De mishandeling van dr. Engels, kamp Ziekenzorg, Solo
In vredestijd wordt van alles rapport gemaakt. Tijdens oorlogsjaren gebeurt echter zó veel, dat zelfs de ergste gebeurtenissen niet worden geregistreerd. Als die werkelijkheid er later nog toe doet, om welke reden dan ook, blijkt al snel dat het geheugen lacunes vertoont, lacunes die beslissend kunnen zijn voor de juiste beoordeling van het gebeurde. Zo ook in de zaak Engels, kamp Ziekenzorg Soerakarta. Een reconstructie.

Sara Engels (foto: privé-collectie Anneke Eggink-Engels)
De Netherlands Forces Intelligence Service (Nefis) had na de oorlog tot taak Japanse oorlogsmisdadigers op te sporen. Hiertoe werden zo veel mogelijk personen gehoord die meenden iets te kunnen zeggen over het gedrag van Japanners in oorlogstijd, zowel binnen- als buiten de kampen. De verslagen werden dan uitgetypt op carbonpapier en in veelvoud verspreid onder alle betrokken afdelingen. Op stapeltjes gelegd, geordend naar locatie en persoonsnamen, konden mogelijk patronen worden herkend en conclusies worden getrokken. Als het materiaal voldoende was voor een aanklacht werd het doorgestuurd naar de openbare aanklager en een van de Temporaire Krijgsraden.
Japanner met een litteken
In maart 1946 verscheen in Semarang voor vaandrig Robert Meindersma, belast met het nasporingsonderzoek van oorlogsmisdadigers, mevrouw Fenna Woud-van Konijnenburg, geboren 1908 te Groningen. Nadat zij op de wijze van haar godsdienstige gezindheid in zijn handen de eed had afgelegd de waarheid en niets anders dan de waarheid te zullen zeggen, verklaarde zij als volgt:
“23 Of 24 maart 1944 in het Solokamp (Ziekenzorg) bij de overgave van politie naar het leger, is Dr. Engels (vrouwelijk dokter) door twee mij onbekende Japanners, waarvan één een eigenaardig litteken in de nek had, zeer hevig mishandeld. De reden was dat zij niet vlug en diep genoeg voor de man boog en bovendien terugsloeg toen hij begon te slaan. Zij is op de grond geslagen en enige keren getrapt. (…) Later is zij op een ergerlijke manier mishandeld met leren riemen op haar gehele lichaam. (…) Japanse getuigen bij deze mishandeling: de oud-commandant Weda en de nieuwe commandant Funnakoshi, Dr. Gondo. De Japanner met het litteken die ook een bril op had, is later (nog in juni 1945) commandant geweest van alle Semarangkampen.
Ik heb Dr. Engels vlak na de mishandeling gezien en zij was geheel ontoonbar in haar gezicht. Hierna heeft zij vijf weken in een cel gezeten zonder matras en klamboe. Op 22 januari 1945 is Dr. Engels overleden tengevolge van een ziekte.”
Op 21 januari 1946 hoorde mr. M. Niemeijer, 2e Luitenant, in kamp Columbia, Australië, mevrouw Aaltje van Huijzen-van de Veen, geboren 1912 te Leeuwarden. Mevrouw Van Huijzen verklaarde:
“Een ander geval dat ik meemaakte was de mishandeling van Dr. Engels, een vrouwelijke arts uit Solo. Tijdens een militaire overdracht van het kamp in Solo in maart 1944 groette zij een Japanse officier wat nonchalant. Zij werd toen door die officier geslagen. Wij stonden allen aangetreden en zagen dit. Dr. Engels verweerde zich, waardoor zij het kantoor ingeslagen werd. Aan de geluiden kon ik horen dat zij daar verder mishandeld werd. Daarna is zij voor vijf weken in een klein kamertje opgesloten. Dr. Engels, die een volkomen gezonde vrouw was, bleef na deze behandeling min of meer sukkelend en is 10 maanden daarna overleden, naar men zei door een stukgetrapte lever.”
Te laat op appel

Kamp Ziekenzorg (Niod)
In maart 1946 verklaarde mevrouw P.H. Bothof in Kandy, Ceylon, “dat mevrouw dr. Engels steeds hard voor het kamp had gewerkt en zelfs een keer toen een Jap haar sloeg hem zijn sabel durfde af te pakken en hem ermee terugsloeg. (…) Ieder verwachtte de doodstraf, maar zij kreeg gratie”.
Een andere informante legde de volgende verklaring af: “De Jap hief zijn sabel op om haar te slaan, maar zij greep de sabel vast en verzette zich. Zij is toen zwaar mishandeld en een tijd lang opgesloten. De dag dat zij vrij kwam, was zij direct weer in het hospitaal en hervatte haar werk alsof er niets was gebeurd.”
