Onze vuile oorlog

Onderzoek naar de politionele acties

Door Harm Ede Botje & Anne-Lot Hoek

Inscheping Nederlandse soldaten (Hugo Wilmar)

Historici roepen op tot een onderzoek naar het Nederlandse geweld in Indonesië. Waarom is dat niet al lang gebeurd?
De kramp is eraf,’ zegt directeur Gert Oostindie van het Leidse Koninklijk Instituut voor Taal, Land en Volkenkunde (KITLV). ‘Het veld ligt nu open, hè hè eindelijk,’ zegt hoofdonderzoeker Henk Schulte Nordholt. Het tweetal behoort tot de initiatiefnemers van de recente oproep inde Volkskrant een onderzoek te doen naar het Nederlandse geweld tijdens de dekolonisatie van Indonesië tussen 1945 en 1949. Vorig jaar nog kende de rechter weduwen uit het dorpje Rawagede een schadevergoeding toe omdat daar in 1947 mannen, broers en zonen standrechtelijk werden geëxecuteerd. Onlangs diende advocate Liesbeth Zegveld, die de belangen van de weduwen van Rawagede vertegenwoordigt, opnieuw een claim in bij de overheid. Nu willen weduwen uit Zuid-Celebes (het tegenwoordige Sulawesi) waar in 1947 eenheden van de beruchte kapitein Raymond Westerling huishielden, ook een schadevergoeding.   

Die opeenvolgende rechtszaken, maar ook de spijtbetuiging die minister Bot van Buitenlandse Zaken in 2005 deed: ‘We stonden aan de verkeerde kant van de geschiedenis’ – het creëert volgens Oostindie en zijn collega Schulte Nordholt een klimaat waarin nieuw onderzoek mogelijk is. ‘Het is voor ons de grootste oorlog ooit gevoerd. Nooit stuurden we zo veel mensen naar het front, nooit waren er zo veel doden. Hoe kan het dat er na 65 jaar nog steeds geen gezaghebbende studie over is?’ Het tweetal is vooral benieuwd naar wat er feitelijk is gebeurd tijdens militaire operaties. Ongetwijfeld werden mensen ondersteboven gehangen tijdens verhoren. Zeker is dat krijgsgevangenen tijdens routinepatrouilles werden geëxecuteerd. Maar hoe systematisch gebeurde dat? Waarom onderdrukte kapitein Westerling de bevolking met zo veel geweld? Hoe kan het dat hij daarna jarenlang ongestoord in Nederland heeft kunnen wonen? Oostindie en Schulte Nordholt ontzien ook zichzelf niet, want het blijft natuurlijk vreemd dat het KITLV, het Nederlands Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies (NIOD) en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) niet veel eerder het initiatief hebben genomen. ‘Ook dat komt aan de orde in het onderzoek,’ zegt Oostindie. ‘Voor onze generatie is het vanzelfsprekend om hiermee aan de slag te gaan. Maar onze voorgangers zeiden: “Bemoei je daar niet mee. Dat is voor de politiek.”’

Maar wie krantenknipsels en rapporten van de jaren veertig tot nu doorploegt (en dat zijn grote stapels!) valt het meteen op dat áls de politiek zich al uitsprak over de gewelddadige dekolonisatie, het altijd in reactie was op incidenten. Nooit is door een Nederlandse regering uit eigen beweging een groot, alomvattend onderzoek opgezet, zoals de parlementaire enquête naar de regeringsverantwoordelijkheid in de Tweede Wereldoorlog. In de jaren zestig speelde de affaire rond Joop Hueting die op televisie vertelde over de moordpartijen waarbij hij betrokken was, in de jaren tachtig de kwestie rond Loe de Jong die in zijn deel over Nederlands-Indië beweerde dat er oorlogsmisdaden waren gepleegd, wat hij later toch weer veranderde in ‘excessen’. En in de jaren negentig: de komst van deserteur Poncke Princen naar Nederland, de discussies rond het staatsbezoek van de koningin aan Indonesië en de RTL-documentaire over Rawagede die daaraan voorafging. Steeds weer kwamen spoken uit het verleden terug. En dat moet voor eens en altijd afgelopen zijn, vinden de historici die oproepen tot onderzoek.

Klokkenluider

Excessen? (HW)

Het zijn overigens niet de historici die als eerste de aanzet hebben gegeven tot de hernieuwde belangstelling voor de misstanden in Nederlands-Indië. Volgens historica Stef Scagliola, die voor haar promotie de verwerking van de dekolonisatie uitgebreid onderzocht, zijn er steeds compromisloze figuren nodig die de zaak in beweging brengen. ‘Historici kunnen niet zonder klokkenluiders, provocateurs.’ De afgelopen jaren werd die rol met verve vertolkt door cementarbeider Jeffry Pondaag uit het Noord-Hollandse Heemskerk. Hij kwam in de jaren zestig vanuit Indonesië naar Nederland met zijn Nederlandse moeder, en ergert zich al jaren aan wat hij ‘de arrogante houding’ van Nederland noemt. Waarom heet de Coentunnel nog steeds Coentunnel? En waarom staan er op de zijkant van de Gouden Koets nog steeds afbeeldingen van Javanen? Dat steekt hem als Indonesiër, want dat vindt hij verheerlijking van het koloniale verleden. En waarom worden Duitse oorlogsmisdadigers tot in lengte van jaren vervolgd en kon kapitein Westerling tot zijn dood een rustig leven leiden?

