Het verhaal van oom Bert

Alleen het verzoek al om onderzoek naar de periode ’45-’49 in Indonesië en ‘schokkende’ foto’s in De Volkskrant die niets bewijzen, doen de emoties hoog oplopen. Waarin een klein land groot kan zijn. Nuances leggen, liever niet, de anderen de schuld geven, liever wel. Tijd derhalve voor weer een verhaal van een ‘oom’ van me.

door Herman Keppy

Bert Simon

Oom Bert Simon werkte jarenlang voor vliegmaatschappij Garuda op Schiphol. Hij is allang met pensioen in 2005 wanneer ik hem spreek. Woont in Amstelveen, ook kinderen en kleinkinderen zijn in Nederland. Hij is tachtig jaar, maar als hij praat met een ouderwetse Bataviaanse tongval blijkt dat hij nog jong van hart is. Hij lijkt meer Indisch, noemt zichzelf ook een anak Betawi, omdat hij is geboren en getogen in de stad die nu Jakarta heet, op 14 mei 1925.
Tegelijkertijd zegt hij meteen dat ik hem met ‘oom’ moet aanspreken want de familie Simon komt oorspronkelijk van het Molukse eiland Nusa Laut. Lachend voegt hij eraan toe: “Wij waren eigenlijk de eerste nationalisten, anti -Belanda. Toen de VOC het monopolie had gesticht, waren er veel mensen die hun cengkeh en pala (kruidnagelen en nootmuskaat -HK) niet aan de VOC wilden verkopen, want die betaalde maar heel weinig. Dus als er een of andere Engelsman of Portugees langskwam, verkocht je dat toch liever aan die lui? Die verkopers werden beetgepakt door de VOC-soldaten en tot slaaf of lijfeigene gemaakt. Later kwamen de Calvinistische zendelingen en deze slaven werden gekerstend en kregen bijbelse namen. Simon was er een van.”   

Vaderlandse geschiedenis

De vader van oom Bert is de eerste inlandse stationschef van Buitenzorg (Bogor). Vanwege dat feit mag de kleine Bert als een van de weinige inlanders naar de Christelijke Europese Lagere School. Hij zegt: “Ik weet nog goed, de klas bestond uit ongeveer dertig leerlingen, waarvan er zo’n twintig Europeanen waren, zes gelijkgestelden en vier inlanders. Als inlander was je minder, je mocht bijvoorbeeld het zwembad Kedung Halang in Buitenzorg niet in. ‘Verboden voor inlanders!’ stond op een bord. Bij het zwembad Cikini in Batavia was het nog erger: ‘Verboden voor inlanders en honden!’
“Op de Mulo had je drie soorten geschiedenis: Algemene Geschiedenis, dat ging over de hele wereld, Vaderlandse Geschiedenis, over Nederland en Indische Geschiedenis. Ik dacht: Indische geschiedenis, dat is mijn vaderlandse geschiedenis. Dus op de kaft van het boek Vaderlandse Geschiedenis schreef ik ‘Nederlandse Geschiedenis’ en op die van de Indische Geschiedenis schreef ik ‘Vaderlandse Geschiedenis’. Alsof de duvel er mee speelt, geschiedenisleraar J. B. Beerling, ik vergeet die naam nooit, vraagt op een gegeven moment mijn boek Indische Geschiedenis. Dus ik geef hem het boek, maar hij zegt: dit is het verkeerde boek, er staat op ‘Vaderlandse Geschiedenis’. Nee, antwoord ik, het is Indische geschiedenis maar voor mij is dat Vaderlandse Geschiedenis. Hij geeft het boek terug en verlaat het klaslokaal. Na de les komt directeur Rossier binnen: Simon, naar het kantoor!’  Boven vertelde hij mij: ‘Daar moeten we niks van hebben, je bent van school verwijderd voor een dag!’”

Infanterie 1

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Oom Bert lid van de Penjaga Malam Ambon, een verzetsbeweging onder leiding van Nono Tanasale. Hij vertelt: “Meteen toen de Japanners er waren, hadden de Europeanen geen inkomen meer. Er stonden kernhoofden op die de Europese mensen hielpen. In de wijk Meester Cornelis, kern 1, was het meneer Martens. Veel Indonesiërs hielpen, omdat hun geen strobreed in de weg werd gelegd door de Japanners. Wij gingen op zoek naar arme Indo’s, zodat zij in aanmerking konden komen voor bijstand: in natura en in geld. Eerst werd het toegelaten door de Japanners, ik geloof tot 1943. Ik moest altijd enveloppen met geld brengen naar meneer Gobee aan de Laan van der Wijk in Buitenzorg, die het verdeelde onder de behoeftige Indische mensen daar.” Oom Bert wordt opgepakt door de Japanners en zo mishandeld dat hij later het licht in een oog zal verliezen. Hij wordt wel vrijgelaten, bij gebrek aan bewijs. Op 15 augustus 1945 capituleren de Japanners, maar de oorlog is nog niet afgelopen.

