Op vrijdagmiddag 18 September 1925 arriveerde in Garoet met de trein uit Bandoeng een Australische dame, mrs. Campbell MacFie. Zij nam haar intrek in hotel Villa Dolce, waar haar door de manager een kamer werd toegewezen. ´s Avonds om ongeveer 9.30 uur werd zij voor het laatst aangesproken door één van de bedienden.
Omdat zij de volgende morgen niet bij het ontbijt en lunch verscheen, besloot de manager bij haar langs te gaan. Hij vond mevrouw Campbell MacFie levenloos in bed, bedekt met een deken. Meerdere steek- en snijwonden, ter hoogte van haar hals en borst, duidden op een brute moord.
Aldus begint het verhaal van een moord die niet alleen Garoet, maar zelfs heel Nederlands-Indië lange tijd bezig zou houden. Door de mooie omgeving had het plaatsje, ook wel Klein-Zwitserland genaamd, de afgelopen decennia grote faam gekregen als vakantie-oord voor natuurliefhebbers. In dit beeld pasten geen bloed en geweld.
De eerste dagen richtte het politie-onderzoek zich op het getuigenverhoor van de andere gasten van het hotel. Omdat het slachtoffer nog een horloge droeg en er andere spullen van waarde in haar kamer werden gevonden, veronderstelde men aanvankelijk dat het geen roofmoord was geweest, en werden de inlandse bedienden buiten het onderzoek gehouden. Een inlander, zo redeneerde de politie, pleegt een moord om geldelijk gewin, of uit grote woede. Híer echter leek het dat blanken de hand hadden gehad in de moord. Er werd een gedicht gevonden ondertekend met ‘E.N.’, er ontbrak een boek, en in Garoet bevond zich een andere Australiër die verdacht overkwam. De achtergrond van het slachtoffer, – zij was de ca. 50-jaar oude echtgenote van de Spaanse consul in Sydney -, zou eveneens te maken kunnen hebben met de misdaad.
Broddelwerk
“De recherche te Garoet is ervan overtuigd, dat geen inlander den moord op mevrouw Campbell gepleegd heeft. Deze moord is nauwkeurig voorbereid”, aldus persbureau Aneta. Het vooroordeel met betrekking tot ‘de aard van den inlander’ bleek funest. Voor de lokale politie leken de omstandigheden zó interessant, dat vergeten werd goed sporenonderzoek te doen. Direct na de begrafenis van het slachtoffer werd haar kamer grondig gedesinfecteerd en werden nog resterende vingerafdrukken verwijderd. Latere getuigenverklaringen over hoe de kamer werd aangetroffen ná het gebeurde, konden dan ook niet meer worden geverifieerd.
De pers sprake er schande van. ‘Broddelwerk’, zo heette het. Omdat alle nationale kranten het verhaal hadden opgepikt en gevreesd werd voor nadelige gevolgen voor het toerisme, werd door het Gouvernement ingegrepen. Officier van Justitie mr. Einthoven werd met het onderzoek belast, samen met de sous-chef der recherche in Batavia, commissaris B.R. van der Most. Al na enkele dagen waren de verdenkingen tegen Europeanen en Australiërs opgeheven, en werden aanwijzingen gevonden voor betrokkenheid van het inlandse personeel.
Beschuldiging
Eén der bedienden had gezien hoe een andere bediende koffers in een put had geworpen. Op de bodem van de put werden twee koffers gevonden, behorende aan het slachtoffer. Naar alle waarschijnlijkheid waren ze eerst geleegd en daarna weggegooid. De man die de koffers zou hebben weggegooid, de treinmandoer (runner) Rachman, was de eerste die zijn collega´s openlijk beschuldigde van de moord. De rest volgde. Volgens Rachman was het zijn collega Entjim geweest die hem gevraagd had om in de bewuste nacht de deur van de kamer van het slachtoffer te openen en later de koffers weg te halen. Zélf had hij niet de hand gehad in de dood van die Australische mevrouw, maar wel Entjim en Rueben, een Brits-Indiër van een ander hotel, die beiden op het slachtoffer hadden ingestoken. Zijn verklaring werd ondersteund door die van zijn vriendin, de prostitué Nji Enoh, die de bewuste nacht bij hem had doorgebracht.
Meerdere personeelsleden werden nu naar Batavia overgebracht om daar verder te worden verhoord. Huiszoekingen bij Entjim en Rueben leidde tot een bevestiging van Rachmans woorden. Bij beiden werd een mes gevonden met bloedsporen. Entjim, die aanvankelijk alles had ontkend, gaf zijn rol bij de moord nu toe. Rueben had hem geld beloofd.
