Jacht op schildpadden

Door Ron Habiboe

J.A. Pattinama (1906-1943)

J.A. Pattinama (1906-1943)

Het overkomt mij steeds minder vaak, dat ik Nederlandse of Indische mensen tegenkom die mij vol vuur vertellen over hoe zij in moeilijke tijden tijdens de Tweede Wereldoorlog in Indië werden gesteund of beschermd door Ambonezen. Zo waren er Ambonese burgers op Java die zich bezighielden met allerlei hulp aan Indische Nederlanders die eigenlijk te blank of op papier te Nederlands waren om buiten het Japanse kamp te blijven. Ook mensen in de gevangenkampen werden geholpen door bijvoorbeeld eten dat door Ambonese handen door het gat in het gedek (bamboe omheining) werd aangegeven. Hiernaast hielden Ambonese militairen zich bezig met het verzet tegen de Japanse bezetters. In de literatuur over de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië wordt deze Ambonese verbondenheid aan het Nederlandse Indië vaak terloops beschreven vanuit een Nederlands, Westers perspectief, als onderdeel van de ontvangen hulp aan Hollanders, Indische Nederlanders, aan koningin Wilhelmina en de Nederlandse driekleur. Het verhaal van de kant van de aanbieders van deze hulp blijft veelal gevangen in persoonlijke herinneringen van oudere verdwijnende Molukkers. Het verhaal van sergeant Pattinama tijdens de Tweede Wereldoorlog in West-Sumatra is hiervan een voorbeeld.   

Van Haroekoe naar Sumatra

Koos Pattinama werd op 17 mei 1906 geboren als Jacob Anthonij Pattinama, een telg uit het radja-geslacht van het dorp Oma op het eiland Haroekoe. Hij trouwt met een meisje dat oorspronkelijk afkomstig is van het buureiland Saparoea en treedt in dienst van het KNIL. In 1929 is Koos als soldaat met zijn vrouw gelegerd in Koeta Radja (Atjeh) als het eerste kind wordt geboren, hun dochtertje An. Niet veel later komt het gezin terecht op Java waar Koos wordt gelegerd in Ambarawa. Het geluk van het jonge gezin wordt echter ruw verstoord. Hun dochtertje is ongeveer drie of vier jaar oud als zij haar moeder verliest en Koos zijn vrouw moet begraven. Rond 1934 hertrouwt Koos en met zijn tweede vrouw zou hij uiteindelijk nog vier dochters krijgen. In 1939 wordt Koos bevorderd tot sergeant en niet veel later verhuist het gezin naar West-Sumatra, waar Koos uiteindelijk wordt gestationeerd in de stad Padang.

Huwelijk J.A. Pattinama en M. Luhukaij. Malang 1934.

Huwelijk J.A. Pattinama en M. Luhukaij. Malang 1934.

Op 8 december verklaart Nederland de oorlog aan Japan. In januari 1942 landen de eerste troepen in Nederlands-Indië. De strijd is snel gestreden. Hoewel het KNIL in maart 1942 capituleert, blijven KNIL-troepen op Sumatra, onder leiding van onder meer generaal-majoor R.T. Overakker, nog ongeveer drie weken doorvechten. Op 28 maart is ook deze strijd gestreden. De Japanse autoriteiten verzamelen alle (Indisch-)Nederlandse burgers in burgergevangenkampen en KNIL-militairen in krijgsgevangenkampen. Zo komt sergeant eerste klas KNIL Koos Pattinama terecht in het Gloegoerkamp in Medan. In mei en juni 1942 worden echter grote groepen, voornamelijk Ambonese en Indo-Europese krijgsgevangenen, weer vrijgelaten op de voorwaarde dat zij trouw beloven aan Japan. “Azië voor de Aziaten” was immers de leus tijdens de Japanse bezetting. Zo keert sergeant Pattinama weer terug bij zijn gezin in Padang.

Sapoe Tangan Merah

In de loop van 1942 ontstaan er op Sumatra drie regionale verzetsgroepen, die al snel bekend staan onder de verzamelnaam Sapoe Tangan Merah (De Rode Zakdoek). Deze naam vindt zijn oorsprong op Ambon en naburige eilanden, in het geloof dat speciale rode zakdoeken na een ritueel allerlei bescherming bieden tegen naderend onheil. De naam van deze verzetsgroep bevestigt ook de rol van het grote aantal Ambonezen dat actief was binnen het verzet in Sumatra. Omdat de Europese KNIL-officieren gevangen blijven, richt sergeant Pattinama een verzetsgroep op aan de westkust van Sumatra, ook wel De Sluip Patrouille genoemd. Hij wordt hier de belangrijkste leider van het verzet tegen de Japanse bezetting. Het doel is om bij de landing van de geallieerden met verenigde Molukse militairen belangrijke plaatsen in te nemen. In de tussentijd verzamelen de leden van de groep onder andere inlichtingen over de Japanse troepensterkte en posities. In december 1942 wordt Pattinama echter verraden, gevangen genomen en uiteindelijk op 25 april 1943 door het Japanse leger in Singapore geëxecuteerd. Veel meer over de rol en het lot van sergeant J.A. Pattinama dan dit, is niet officieel bekend.

Schildpadden

Emmahaven, Padang.

Emmahaven, Padang.

De oudste dochter van sergeant Pattinama weet zich nog goed te herinneren, dat zij in 1942 allen in Gaon woonden, in de buurt van Emmahaven (Padang). Zij was toen twaalf, dertien jaar oud. Haar vader ging, samen met andere Ambonese ‘ooms’, vaak weg naar Padang Pandjang en Fort de Kock of ‘op schildpaddenjacht’, zo dacht zij destijds. Op een dag dat hij weer weg zou gaan, riep hij haar speciaal bij zich en zei: “An, … je moet goed op je zusjes letten en niet vergeten om op tijd het Onze Vader te bidden.” Hierna vertrok hij van huis. Zij zou hem nooit meer terugzien. Niet lang na het vertrek van haar vader vielen Japanse soldaten het huis binnen. Onder in de kist met kerkkleding vonden zij een portret van koningin Wilhelmina en de Nederlandse driekleur, zo weet zij zich nog te herinneren. Haar stiefmoeder werd uitvoerig ondervraagd op het kantoor van de Kenpeitai. Niet lang hierna vertrok het gezin zonder man of vader naar Java waar zij na de capitulatie van Japan in 1945 te horen kregen, dat Koos Pattinama was overleden.

Na de ontberingen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de angsten tijdens de Bersiap-periode is An Pattinama uiteindelijk met haar echtgenoot, een Ambonese voormalige KNIL-militair, in 1951 naar Nederland gekomen. Zij is inmiddels ruim zestig jaar getrouwd en heeft een flink aantal kinderen en kleinkinderen. Wat haar tot op heden nog steeds bezighoudt, is het wel en wee van haar vader nadat hij die bewuste dag in december 1942 van huis vertrok. Hij zou door Japanse soldaten geëxecuteerd zijn in Singapore, maar er is geen documentatie overgeleverd, geen graf of gedenkteken waar zijn naam op voor komt. Wat rest is slechts een foto van een oude foto, de naam van haar oudste zoon en wat herinneringen aan een goede en lieve vader. “Ja, ik dacht dat hij ging jagen op schildpadden.”

x

Dit artikel verscheen eerder in Pelita Nieuwsbrief, april 2013.

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

75 reacties op Jacht op schildpadden

  1. S. Delhaye zegt:

    Met heel veel respect en eerbied gelezen!
    Een posthuum hulde betoon aan sergeant 1e klas Koos Pattinama!
    Dank U wel, sergeant!
    Silfraire Delhaye,
    Voorzitter Het Indisch Platform.