Bert Simon als KNIL-militair

Oom Bert: “In de Bersiaptijd ging het hard tegen hard en vraag me niet wie eerder is begonnen, het is het kip of het ei verhaal. Wij dachten aanvankelijk helemaal niet aan kemerdekaan (vrijheidsstrijd – HK), we dachten dat die jongeren rampokkers waren. Er zaten ook zeker criminelen tussen en er werden vetes uitgevochten. Zo vormde bijvoorbeeld de hegemonie in Senen de inzet van strijd tussen Nono Tanasale en Bastaman. De laatste was een Padanger. Senen en Kramat waren Padanggetint. Eerst moest Nono vluchten, maar hij is teruggekomen en hij heeft Bastaman gepakt. Maar later moest Nono voor zijn veiligheid naar Nederland gaan.
“Omdat de Engelsen het lieten afweten, kwamen de Ambonezen in actie, zij waren de baas in Jakarta. Eerst kwamen de ‘ooms’ van Infanterie 1 die vanuit Australië in de Pacific hadden gevochten en in Balikpapan en Tarakan waren geland. Stap voor stap gingen ze Jakarta schoonmaken, samen met het Prins Bernhard Bataljon uit Singapore dat ook net was aangekomen. Het was een vreselijke tijd. In de kali Ciliwong, daar dreven de lijken in.
“Op een dag kwam een aantal gevluchte Chinezen binnen met kapwonden. Rampok, verkrachtingen en moord op Chinezen in Tanggerang door zogenaamde pemuda’s. Die ooms van Infanterie 1, aangevuld met jonge jongens, zijn op trucks ernaartoe gegaan. Nou, die hebben behoorlijk huisgehouden. Een peloton is achtergebleven en die hebben de jonge Chinezen bewapend om zich te kunnen verdedigen. En die hebben ook weer flink huisgehouden. Het is moeilijk om te zeggen: die is fout en die is goed, we zijn allemaal een beetje vreemd geweest in die tijd. Maar zeg nou zelf, stel je broer is vermoord en je ontmoet een pelopor (vrijheidsstrijder – HK), die ga je toch niet aaien?”

Vijfde Compagnie

“Ik heb me aangemeld bij het KNIL en kwam bij de Vijfde Ambonese Compagnie in Singaraja op Bali, in 1947. Als de maan scheen, gingen wij met tikars naar het exercitieterrein en dan speelden wij op anderhalve gitaar en anderhalve ukelele en een bas gemaakt van een maragarinekist met één telefoonkabel als snaar.
Ik weet nog goed toen het KNIL werd opgeheven in 1949, hoorde je steeds zingen in de barakken: ‘Mana kalau beta sakit, hati beta tra senang.’ (Als ik ziek ben, is mijn hart niet blij, eerste zin van het Molukse lied ‘Oleh Sioh’ – HK) Kasian! Je mag gerust weten, ik ben tegen wil en dank gedemobiliseerd, ik heb de Nederlandse regering vervloekt. Ik heb ook een pantun geschreven:

Patroli dari Sintang ke Pontianak,
soldadu spandri dari KNIL sendiri.
Dulu menjadi ratu pung anak,
sekarang ini menjadi anak tiri.

Patrouille gelopen van Sintang tot Pontianak,
soldaat eerste klas van het KNIL staat nu alleen.
Vroeger was hij het kind van de koningin,
nu is hij een stiefkind geworden.

“Iedereen moest het KNIL verlaten. Ik wilde overgaan naar de Nederlandse strijdkrachten, want al mijn vrienden, Nederlanders en Indo’s mochten overgaan naar de landmacht. Mij als inheems soldaat werd het geweigerd. Ik kon demobiliseren op plaats van aanname. Ja, ik was al 24 en zelfstandig, moest ik weer terug naar mijn ouders? Moet ik dan weer ngempeng bij mijn moeder? Zo zeggen anak Betawi dat, moet ik weer aan de borst van mijn moeder?
“Op Ambon had ik niets te zoeken. Wat restte was overgaan naar de Angkatan Perang Republik Indonesia Serikat. Toen werd ik boos, ik voelde me echt beledigd. Verdomde Nederlanders, jullie praten over trouw en dan moeten wij overgaan naar de APRIS? Vandaag vechten wij tegen ze en morgen moeten wij ze omhelzen. Ik was echt boos, verdrietig, teleurgesteld. Maar ik heb er snel een dikke, vette streep onder gezet. Jullie willen me niet meer hebben? Vanaf vandaag is mijn vlag rood-wit, niet langer rood-wit-blauw. Mijn staatshoofd is Soekarno en niet Koningin Juliana, klaar. Ik zal nooit meer het Wilhelmus zingen, alleen Indonesia Raya. Ik zal ook nooit Nederlander worden.”

Oom Bert Simon is in Nederland overleden, als Indonesiër.

