Liefde in tijden van oorlog

Liefde in tijden van oorlog

Liefde in tijden van oorlog

In een tijd waarin regelmatig wordt gepubliceerd over de wandaden van Nederlanse militairen in Indonesië, doet het goed iets te kunnen lezen over de gevoelens van de jongens. Annegriet Wietsma en Stef Scagliola, schrijvers van het boek Liefde in tijden van oorlog, deden jaren lang onderzoek naar een aspect waar tot dusverre nog geen letter aan was gewijd: het liefdesleven van de militairen in Nederlands-Indië in de periode 1945-1949. Na publicatie van een website en de documentaire Tuan Papa, werd twee maanden geleden het bijbehorende boek gepubliceerd, een nieuw hoogtepunt van een bijzonder project.

Het verhaal trekt in chronologische volgorde aan ons voorbij: het vertrek uit Nederland van de oorlogsvrijwilligers, de dienstplichtigen, hun aankomst in Indië en de eerste contacten met de meisjes. Vooral de reis maakt indruk: scheepsladingen spermatozoïden op weg naar het beloofde land. De legerleiding beseft het gevaar, en onderwerpt de jongens aan verplichte filmvoorstellingen over geslachtsziekten. Dat deze voorlichting onvoldoende effect heeft, wordt in Indië al snel duidelijk. Geen legeronderdeel zonder barakken vol mannen met gonorroe of syfilis.   

De baboe

Het lijkt onafwendbaar, en je voelt het aankomen. ‘Oorlog, legers en seks horen bij elkaar als jam en roomboter bij wittebrood’, lezen we. Hé?, denk je dan, jam en roomboter bij wittebrood? Het is een minder fraaie vergelijking, maar de bedoeling is duidelijk. Het boek leest overigens bijzonder plezierig.
Onze sympathie voor de jongens houdt nog even aan, als we samen met ze optrekken in hun woonomgeving. Als ze op dansavonden de eerste Indische meisjes tegenkomen, of hun wasgoed afgeven bij de baboe van hun legeronderdeel.

Kolonne van de infanterie met baboes op weg naar Soekaboemi, tijdens de eerste politionele actie. Foto: C.J. (Cees) Taillie

Kolonne van de infanterie met baboes op weg naar Soekaboemi, tijdens de eerste politionele actie. Foto: C.J. (Cees) Taillie

Vooral die baboes schijnen nogal wat te hebben losgemaakt. Legerfotograaf Cees Taille wist het prachtig vast te leggen: soldaten en baboes in één en dezelfde transporttruck tijdens de eerste Politionele Actie op weg naar Soekaboemi. Er wordt gelachen, en er is sprake van lichamelijk contact.

Dat seksueel contact ook kon leiden tot zwangerschappen, was de soldaten niet verteld. Zij waren wel geinformeerd over geslachtsziekten, deze konden immers de gevechtskracht beinvloeden, van kinderen hadden ze weinig weet. In het beste geval veronderstelden zij dat de meisjes middeltjes hadden om zwangerschappen tegen te gaan of te onderbreken.

Het grote zwijgen

Hoeveel kinderen uit deze contacten werden geboren is niet bekend. De auteurs van Liefde in tijden van oorlog houden het, gebaseerd op een totaal aantal van 135.000 Nederlandse militairen van de Koninklijke Landmacht (de KNIL wordt buiten beschouwing gelaten) op 3.000 tot 8.000. In veel gevallen was de biologische vader niet op de hoogte van de zwangerschap, in andere gevallen werd hem door de legerleiding de zorg ontnomen door een overplaatsing. Het zullen dus veel minder soldaten zijn geweest die weet hadden van hun nageslacht. In vrijwel alle gevallen verlieten de mannen overigens Indië zonder zich verder over hun nageslacht te hoeven bekommeren. In Nederland aangekomen, volgde het grote zwijgen.

Hier kantelt het verhaal en wordt de keerzijde belicht, die van de vrouwen en de kinderen. De aanleiding voor het onderzoek was namelijk de zoektocht van deze kinderen naar hun vaders. Steeds meer wordt in populaire televisieprogramma´s gezocht naar ouders en andere familieleden. De website van het project leidde tot een veelheid aan persoonlijke verhalen die het thema diepte gaven.

Uit het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het Kind, artikel 7: ‘Elk kind heeft het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen verzorgd te worden.’
Wat betekent dat specifiek voor deze kinderen? Wat betekent dat voor hun vaders, die in Nederland meestal een nieuw gezin hebben gekregen en hun partners en kinderen nooit informeerden? Is het recht van het kind zijn vader te kennen groter dan zijn vaders recht op zwijgen?
Liefde in tijden van oorlog probeert een antwoord te geven op al deze vragen. Het veroordeelt de vaders niet, maar geeft de kinderen wel het recht hun vaders zwijgen te doorbreken.

x

Liefde in tijden van oorlog
Onze jongens en hun verzwegen kinderen in de Oost

door Annegriet Wietsma en Stef Scagliola
Uitgeverij Boom, ISBN 9789461055200 | 356 blz. | € 19,90