  2. Wat ben ik blij met dit verhaal, ik hoop dat er nog vele zullen volgen vanuit de Molukse Gemeenschap. Het is inderdaad zo dat over de Ambonese Gemeenschap alleen terloops werd geschreven. Wat mij altijd is verteld is dat ze zich kapot vochten voor Nederland en de Koningin.
    Dus misschien gaan wij er meer over lezen als anderen hun verhaal ook vertellen.
    Diep respect voor sergeant 1e klas Koos Pattinama en zijn dochter An

  3. P. Vermaes zegt:

    @ Ron Habiboe: Van harte hoop ik dat de reacties op deze post ons een duidelijker beeld geven van het KNIL in vredestijd, Japanse tijd en Bersiaptijd.
    1) Het reguliere KNIL was geen groot leger. Het bestond uit enkele Nederlandse officieren, meerdere Javaanse officieren (zonen van lokale adel, residenten en wedana’s). Deze Javaanse officieren werden geschoold op de KMA-Breda en toen Nederland door de Duitsers bezet werd, op de KMA-Bandung.
    Onderofficieren en manschappen: Javanen, Ambonezen en Menadonezen.
    Nederlandse jongens in Indië waren dienstplichtigen, maar geen reguliere KNIL-lers.
    2) Bij de mobilisatie in december 1941 werden de dienstplichtigen verzameld in “de Landstorm”.
    De Japanners hebben geïnterneerd de Nederlanders van het reguliere KNIL en de Landstormers, een respectabel aantal dwangarbeiders toch nog.
    Javanen, Ambonezen en Menadonezen waren vrij en mochten met de Japanners meedoen.
    3) Bersiaptijd. Na de capitulatie van Japan zou Nederlands-Indië volgens Jalta-afspraak door de Engelsen bevrijd worden. Dat pacificeren duurde 8 maanden. Het reguliere KNIL kon in die tijd zich “hergroeperen”. Ex-krijgsgevangen landstormers werden gerecruteerd. In Bangkok werd het KNIL bewapend door de Engelsen, in Manilla en Hollandia door de Amerikanen. In deze tijd was het KNIL op z’n grootst, 42.000 manschappen.
    In de Bersiaptijd hebben vooral de Amboneze KNIL-lers de zijde van de Engelsen gekozen om het geweld van de Pemuda’s (kindsoldaten, getraind door de Jappen) te beteugelen in Batavia en Bandung.

    • buitenzorg zegt:

      Enkele details (of niet):

      Toen de Ambonezen de ‘vrijheid’ werd geschonken, na korte krijgsgevangenschap, moesten zij soms verklaren zich niet tegen de Japanners te keren. Dit gebeurde bijvoorbeeld op Sumatra. Een aantal van hen weigerde, en bleef gevangen.

      Degenen die wél tekenden op Sumatra deden dat vaak vanuit de gedachte de Nederlandse zaak beter te kunnen behartigen vanuit vrijheid. Zij sloten zich, na te hebben getekend, aan bij verzetsorganisaties als de Sapoe Tangan Merah.

      In Soerabaja, in het Jaarbeurskamp, werd de Ambonezen gedreigd dat als zij niet tekenden voor hun aansluiting bij heiho-troepen, zij gevangen zouden blijven. Als zij wél tekenden, werden zij verscheept naar hun thuisland en konden zich daar aansluiten bij hun familie. De Ambonese superieuren (sergeants, doorgaans) tekenden voor de hele troep. Vervolgens werden de mannen ingescheept naar de Molukken of Nieuw-Guinea, en werden ingezet bij dwangarbeidprojecten.

    • bo keller zegt:

      Hr .Vermaes, Hierbij heb ik een klein vermoeden dat U wel veel weet inz.
      het Knil ,maar bij deze hele stukken weglaat of zelfs verandert. Jammer !
      siBo

      • P. Vermaes zegt:

        @bo Keller: Zelfs dat kleine vermoeden van u is te veel om mijn gebrek aan kennis over het beruchte KNIL te rechtvaardigen. Inderdaad jammer voor mij dat ik dit op mijn oude dag moet toegeven. Vandaar mijn oproep aan Ron Habiboe van 7 mei 2013.

    • Jan A. Somers zegt:

      Het KNIL was inderdaad een heel klein leger. De formele formatie (vredestijd) van 1925: 1.274 officieren en 31.988 onderofficieren en minderen, licht bewapend. Voor een gebied zo groot als heel Europa. Voor Nederland in vredestijd een leger van ruim 100.000 man met een veel zwaardere bewapening, voor een gebied zo groot als een kwart van Java.
      Van de KNIL’lers die in de oorlog waren uitgeweken naar Australië zijn velen tijdens NEFIS-acties geëxecuteerd door de Japanners. (Javapost 14 augustus 2012)

      • Ed Vos zegt:

        Overigens viel ik gisteren midden in een uitzending over de Nederlandse luchtmacht verzorgd door het populaire “National Geographic”. Ruim voor de oorlog wist men je al te vertellen dat het einde van Nederlands-Indie al spoedig nabij was. (Mijn vader had daarvoor al de nodige maatregelen genomen door een verzekering af te sluiten, meer weet ik er niet van af)
        .
        De Nederlandse luchtmacht versterkte zich door de aanschaf van vliegtuigjes bij Nederlandse maatschappijen oa. Fokker, die nog werkten met houtjes en touwtjes.
        De legertop verkaste vervolgens toen de Jappen al waren binnen gevallen met hun vliegtuigbootjes (catalina’s) naar Australie, waarbij er een aantal hun gezinnen meebrachten (hetgeen blijkbaar niet geoorloofd was).

        Van een van hen verbleef vrouw en kind in een Jappenkamp, hij zelf vluchtte met een vliegtuigbootje vanaf de Kali Brantas (Oost-Java) , die vanwege de miljoenen vuurvliegjes een ideale startbaan was.

        Zij kwamen aan in het haventje Broome, waar zij werden verrast door Japanse gevechtsvliegtuigen omdat de Jappen in staat waren om die 10 uur lang in de lucht te houden. Het moest een ware slachting geweest zijn. De Jappen schoten slechts op de benzinetanks onder de Nederlandse vliegtuigen

        Helaas heb ik het vervolg op die uitzending missen, omdat de Pemerintah Indonesia di Belanda zo nodig naar “Opsporing Verzocht” wilde kijken.

        Ik wacht op een herhaling

      • Ed Vos zegt:

        Ed Vos zegt:
        8 mei 2013 om 5:44 pm


        Overigens sprak ik ergens in november 2012 met een interessante Indische man (was slechts op bezoek) die dik een boek had geschreven over de Nederlandse luchtmacht voor en tijdens WOII in Indie.
        Ik kan nog altijd achter zijn naam komen

  4. hankypanky zegt:

    Heb een diep respect voor de moed en dadendrang van deze sergeant 1e klas Koos Pattinama !