 

 

x

Dit bericht werd geplaatst in 3. Bersiap en Merdeka, 1945-1949 en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

32 reacties op Het verhaal van oom Bert

  1. Wat een intens triest verhaal. Nederland moet echt eerlijke geschiedenis gaan schrijven. Wij zijn niet altijd een braaf en dapper volkje geweest. Ook de Nederlanders hebben net als alle andere volkeren vele fouten gemaakt. Van fouten maken kun je leren … maar je moet je fouten wel eerst erkennen.

  2. Surya Atmadja zegt:

    Ik kende hem van de GIA op Singel in Amsterdam.
    Eigenlijk een bekende van mijn ouders , die voor 3 jaren in Amsterdam woonden voordat ze terug gingen naar JKT.
    Mijn vader was een Indonesische expat (1968-1970) , uit Jakarta , ook een Betawi Asli( al bijna 6 generaties), mijn moeder was Sundanese .
    Die Bert Simon is een vrolijke vriendelijke man , dacht dat hij een Orang Indo was , met Sundanese achtergrond, Hij spreekt altijd in het Sundanees ( ook halus) met mijn ouders.
    Nooit geweten dat hij bij de KNIL zat .
    Hij heeft een goede naam bij de Indonesische gemeenschap uit die tijd en later .

  3. hauwnio zegt:

    Als ‘vreemde oosterling’ in NL Indie heb ik eigenlijk geen problemen gehad en na mijn studie in Delft heb ik op de tineilanden gewerkt.

  4. B.Menke zegt:

    Alweer een teleurgesteld mens waar we gerust veel medelijden mee kunnen hebben. En zo lopen er nu nog een aantal van rond en die verdienen alle aandacht. Helaas kunnen wij anno 2012 de geschiedenis niet meer terugdraaien.

  5. Walter zegt:

    Ook ik was in Batawi gedurende de Bersiap periode en dit verhaal schijnt licht op de rol die de Ambonezen hebben gespeeld. Laat ons allen kijken naar een toekomstige wereld waar onze nakomelingen in vrede en voorspoed kunnen leven.

  6. Jan A. Somers zegt:

    Grappig dat alle inwoners tussen Morotai en Tanimbar nog steeds Ambonezen worden genoemd. In Batavia was het overigens een chaos met losse elkaar bestrijdende strijdgroepen Engelsen, Indonesiërs, KNIL-militairen (zowel ‘Ambonezen’ als (indo)Europees). Wel allemaal een beetje macho/rambo! Bij onze bevoorrading met voedsel van vrouwenkampen gingen meestal ‘Ambonezen’ mee voor bescherming. Ongevraagd. Niet helemaal correct omdat wij werkten onder het Rode Kruis. Wel effectief. Veel konden ze ook niet doen met hun Lee Enfield met een paar patronen.

    • Ami Emanuel zegt:

      Bedankt Herman dat ook zulk een verhaal gepubliceerd wordt.

      Bert heeft als een van de weinige Indonesiërs het Verzetskruis Verre Oosten van onze regering mogen ontvangen. Hij droeg het bijhorend lintje vaak op zijn colbert.
      Bert verdiende deze onderscheiding o.a. voor zijn werk als koerier tussen de Bataviase huisarts Kaijadoe en de Buitenzorgse huisarts Oluf Munck. Beide artsen zij door de Kempeitai gearresteerd en na verhoren incluis martelingen gedood. Beide zijn op ‘Ancol’ begraven.
      Het was o.a. deze rol dat Herman het initiatief tot een interview van Bert deed nemen.
      De teleurstelling van Bert gold voor (te) velen die onder extreme omstandigheden de Koningin trouw meenden te moeten blijven. Verleden speelde een belangrijke rol.
      Het ene geweld lokte als reactie het andere uit in het dekolonisatie proces.
      Of grenzen van rechtvaardigheid werden overschreden, gaat men onderzoeken.

  7. buitenzorg zegt:

    Herman Keppy liet me weten dat hij me eerder een verbeterde versie van het artikel had gestuurd, en dat ik de verkeerde versie had gepubliceerd. Natuurlijk had hij gelijk. De redactie biedt zijn verontschuldigingen aan, en verzoekt iedereen die het artikel al las, het te herlezen.

  8. H.A. Naberman. zegt:

    Ik was ook een anak betawi en kan Simons bersiap verhaal onderschrijven! Ik heb één keer een lijk zien drijven in het Antjolkanaal…..
    Maar dat verhaal over dat bordje bij het Tjikini zwembad is een bekend fabeltje……
    Wat deed Bert Simon overigens besluiten toch naar Nederland te komen?

    • sibangga zegt:

      Altijd als het om dat bord verboden voor honden en inlanders gaat, roepen die (koloniale) belanda’s allemaal dat het een fabeltje is. Dus die vele oude indonesiers en zelfs een paar indo’s,waarmee ik zelf heb gesproken, liegen allemaal? Wel typisch hoor.