Terugloop toerisme
Terwijl het onderzoek langzaam vorderde – er was inmiddels meer dan een half jaar verstreken – verschenen verontrustende berichten in de pers over de gevolgen van de moord. De Indische Courant schreef op 4 april 1926:
“Vooreerst is het aantal kleine parties, reisgezelschappen van drie tot zes personen, sterk verminderd. Men meent het te moeten toeschrijven aan de emotionele berichten in Australische en Straitsbladen over de moord te Garoet. Eerstgenoemde kranten waarschuwden destijds, niet naar Java te gaan dan in gezelschappen van minstens twintig personen….. Zo werd Java in weinige dagen van ‘The garden of the East’ blijkbaar ‘The jungle of the East’, een hoogst gevaarlijk land met primitieve toestanden, waarheen de hoog gehakte, gebrilde misses en misters niet dan in brigades konden heentijgen! Ook trekt het de aandacht, dat er zulk een groot aantal afboekingen heeft plaatsgevonden.”
De rechtzittingen
Om het tij te keren was haast geboden. Gelukkig kon enkele maanden later de eerste veronderstelde moordenaar voor het gerecht worden gebracht. De Landraad, zoals te doen gebruikelijk, bestond uit een Europese voorzitter, mr. F.A. Folkersma, en enkele inlandse hoogwaardigheidsbekleders. Verdachte Rachman werd vrijheid beloofd als hij als kroongetuige zou optreden. Om te voorkomen dat de anderen alles zouden blijven ontkennen, werd de zaak in tweeën behandeld. Eerst kwam Entjim voor het gerecht.
De eerste dag ontkende de beklaagde opnieuw alles, maar, na geconfronteerd te zijn met alle verklaringen, op de tweede dag gaf hij toe. De toeschouwers kregen het volgende verhaal te horen.
De hotels in Garoet hadden ieder één of twee treinmandoers in dienst, ook wel runners genaamd, die één of meerdere keren per dag naar het nabijgelegen Tjibatoe reisden om daar in de trein te stappen en het laatste stukje weer terug te reizen. In de trein liepen zij dan naar de eerste klasse, op zoek naar mogelijke klanten voor hun hotel. Mochten de aangesprokenen al een reservering hebben, dan werden zij vanaf het station in Garoet verder begeleid en werd voor hun bagage gezocht. Indien zij deze nog níet hadden, werd geprobeerd hun klandizie te werven.
De runners kenden elkaar goed, en spraken elkaar iedere dag. Entjim en Rachman, beiden werkzaam bij hotel Villa Dolce, ontmoetten zo vaak de Brits-Indiër Rueben, werkzaam bij hotel Papandajan.
Op die bewuste 18e september bleek dat mevrouw Campbell MacFie al een reservering had voor Villa Dolce. Zij werd daarom verder begeleid door Rachman. Rueben bleek echter jaloers, te meer omdat deze mevrouw de indruk wekte dat zij vermogend was. Hij zei Entjim en Rachman dat hij hen later die dag wilde ontmoeten om iets met hen te bespreken. ´s Avonds om 11 uur was sprake van een ontmoeting op het erf van Villa Dolce. Rueben vertelde Entjim dat het niet zo goed liep bij Papandajan, en dat hij daarom mevrouw Campbell wilde vermoorden. Als Entjim hem hielp, zou hij hiervoor fl. 200 krijgen. Entjim stemde toe. Rachman werd gevraagd de mannen te helpen.
De rest van het verhaal kennen we, zij het dat – ondanks herhaaldelijk navragen – Entjim geen bijzonderheden kon verstrekken over het motief van Rueben. Hij was dom geweest om op diens verzoek in te gaan, zo gaf hij nu toe, en nee, het toegezegde geld had hij niet gekregen.
Entjim werd veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf voor de moord op mevrouw Campbell.
Weer enkele maanden later kwam de Landraad opnieuw bijeen, nu om de zaak van Rueben te beoordelen. Voor de gelegenheid werd de vrouw van de burgemeester van Soekaboemi gevraagd te tolken. Beklaagde had gevraagd om in het Engels te mogen getuigen. Vanuit taalkundig opzicht moeten het interessante bijeenkomsten zijn geweest. Rechtzittingen als deze werden gevoerd in het Nederlands, Maleis, Soendanees en al wat dies meer zij, om beklaagden en getuigen te kunnen horen in hun eigen spreektaal.
De beklaagde Rueben hield bij hoog en bij laag vol dat hij onschuldig was. Entjim, volgens Rueben nu ‘zijn vijand’, had alles verzonnen om hem erbij te lappen. Híj wist van niets.
Omdat ook hier de bewijzen voor de rol van beklaagde overduidelijk waren, werd ook Rueben, net zoals Entjim, tot levenslang veroordeeld.
Het motief
Nu de hoofdverdachten waren veroordeeld, kwam de Garoetse samenleving weer tot rust. Er bleef echter iets knagen. Omdat Rueben tot het moment van zijn veroordeling ontkend had, was het motief van de moord duister gebleven. De woorden van Entjim werden op dit punt namelijk niet geloofd. Wat had het ‘niet goed draaien’ van hotel Papandajan met de moord te maken? Rueben was slechts werknemer bij het hotel, en het zou na een moord in hotel Villa Dolce écht niet beter gaan met Papandajan. Dat het een simpele roofmoord was, was ook moeilijk te begrijpen. De moordenaars hadden namelijk meerdere kostbaarheden laten liggen.