  5. Else Drost zegt:

    Wat een mooi verhaal! 0mdat ik in het kamp was weet ik er weinig van. Heb veel respect voor alles wat sergeant Pattinama heeft gedaan. Ben een ‘Indische’ geboren in Padang.
    Else Drost

  6. jpfpetbar zegt:

    Ja, ook van mij een saluut aan sergeant Koos Pattinama. En excuus aan alle Ambonezen hoe wij hen behandeld hebben. Maar zij hebben het er goed van af gebracht.De jongeren hebben gestudeerd en en goede positie bereikt. In de jaren 50-57 had ik een Ambonese boezemvriend, Johny Kayadoe, hij kwam van Saparoea. Hij zat op de SMP een klas hoger dan ik op de CAS HBS, had wat moeite met wiskunde, maar ons programma liep ongeveer gelijk, en ik gaf hem iedere dag een soort bijles, na 13.00 als de school voorbij was. Van 14.00 tot 15.00 deden wij een tukje, daarna vaak naar de Dierentuin in Cikini en naar de bioscoop, Metropole. Johny en z’n vriendjes waren mijn bodygard, wij hebben wat afgevochten daar. Ik was met mijn 1,72 een kop groter dan de aanvallers. Mijn truc was neem de grootste aanvaller onder handen, een schijnbeweging met rechts en dan voluit met mijn sterkere linker vuist, altijd prijs, heel de groep zette het op een lopen. Op het eind kende men ons en werden wij niet meer aangevallen. Ik herinner mij verder nog een incident in het huis. Bep Sjafei getrouwd met Roos, een Indo meisje, maakte met zijn motorfiets wat veel lawaai waarop een neefje van Johny huilend wakker werd, Johny stond met gebalde vuisten tegenover Bep, Bep trok z’n pistool, gelukkig was mijn Vader, arts, thuis, ik zie het nog voor me, in z’n witte doktersjas, Bep geef hier je pistool morgen krijg je het terug. En Bep met respect voor de tuan dokter gaf z’n pistool af.
    Er werden heel wat babys geboren in ons huis, Cisadane 23, en die kregen wel eens een stuip. Grote paniek dan. Mijn Pa er bij gehaald. Maar geweldig hoe heel ons huis dan aan de gang ging, warm water koken, in die tijd was de remedie wisselbaden warm koud.Die baby’s zijn nu mijn facebook vriendjes en ik zie ze nog ieder jaar.

  7. hansvschaik zegt:

    Heel, heel veel respect voor sergeant Pattinama !

    • Ed Vos zegt:

      Heel Mooi verhaal over Sgt. Pattinama. Overigens kende ik vroeger een Pattinama, Adri, woont nog in Tilburg. Nazaat?

      Overigens heb ik altijd heel goed met Mollukers overweg gekund. Voor mij waren het “die inlanders” (waarmee ik me altijd verbonden voelde),

      Graag zou ik ook het verhaal willen lezen van die inlanders die buitenkampers hielpen, want over die vreselijke tijd buiten het kamp met die vreselijke inlanders
      heb ik nooit gehoord. Althans niet in mijn omgeving.

      Uiteraard waren die inlanders ook buitenkampers, die het even moeilijk hadden als de Nederlandse buitenkampers.

      Maar goed het verhaal van die inlandse buitenkampers kan ik tzt ook wel horen op java uit de mond van die oude Javanen zelf.
      Iets voor mijn volgende bezoek aan dat land.

  8. Ed Vos zegt:

    jpfpetbar zegt:
    8 mei 2013 om 12:42 am
    Ja, ook van mij een saluut aan sergeant Koos Pattinama. En excuus aan alle Ambonezen hoe wij hen behandeld hebben
    ———

    Het verhaal van al die Molukkers (RMS of NIET) staat voor hoe die Nederland omging met de Archipel en haar inwoner (Inlanders) . Indien je ze niet meer nodig hebt, dan schrijf je ze af.

    Indie was voor Nederland een project dat winstgevend moet zijn. Wanneer je de zaken zo beziet dan begrijp je alles veel meer.

    Maar ja, je moet zelf ook tot een ondernemende familie behoren om dat in te zien, en niet tot de groep van vluchtende ambtenaren.

  9. bo keller zegt:

    Er gebeurde meer gedurende deze moeilijke periode vol geruchten en vooral de
    Djojo bojo voorspeling was voor de Nederlandse getrouwen een licht punt.
    Verraad loerde overal maar. eigenlijk nmm meer de loslippigheid.
    De Ambonese vrijgelatenen militairen werkten bijv. in Padang bij de
    gemeente reinigingsdienst.
    Met een handwagentje/sapu en sekop kwamen ze overal in de stad en zo ook bij de
    jappenkampen en verzorgen de berichten over de geallieerde bewegingen.
    Dus hier de contacten via de vuilnisbakken en ook medicijnen etc,
    Verder doet ’t niets af aan het verzetswerk en het is een kleinigheid, maar
    bestond de rang van sergeant der eerste klasse al voor de oorlog ?.
    Zover ik ’t weet en ik kan best er naast zitten, was er Europees sergeant en
    Inheems sergeant. Ik noemde hen ook ”Baas” en ”Pang”.
    Mss. komt dat door de kraagtekens op de foto de zgn.”Bloedvingers” alleen
    voor militairen ingedeeld bij het Korps Marechaussee.
    siBo

    • Soedibyo zegt:

      Kepada si Bo
      De leden van het KNIL van vdo wordt geclasificeerd naar rassen: Europees, Menadonees en Ambonees, Javaan, Soendanees, Timorees. Voeding: Europees incl Menadonees en Ambonees, Eoropees eten, ontbijt roti, dinner kentang met vlees; Javanees, Sundanees en Timorees, ontbijt ketan en makan nasi. Salaris schaal: Europees; Menadonees en Ambonees; Javanees, Soendanees en Timorees.
      Sergeant ekl bestond toen al, bv Europees sgt ekl met een salaris van f. 250 en Jav sgt ekl f.150 met dezelfde plichten en verantwoording. Voor Menadonezen en Ambonezen iets hoger dan Javaanse etc.
      Bevorderingen, Europees: Soldaat via Kaderschool tot Brigadier (korporaal ekl), via kaderschool Sgt ekl. Inlander soldaat, via kaderschool wordt kpl tkl, na een paar jaren tot kpl ekl, en via kaderschool wordt sgt tkl en na een paar jaren met goed bescheiden wordt sgt ekl. Behuizing: Eur kpl kreeg een H woning (ook voor een Inl sgt tkl); sgt ekl tot adj oo krijg een G woning; officieren D of E woning.
      Sgt ekl bij de marechaussee, sectie commandant wordt baas genoemd, en sgt tkl cdt van een brigade wordt panglima genoemd en korporaals wordt kecik genoemd. Dienst bij de marechaussee krijg je een toelage bij. Korps Marechaussee heb je alleen in Aceh, naast de gewone infanteri. Om bij de marechaussee te dienen wordt je uitgekozen onder de gewone infanterie. Voor officieren moet je een meerdaagse (oha 40 dagen in de rimboe van Aceh) patroullie doen. Als de korps commandant een gunstige voorlopige beoordeling heetf tod candidaat dan adviseert hij die om een bepaalde baas (plv commandant) te vragen, en laat hij je patroullie leiden en je leert van hem (oha is die baas een inlander).

  10. jan maassen zegt:

    Mijn waardering voor deze bijdrage. Mijn oom Theunis Maasen was van 1909-1929 in dienst bij KNIL en werd sergenat majoor. Ook ik ben van mening dat de naar Nederland geemigreerde KNIL-militairen verkeerd behandeld zijn destijds! Jammer, ik heb dat bewust meegemaakt! Ook vind ik dat de generatie Molukkers van nu zich anders op moet stellen t.o.v hun “moederland”. Mogelijk kan men een meer positievere bijdrage leveren. Terug naar “toen” , vergeet het. Hun houding die verhinderde dat de Indonesische president een bezoek aan Nederland kon brengen, betreur ik zeer! Ik ben voor een nauwe band met het huidige Indonesia.

    • Ed Vos zegt:

      @Jan Maessen. Het idee van de RMS of de oorsprong ervan hoe je het ook wilt noemen is ontstaan bij de DST van Westerling (zelfs al op Midden-Java) , waarover hier veel te doen was elders op het blog.