Ten slotte nog een verklaring van latere datum, van mevrouw Carina Droste, geboren 1921 te Den Haag:
“Op een van de kwade dagen moesten we in de regen allemaal op appel komen. De Japanner stond onder een afdak van de voorgalerij van het kamp. Hij was zijn ‘preek’ nog niet begonnen. Opeens kwam dokter Engels (vrouwelijke grijze arts) aanhollen uit de ziekenafdeling. Ze was nog met patienten bezig geweest, ze kwam dus even te laat. Ze ging naar de Japanner toe en verontschuldigde zich en wilde het een en ander uitleggen.
De Japanner werd zo ongeloofelijk kwaad, dat hij haar sloeg, ze viel op de grond en de Japanner maar slaan en trappen. Ze was totaal gebroken en werd opgesloten in een kamertje van 2 x 2 in het pikdonker. Als haar ‘eten’ werd gebracht, ging de wacht er eerst met zijn vieze vingers in rondwoelen, of wij er niet iets voor haar in hadden verstopt! Het hele kamp maakte zich zorgen om haar. Ze gingen alle blokken langs om handtekeningen te verzamelen voor haar vrijlating, want ze zat er al een behoorlijke tijd en niemand mocht haar opzoeken. Het was heel erg voor haar! Bovendien hadden we maar drie doktoren en één tandarts voor al die duizenden vrouwen. (…)
Dokter Engels werd tenslotte naar de ziekenafdeling gebracht. Ze had geelzucht en stierf. We waren heel verdrietig. Ze was een schat van een vrouw. We namen afscheid door allen, dus al die duizenden, langs haar baar te lopen en zo een laatste groet te brengen. Het was afschuwelijk!”
Het recht
De conclusies die we uit deze verklaringen kunnen trekken, lijken – zo op het eerste gezicht – tamelijk helder. Mevrouw Engels werd zwaar mishandeld, eerst in het openbaar ten overstaan van de andere vrouwen, en later in een kantoor. Vervolgens werd zijn vijf weken opgesloten. Ongeveer een jaar later stierf zij aan een leveraandoening, mogelijk opgelopen door de mishandeling.
De verklaringen lopen echter uiteen op het punt van de vraag wíe haar nu precies had mishandeld. Waar het de mishandeling in het openbaar betreft is al niet duidelijk of deze nu door één of twee Japanners werd gepleegd. De genoemde namen van mogelijk betrokken Japanners zijn evenmin gelijk.
De nog veel zwaardere mishandeling in het kantoortje kende geen getuigen anders dan de aanwezige Japanners. Geen enkele kampgenote van mevrouw Engels heeft later verklaard dat het slachtoffer zélf heeft aangegeven wie verantwoordelijk was geweest.
Getuige Woud-van Konijnenburg verklaarde dat mevrouw Engels werd geslagen door twee haar onbekende Japanners, waarvan zij één beter leerde kennen na haar latere overplaatsing naar een kamp in Semarang: de man met het litteken. Volgens de ons bekende informatie zou dit Hasegawa Sadazo geweest moeten zijn. Dit was de man die de laatste maanden van de bezetting de kampen leidde in Semarang. Hasegawa, kapitein bij het Japanse leger en op dat moment 30 jaar oud, werd in 1947 door de Temporaire Krijgsraad in Batavia veroordeeld tot de doodstraf voor gepleegde oorlogsmisdrijven. Zijn vonnis maakt echter geen melding van de mishandeling van mevrouw Engels.
Ten tijde van de mishandeling was een zekere Sakai kampcommandant van kamp Ziekenzorg. Van hem is in relatie met deze gebeurtenis evenmin een vonnis bekend.
De herinnering
We moeten concluderen dat twee jaar na het gebeurde al niet meer kon worden aangetoond wie verantwoordelijk is geweest voor het voortijdige overlijden van mevrouw Engels, en dat niemand is berecht voor deze specifieke gebeurtenis. De getuigenverklaring van mevrouw Woud-van Konijnenburg, in combinatie met het genoemde vonnis, geeft ons echter de vrijheid te denken dat het Hasegawa moet zijn geweest, en dat deze – zij het via een omweg – alsnog zijn verdiende loon heeft gekregen.
De herinnering aan mevrouw Engels, gemeente-arts te Solo, leeft voort door haar graf op het Nederlands ereveld Kalibanteng in Semarang, en de vermelding van haar naam in het slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting: “Sara Johanna Engels, geboren 19 april 1900 te Leiden, overleden op 9 mei 1945 te Solo”.
x
Bronnen:
NA, Nefis 1839, 1840, 1845, 1857 (oud), Nefis 1962 (nieuw).
NA, vonnis Hasegawa Sadazo, TKR n. 19/1947.
Pelita, Wubo, 344133.
Groot, L.F. de, Berechting Japanse Oorlogsmisdadigers in Nederlands-Indië 1946-1949. Temporaire Krijgsraad Batavia. ´s-Hertogenbosch, 1990.
www.ogs.nl
Met dank aan Cees de Raadt voor het opspeuren en afstaan van de foto van Sara Engels, in bezit bij zijn nicht Anneke Eggink-Engels.
Sara Johanna Engels: respect voor jou!