      Voor de islamieten onder ons(pak surya en ed vos??), selamat berpuasa, groeten uit jakarta

      • H.A. Naberman. zegt:

        De kwestie van dat befaamde bordje is vele malen diepgaand onderzocht! Geen foto, geen krantenartikel, en niemand die het zelf heeft gezien!
        De een vertelt het door aan de ander en zo zingt deze fabel al jaren rond.
        Dit verhaal is overigens van na de oorlog!!!
        En……..ik ben gewoon een anak betawi, en al helemaal geen koloniale belanda!
        Ik heb tot 1958 met Indonesiërs gewerkt in Tg. Priok.
        Tida ada yang ingat perboden bordje……

    • Surya Atmadja zegt:

      H.A. Naberman. zegt:
      21 juli 2012 om 3:58 pm
      Maar dat verhaal over dat bordje bij het Tjikini zwembad is een bekend fabeltje……
      ——————————————————————————————————
      Zo lang er nog geen foto gevonden zijn ( goed op letten dat het niet uit photoshop afkomstig is) of een oud bordje( zo gemaakt door de “antiquairs”van Jalan Surabaya-Menteng) zal altijd onduidelijkheid bestaan.
      Mijn vader ( zijn familie al 6 generaties aantoonbaar woonachtig in Batavia e.o ,) had dat nooit verteld .Denk ook niet dat hij zwemt.
      Wel vertelde hij dat de toegankelijkheid voor een orang inlander op bepaalde plaatsen niet iets vanzelfsprekend is.
      Dat merkte hij als hij met zijn bruine huidskleur ( inlander tulen) op plaatsen kwam waar alleen orang Belanda komen.

      Aan de andere kant vertelde iemand , een dochtersregent uit Sumatra dat die beruchte bordje wel had bestaan, ze had zelf gezien op Sumatra
      Dacht dat haar vader uit Bandung kwam.
      Dat verhaal vertelde ze in een Nederlandse krant .

      salam.
      A.M.I.S.S Atmadja

  9. Aelle zegt:

    Ik zou alles willen weten over het portret van de jonge Bert met hondje op schoot.
    Als beeldend kunstenaar zou ik er een kunstwerk van willen maken, in sepia of grafiet. Misschien kan mijn uitgebreide verzameling kleurtjes mij ertoe verleiden zoals ik ooit drie portretten van geliefde Van Gogh op gevoel heb gemaakt. In kleur, rood krijt en grafiet.
    Ergens in de Java Post heb ik reeds gewag gemaakt van het feit dat ik ooit van school was geschorst zonder enig uitleg.
    Ik zat in de zesde klas van meneer Van der Pas, een Lagere CAS-School, waarvan hij het hoofd was. Hij woonde met zijn jonge gezin in een dienstwoning op het erf van het scholencomplex in Jakarta. Omdat ik toen fanatiek bezig was met tekenen en waterverven bezat ik op een gegeven drie schetsboeken die ik doelloos in mijn schooltas overal naar toe sleurde.
    In die periode van mijn jeugd leefde ik van dag tot dag, van uur tot uur, en had geen ambities. Alleen schilderen met waterverf en tekenen waren nog mijn hobbies, omdat ik te oud was geworden om in de moerbeiboom en op hoge muren te klimmen en ondersteboven te slingeren aan de gekrulde uiteinden van ijzeren steunpalen die de voorgallerij van het huis sierden. De salambomen was geen optie meer. In de toppen werd ik toch maar misselijk van het heen en weer gezwiep door de wind. Ik kon absoluut ook niet meer met blote voeten in de late middagzon kniehoog in de modder van de kali baggeren en met de hand naar kleine visjes grijpen, en van tjapoeng djaroems in de straat vangen was al helemaal geen sprake.
    Op een gegeven moment was het schijnbaar noodzakelijk dat mijn broer, die er op de Mulo zat, mijn kleine zusje in haar eerste schhooljaar en ik met vervoer van de zaak (KPM) werden gereden. Ook een Hollands meisje reed altijd met ons mee. Haar naam is me ontschoten omdat ze in een lagere klas zat.
    Tijdens het wachten op de KPM-truck, ben ik om de tijd te vullen gaan schetsen. Mevrouw Van der Pas leek me toen een geschikt onderwerp. Een blondine met een laag uitgesneden witte bloes is me vaag bijgebleven. Zij huppelde vaak de school rond. Wat belette me om haar uit mijn herinnering te tekenen?
    De tijdschriften die we toen als lectuur elke week van de zaak kregen waren de Panorama, Saturday Evening Post, Life en nog een paar andere. Mama en wij kregen iedere maand de Libelle, Donald Duck en Sjors van de Rebellenclub. ik hield toen ontzettend veel van Norman Rockwell plaatjes. Ook geschilderde illustraties van glamour vond ik interessant. De Mickey Mouse cartoons waren passé. Volwassen typetjes als mevrouw Van der Pas zou ik moeten kunnen verslaan met mijn tekenpotlood.
    Terwijl ik dus aan het tekenen was keek het Hollandse meisje toe en toonde belangstelling, en al schetsend zei ik ten haar: Dat is Mevrouw Van der Pas.
    Reeds de volgende morgen kwam Meneer Van der Pas bij me staan en vroeg om mijn schetsboeken.
    Met trots overhandigde ik hem de oeuvres. Hij bladerde en bladerde in alle drie en gaf ze mij zonder commentaar terug. Ik verwachtte lovende woorden, maar niets werd gezegd. Wel werden mijn ouders daarna ontboden en het duurde niet lang totdat ik voor een week werd geschorst.
    Vermoedelijk had ik het schetsje verscheurd omdat het niet de moeite waard was om tot mijn bestaande ‘collectie’ te horen. Waarschijnlijk was het verhaal over het portret van Mevrouw Van der Pas wat het meisje vertelde over de tekening die zij alleen had gezien overtuigender dan de tekening zelf. Ik hoop dat ze een beroemde schrijfster is geworden, terwijl ik mijn werk voorlopig binnenskamers hou. Ik zou er mijn leven door kunnen verliezen. Wie weet?
    Tekenen doe ik nog steeds, maar voorlopig hou ik het bij onschuldige stillevens, tenzij ik een portret tegenkom van een mooi lachend gezicht dat me blij maakt zoals dat van Bert Simon.