      De Republiek Pasundan, RMS, Nieuw-Guinea, zijn allemaal het resultaatvan rancuneuze Nederlanders (ook indo-europeanen) die anderen ophitsten.
      We noemen dat verdeel-en -heers

      • Ed Vos zegt:

        Rancuneuze Nederlanders die het andere Nederlanders, die verder wilden in Indonesie (maar onder andere verhoudingen) het leven moeilijk werd gemaakt,vanwege de verstoorde verhoudingen.
        Maar wanneer je al hoog en droog in Indisch Den Haag zit, weet je dat niet of wilde je daarvan niet weten.

      • Eppeson Marawasin zegt:

        Kom meneer Vos, we gaan effe naar JavaCafé. Je mag er wel niet roken, maar u neemt een tappie en ik probeer een Jim Beam op advies from our mutual mate from downunder. Ik zou op zo’n plek graag met een wijs man als uw vader hebben willen praten. Iemand die vanuit zichzelf al, door de waarom-vraag te stellen tot bepaalde inzichten kwam inzake kwesties rond ‘right or wrong’ in Nederlands Indië en de Republik Indonesia. Maar goed, ik ben op weg. Praten we zo wel verder.

        Oeps … daar komt vrouwlief met de boodschappen. Als dat maar geen sperzieboontjes ‘haren’ wordt voor deze jongen. Anyway … later!

        e.m.

      • Ed Vos zegt:

        Eppeson Marawasin zegt:
        8 mei 2013 om 4:30 pm
        ——-

        Naar het J ava Poltiek Cafe 😉

        Mijn vader praatte slechts over de Birma-Siam spoorweg, en over “bij ons in het leger”.
        Ik heb alles zelf moeten uitvissen, waar anderen zich bezighielden met “Plesiran Tempo-Doeloe” en de “Euraziatische diaspora”.

  11. Maaf saya menggunakan Bahasa Indonesia, saya bangga menjadi salah satu cucu dari JA Pattinama atau biasa saya panggil Opa Kos, walau hanya mendengar cerita langsung dari Oma Ade (Maria Lambertina Luhukay),janda dari Almarhum Opa Kos..saya anak ke empat dari anak bungsu Opa Kos yaitu Magdalena Wihelmina Pattinama yg biasa di panggil Mami Boll, saya sangat bangga sekali walau tdk pernah bertemu dengan Opa Koss..terlebih lagi membaca artikel ini……Salam Rindu buat Mami An dan Papi Ming sekeluarga…kami yang ada di ujung pandang selalu rindu dan berdoa agar segala persaudaraan ini kekal untuk selamanya….

    • Ron Habiboe zegt:

      Dicermahkan, vertaald:
      “Mijn excuses voor het Indonesisch, ik ben trots om een van de kleinkinderen te zijn van J. A. Pattinama, door mij gewoonlijk opa Koos genoemd, hoewel ik slechts de verhalen heb gehoord van oma Ade (Maria Lambertine Luhukay), weduwe van opa Koos zaliger. Ik ben het vierde kind van de jongste dochter van opa Koos: Magdalena Wilhelmina Pattinama die gewoonlijk tante Bol wordt genoemd. Ik ben erg trots hoewel ik opa Koos nooit heb ontmoet. Nog meer nu ik dit artikel heb gelezen. Een groet van verlangen aan tante An en oom Ming en de familie. Wij in Ujung Pandang verlangen altijd naar jullie en bidden opdat onze familieband voor altijd blijft bestaan.”

  12. Ed Kerkhoven zegt:

    Ik herinner me als een 6- of 7 jaar oud jongentje, toen mijn moeder met een andere vrouw werden opgepikt in het kamp Tjihapit. Zij hadden gedemonstreerd voor beter eten met vlees voor de kinderen. Nog ruim 10 jaar later zei mijn moeder steeds” “De Ambonezen hebben mijn leven gered”. Volgens het verhaal zat mijn moeder in een hok zonder dak. De jap kwam haar soms bezoeken en vragen of ze eten wilde hebben, waarna hij zei: “Dat krijg je niet”. De buitenmuur grensde aan een slokan. Twee Ambonezen waagden hun leven om over die muur te klimmen en eten te brengen voor mijn moeder. Een derde Ambonees stond op wacht om te kunnen waarschuwen. Hij deed dat met een zeker fluitje. Mijn oma, aan moeders kant, ook uit Indie, reisde van Den Haag naar een kamp om een Ambonese familie met kleine kinderen te bezoeken, na de oorlog. Zij kwam vol met verhalen terug hoe blij die kinderen waren. Onze familie, aan moeders kant, heeft altijd de grootste bewondering voor de Ambonezen gehad. Het is twijfelachtig hoe mijn moeder uit dat hok kwam. Ik was te jong om het te begrijpen. Ed

  13. Wouter Raphet Meeng zegt:

    Wouter Raphet Meeng zegt:
    Tot mijn grote verrassing las ik een reactie van mijn oudste zuster Else Drost – Raphet Meeng die al tientallen jaren in Santa Barbara VS woont.Ten tijde van de Japanse inval op Ned.-Indië woonden wij in Buitenzorg (Bogor) en ik herinner me een Ambonees die militair was of was geweest die bij ons thuis kwam en veel verhalen vertelde over o.m. zijn verzet tegen de Jappen. De enige zin die ik me nog herinner van hem was: ‘Ek maai en lek af ‘, ‘Ik maai en lik af’ waarbij hij met zijn denkbeeldige klewang zwaaide alsof hij een Japanner het hoofd afsloeg.
    Wat er van hem is geworden en hoe hij heette weet ik niet ik was destijds 12 of 13 jaar en Else was
    een jaar ouder.
    Enkele maanden later werd ons gezin Moeder met 2 dochters en 3 zoons naar Bandoeng gebracht met de trein waar we in kamp Karees werden geplaatst, Vader was al eerder krijgsgevangen genomen als landstormer en pas na de oorlog vernamen wij dat hij had vastgezeten in een vreselijk kamp op Sumatra ik meen Pakan Baroe te vergelijken met Birma.
    Als door een wonder zijn wij allen gespaard gebleven.
    Inderdaad weet ik net zo min als Else wat er is gebeurd gedurende de bezetting van Ned. Indië door Japan. Begin juni 1946 zijn we met de Sibajak van Tandjong Priok naar Nederland vertrokken waar we op 1 juli aankwamen in Rotterdam
    Pas in Nederland leerden we stukje bij beetje wat er zich had afgespeeld in Ned. Indië.
    Een achternicht van ons Edith Astrid Loupatty – Umboh is getrouwd met een Ambonees een hele fijne kerel.
    Wouter Raphet Meeng

  14. G.Tee zegt:

    Ook mijn diepe respect voor de heldendaden van deze man ,JA Pattinama, en mijn diepste
    afkeer aan de toenmalige Nederlandse bewindvoerders hoe zij de Zuid Molukkers met veel
    beloften en niet nakomen naar Nederland hebben verscheepd en hun in feite hier aan hun lot
    hebben gelaten.
    Het doet me zeer als ik nu zie hoe onze regeringen zich zo veel uitsloven om al die zogenaamde
    vluchtelingen (asielzoekers,gelukzoekers) ontvangen en naar hun zin te maken om maar een
    goede rapport te krijgen voor de wereld opinie.
    Deze nieuwe medelanders moeten zich nog bewijzen of ze ook trouw kunnen zijn aan Nederland
    in moeilijke tijden (oorlogstijden) zo als onze Ambonezen zich hebben bewezen gezien de vele
    verhalen uit de voormalige Indië,ook hulde aan deze bevolkingsgroep.

    • daar sluit ik me helemaal bij aan!

    • Ed Vos zegt:

      Dit klink als Oost-West Nederland verpest.