Joop Al, de schrijver van het boek ‘Ambarawa, Bandoengan en de Belg Refuge’, vertelt dat hij een paar dagboeken in handen kreeg, waarin een gebeurtenis beschreven wordt, die door alle jongens die hetzelfde mee maakten, al verschillend beschreven is !
Dus op de dag zelf waren de genoteerde waarnemingen, onder invloed van de emoties, dus al anders !
Mijn naam is Meulemans. In 1948 kwam ik in Ambarawa wat in de oorlog een vrouwenkamp was. Wij hebben toen een massagraf gevonden helemaal aan de achterkant van dat kamp. Wij hebben er stenen om heen geplaatst en wit gemaakt.
Over dit geheugen het volgende.
Aanleiding voor dit artikel was deze story in de Biltsche Courant:
http://www.deweekkrant.nl/pages.php?page=2354126
Volgens deze meneer gaf mw Engels haar leven voor 30 kampmeisjes.
Met alle respect voor de geinterviewde Sesink Clee: onzin, dus. De zaak had niets te maken met dwangprostitutie.
Ons geheugen kan ons soms flink bedotten.
Hr. Buitenzorg met alle respect voor Uw mening en die van andere personen, er ontbreekt
hier de redenen van ’t appél van 100den vrouwen /kinderen in de regen.
Dan de uitzinnige woede uibarsting (100den vluchten uit angst) alleen geprojecteerd op Mw.Engels. Hier komt wat anders om ’t hoekje kijken dan het niet correct groeten of laat komen. Hier komt Japans eergevoel ,”het gezichtsverlies” in ’t gedrang. Waar ging het precies om?
Deze Hoge officieren zijn echt niet gekomen om een goede dag oid toe te wensen ook komt men niet alleen het kamp binnen.Dan de verwijzing naar de veroordelingen ,m’n vraag luidt; was er toen een persoon veroordeeld voor de ”pooierdiensten”.van ’t Keizerlijk Japans leger. Nmm. nu 2012 nog een groot taboe.!
Mw.Engels diep respect voor u.
siBo
Hartelijk dank, buitenzorg, je hebt ons alweer een grote dienst bewezen met (het aan de kaak stellen van) de zoektocht naar waarheid en recht. Er doen nog steeds te veel onwaarheden de ronde. Ook de getuigenverklaringen vind ik absurd. (zoals: vrouwelijke grijze arts? Ze was toen pas vierenveertig jaar oud!)
Nog steeds lopen wijzelf met vragen rond.
Waarom werd mijn eigen Oom Boeng door een Japanse klerk zo zwaar mishandeld dat hij de volgende dag aan zijn verwondingen overleed? Waarom? Zijn oudste dochter was als kind getuige ervan!
Zo’n stom wit kruis met letters en getallen wat meer wegheeft van een abstract cartoon karakter zegt in principe geen moer van de werkelijke, bewonderenswaardige persoon die gestorven is.
Ik zou graag alles over Sara Johanna Engels willen weten.
Als u op een ereveld loopt zijn dit echt geen cartoons! Het is bar, mensen die hier niet hoorden te liggen. Ik ga meestal naar de graven van onbekenden. ‘Gelukkig’ voor u heeft dat kruis dan helemaal geen letters en getallen. Ik kan alleen maar hormat brengen, zij krijgen nooit bezoek. De Engelsen weten het zo prachtig te vertellen: known unto God. Jammer dat zo weinig mensen, ook uit onze Indische samenleving, bij hun bezoek aan Indonesië niet op die erevelden rondlopen. Pas dan voel je de grootsheid van al die doden. Dan word je stil.
Ik ben ook niet bekend met de namen van de mensen van de Kenpeitai in Soerabaja die mij hebben behandeld. Niet van de Japanners, niet van de Indonesiërs. In zo’n situatie staan je ogen op oneindig en je verstand op nul. Denk er wel om, op dat moment weet je niet eens hoe of dat voelt. Je weet helemaal niks. En je hebt geen papier en potlood om het op te schrijven, als je tenminste nog zou kunnen schrijven. Geen ramp, ik kan dit nu nog schrijven.
Dank u wel Jan.A.Somers. Mijn vader is overleden in de Kempeitai gevangenis Lowok Waru te Malang. Een proces is er niet, een graf heeft hij ook niet. De namen van de Japannese Kempeitai? Geen idee. Japan heeft alle bewijzen vernietigd en Nederland was heel erg duidelijk totaal ongeïnteresseerd in het grote onrecht ons aangedaan in voormalig N.O.I.
In Nederland weet iedereen dat in de oorlog de fiets van Oma is gestolen. Bij het woord Kenpeitai gaan de ogen op oneindig en het verstand op nul. Ook van de Kenpeitai in Soerabaja is niets te vinden. Maar dat gebouw is in de slag om Soerabaja dan ook volledig verwoest. Gelukkig hoef ik daar niets meer van te weten. Ik weet het al.