  10. Herman Keppy zegt:

    Ja, ooit hoop ik in een antiekwinkeltje dat bord ‘Verboden voor honden…’ aan te treffen. Feit is dat Indonesiërs niet gewenst waren in de zwembaden van Europeanen. ‘Apartheid’ is dan ook een Nederlands woord. Feit is ook dat mijn vader bijvoorbeeld wel naar de bioscoop mocht, maar dan wel ‘kelas kambing’ (geitenklasse), voor op de grond. De stoelen voorbehouden aan Nederlanders en Indo’s.
    Waarom oom Bert in Nederland terechtkwam; ik laat hem weer aan het woord: “Mijn vrouw is een kampkind. Zij kreeg tijdens ons verblijf in Medan last van trauma’s, die kwamen terug door de communistenvervolging na 1965. Het was beter dat zij naar Nederland zou vertrekken voor behandeling. Zij is gegaan met de vier kinderen. Ik heb het geluk gehad dat ik in Bangkok, Singapore, Tokyo en Amerika gedetacheerd ben geweest. (…) Garuda ging in die tijd op Amsterdam vliegen, de crew werd ook opgeleid in Nederland en ik kon in Amsterdam worden geplaatst.” Met de kinderen en kleinkinderen in Nederland wilde hij niet meer voorgoed terug naar Indonesië.
    En ja, ‘Ambonezen’ werd hier op een gegeven moment ‘Zuid-Molukkers’ en toen ‘Molukkers’, in Indonesië is het nog steeds ‘orang Ambon’.
    Ook bedankt Ami Emanuel voor het in contact brengen met deze grappige, lieve oom, die ondanks zijn bewogen leven, erin was geslaagd ook het slachtofferschap achter zich te laten.
    Rest alleen nog de ‘vreemde oosterling’ die nergens last van heeft gehad. Gelukkig maar, als u maar beseft onder welke wurgcontracten en slechte omstandigheden, de Chinezen werden te werk gesteld op de tineilanden Banka en Billiton in de eerste decennia van de vorige eeuw…

  11. Ik ken toevallig een nazaat van een van die contractkoelies die met zo’n wurgcontract in de tinmijnen heeft gewerkt. Hij is tandarts in Nederland.

  12. maurits de Graaff zegt:

    mijn zwager is in sintangen pontiak sergeant geweest,hij kende bert heel goed een brani man,

  13. Ed Vos zegt:

    “Vreemd” genoeg dat oom Bert geen last had van rancuneuze Indonesiers die hem naar het leven stonden of hem met allerlei zaken lastigvielen. Heb me ook steeds afgevraagd waarom mijn vader als ex Gadjah Merah na afloop van zijn diensttijd zich heeft kunnen omhoogwerken als teamleider bij het Indonesisch Departement van Sociale Zaken. Uiteindelijk moest hij ook weg uit Indonesie (in 1958), na en schandalig Indonesie- beleid van het toenmalige Nederlands kabinet. Hij was nl Nederlander
    Blijkt wel dat het “voorbij is voorbij gevoel” na ondelinge strijd toch nog heerst” onder Indonesiers. Ook onder militairen.

    Minal Aidzin Wal Faidzin
    Mohon Maaf Lahir dan Bathin

    Mooi verhaal Herman Keppy.

    • Surya Atmadja zegt:

      Ed Vos zegt:
      22 juli 2012 om 12:04 am
      “Vreemd” genoeg dat oom Bert geen last had van rancuneuze Indonesiers die hem naar het leven stonden of hem met allerlei zaken lastigvielen.
      —————————————————————————————————————
      Waarom ?
      De Indonesiers kennen 2 woorden : ma’af memaáfkan .
      Ze kijken ook niet naar het verleden.
      Het verhaal dat de Orang Belanda en Indo Belanda na 1950 het rot hebben in Indonesia ( “jaloerse” Indonesiers etc) is ook merendeel niet waar.
      Er waren 30.000 Nederlanders( ook Indo) die warga negara Indonesia werden.
      Er kwam zelf een nieuwe migratiestroom uit Nederland.
      Totdat Den Haag (Luns) het verpeste voor hun (ex)landgenoten .Zie West Irian kwestie.