      Ik heb gisteren de Nederlander Nordin Amrabat een paar mooie passeerbewegingen zien maken, dat ik dacht waar haalt hij dat toch allemaal vandaan?

    • Ed Vos zegt:

      Hr Tee,

      U zult toch eens de geschiedenis van de Molukkers – die Naar Nederland gingen – eens moeten nagaan. Daarin worden heel veel zaken door elkaar gecampoeradukt.
      Los van het feit of u deze goedkeurt of niet, u bent de gebeurtenissen in de jaren 70 al vergeten? Overigens waren de Molukkers Inlanders, en voor Indo-europeanen zelfs onderontwikkeld tot het barbaarse af. ook zij mochten niet lid worden van het IEV.

      2. Het maakt overigens wel uit of iemand solliciteert onder de naam Vos of onder Mohammed Hassan Kamal

      3. Wat asielzoekers betreft, leze u eens over het asielbeleid van Nederland.

      4. Wat gelukszoekers betreft hoop ik niet voor u, dat een van uw voorouders naar Indie ging om daar het geluk te beproeven. Los van het feit aan wie u zich heeft aangepast- aan de Nederlandse of Inlandse mores.

      • Surya Atmadja. zegt:

        De Ambonese Knil-ers( Zuid Molukkers) zijn de Anak Mas van de Nederlanders.
        Krijgen betere salaris dan de andere Inlandse Knil-ers.
        Ze mogen zelfs als eerste groep schoenen dragen ( Daendels).
        Vergeet ook niet de “gelijk gestelden”zoals Manusama .

      • G.Tee zegt:

        Dag meneer Ed Vos,
        Even een misverstand uit de weg ruimen,salah mengerti,
        1. Allereerst mensen in nood moeten wij altijd ons uiterste best doen
        om te helpen,wie dan ook en waar dan ook.
        2. Met de zogenaamde vluchtelingen bedoelde ik eigenlijk de mensen
        die hierheen komen om gebruik(misbruik) te maken van onze sociale
        voorzieningen,zie de recente gevallen van de Bulgaren die onze zorg-
        en huurtoelage leegzuigen.
        3. Met de zogenaamde vluchtelingen bedoelde ik ook de mensen die
        hier heen komen vluchten omdat ze in hun eigen land zogenaamd met
        hun leven bedreigd worden,maar nadat ze de verblijfsvergunning hebben
        gekregen doodleuk ieder jaar naar hun land van herkomst afreizen om
        daar op vacantie te gaan,en daar lopen pronken hoe slim ze het hebben
        aangepakt om naar ons land te komen vluchten.
        4. Met de zogenaamde vluchtelingen bedoeld ik ook de mensen die
        hier heen komen en niets van aanpassen willen weten met de normen
        en waarden hier ,maar ons proberen hun eigen normen en waarden
        op te dringen.
        Het is toch normaal als je ergens komt vestigen dat je je aanpast aan
        landsgewoonte maar niet andersom.
        5. Wat ik wilde zeggen is dat al deze nieuwkomers maar eerst moeten
        laten blijken trouw te kunnen zijn aan ons Nederland wanneer ons Nederland
        srtaks in nood verkeerd (in oorlogstoestand),wat wel door de Ambonezen is
        getoond trouw tot in de dood voor het Nederlandse drie kleur in het
        voormalige Nederlads Indië tijdens de oorlogsjaren toen.
        6. Over het vuile politieke spel over het onstaan van de staat Indonesië
        wil ik het hier niet over hebben,ik wil alleen nogmaals benadrukken dat
        velen van ons toch veel dank verschuldigd zijn aan de inzet van deze
        bevolkingsgroep,de Ambonezen.
        Vriendelijk groet,
        G.Tee

  15. Ed Vos zegt:

    Surya Atmadja. zegt:
    10 mei 2013 om 12:49 pm

    De Ambonese Knil-ers( Zuid Molukkers) zijn de Anak Mas van de Nederlanders.
    Krijgen betere salaris dan de andere Inlandse Knil-ers.
    Ze mogen zelfs als eerste groep schoenen dragen ( Daendels).
    Vergeet ook niet de “gelijk gestelden”zoals Manusama .
    ———————-

    Oh, dat was dan voor de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949, toe de Molukken netjes werden overgedragen aan Indonesie. Maar na de slepende deelstatenkwestie , de verscheping van Amboneze militairen van de KST naar Ambon (waar opeens een tweestrijd ontbrandde) , de onafhankelijkheidsverklaring op 25 april 1950 (door wie eigenlijk?) , en de troepenverplaatsing van een gedeelte van de Ambonse KNIL-militairen naar Nederland was het opeens een ander verhaal geworden.

    Het begons sowieso al met de positieve reacties op de onafhankelijkheidsverklaring (25 april 1950) bij BEPAALDE Nederlanders, die eerder bij hoog en laag het recht van het Indonesische volk om over zijn eigen lot te beschikken en die zich van Nederland wilden afscheiden ontkend hadden

    • Ed Vos zegt:

      p.s. die deelstatenkwestie had te maken met het feit dat Indonesie opeens terugkwam op de federatieve staatsvorm en plotseling overging tot het vormen van een eenheidsstaat. Iets waarbij Nederland totaal geen zakelijk belang bij had, maar dat zij wel zag als “contractbreuk”.
      Zelf had zij Indie geregeerd als een eenheidsstaat. Uiteraard is het begrijpelijk dat een federatieve staatsvorm, hoe goed bedoeld ook, door de Indonesiers werd gezien als een dictaat van de koloniaal.

    • Surya Atmadja zegt:

      Een aanvulling.
      De Zuid Molukken was een onderdeel (daerah !!) van N.I.T ( Negara Indonesia Timur) .
      Een product van Menir Van Mook , die door de Indonesiers( R.I ) knarsetanden werd geduld .
      De Indonesiers hebben sinds 1945 al lang de Republik Indonesia geproklameerd, van Sabang tot Merauke.
      Door invoering van deelstaten (Van Mook) had Nederland de Linggardjati niet alleen aangeleed maar ook geschonden.

      Eigenlijk moeten de Indonesiers mensen zoals Van Mook, en die 2 aankleders van Linggardjati, of zelfs Westerling bedanken( voor zijn aandeel in APRA affaire) .

      Wat de rechtmatigheid en hoeveel aanhangers van de RMS hebben , gelieve de 2 boeken van Ir Manusama te lezen.
      De Nederlandse boeken kunnen we voorlopig buiten beschouwing laten .
      Die 2 boeken had ik aanbevolen bij Bpk E.M , en hij had dat ook gekocht.
      Zie ook de rol van Soumoukil , wie hij was .
      Op Ambon was het bonje geweest met de andere KNIL militairen en op Ceram kregen de RMS ook aan de stok met de Alufuren.

      • Ed Vos zegt:

        Overigens Pak SA,

        Wist u van het feit dat die Westerling met een prive-leger van 400 man, waarvan 125 militairen die gedeserteerd waren uit de KST de regering in Jakarta probeerde omver te werpen?
        Hij was er zelfs niet vies van om met de Darul Islam (te vergelijken met al Qaeda) samen te werken om die “communist’ Soekarno eruit te werken

  16. Ed Vos zegt:

    Surya Atmadja zegt:
    10 mei 2013 om 7:12 pm

    Bedankt Pak Surya Atmadja, voor uw aanvulling.

    Ik begon me al af te vragen wie een onafhankelijkheid zou kunnen uitroepen waarvan de wereldgemeenschap zwaar onder de indruk zou raken: een deelstaat, een daerah, een dorpshoofd of een ontevreden militair.