De eigenaar van Villa Dolce, de heer Ingenhoes, nam een jaar later nog een keer contact op met een helderziende. Zij vertelde hem dat het doel van de moord was het bemachtigen van documenten ‘in een leren koffer’. Wilde de man meer weten, dan moest zij eerst in contact worden gebracht met de moordenaars….
Het is met Villa Dolce niet meer goed gekomen. Het hotel had zijn faam voor een groot deel te danken aan zijn ligging dichtbij het treinstation. In de jaren ’20 maakten echter steeds meer vakantiegangers gebruik van hun eigen vervoer. Hun auto´s passeerden Garoet om door te rijden naar nieuwe hotels aan de voet van de omliggende bergen. Het werd daarom zoals in 1936 in een artikel over het toerisme op Java werd geschreven: “thans hoort men de klanken Garoet en Villa Dolce nog slechts als oude klanken van een vergeten melodie.”
x
Weer een opmerkelijk verhaal uit Tempo Doeloe! De laatste zin is prachtig…..zou op Indië kunnen slaan!
Totaal fascinerend stuk geschiedenis, vaak weer, waar tegenwoordige film scripts over worden geschreven. Treinmandoers ook zo enorm sophisticated, iets dat onze moderne “timeshare” resorts en hotels nog doen, prachtige nomenclature voor wat zij deden. De laatse zin vond ik ook zo toepasselijk, “klanken van een vergeten melodie”. Mijn eerste baan in 1957 in Amerika, was zo’n Hotel met vele dingen die er gebeurden. Wat is Java Post een diamant in het gras van ons verleden.
Eigenlijk gebeurde er in die tijd in Indië niks waar je je druk over kon maken. Dan ineens reuring. Heerlijk. Nieuwe complottheoriën, vingertjes naar elkaar wijzen, en liefst ook naar anderen. Iedereen leefde op. Het slachtoffer was niet zo belangrijk.
Zoals ik het Engelse krantenbericht heb gelezen.
Drie namen zijn genoemd ivm de moord op Mw Campbell.
1. Si Entjim uit Tjibatoe
2. Si Ruben was werkzaam als mandoer in Hotel Papandajan.
3. Si Rachman
Het bericht in het artikel op pagina 8 van The Straight Times, gedateerd 17 Augustus 1927, vertoont tegenstrijdigheden, wie de eerste messteken had toebracht. maar Si Entjim kreeg uiteindelijk levenslang. Het motief was geld; Entjim en Rachman zouden respectievelijk f 200, — en f 150, — van Ruben ontvangen om het Villa Dolce hotel in discrediet te brengen. Wie zaten er in feite allemaal achter het complot?
De rol van Rachman is nooit helemaal duidelijk geworden, omdat hij – ook toen hem al verteld was dat hij vrijuit zou gaan als hij naar eerlijkheid zou getuigen over de andere twee – naar het schijnt bang was dat hij alsnog zou worden vervolgd. Hij heeft daarom stelselmatig zijn eigen rol geminimaliseerd.
Entjim heeft de schuld gelegd bij Rueben/Ruben, de autor intellectualis van de moord. Rueben heeft steeds ontkend. Beiden werden tot levenslang veroordeeld. Waarom? Beiden werden beschuldigd door Rachman. Entjim bevestigde Ruebens rol. Bij beiden werd een mes gevonden met sporen van mensenbloed. Andere bedienden wezen op de aanwezigheid rond het tijdstip van de moord van Entjim en Rueben. Rueben, in zijn pogingen een verklaring te geven voor de beschuldiging van Entjim, vertelde de rechtbank dat hij de laatste tijd ruzie had met Entjim. Dit echter werd tegengesproken door de andere treinmandoers uit Garoet, die allen zeiden dat de twee vrienden waren.
Of het motief geld was? Twijfelachtig. Waarom beloofde Rueben van te voren hoge bedragen? Wat werd er nu eigenlijk gestolen (is niet vastgesteld)? Wat voor voordeel zou het in discrediet brengen van Villa Dolce met zich meebrengen voor Rueben? Deze laatste was een treinmandoer/runner op loonbasis, van wie niet werd vastgesteld dat hij hoefde te vrezen voor zijn baan.
Kortom: veel vragen bleven onbeantwoord.
De berichtgeving van de Straight Times (1927? niet 1926?) is waarschijnlijk van de eerste rechtzaak, die tegen Entjim, en mist informatie van de tweede, die tegen Rueben.
http://eresources.nlb.gov.sg/newspapers/Digitised/Article/straitstimes19260817-1.2.62.aspx
Interessant dit verhaal te lezen. Ik kende het al, mijn overgrootvader was de uitbater van Hotel Villa Dolce, en mijn oma en vader zijn daar opgegroeid. Mijn oma heeft ons vroeger dit verhaal verteld.
Hoi Collin, het is een ‘long shot’, maar mijn oudtante was de helderziende vrouw die in het artikel wordt vermeld en ik vroeg me af of je je herinnert of je oma haar eventueel ook heeft genoemd toen ze je dit verhaal vertelde.
Groeten.
Peter