      Het is niet vreemd dat een “warga negara”( ex Nederlander) een baan kon vinden bij Indonesische instanties .
      Zelfs ex KNIL-ers en echte Londho (totok) kunnen overstappen naar de TNI of laten demobiliseren.

      • sibangga zegt:

        Klopt, dat vertelde een indische oom die daar gebleven was ook. Het werd vervevelend vanwege de irian kwestie door nederland. Daarvoor ging het prima

  14. Aelle zegt:

    Wat zegt het Wetboek van strafrecht nu, anno 2012?
    Artikel 461
    Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.

    D.w.z. Verboden voor iedereen en voor vee.

    Betekenis van vee is:
    Vee, o. gmv. de redelooze -, (inz.) tamme viervoetige dieren; het – van het veld, horenvee; gewold -, schapen; geschubd -, visschen; gevederd -, vogelen. *-, (fig.) slecht volk, gespuis.

    Hiertegen ga ik niet ageren. U wel?

    • Surya Atmadja zegt:

      Aelle zegt:
      22 juli 2012 om 8:44 pm
      Wat zegt het Wetboek van strafrecht nu, anno 2012? etc
      Hiertegen ga ik niet ageren. U wel?
      ———————————————————————————————————— Ik Ik niet , trouwens het gaat over tempo doeloe verhalen .
      De tijden waren anders , de blanke Nederlanders waren toen superieur (*) t.o.v de inlanders , de werden als kleurlingen/heidenen( Niet Christenen) als inferieur(**) gezien .

      (*) Dat denken ze in het algemeen.
      (**) Dat geldt alleen voor de grote massa ongeschoolde TANI en “Koelies” .

      In de praktijk ( stand 1942) waren er 1.294.000 Indonesiers die Nederlands verstaan en kunnen lezen en 337.000 Vreemde Oosterlingen.
      Het aantal goed gestudeerde Indonesiers met zelfs HBS en meer was ook duidelijk vertegenwoordigd.

      • Aelle zegt:

        Pardon!
        Het gaat me hier om het heden, waar we met vee worden gelijkgesteld.
        Wanneer ik het volgende lees op Internet dan krijg ik de koude rillingen en moet ik kotsen. Het wordt tijd dat er een einde aan deze bullshit komt en onderstaande teksten verwijderd worden.

        http://indoroewet.weblog.nl/geen-categorie/indische-nederlanders-een-beetje-geschiedenis/
        De Nederlanders bleven ongeveer 300 jaar in Indonesië en waren toen overal de baas. De autochtone bevolking werd toendertijd beschouwd als zijnde “minderwaardig”. Heel lang gebruikte men de term “Inlanders”. En om het geheel nu nog wat ingewikkelder te maken, mag niet vergeten worden, dat er ook nog Chinezen, Arabieren en nog wat andere “minderheden’ zijn. Geen van deze minderheden kon uiteraard het “maatschappelijk nivo” van de superieure Hollanders (Belanda) bereiken. Ja, volgens de wet kon de Inlander slechts tot een bepaalde rang komen in het ambtenarenstelsel, hoe knap of bekwaam hij/zij ook was. Omgaan met Inlanders was niet comme il faut en kan je carriëre schaden. De beste scholen waren de Europese scholen, beduidend minder waren de Hollands-Inlandse scholen.

        Hoe groeide de Indo verder op? Om zich sociaal aan te passen hadden de gehuurde Belgen, Fransen, Zweden, enzovoorts, zich allengs genaturaliseerd tot Nederlanders. Hun nazaten verkregen daardoor “betere kansen”, weliswaar onder de steeds geldende leus “white is superior”. Het hebben van Indonesische of desnoods gemengde voorouders kan het beste zo goed mogelijk verdoezeld worden. Eigenlijk groeide de Indo zeer, zeer vreemd op. Enerzijds met een minderwaardigheidsgevoel t.o.v. de Hollander, anderzijds met een meerwaardigheidsgevoel t.o.v. de Inlander. Hij was erfgenaam van allerlei Europese en Aziatische culturen, al was hij/zij zich daarvan maar nauwelijks bewust. Er werd ook totaal niets ondernomen om dat bewustzijn wakker te maken, laat staan te laten groeien. Menig Indo groeide op met een zeker schaamtegevoel niet
        volledig Hollander te zijn.