  17. HenkAnthonijsz (1926) zegt:

    In het boek “Verzet in Nederlands-Indië tegen de Japanse bezetting 1942-1945” uitgegeven onder redaktie van B.R. Immerzeel en F.van Esch staat ook het e.e.a over sergeant J.A.Pattinama. Hij was de belangrijkste verzetsleider in Padang.
    Ik vind het een pracht boek Bert! Je weet er erg veel van.
    Medio 1942 woonde ik( was toen 16 jaar) in Bandoeng.Van mijn vriendenkring waren er twee die contact hadden met de groep van kapitein de Lange.Het was een spannende tijd.Van hen hoorde ik dat het verzet op niets was uitgelopen.Het was een spannende tijd.

  18. Ambonezen waren altijd de meest drie kleurige (vlag) verbonden en hart verpande mensen met solidarieteit voor wat Hollands was. Als er ooit eens een gouden medaille uit kwam in hun eer, zou ik het met tranen aan hun uitrijken. Zo jammer dat wij en zij langzaam maar zeker allen zo kortstondig op deze aarde kunnen blijven.

    • Jan A. Somers zegt:

      november 1945: In een vrachtauto levensmiddelen brengen naar de vrouwenkampen in Batavia. Plat op de bodem vanwege het schieten. We werden ‘beschermd’ door een Ambonees (zo heette dat toen nog, ook als je niet uit Ambon kwam). Hij had een Lee Enfield, met in het magazijn twee à drie(!) patronen. Voor als we werden overvallen. Gelukkig dat die Indonesiërs, Engelsen en KNIL-lers meer op elkaar schoten dan op ons.

      • P. Vermaes zegt:

        @Jan A. Somers: in november 1945 was het KNIL nog niet in Nederlands-Indië…

      • Jan A. Somers zegt:

        Ja hoor, een klein beetje. Op 29 september landde een bataljon (800 man) van de Seaforth Highlanders, versterkt met kleine eenheden van het KNIL, samen 1000 man, in Batavia, onder commando van luitenant-generaal Sir Philip Christison. Enkele dagen later landden in Batavia nog een deel van een Brits-Indische brigade, samen met weer enkele kleine KNIL-onderdelen. In Borneo en de Grote Oost kwamen meer KNIL-onderdelen uit krijgsgevangenschap aan, bewapend door de daar aanwezige Australiërs. Ik dacht (weet niet zeker) dat dat gebied buiten SEAC viel. Ook kwamen daar indertijd naar Australië uitgeweken KNIL-eenheden terug. Zij hebben daar al vroeg het gezag van de Australiërs overgenomen.

  19. Wouter Meeng, de wereld wordt steeds kleiner. Ik ken Else Drost van af de 60 tiger jaren in Santa Barbra en verloor haar uit het gezicht. Ik woon nu 39 jaar in Santa Ynez, een half uur over de bergen van Santa Barbara. Ik kende ook haar overleden man Henk heel goed, waar blijft de tijd. Hij had altijd goede verhalen van zijn tijd in Zuid Korea van de vijftiger jaren. Laat haar weten waar ik ben, het is in het plaatselijke telefoon boek.

  20. Surya Atmadja zegt:

    Ed Vos zegt:
    10 mei 2013 om 7:54 pm
    Overigens Pak SA,
    Wist u van het feit dat die Westerling met een prive-leger van 400 man, waarvan 125 militairen die gedeserteerd waren uit de KST de regering in Jakarta probeerde omver te werpen?
    ———————————————————————————————-
    Tentu saja saya tahu .
    De roots van mijn moeder was Parahyangan.
    Een jongere broer van mijn moeder was een afgezwaaide officier bij de Siliwangi divisi , ooms van mijn moeder waren PaTi bij de Kepolisian Negara ( later Polri).
    De eerste generatie toekomstige leiders in West Java kwamen uit bepaalde families die elkaar goed kennen,dezelfde streek of (Hollandse) scholen.
    Een klein deel waren gevallen in de valkuil van de Negara Bagian Pasundan.
    De grote meerderheid waren nationalisten.

  21. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    14 mei 2013 om 3:56 pm
    Ja hoor, een klein beetje. Op 29 september landde een bataljon (800 man) van de Seaforth Highlanders, versterkt met kleine eenheden van het KNIL, samen 1000 man, in Batavia
    —————————————————————————
    Dat was ook de reden waarom de Pemuda woest waren en beschuldigen de Nederlanders stiekem menggontjeng (meeliften) met de Sekutu(gealieerden).

    Ook in Surabaya .

    • Jan A. Somers zegt:

      Dat was niet zo stiekum hoor. Gewoon onder het Engelse commando. Ik denk niet dat Nederlandse autoriteiten, die nog niet in Indië aanwezig waren, daar vanaf wisten. Dat werd geregeld door Australische autoriteiten.

      • Jan A. Somers zegt:

        De Engelsen van SEAC wilden tot ca. januari 1946 geen Nederlandse troepen van de KL uit Nederland. De KNIL-lers werden door de RAPWI uit gevangenschap aangeboden aan de Engelsen. Die vonden dat best, zelf hadden ze niet genoeg troepen. In Batavia werden ze ingezet voor verdediging van de vrouwenkampen (vervangen van de Japanners), bescherming van transporten van het Rode Kruis, en in de corridor tussen het opvangkamp Struiswijk en de binnenstad. In Batavia waren wel grote demonstraties, enkele rampokpartijen en roofmoorden, maar geen echte opstand zoals in Soerabaja. Als je uit Soerabaja in Batavia aankwam vond je het een rustige stad. Ook de Indonesische regering functioneerde er in vrije bewegingsvrijheid. In Soerabaja ben ik in die tijd geen KNIL-lers tegengekomen. Misschien waren er wel een paar als gids/tolk. Zelf was ik dat ook voor het Rode Kruis.
        Borneo en de Grote Oost (met uitzondering van Bali en Lombok) was door SEAC overgedragen aan een Australische divisie. Die Australiërs hebben vervolgens het militair gezag overgedragen aan de KNIL-lers die uit Australië kwamen: twaalf compagnieën infanterie gevormd door Indonesische en wat Nederlandse en Surinaamse militairen. Samen met uit Australië afkomstige Nederlandse bestuursambtenaren hebben ze goed werk verricht. Met uitzondering van enkele brandhaarden in Zuid Celebes (Westerling!) was het een gebied dat na de oorlog snel tot rust kwam.

      • P. Vermaes zegt:

        @Jan A. Somers: De Engelsen hadden in Batavia en Bandung vrijwilligerscorpsen gevormd (VCB’s), die belast waren met het beveiligen van “save areas”. De geüniformeerde leden van deze corpsen waren vaak Indische jongens, die net niet oud genoeg waren om door de Jappen geïnterneerd te worden. Weet u daar iets van?

      • Jan A. Somers zegt:

        Van die jongelui heb ik wel gehoord, en ook wel foto’s gezien. Maar ook van enig macho-gedrag. Geen militaire training, ik weet niet precies of dit juridisch wel in de haak was. Als je dan bewapend bent, met pistool, dan is dat vragen om problemen. Vooral als er aardige meisjes lopen en ook nog gewapende Engelsen en Indonesiërs in de buurt.

  22. HenkAnthonijsz (1926) zegt:

    VCB’s?? Ben nu 87. Altijd in Bandoeng gewoond tot 1958, toen we IIndonesie moesten verlaten.
    En in welk jaar zouden de Engelsen dat hebben gedaan?? In september 1945 zagen wij in Bandoeng de eerste Engelsen die geen p.. deden ter bescherming van de Indischen die buiten de kampen woonden. Op korte afstand waar ene Majoor Gray zetelde (Hotel Preanger) werd mijn neef vermoord! Wij werden in de nacht van 24/25 november 1945 gered door Japanse soldaten!
    Praat me niet over de Engelsen! Toen ik me in maart 1946 op het vliegveld Andir aanmeldde als dienstplichtige bij het KNIL Militaire luchtvaart kreeg ik een geweer (Lee Enfield) en voelde ik mij pas veilig.Ik was toen net 20 jaar geworden.