————–In Nederland weet iedereen dat in de oorlog de fiets van Oma is gestolen.———–
Uw zin hier boven roept een herinnering op. Als zeeman in 1960 waren we in een kleine haven buiten Hamburg om bunker olie te lossen. Dat plaatsje had maar een lokale kroeg en toen de plaatselijke mensen na hun werk hun kroeg binnen gingen waren alle barkrukken door officieren en bemanningsleden bezet. Het was goed te merken dat zij dat niet konden waarderen. En toen een van de matrozen tegen een groep duitsers zei, dat hzij hun barkruk terug konden krijgen als zij eerst de gestolen fietsen teruggaven, was het hek van de dam.
Dat Japan alle bewijzen (waarvan?) heeft vernietigd is een intrigerende uitspraak. Vooral ook omdat er iets wordt gesuggereerd wat niet concreet wordt gemaakt. Dat Japanse militairen en burger autoriteiten documenten hebben vernietigd is bekend maar er is ook veel bewaard gebleven. De kenpei hebben een veteranen organisatie die een drietal gedenkboeken heeft uitgegeven: Nihon Kenpei Seishi (De authentieke geschiedenis van de Japanse marechaussee (=kenpei)) in 1976 en de Nihon Genpei Gaishi (de algemene geschiedenis van de Japanse marechaussee) in 1986. Plus nog een dun boekje over de kenpei gesneuveld in dienst van het vaderland. Het hoeft geen verbazing te wekken dat ze zichzelf in die uitgaves mooier voorstellen dan ze waren. Maar dat zien we ook in werken als ‘Daar wordt wat groots verricht’ e.d. over de gordel van smaragd. Niets nieuws onder de zon en niet typisch Japans. Een kwestie van kritisch lezen. In de boeken wordt ook aandacht besteed aan o.a. Java. In Malang was de commandant eerste luitenant Inoyama Jiro. Hij viel onder de kenpeitai van het 16e leger. In Japan zijn de archieven van het keizerlijke Japanse leger beschikbaar en toegankelijk voor wetenschappers. Misschien wel digitaal inmiddels. Je moet wel Japans kunnen lezen, maar er is hier in Nederland meer dan voldoende expertise op dat gebied zodat dat niet een bezwaar kan zijn. We hebben uitstekende japanologen.
Voor zijn werk The secret of major Kido; The battle of Semarang, 15-19 October 1945 kon Han Bing Siong gebruik maken van ‘The Daily Reports of the Semarang Kempeitai’ 1945. Zo kon hij vermelden dat kapitein Wada Kunishige de leiding had over de kenpeitai eenheid die mee hielp de Bulu gevangenis in Semarang te bestormen om daar de Nederlanders die op het punt stonden te worden vermoord door Indonesische nationalisten te bevrijden. Het was kenpei sergeant Kawano Toshiharu die de deur forceerde.
Mijn punt is dat er nog veel informatie te vinden is als men zoekt. En dat de namen van de kenpei op Java niet allemaal onvindbaar zijn.
Dat er onrecht is geschied in Indie is een feit en dat begon toen Nederlanders dat gebied voor zich zelf opeisten. Onrecht is nu eenmaal inherent aan imperialisme en dat is iets wat Japan heeft geleerd van het westen. Of zoals een Japanse gezegde aangeeft: leren begint met imiteren.
Of zoals een Japanse gezegde aangeeft: leren begint met imiteren.
Goed gezegd, want dat doen ze vandaag aan de dag nog steeds en schaamte kennen ze niet.
Goed gezegd, want dat doen ze vandaag aan de dag nog steeds en schaamte kennen ze niet.
Dat is een van de vele vooroordelen tegen de Japanners en zoals de andere vooroordelen niet op feiten gebaseerd.. Herinnert u zich nog die van de Japanners die niet zouden kunnen niet vliegen? En wilt u beweren dat u spontaan heeft leren praten zonder uw opvoeder te imiteren? Leren lezen? Fietsen?
En wat schaamte betreft: wie kijkt naar de koloniale geschiedenis van Nederland tot aan de Japanse inval met een strafstelsel en stelsel van dwangarbeid waar de mortaliteit tot wel 50% op kon lopen en dan luistert naar de vertegenwoordigers van dat zelfde stelsel die zich vol morele verontwaardiging beklagen over de Japanners kan alleen verbaast zijn over het totale gebrek aan enige gene of zelf reflectie. Of neem de correspondentie tussen generaal Spoor en de procureur-generaal Felderhof over de oorlogsmisdaden in Rawagede waarin onbeschaamd wordt voorgesteld om ze onder te mat te vegen. Yamashita Tomoyuki liet tenminste nog een aantal van zijn soldaten en een officier executeren voor oorlogsmisdaden in Singapore. Hij schaamde zich dusdanig dat hij zijn excuses aanbood aan de overlevenden van dat incident.
http://pwencycl.kgbudge.com/Y/a/Yamashita_Tomoyuki.htm
Het was beter voor zijn image geweest als Spoor hem had geimiteerd.
Dat is een van de vele vooroordelen tegen de Japanners en zoals de andere vooroordelen niet op feiten gebaseerd..
Voor u een vooroordeel, voor mij en al mijn familieleden een bittere ervaring in japanse concentratie kampen en birma spoorweg.