      • Aelle zegt:

        “If intelligence sets us apart among organisms, then I think is probable that natural selection acted to maximize the flexibility of our behavior. What would be more adaptive for a learning and thinking animal: genes selected for aggression, spite and xenophobia; or selection for learning rules that can generate aggression in appropriate circumstances and peacefulness in others.”
        Stephen Jay Gould, 1981

        Op het concept van universele mensenrechten kwam echter op drie punten kritiek.
        Toepasbaarheid.
        In de praktijk geldt uiteindelijk het recht van de sterkste. Wie geld heeft bereikt meer in deze wereld; wie macht heeft komt met mensenrechtenschendingen weg, zoals dictaturen. Absolute gelijkheid bestaat dus niet. Bovendien los je netelige kwesties niet eenvoudig op: mogen staten bijvoorbeeld terroristen martelen om aan informatie over een volgende aanslag te komen?
        Rechtvaardigheid.
        Men kan ook aannemen dat het beter is om van het collectief uit te gaan. Wat goed is voor de groep, is uiteindelijk goed voor ieder afzonderlijk, individuele rechten volgen dan vanzelf. Dit betoogde onder meer Karl Marx.
        Cultuurrelativisme.
        Iedere samenleving heeft eigen waarden ontwikkeld die de mens rechten verschaffen, dus is de idee van universele waarden een fictie. Met name Aziatische en Arabische samenlevingen beoordelen mensenrechten vaak als een concept uit het Westen, dat meer de nadruk legt op grondrechten, het individu en persoonlijk genot. Deze staten vinden juist het collectief belangrijker.

      • Ælle zegt:

        Steeds merk ik dat wanneer het de schrijvers of in een ander geval weblogs of kranten niet uitkomt dat bepaalde artikelen beschikbaar blijven, ze om hun hachje te redden de boel laten verdwijnen zoals de inhoud van de volgende link van http://indoroewet.weblog.nl/geen-categorie/indische-nederlanders-een-beetje-geschiedenis/
        Ik baal er wel van; Oops!, Oops! Oops!
        Als ik mijn eigen fouten teruglees dan zou ik ook willen verbeteren, maar dat kan niet meer. Dan maar de consequenties ervan dragen. Apa boleh boeat. Gedane zaken nemen geen keer. Buitenzorg heeft me geleerd om goed op te letten. Bij de les te blijven, en zo … Meester, apa lagi? Seperti de openingszet bij schaken, zijn de consequenties niet te overzien, volgens Hans Sönker. Memang.

  15. Wilhelm Paul von Grumbkow zegt:

    Het is inderdaad beter om met dit soort opgravingen op te houden, we zouden er het werk van de vreemdelingen nu in Indonesie mee kunnen hinderen.
    Laten we proberen iets beters te doen als : Werkt mede aan de Wereld Vrede.

  16. van den Broek zegt:

    Maar Aelle toch, U weet toch hoe het Marxisme is vergaan in o.a. de USSR met de Goelag archipel als resultaat. En Marx heeft het ook over “dictatuur van het proletariaat” als onvermijdelijke fase naar de Heilsstaat; daarvan gaan mijn haren wel van overeind staan. Marxisme als staatsvrom kunnen we genoegzaam naar de prullenbak brengen.

    En alles wat met collectief of nationaal is verbonden is gedescrediteerd
    Wie heeft gezegd “ Du bist nichts, dein Volk ist Alles: ook zo’n verheerlijking van het collectief. Dat moet de nationaalsocialist Goebbels of zijn grote vriend zijn geweest: die Endloesung was daarvan het resultaat

    En kunt U mij uitleggen waarom hele bootladingen asielzoekende Aziaten en Arabieren onze kant opkomen terwijl niemand de andere kant opgaat. Die zijn toch niet hierheen gekomen om goedkoop bij de Aldi te gaan winkelen

    Staten die de mensenrechten als een Westers uitvindsel bestempelen ovetreden de mensenrechten niet alleen met allebei de voeten maar offeren de bevolkingen op ter bescherming van hun eigen collectief.

    Dan hebben naar mijn mening die mensenrechten zoals freedom of fear, freedom of religion toch een universele klank en zijn niet louter een fictie in hetr duistere brein van een of andere tiran.

    En dan het misbaksel van het cultureel relativisme in de logica De fundamentele premisse is dat “waarheid relatief is”. Als elke uitspraak over waarheid geldig is, dan moet de uitspraak “sommige waarheden zijn absoluut” ook geldig zijn. De uitspraak “er zijn geen absolute waarheden” is volgens het relativisme een nauwkeurige uitspraak — maar deze vormt zelf een absolute waarheid. Deze zijn tegenstrijdig aan het concept van het relativisme, en dat betekent dat een absoluut relativisme zichzelf tegenspreekt en dus logischerwijze onmogelijk is

    Zoook kan het cultureel relativisme ook niks met het moraliteitsbesef dat in de mens gebakken zit, dat van het Goed en het Kwaad..

  17. Bedankt voor dit ontroerende verhaal Herman….
    Voor hen die het verhaal van die trotse Keiese ex-KNIL militair tijdens de sektarische oorlog (1999-2002) tussen moslims en christenen op de Molukken willen lezen:
    Door Rudi Fofid: “Selintas Paul, Eks Tentara KNIL Tercinta”
    http://notanostra.com/selintas-paul-eks-tentara-knil-tercinta/
    “Pasukan Jihad? Saya tak ada urusan dengan Jihad. Saya tak punya masalah dengan orang Muslim. Jadi, jangan suruh saya tinggalkan rumah saya. Kalau terpaksa, saya harus mati di rumah sendiri, bukan di kamp pengungsian,” kata Paul, bekas tentara Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) yang tua dan sakit, ketika perang saudara sedang berkecamuk di Maluku.”