    • Jan A. Somers zegt:

      Het kan best kloppen dat u deze jongelui niet bent tegengekomen, zoveel waren het er ook niet. Op 13 november 1945 uit Soerabaja aangekomen was ik twee weken in Batavia, daarna met het Rode Kruis weer terug naar Soerabaja. Ik ben ze zelf ook niet tegengekomen, zie mijn stukje hierboven, citaat: “Van die jongelui heb ik wel gehoord, en ook wel foto’s gezien.”

    • P. Vermaes zegt:

      @Buitenzorg, Jan A. Somers en H. Anthonijsz. Hier een bewijs dat de VCB echt heeft bestaan; verhaal van Karel Rugebregt: Toen de Jap kwam woonde gezin Rugebrecht in Sukabumi. Op zijn 16de verjaardag (29 april 1945, tevens verjaardag van de Keizer van Japan) werd hij opgepakt en opgesloten in de Gevangenis van Gelodok. Toen Japan capituleerde ging hij terug naar Sukabumi. Daar werd hij gevangen genomen door pelopors en gebracht naar een landbouwschool. De Gurka’s hebben hem bevrijd.
      De Gurka’s gaven de bevrijde gevangenen aan de zorgen van de Jappen in Bogor. Daar vernamen ze van het Rode Kruis dat vader Rugebregt in het 10de Bat van Batavia zat. Daar werden ze heengebracht.
      In het 10de Bat. gaf Karel zich op voor de VCB samen met een aantal leeftijdgenoten van een opvoedingsgesticht uit Sukabumi.

  23. HenkAnthonijsz (1926) zegt:

    Dan waren ze zeker even uit “sprookjesland”geslopen om op de foto te staan.

  24. Surya Atmadja zegt:

    Ik dacht dat in een andere topic wel geschreven werd over beveilingsgroepjes van o.a Ambonese en Indische(?) Knil-ers.
    In Batavia , waar ze opgepakte pemuda’s R.I speldjes moet opeten ?
    Zie het verhaal van Bert Simon en de klacht in een Engelse rapport over trigger happy Nederlanders.

    • Ed Vos zegt:

      Misschien leuk om de filmpjes die deze meneer heeft ge-upload eens te bekijken

      http://www.youtube.com/user/Timescape2012?feature=watch

      Onder andere deze:

    • Jan A. Somers zegt:

      De Britse krijgsmacht in Batavia stelde weinig voor. Ik dacht zo’n 2000 man en zo’n 500 KNIL-lers (Ambonezen en (indo)Eropeanen) die via de RAPWI uit gevangenschap waren aangekomen en onder Engels commando waren gebracht. De Indonesische politie liet zich niet zien, ik dacht dat die alleen bezig was met de begeleiding van de Indonesische autoriteiten.. Vandaar dat wellicht die VCB’s waren opgericht, maar daar weet ik niet veel van af. Dat waren in ieder geval geen militairen, alhoewel wel gewapend, ik dacht met pistool.
      De KNIL-lers werden vooral ingezet voor de bescherming van de vrouwenkampen (ter aflossing van de Japanners), en de voedsel/personen-transporten. Dat stelde ook niet veel voor. In mijn Rode Kruisclubje (voedseltransport) zat een Ambonees (zo noemde je die mensen in die tijd nog) met een Lee Enfield, heel krijgshaftig! Met 2 à 3 patronen in zijn magazijn. Gelukkig dat het in Batavia in die tijd tamelijk rustig was.
      Ik denk niet dat die KNIL-lers in die tijd pemoeda’s hebben opgepakt. Wat zou je daar mee aan moeten? Misschien de jongelui van de VCB’s? Maar er waren ook veel macho-verhalen, aan de bar waren die jongens allemaal helden.

      • Surya Atmadja zegt:

        Jan A. Somers zegt:
        16 mei 2013 om 5:03 pm
        De Indonesische politie liet zich niet zien, ik dacht dat die alleen bezig was met de begeleiding van de Indonesische autoriteiten.
        —————————————————————————————————–
        Dat kan kloppen, omdat:
        1. ze nog niet gereorganiseerd zijn
        Was ooit onder de Japanse organisatie.
        De oorsprong van de politie als aparte organisatie was al een stuk ouder , waarschijnlijk
        al in sw 8ste eeuw (Srivijaya) en ten tijde van Majapahit .
        2.Soms hadden ze ook defensieve taken.
        Zelfs militaire taken , zoals de inzet van de BriMoB( van Mobiele Brigade).
        3.Iets later ingedeeld bij het leger de TNI.
        De opvolger van TKR en BKR .
        De eerste KaPolri was Raden S.Soekanto Tjokrodiatmodjo -29 september 1945 ( ookvoorzitter van de Indonesische tak van de Free Mansion – zie CAS school Batavia Gambir).
        Dat verhaal over macho verhalen is ook bekend, dat er Ambonese-Indische beveiligers optreden ( “knokploegen” ?) werd in officiele Britse bronnen vermeld.
        Zie de verhalen over de 10de KNIL Bat van Batavia

      • Jan A. Somers zegt:

        “De Indonesische politie liet zich niet zien, ik dacht dat die alleen bezig was met de begeleiding van de Indonesische autoriteiten.”
        Over de gang van zaken bij de Indonesische politie tijdens de bersiap is mij eigenlijk niets bekend. De Peta en dat soort organisaties zijn na 15 augustus 1945 wel ontwapend, maar de politie volgens mij niet. Tijdens de bezetting bleef de organisatie in stand, natuurlijk wel met een Japanse top. Volgens mij kon de politie zonder top na 15 augustus gewoon functioneren, maar je zag er niets van.

  25. HenkAnthonijsz (1926) zegt:

    Meneer Vos. Ik heb de “bersiap”persoonlijk meegemaakt. Dergelijke foto’s doen me pijn en het zal de boel weer doen oprakelen.Hoe durft u het LEUK te vinden? Weg er mee.

    • Jan A. Somers zegt:

      Bedankt heer Vos. Kan ik deze film ook in Bronbeek hebben gezien? Ik heb de bersiap ook persoonlijk meegemaakt! Dit soort films nooit wegdoen!!! Het begint met de restanten van de moord in Soerabaja op het Goebengtransport op 28 oktober 1945. In Nederland onbekend, ook bij de Indische gemeenschap. Alleen via dit soort films blijft dat voor de herdenking bewaard. Voor Javapost ben ik bezig met een stukje hierover. Het vervolg gaat over de slag om Soerabaja, waarbij ik op 10 november uit de Werfstraatgevangenis ben bevrijd! Voor mijn moeder en zus te laat, die zijn als gijzelaar afgevoerd. Was inderdaad niet zo leuk, maar wel een geweldige ervaring. Ik rakel die boel regelmatig voor mezelf weer op. Doet geen pijn, alleen maar dankbaar. Waarom moeten we in Nederland bijna dag in dag uit plaatjes zien van Duitse misdaden en de bevrijding in Europa? Waarom nooit iets van de weinige bevrijdingsmomenten in Indië? Ik ben niet nostalgisch, maar bij zulke beelden wel dankbaar.

      • Surya Atmadja zegt:

        Jan ,
        ik dacht dat die overvallen van de Gubengtransport ooit op Nederlandse TV werd vertoond, iets met een reportage.

      • Ed Vos zegt:

        @Pak Jan A. Somers zegt:
        16 mei 2013 om 11:58 am ..