Voor u een vooroordeel, voor mij en al mijn familieleden een bittere ervaring in japanse concentratie kampen en birma spoorweg.
=======================
Een bittere ervaring die u deelt met de vele duizenden Chinese en Javaanse koelies die onder Nederlandse leiding mee moesten helpen “iets groots” verrichtten in de Gordel van Smaragd. onder Nederlandse leiding. En dat de Japanse “concentratie kampen” nogal verschilden in karakter moge de gegevens op deze site uitwijzen
http://www.abc.net.au/changi/life/default.htm
Die Japanners waren raar volk. Als je commandeert: steek die Indo dood, dan steekt hij die Indo dood. Als je commandeert: val dood, dan valt hij dood. Als je tijdens de exercitie roept: sla je kameraad dood, dan slaat hij zijn kameraad dood. En op bevel steekt hij zichzelf dood. Het ene Japanse kamp was het andere niet. Bij de Kenpeitai in Soerabaja hielden de Japanners zich bij mij redelijk rustig. Niet de Indonesiërs, die wilden scoren terwijl de Japanners al door hadden dat er bij mij niets te halen viel. Wij weten ook dat zij op bevel vrouwenkampen hebben beschermd en ontzet, ten koste van eigen doden.
Die Japanners waren raar volk. Als je commandeert: steek die Indo dood, dan steekt hij die Indo dood. Als je commandeert: val dood, dan valt hij dood. Als je tijdens de exercitie roept: sla je kameraad dood, dan slaat hij zijn kameraad dood. En op bevel steekt hij zichzelf dood.
=====================================
Ik geloof niet dat de Japanners zoveel vreemder waren/zijn dan de rest van ons aardbewoners. En het opvolgen van bevelen wil wel eens wisselen. Yamashita had problemen met de Imperial Guards die weigerden om mee te doen met de aanval op Singapore. En het bevel van Matsui om zich te gedragen werd op grote schaal genegeerd door met name de reservisten in Nanking. Positief viel het uit voor de joden in Litouwen toen de diplomaat Sugihara Chiune bevelen uit Tokyo negeerde en duizenden visa’s uit gaf aan joden zodat ze via Japan aan de Duitse gaskamers konden ontsnappen. Ook de vele tienduizenden joden in Rusland waren blij met de ongehoorzaamheid van generaal Higuchi Kiichiro die tegen de bevelen in treinen liet aanrukken om hen naar Mantsjoerije te brengen en zo aan de holocaust konden ontkomen. Het is wennen aan het idee, maar ook de Japanners komen in allerlei varianten.
Ik geloof niet dat de Japanners zoveel vreemder waren/zijn dan de rest van ons aardbewoners. En het opvolgen van bevelen wil wel eens wisselen.
Persoonlijk ben ik daar niet mee eens.
En dat de Japanse “concentratie kampen” nogal verschilden in karakter moge de gegevens op deze site uitwijzen
Daar koop ik niets voor. Een ieder heeft zo zijn eigen ervaring. Bij mij telt alleen onze ervaring en daar oordeel ik naar.
In mijn ogen was het gedrag van de Japanners onvoorspelbaar. Ik ben het dan ook eens met citaat: “Een ieder heeft zo zijn eigen ervaring. Bij mij telt alleen onze ervaring en daar oordeel ik naar.”.
Hr. Jan A. Somers schrijft:In mijn ogen was het gedrag van de Japanners onvoorspelbaar. Ik ben het dan ook eens met citaat: “Een ieder heeft zo zijn eigen ervaring. Bij mij telt alleen onze ervaring en daar oordeel ik naar.”.
Helemaal mee eens en ik hoef daar niets aan toetevoegen.
In mijn ogen was het gedrag van de Japanners onvoorspelbaar. Ik ben het dan ook eens met citaat: “Een ieder heeft zo zijn eigen ervaring. Bij mij telt alleen onze ervaring en daar oordeel ik naar.”.
……………………………………
Dat was het gedrag van de blanke administrateurs op de plantages in Sumatra t.o.v. hun koelies ook. Het patroon is identiek: woede uitbarstingen om niets, mishandelingen om kleinigheden of om niets, incidenten die ontsporen en eindigen in moord. Breman suggereerde als bron voor dergelijk gedrag de angst en minachting voor de massa koelies waarmee ze omringd waren. Lijkt me een aannemelijke verklaring voor het gedrag van de Japanners in die tijd.
Ik kan uw houding als slachtoffer van agressie en geweld begrijpen, maar acht het niet valide als argument in een oordeel over die tijd, gebeurtenissen en mensen. Ervaring is vrijwel synoniem met geheugen en het is gebleken in verschillende wetenschappelijke onderzoeken en rechtszaken hoe onbetrouwbaar dat is. Gelukkig zijn er mensen die genuanceerd over dat soort zaken kunnen denken; ik noem dhr. Rookmaker, schrijver van het boekje Tolk achter prikkeldraad. Hij was als krijgsgevangene geinterneerd en functioneerde door zijn kennis van de Japanse taal als tolk. Hij begreep het gedrag wel
en kon het voorspellen.