  18. Frans Smith zegt:

    Beetje late reaktie. Triest verhaal, ik ben Indisch en ken onze KNIL geschiedenis, maar ook de Bersiap en zeker de opvang in nederland. Ik ben geboren in Pension P.C Borsthuis, geen pretje voor mijn ouders geweest. Maar nu wat anders. Ik heet Smith, maar ben ook afstammeling van Simon (Bojolali). Christine Simon is mijn over-overgroot moeder, moeder van mijn opa (82). Zij
    is afstammeling van de Simon tak (Willem Simon, had 2 zonen uit 2 huwelijken tw. Carl en Winter).
    Nu is het zo dat de familie Simon uit Bojolali zeer groot is, en de moeder van een Simon maakte ergens in de jaren 90 een overzicht van namen en afstamming. Boven aan de lijst stond echter Wethan Simon. Daat gaat terug in de tijd 1800. Han deed ook onderzoek, en hij dacht dat Wethan wilde zeggen dat wij uit Oost Timor kwamen. Volgens mij echter betekend Wethan Oost,
    vaak zie je dat als bv Wethan Bandung of Wethan Jakarta. Pas vandaag keek ik naar de kaart
    van Indonese. en als je een lijn trek vanuit Bojolali en naar het oosten gaat, dan kom je inderdaad langs Timor, Molukken en uiteindelijk bij Papua new Guinea. Jouw Opa vertelde over de naam Simon. Ik merkte enige tijd geleden al op dat die naam een bijbels naam was. Ik denk nu dat wij dus oorspronkelijk uit het oosten komen (tov Bojolali). Hoewel de naam ook via Europa kan zijn gekomen natuurlijk, immers die gemengd bloedigen (Indo’s), moesten Christen worden, vandaar al die westerse namen.Jouw opa bedoelde denk ik de verspreiding van de naam Simon op de Molukken (en omstreken). Maar daar Wethan oost is, en Wethan Simon waarschijnlijk wil zeggen de familie Simon van uit het oosten, denk ik eerder dat wij misschien Moluks bloed hebben.

    Bedankt voor jouw verhaal. gr. Frans Smith.

  19. NU WAT ANDERS.Ik werkte 40 jaar bij de GIA( de Indonesische vliegtuig My)en kent Bertes niet Bertus Simon van de Grondienst(Ground Ops) en een kantoor toen nog niet getouwd,geduurde 25 jaar(tot zijn dood).Hij was Lijn Inspcteur en later in Tokyo en Schiphol gepaats als Station Manager.Als ik op dienstreis ben, wil hij niet hebben dat ik in een Hotel ga slapen maar in zijn huis om tekunen “ngobrol”. Zijn vrouw Silly Faseur ( fam. Van Balikpapan)uit Surabaya di verschrikkelijke bloedige ervaring had als kind tijdends de bersiap tijd meegemaakt had.Bert zijn boer is Soedarjo is de rijke magnaat en eigenaar van SINAR HARAPAN( een Christen krant).Bij hem logeerde Bert ook altijd als hij met verlof ging uit Holland.Zijn moeder is een Indo( misschien van Ambon) maar hij zowel zijn oudes hebben nooit in de Moluccen gewoont.Wel in de Ambon buurt in Kwitang (Jakarta), een verdiepings hoekhuis) achter de STOVIA. Een beetje kennis van militiarisme was omdat hij lid was van de ”Verdedigins Corps” om zijn buurt teverdedigen, omdat het door de pemoede’s aangevallen word tijdens de bersiap tijd.Hij was in Holland geplaats op zijn aanvraag om Station Manager te worden op Schiphol( een degradatie) terwille van zijn vrouw( na de spijt opstanten tijd).Hij heeft nooit een Hollands paspoort gehad en daarom is hij ook altijd Indonesier gebleven.Hij heeft mij gezegd dat hij nopit te oud wil worden en vooral niet op een rolstoel televen .Mensen houden van hem omdat ij vele mensen heeft geholpen vooral collega’s die het niet breed hebben.Voor dat hij bij de GIA kwam was Itelgrafis van de Bandung school samen met Tommy Franken.Wim Berrety enz waar hij ijn Soendanees heeft geleerd.Hij was ook een paar keren bij mijn Tante en ouders geweest uit Bali kende.Een en ander te cheken met zijn boertjes ADI en WIM. Een vab zijn zuters is in Jakarta gestorven. Ik was zijn beste vriend bij de GIA.

  20. De foto geplaats is NIET Bert Simon van de GIA.Misschien wel de broer van Grace Simon de bekende sangeres.

Plaats een reactie