        Geen dank Pak Jan,

        Ik zeg maar zo:
        Those who fail to learn history are doomed to repeat it.
        Those who fail to clear history are doomed to explain it.

      • Jan A. Somers zegt:

        Van de overval zelf zijn volgens mij geen beelden. Wel van de uitgebrande resten van de trucks. En op Kembang Kuning vier verzamelgraven met namen en een aantal met alleen de datum. Het is niet zeker of in die naamloze verzamelgraven alleen maar slachtofers van dat transport liggen. Elders in de stad zijn die dag ook slachtoffers gevallen, en er zijn slachtoffers in de Kali Mas gegooid. Dat laatste geldt voor bijna alle gesneuvelde Gurkha’s na onthoofding. De dag na de moord op het Goebengtransport zaten Soekarno, Hatta en Sjarifoedin, die door de Britten naar Soerabaja waren gehaald om te bemiddelen, op de achtergalerij van het gouverneurshuis met uitzicht op de Kali Mas. Zij zagen onthoofde lichamen van Brits-Indische soldaten drijven. Hatta vertelde een verhaal dat hij die ochtend van resident Soedirman had gehoord. Britse soldaten die uit een in brand gestoken gebouw naar buiten vluchtten werden door de menigte vermoord, onthoofd en in de Kali Mas gegooid.
        De meest betrouwbare gegevens zijn door Itzig Heine verzameld, zijn broertje (7 jaar) is wel gedood. Hij heeft de namen van 34 overledenen en van 93 overlevenden weten te achterhalen. Volgens Frederick zouden er van de 200 vrouwen en kinderen tussen de 40 en 50 zijn gedood. Broeshart spreekt over 83 doden en Dominique Venner over 125 doden. Een optelsom van andere bronnen komt tot 112 overledenen, 150 overlevenden en 40 onbekenden. Over gewonden wordt nergens gesproken, deze zijn waarschijnlijk verspreid geraakt in meerdere opvangpunten. Op het ereveld Kembang Kuning zijn 26 verzamelgraven met 28 oktober als datum, waarin 108 personen zijn begraven, waarvan 23 met name genoemd.

      • Ed Vos zegt:

        Over dat goebeng transport was inderdaad een uitzending gewijd; lang geleden
        Dit is weer een film van youtube

      • Ed Vos zegt:

        p.s. dit filmpje van de EO dateert van 04-09-1996. Presentatie Pia van der Molen!

      • bo keller zegt:

        Meneer Somers,
        In het Archief bronbeek dient nog een ”Rekest” te vinden te zijn,betrekking
        hebbende over deze ”overlast”.
        Uit m’n geheugen nl.vanuit de Hollandse vrouwenkampen het verzoek om
        deportatie van deze ambonnezen door ..(Hatta/Shahir ?) niet uit te voeren
        daar deze ”Bruine” mensen de enigste personen waren die” Blanken ”beschermden.
        tevens als aanklacht ,dat het Engels bestuur geen bescherming bood in Batavia.
        Het verzoek hen(Vhk)te verwijderen nav. dat Shahir(?) uit z’n voertuig werd gezet.
        siBo

      • Jan A. Somers zegt:

        Heer Ed Vos, 16 mei 2013: Geen Goebengtransport. Alleen maar losse droevige verhalen waar je verder niets mee kan. Nederlandse militairen die een eind maakten aan de bersiap? Toen ze half maart in Indië aan kwamen was de bersiap praktisch voorbij, zoals in Soerabaja. Daar hadden de Gurkha’s al voor gezorgd. Oppassen met dit soort verhalen. Ook ik moet altijd oppassen met eigen ervaringen en ‘van horen zeggen’. Het blijft moeilijk voor jezelf eerlijk te blijven. De bersiaptijd was niet leuk, maar je moet het niet erger maken dan het al was.

      • Ed Vos zegt:

        @ Jan Somers

        Ik ben inmiddels erachter gekomen dat die uitzending over dat goebengtrnsport werd verzord door netwer.tv in 2005 (augustus). helaas bestaat hun website niet meer.
        http://www.netwerk.tv/

        Daarover werd helemaal geen ophef gemaakt vanwege de rustige manier van berichtgeving. Daar schort het wel een en ander aan wanneer je dat soort gebeurtenissen laat verfilmen door omroepen die uit zijn op grote ledentallen.

  26. Herman Keppy zegt:

    Mooi verhaal, Ron, Pattinama komt, zoals je weet, van het dorp Oma; Luhukay/Luhukaij van het dorp Paperu. Beide dorpsingrediënten zitten ook in mijn DNA, dus ik ben blij trots te mogen zijn op deze oom. Zie ik je op de TTF? En alle andere reageerders ook? Haha.

  27. Linda Sekewael zegt:

    Onze dank aan Ron voor het schrijven van dit artikel. Mijn moeder raakte zeer ontroerd toen ze dit stuk las. Ook onze dank aan Bert Immerzeel, die het boek schreef ‘Verzet in Nederlands- Indie’.
    Dankzij dit boek werden voor haar vele vragen beantwoord. Pas 10 jaar geleden wist mijn moeder dat haar vader in het verzet zat. Puzzelstukjes vielen in elkaar. Ze kon de situaties die ze nog kon herinneren met haar vader beter begrijpen. De vele bezoekjes thuis van Hollandse mannen in uniform. De rode zakdoeken die thuis werden gemaakt en een bijeenkomst, die enkel bestond uit Ambonezen, geleidt door een oudere Ambonese man. Haar vader die al lange tijd de kampong had verlaten schikte zich in de oude rites en gebruiken nl de voorouders vragen om bescherming en hen te begeleiden in het nemen van de juiste beslissingen.
    Toen haar vader afscheid nam wist hij waarschijnlijk wel dat de kans groot was dat ze elkaar niet meer zouden zien. Dit is wat je deed in een oorlog waarin je geloofde, je familie en dierbaren verlaten om een hoger doel te dienen.
    Helaas heeft haar vader de oorlog niet overleefd en is een graf nooit gevonden. Een van de kinderen is in Singapore geweest op zoek naar informatie. In 2011 naar Bandung op zoek naar zijn
    stamboekgegevens ..zonder resultaat.
    7969 …..Deze getallen blijven gegrift in het geheugen van mijn moeder.
    Zo ook de laatste beelden dat haar vader afscheid nam…gekleed in een lichte colbertjas met paperassen onder zijn arm…..zij keek hem na tot zijn beeld verdween in het groen van het natuur..

    Namens de familie Sekewael-Pattinama :
    Linda ( 1 van de kinderen van An Sekewael-Pattinama )

  28. Ron Habiboe zegt:

    Hartelijk bedankt voor alle reacties.
    Ron Habiboe

  29. DP Tick zegt:

    L.S.; Wat een boel reacties voor deze man.Met recht.Ik heb over hem gelezen.Een echte kerel.Een man v stavast,zonder veel eigendunk gevoelens.Een puur mens.Met ook zijn voor en tegens in zijn karakter.Maar vooral een voorbeeld hoe het ook kan.Ja,Holland had geen extreem groot leger.Maar Indië had voor WO II ook veel minder inwoners als nu.Voor WO II iets v 40 miljoen maar.En er is nog een klein land,dat veel grote daden in een groot gebied weet te behalen.Zijn/onze beste vriend.Dat is Israel.Laten we er ons nooit voor schamen,dat met God’s hulp een mens tot grote daden in staat is. Amen. Een v die grote mensen is Sergeant Pattinama. Hoogachtend: DP Tick P.S.: Ja,zijn lichaam is wel niet gevinden,doch wat ook heel belangrijk is: zijn ziel is al heel lang bij God.

Laat een reactie achter op P. Vermaes Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s