Persoonlijk ben ik daar niet mee eens.
………………………………………………………..
U heeft natuurlijk recht op een eigen mening, het is alleen jammer dat niemand er iets aan heeft.
…………………………………………………
Daar koop ik niets voor. Een ieder heeft zo zijn eigen ervaring. Bij mij telt alleen onze ervaring en daar oordeel ik naar.
……………………………
U wellicht niet, maar uw reactie bewijst eens te meer dat de rancune tegen de Japanners bij sommigen niet alleen irrationeel is, maar dat het aan het pathalogische grenst. Het is voor mij zo niet een bewijs, dan toch een sterke aanwijzing dat het niet zo zeer de daden van de Japanners is die de rancune veroorzaakt, maar het een andere oorzaak heeft. Ian Buruma beschrijft een dergelijke rancune en de cultivatie van het beeld van de sadistische jap als onderdeel van identiteit.
Ik moet u daarom bedanken voor deze reactie die ik zal gebruiken in een studie naar de negatieve beeldvorming van Japanners en de oorzaak daarvan.
Ik geloof niet dat de Japanners zoveel vreemder waren/zijn dan de rest van ons aardbewoners. En het opvolgen van bevelen wil wel eens wisselen.
En het bewijst mij dat U beslist niet de leeftijd heeft en zeker niet de ervaring om de oudere jap zijn gedrag van de ww2 te beoordelen. Verlies maar eens de helft van je familie en mijn vrouw haar hele familie.
En dan de jap maar niet willen erkennen wat voor beesten mentaliteit zij hebben, ook weigeren hun verontschuldiging aantebieden en de slachtoffers monetaire te vergoeden.
Ik ben benieuwd of U ook een studie van die jap van toen maakt en tot wat voor dier U ze gaat vergelijken. Vergelijk dan uw studie met die van de mensen die het wel hebben meegemaakt en die het wel kunnen weten. Luister o.a. naar wijlen Wim Kan.
En het bewijst mij dat U beslist niet de leeftijd heeft en zeker niet de ervaring om de oudere jap zijn gedrag van de ww2 te beoordelen. Verlies maar eens de helft van je familie en mijn vrouw haar hele familie. En dan de jap maar niet willen erkennen wat voor beesten mentaliteit zij hebben, ook weigeren hun verontschuldiging aantebieden en de slachtoffers monetaire te vergoeden. Ik ben benieuwd of U ook een studie van die jap van toen maakt en tot wat voor dier U ze gaat vergelijken. Vergelijk dan uw studie met die van de mensen die het wel hebben meegemaakt en die het wel kunnen weten. Luister o.a. naar wijlen Wim Kan.
……………………………………………
Ik denk dat ik juist de leeftijd heb om die tijd te kunnen beoordelen; ik ben niet oud genoeg om er emotioneel bij betrokken te zijn en dus beter in staat objectief te oordelen maar toch nog oud genoeg om de levende getuigen van die tijd te hebben gekend. Zoals mijn vader en zijn broers die in Thailand aan de spoorweg hebben gewerkt als krijgsgevangenen. Van Wim Kan had die oude heer geen hoge pet op. Volgens hem had die het relatief makkelijk gehad. En dan gaan schreeuwen na de oorlog. Voor mijn vader was het gewoon een arrogante belanda die boos werd om dat ie als ‘inlander’ werd behandeld door mensen die wat hem betreft op de bedienden of koelies leken. Wist u overigens dat Kan ook een Japanse familienaam was? Over ironie gesproken.
En ja, ik heb inderdaad een studie van Japan, zijn geschiedenis en de Japanners gemaakt. En in het bijzonder de periode van de aanloop tot de oorlog, de oorlog zelf en haar nasleep. Het ‘dier’ waar mee ik heb vergeleken is de imperialist, en in het bijzonder de tuan besar belanda van het ondersoort kolonialen. Qua gedrag zie ik overeenkomsten. De tuan besar belanda is echter sluwer, vraatzuchtiger en heeft een meer uitgesproken parasitair karakter.
Overigens hebt u waarschijnlijk niet goed opgelet maar de Japanners hebben vanaf de vijftiger jaren van de vorige eeuw meer dan 50 maal hun excuses gemaakt. De keizer zelfs een aantal malen. Ik geloof dat alleen China en Korea – ondanks de ruzies – de excuses hebben aanvaard. Zegt iets over rancune. Net als het feit dat Nederland van de geallieeerden de meeste Japanners hebben terechtgesteld. Japan heeft schadevergoedingen betaald; ongeveer 10 of 11 miljoen US dollar aan Nederland in de jaren vijftig. Als men meent nog geld te goed te hebben van Japan dan zal men – zoals het hoort – een onderbouwde en gespecifieerde claim moeten neerleggen bij de Japanse regering en niet met bordjes “Ik krijg nog geld van jullie” voor de deur van de vermeende schuldenaar gaan staan.
