped!
Geachte Heer Somers,
Het is mijn bedoeling niet en nooit geweest om Indonesie of wat danook in de beklaagdenbank te zetten. Mijn inziens is dat zoniet moeilijk danwel onmogelijk bij gebrek, na bijna 70 jaar aan allerlei bewijsmiddelen. Ik bekijk de zaak louter vanuit de Nederlandse Geschiedenis. Ik wil weten wat er nog van allerlei vermisten nog bekend is, dat een vermiste een naam krijgt.en erkenning.
Ik weet weinig af van Rechtsprocedure in het Nederlands Strafrecht maar ik vind dat de discussie her en der gevoerd op blogs om een beschuldigde te vinden uiterst krakkemikkerig en dan druk ik me eufemistisch uit. Er zijn internationaal wat rechtzaken zoals over Joegoslavie gemaakt en dat bewijst hoe moeilijk het is een zaak te maken laat staan een zaak die zich bijna 70 geleden heeft afgespeeld. Dat druist weliswaar tegen het rechtsgevoel in maar daar moeten we maar mee leven. Mij gaat het om de vermisten, dat lijkt mij de enige kaart die we kunnen uitspelen.
De Indonesische ambassadeur kan dan gewoon komen en een krans leggen en onze ambassadeur komt op 17 Augustus een harinkje pikken bij de President in Indonesie
Ik heb uw reactie niet begrepen. Ik wilde niemand in de beklaagdenbank zetten en ik zocht niet naar beschuldigden. En ik had het niet over vermisten. Ik had het over een herdenking van bersiapslachtoffers. Nu komt de Indonesische ambassadeur op 15 augustus een bloemstuk leggen. Natuurlijk, hij/zij voelt zich betrokken bij die datum, de capitulatie van Japan. Wordt de betekenis van het monument uitgebreid met ‘na 15 augustus’, dan weet ik het niet, dan komt er een politieke lading bij. Dan moet het begrip ‘bersiap’ worden genoemd en daar weet hij/zij niets van af en heeft hij/zij er ook niets mee te maken. Voor mij blijft hij/zij altijd welkom! Graag zelfs. En niet alleen omdat Indonesië toevallig een bevriende natie is, maar vooral als exponent van mijn verleden. Het land waar ik ben geboren.