Dit bericht werd geplaatst in 8. Recensies en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

19 reacties op Liefde in tijden van oorlog

  1. maassen zegt:

    In verband met bovenstaande wil ik wel een ervaring kwijt die me destijds erg heeft aangegrepen.
    Het was ca. 1952, ik was marconist bij de KPM en werd bij aankomst eerste reis uit Holland door de maten ingewijd, hetgeen er op neer kwam dat ik min of meer gedwongen werd opgesloten met een meisje in kampong Kotja, gelegen naast Tandjoeng Priok. Dat heeft enkele dagen geduurd, en mijn ervaringen waren niet zo slecht. Maar wat me altijd is bijgebleven: het kamertje was klein en van bamboe, en behalve een bed was er niet veel te vinden, maar aan de bamboewand was een fotootje geprikt. Het wekte mijn belangstelling en toen ik het nader bestudeerde bleek er een jonge Nederlandse militair op te staan met dat vrouwtje, en tussen hen in een kleuter van ongeveer een jaar. Gezien het beroep dat ze nu uitoefende, maakte ik op dat pa vertrokken was en ma in de goot beland. Het was een lieve aardige vrouw, het kind heb ik niet gezien en ze wilde er ook niet over praten. Ik was toen 20 jaar, het heeft me aangegrepen dat kleine kiekje. En ik ben het nooit vergeten Wat moet dat een droef verhaal zijn geweest.

  2. Inderdaad wat een droef verhaal. Dit gebeurt overal ter wereld. Eenmaal geboren, no father around.

  3. die buurt heet kotta ,en inderdaad er is nu een 3 de en 4 de generatie .wij ontvangen TV Indonesia in HD .mijn vrouw zegt veel artiesten een Europese voorouder haddden en je kunt ook zien en lees hun voornamen dat het verlokt .we wonen in Nieuw Zeeland en hebben een dish van 2.5 meter om Palapa sateliet te ontvangen .mijn vrouw is een echte javaanse

    • Ed Vos zegt:

      “mijn vrouw zegt veel artiesten een Europese voorouder haddden ”

      Een juiste constatering. En niet alleen maar artiesten. 😉

      Selamat menikmati (TV Indonesia)!

      • Ed Vos zegt:

        p.s. Westers klinkende voornamen , zoals bijvoorbeeld Eddy, Edi, duiden op personen met een christelijk geloof. Dit hoeft natuurlijk niet altijd het geval te zijn. Je kunt op Javaan ook een naam kiezen omdat die mooi is. Bijvoorbeeld Edi Suhendro, waarbij Suhendro ook een voornaam is. Op Java kiest men bvb vooralsnog niet zo maar een (voor)naam. die naam moet natuurlijk ook het karakter van de drager bevatten. Een naam immers draag je je hele leven met je mee..

        Uiteraard mengen de nazaten van deze Europeanen zich met de inheemse bevolking.
        Door de aanwzigheid van sociale media voegt men bij hun Indonesische naam ook (soms/vaak?) de naam van hun Europese voorouder. In mijn geval :”Vos”, Op die manier wordt het zoeken naar Indonesische familieleden vergemakkelijkt. Ik heb op die wijze een aantal derde generatie neven en nichten gevonden. Overigens hebben dezen er geen behoefte aan om Nederlander te worden. of als vergeten Indische-Nederlanders aangemerkt te worden waarvoor een grootscheepse hulpactie georganiseerd moet worden.

        Familiebanden kunnen heel sterk zijn (ook niet altijd het geval), en onderling steunt men elkaar ook waar nodig is. De sterkste schouders dragen daarbij de zwaarste lasten 😉
        Participatie! Logisch toch, een gescheiden vrouw (en vaak bij mannen tidak laku) met drie pientere kinderen laat je toch niet aan haar lot over!
        Molukkers hebben die rukun (onderlinge verbondenheid) heel sterk.

      • Ed Vos zegt:

        aanvulling: Molukkers in Nederland.

        – Het is toch te gek dat derde generaties weten uit welk dorp in de archipel zij afkomstig zijn, en uit welk eiland, Terwijl zij zelf in Nederland zijn geboren 😉

    • Bill Zitman zegt:

      Alwin Helmich zegt ;- “die buurt heet kotta”.
      Als u Kelurahan (kampong) Koja bedoelde, zoals mas Maassen in zijn reactie hierboven – er is inderdaad een buurt die “Koja” heet (“Kodja” uitgesproken) die vlak bij de Pelabuhan Tanjung Priok is gelegen – tenzij u “Kota” bedoelde (zoals in Kota Tua), maar deze buurt is zo’n tien kilometer van Priok.