Nederland heeft daarentegen een of twee keer sorry gemompeld. In Japan, in tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd (gevalletje projectie?), heeft men van meet af aan discussies gevoerd over de oorlog en de wandaden van het keizerlijke leger. Zo is de discussie over Nanking in Japan in de zeventiger jaren van de vorige eeuw, begonnen ver voordat Iris Chang haar sprookjesboek daarover heeft geschreven. Nederland weigert nog steeds met de billen bloot te gaan over de “politionele” acties. In feite een ordinaire koloniale oorlog waarvoor niet lang daarvoor een aantal Japanners zijn opgehangen. Hypocrisie in actie. Waar men in Japan serieus het aantal slachtoffers in Nanking probeert vast te stellen (zie Nanking: the anatomy of an atrocity van Yamamoto Masahiro) zijn we volgens het onderzoek van Jan Breman duizenden Chinese koelies zoek in Sumatra. Waarschijnlijk zijn hun lichamen in de alang alang gesmeten of als mest voor de tabaksplanten op het land achtergelaten. Een gewoonte die door de officier van Justitie Rhemrev was opgetekend.
Maar goed, daar koopt u, volgens eigen zeggen, niets voor. Want het is UW bittere ervaring, en de rest – feiten of redelijkheid – boeit gewoon niet. En dat komt door die perfide jap en zijn “concentratie kampen”. Kampen waar bij enkelen werd ingebroken door de plaatselijke bevolking om aan voedsel te komen.
Ik heb een diep medegevoel en respect voor diegenen die moesten lijden in het kamp en toch hun hoofd fier hebben weten te houden. Maar als teveel van gezien van dat ziekelijke Japanse ‘eergevoel’. Beestenbende van jewelste. Het lopen langs de graven laat toch telkens weer indruk na.
Mij valt het telkens weer op dat wanneer op dit blog een topic wordt geplaatst er telkens weer personen zijn, voornamelijk dezelfde, die erin slagen het te laten derailleren of het naar een zijspoor te leiden.
Neem dit topic waar het gaat om elkaar tegensprekende getuigenverklaringen en situaties waarbij ons geheugen ons soms flink kan bedotten.
Overmand door de onrust in hun harsens, leest men vaak niet wat er staat, begrijpen ze de clou van het verhaal niet. Wordt er lustig hineininterpretiert.
Ik doel hiermee niet op JM Mellema of Jan Somers.
Overigens hr Mellema, dat boek van Joop Al heeft als subtitel: Mythe en werkelijkheid over twee Japanse kampen (dat is duidelijke taal).
Niet dat Joop Al beweert dat het allemaal wel meeviel in die Japanse kampen.
Niet dat Joop Al beweert dat het allemaal wel meeviel in die Japanse kampen.
Om misverstanden te voorkomen: Dat beweerde U dus niet (en Joop Al ook niet) 😉
Het verhaal dat hierboven wordt verteld is helaas geen uitzondering. Meestal is het zo dat alleen de nabestaanden het weten en het verder in de doofpot wordt gestopt. Dit komt ook hoofdzakelijk door dat al die gebeurtenissen plaats vonden toen wij nog peuters waren en er geen beseft van hadden.
Ik zelf was 12 jaar toen mijn vader op 36 jarige leeftijd in Augustus 1948 overleed aan bloedvergifteging en wonden veroorzaakt dor de Jap in het mannenkamp bij Bangkinang, Padang.
Mij is later het verhaal verteld dat hij met zijn armen aan de takken van een boom is opgehangen en daarna zijn zijn benen en dijen met bajonetten doorboord. Een soort oefening of training.
En als U mij vraagt wie de dader is heb ik daar direct een antwoord voor: De Japanse Keizer, want hij is het hoofd van hun smerig leger. Ik ben nooit in militaire dienst gewwest (geweigerd) en heb nooit een wapen in mijn hand gehad, maar als ik ooit de kans zou krijgen ———! U mag zelf de rest invullen.
Weet iemand het antwoord op de volgende tien vragen van deze quiz?
http://www.dutcheastindies.webs.com/quiz.html
Bij voorbaat dank voor de moeite.
Op de japanse vragen heb ik maar een antwoord: de Japanse keizer!
Als 13 jarig meisje was ik getuige van de mishandeling van dr Engels. Alle vrouwen en kinderen moesten toekijken en staat in mijn geheugen gegrift. De woede, de angst maar ook het gevoel van onveiligheid en machteloosheid. De getuigenissen die ik las zijn verschillend maar in grote lijnen juist. Een daarvan noemde de naam Droste en in kamp 10 Banjoebiroe ben ik getuige geweest van de mishandeling van een meisje Hebe Droste. Zij werd opgehangen aan haar armen achter op haar rug. Deze herinnering is diep bij mij weggestopt maar blijkt dus echt te zijn. Nu hoop ik contact te krijgen met haar familie om hierover van gedachten te wisselen en erachter te komen hoe het haar is vergaan. Want er gebeurde volgens mij een wonder. Opeens ging de poort open en een hoge Japanse officier en/of het Zwitsers Rode Kruis kwamen binnenrijden. De meisjes werden losgemaakt en brachten het er levend van af. Kan iemand dit bevestigen?