  4. Ik zie al een paar jaar recensies en informatie over dit item en het valt me op dat nauwelijks het verschijnsel soldaten-die-kinderen-maken-te-Indië in een groter context wordt gezet.
    Het gebeurde al een paar honderd jaar in Indië. Mijn opa(1869), diens schoonvader(1845) en diens schoonvader(1828) weer waren soldaten die naar Indië gingen . Voorvader 1828 werd bijna 90 jaar en was de laatste 62 jaar in Indië, in samenhokken met de moeder van zijn kinderen, die hij erkende en verzorgde.
    Voorvader uit 1845 huwde wel met mijn overgrootmoeder, maar hij stief jong in 1882 .
    Ook mijn grootvader uit 1869 huwde wel, onderhield de kinderen en overleed in een jappenkamp 48 jaar na aankomst.
    Andere verhalen dan het patroon van de lusten pakken en wegwezen. Gelukkig maar. Het was niet altijd zo.

    • Ed Vos zegt:

      Neen, het was niet altijd zo. Ik begrijp ook niet wie die die onzalige verhalen in de wereld hielpen over zwijgzame onmondige indo’s bijvoorbeeld. En andere indianenverhalen.Zwijgzaam, so what. dat is niet typisch indisch maar vooral Javaans. Wij hangen niet zo maar de (vuille) was buiten. dat hebben we geleerd in Nederland.

      Ook dat:
      Mikul dhuwur, mendhem jero : omhoog tillen, diep begraven
      – betekenis: iemand (voorganger, voorouder) van zijn positieve zijde tonen en niet van zijn negatieve. (mendhem=begraven, jero=diep)

      Oorlogs-liefdekinderen heb je altijd. Ik heb het dus over liefdes-kinderen. Mensen moet je altijd de kans geven om de zaken op een rijtje te zetten. Je moet ze vooral niet dwingen. Het resultaat is niet altijd negatief.

      • wim balijon zegt:

        Kampong Kotja stond bij ons bekend als een ‘hoerenbuurt’ en het was daar gevaarlijk werd verteld. Ik ben er nooit geweest.
        Ik had wel na veertien dagen toen ik in Batavia aankwam verkering met een Indisch meisje. Ons was de hele bootreis (nov/dec 1946) niets anders verteld, dan dat alle meisjes/vrouwen ziek waren en we condooms moesten gebruiken, maar die werden niet door het leger verstrekt. Die moesten we bij de Chinees kopen. Ik vroeg of ze met mij mee naar de bioscoop ging, maar dat moest ik aan haar vader vragen. Dat waren wij in Holland niet gewend. Om kort te gaan sprak zij beter Nederlands dan ik.Haar vader vertelde mij over Indië. Wij gingen gewoon naar de bioscoop en de schouwburg en zwemmen in Priok. Toen ik overplaatst werd naar Bandoeng heb ik onze verkering beëindigd. Ik had nog geen zin (20 jaar) om me te binden en te trouwen. Ik had wel een indruk van wat Indische en Inheemse mensen waren en dat Indische mensen .tov. van Nederlandse ook werden gediscrimineerd. Ik sprak Indische mensen die bij de Spoorwegen werkten en een goede opleiding hadden, maar als er een topfunctie vacant was ze iemand uit Holland lieten komen ook al had hij minder kwaliteiten. Zomaar een herinnering….

    • Jan A. Somers zegt:

      Al die reageerders in I4E moeten toch ergens vandaan komen. Licht getint in alle gradaties. Mijn grootvader op zijn koffietuin, een dagreis weg van witte mensen. Ik geloof dat hij één keer per jaar in Loemadjang of Malang kwam om allerlei zaken te regelen.

  5. Willem Walraven (eerst boekhouder in de suiker, later journalist) schreef brieven naar zijn familie in Dirksland, ze zijn als boek bij Van Oorschot uitgegeven. Hij trouwde een Javaanse en kreeg vele kinderen, allemaal geëcht. In zijn boek deed hij verslag van zijn gezinsleven.
    Indische nazaten van Nederlanders kregen vaak een achternaam die een acroniem was van hun Nederlandse vader, de dichter Rendra had ws een vader die Arend heette. Er zijn meer voorbeelden.

  6. Surya Atmadja zegt:

    Peter Andriesse zegt:
    27 maart 2015 om 3:42 pm
    de dichter Rendra had ws een vader die Arend heette. Er zijn meer voorbeelden.
    ===============================================================
    Rendra adalah anak dari pasangan R. Cyprianus Sugeng Brotoatmodjo dan Raden Ayu Catharina Ismadillah.

    Het zou kunnen dat ergens in het verre verleden een drupje Europese bloed kwam in de aderen vanzijn voorouders.
    Zijn vader is een Javaanse katholiek , een Raden ?

  7. Surya Atmadja zegt:

    Sorry, Mas Rob, heb je posting gekruisd (verschil van 1 seconde)

  8. Wal Suparmo zegt:

    De bekende Indonesia held van Surabaja.Generaal Tandarts,MOESTOPO heeft een Hollandse bologische vader.Ook de acteur Bambang Hermanto,want ez komen uit een gebied van de suikeronderneming/fabriek inhet Kedirise waar de administateurs Hollanders zijn.Ook Luit.Generaal ex commandant van de Marine Commando troepen DJOKO POERNOMO heeft een biologische Friese vader ROORDA

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s