Het was geen Rode Kruis-medewerker, maar een Japanse officier, volgens Java lost, a child imprisoned van Jannie Wilbrink (Vancouver, 2010), blz 239-240. (books.google.nl/books?isbn=1770677496)
Eliza Hebe Droste (geboren 1917, Den Haag) heeft het gelukkig overleefd. Van 1957 – 1970 was zij gehuwd met de heer Jurriaan van Toll en woonde in Den Haag. Zij kwam uit een gezin met zes kinderen. Mogelijk zijn allen inmiddels overleden.
Of Hebe zelf kinderen heeft gehad weet ik niet. Mogelijk is dit te achterhalen via:
http://www.vantoll.nl/fam/research/puzzel_in.shtml
Over martelingen gesproken, mijn vader werd met zijn armen in een boom gehangen en de jappen hebben met de bajonetten door zijn benen gestoken. Hij is dan ook in Augustus 1948 aan bloodvergifteging overleden. Voor mij is de militaire jap nog steeds een vuile hond.
Als neef van Sara Engels heb ik dit stuk voor het eerst gelezen. Ik wist van mijn moeder dat Tante Saar in het kamp was mishandeld en later gestorven. Haar broer Wim Engels en zijn vrouw en kinderen zaten ook in kampen in de omgeving van Semarang maar hebben over de dood van hun tante nooit veel verteld. De uitgebreide verklaringen van getuigen doen mij sterken in het geloof dat Sara Engels een goed en zorgzame arts is geweest.
Neef Cees,
Uw tante is een echte heldhaftige vrouw geweest. Bless her!
Onze moederloze, vijf- of zes-jarige bulè neef (niet geïnterneerd) heeft in de oorlog als kind ook zijn boosheid geuit door stiekum met stenen te gooien naar de Japanse soldaten in de wijk. Voor straf moest hij urenlang blootshoofds in de zon gaan staan. Zelfs kleine kinderen hebben al vroeg een rechtvaardigheids gevoel en zijn bereid ervoor te lijden.
Chrisje, zoals hij toen genoemd werd, is nu een grijze duif, en laat nog steeds niet met zich spotten. Bless him!
Toevallig kwam ik het verhaal tegen van dr, Engels uit kamp Ziekenzorg te Solo.Als meisje van 10 jaar heb ik haar mishandeling ook mee gemaakt. We stonden allemaal al een tijd op appel in de stromende regen.Als kind kan ik me herinneren dat de gebreide jurkjes die sommigen aanhadden naar beneden begonnen te zakken,wat toen zeer vermakelijk was. Wat er daarna gebeurde was afschuwelijk.Dr, Engels is zo vreselijk geslagen,de angst overvalt mij nog steeds.
Het was zo,n fijne arts, ze heeft mij ook verschillende keren behandeld.
En toen ze was overleden ben ik naar de kamer gegaan waar ze lag opgebaard om afscheid te nemen en vond haar er zo geel uitzien Nu lees ik dat ze aan geelzucht is overleden.
Wat een dappere vrouw was dat, Dr.Engels zal ik nooit vergeten.
Ik als ver familielid van tante Saar, zij was de zus van mijn opa, lees ik alle reacties. Wij hebben net bij Ereveld vol Leven in Loenen haar en vele andere herdacht. Wat mij goed doet is dat er over gepraat wordt, meningen gegeven, herrineringen gedeeld……wij geven het verleden door aan de toekomst om te voorkomen dat dit weer gebeurd! Herdenk, herrinner…!
Mijn moeder (Jo de Wit-Fens), die met haar zoontje (geb. september 1942) in kamp Ziekenzorg in Solo verbleef, was ook getuige van deze mishandeling van Dokter Engels.
Als kind (geb. 1949)heb ik dit gruwelijke verhaal vaak van haar gehoord.
Dokter Engels stond bekend als een kundig arts, die oog en hart had voor haar patiënten en alles deed wat mogelijk was om hen met een vriendelijk woord en schaarse medicijnen en verbandmiddelen te helpen. Ze heeft met haar laatste medicijnen het leven van mijn broer gered. Het hele kamp was geschokt na de afranseling en de straf die daarop volgde.
Op 29 april 1944 was de verjaardag van de Tenno.
Dan mochten alle gevangenen een verzoek doen, wat zo mogelijk werd ingewilligd. In 1943 vroeg iedereen om suiker, waarmee ze met koffie klop-klop konden maken (een soort mokka borstplaat.)
In april 1944 vroeg het hele kamp om de vrijlating van Dokter Engels.
Zij werd inderdaad vrijgelaten en was een wrak door de gevolgen van de mishandeling en het verblijf in het ‘hondenhok’, waarin ze amper kon zitten of liggen.
Begin mei 1945 werd mijn moeder verplaatst naar Semarang, zij heeft de dood van Dr. Engels niet meer meegemaakt.
Met dank voor deze website, waardoor voor mij de geschiedenis compleet is geworden.