‘Ik begrijp niet hoe een land dat mensenrechten zo belangrijk vindt, zich zo kan gedragen,’ zegt hij. Jarenlang leurde Pondaag met de kwestie-Rawagede zonder enig resultaat. Tot 1995, toen maakte RTL 4 in de aanloop naar het staatsbezoek van koningin Beatrix aan Indonesië een reportage over de vergeten massamoord. Daarna ging het balletje langzaam rollen. In het parlement maakte onder meer de Socialistische Partij zich hard voor de zaak. En zo kreeg Pondaag de Nederlandse staat op de knieën: de regering betuigde spijt en de rechter dwong de overheid schadeloosstellingen te betalen. Bij het KITLV in Leiden menen ze dat Pondaag inderdaad een grote rol heeft gespeeld. ‘Hij is een wonderlijke figuur,’ zegt Henk Schulte Nordholt. ‘Maar hij is wél een katalysator geweest.’

Met vrouw en kind onderduiken

Pondaag staat in een traditie. In 1969 was er een soortgelijke compromisloze figuur die het maatschappelijke debat in beweging bracht. Het waren de jaren van studentenverzet, flowerpower en afrekening met de ‘heersende macht’. Psycholoog Joop Hueting gaf een interview aan de Volkskrant waarin hij zonder enige terughoudendheid vertelde over oorlogsmisdaden die waren gepleegd door hemzelf en anderen. Hij beschreef hoe de korporaal van zijn eenheid, die kort daarvoor in een hinderlaag was gelopen een hutje in ging en een familie afmaakte. En hoe Indonesiërs met hun blote billen op gloeiend hete pantserwagens werden gezet, zodat ze brandwonden opliepen. ‘Je reinste sadisme.’ Ook vertelde hij hoe ze krijgsgevangenen ‘lieten pissen in de kali’. Die mannen waren tot last en werden van achteren doodgeschoten. ‘Wij waren vakkundige killers,’ zei Hueting. Hij stelde nadrukkelijk dat het geen individuele acties waren, maar dat het ‘gewoon in het systeem van het leger paste’.

Ondanks de gruwelijke details kreeg zijn verhaal weinig aandacht, totdat de redactie van VARA’s actualiteitenrubriek Achter het Nieuws besloot Hueting te interviewen. Toen brak de hel los. Het was voor de allereerste keer dat een televisie-uitzending bij miljoenen kijkers zo veel emoties losmaakte. Hueting werd bedreigd en moest met vrouw en kind onderduiken in een hotel op de Veluwe, berichtte De Telegraaf. Veteranen reageerden woedend op de beschuldigingen, en voormalig premier Willem Drees deed de zaak af als oud nieuws omdat de Kamer in 1949 een voorstel voor een nader onderzoek had verworpen. Ook vroeg Drees zich af waarom Hueting zich niet veel eerder met zijn verhaal bij de autoriteiten had gemeld. Hypocriet als je bedenkt dat de regeringen in de jaren veertig en vijftig precies wisten wat er speelde. In 1954 was er immers een onderzoek afgerond door de juristen Van Rij en Stam naar oorlogsmisdaden die op Zuid-Celebes waren begaan. De regering waarvan Willem Drees premier was, besloot toen kapitein Westerling en zijn mannen vrijuit te laten gaan en het rapport niet openbaar te maken.

Een inhaaloperatie

Het koloniaal verleden werd steeds weer weggestopt. Televisiemaker Ad van Liempt, die zich al jaren verdiept in het Indische verleden en van wie onlangs het boek Nederland valt aan is heruitgegeven, vindt dat niet vreemd. ‘Niemand vindt het leuk om stil te staan bij zijn nederlagen.’ Maar er speelden volgens Van Liempt ook andere zaken die voor een moeizame omgang zorgden. ‘We zaten met het veteranenprobleem. Die mensen zijn hier een beetje als losers ontvangen nadat we Nederlands-Indië waren kwijtgeraakt. Ze voelden zich in de kou gezet. Daarnaast verkeerden we door de weigering van Nederland om Nieuw-Guinea als kolonie op te geven in een soort koude oorlog met Indonesië; we waren bang dat openheid van zaken onze internationale belangen zou schaden.’

Van Liempt noemt het ‘eeuwig zonde’ dat het in 1969 na de affaire-Hueting nooit tot een groot onderzoek of een parlementaire enquête is gekomen, ondanks aandringen van toenmalig oppositieleider Joop den Uyl. ‘Zo’n onderzoek had in die jaren veel opwinding en commotie gegeven, maar de wond was wél schoongeveegd. Je had de hoofdrolspelers en ooggetuigen die toen nog leefden kunnen horen. De feiten waren dan op tafel gekomen. Het onderzoek waar nu toe wordt opgeroepen kan niet anders dan een inhaaloperatie met grote handicaps worden.’

Na de uitlatingen van Hueting in 1969 kwam er dus geen groot onderzoek. Wel gaf de centrum-rechtse regering onder leiding van premier Piet de Jong onder druk van de commotie die was ontstaan, opdracht tot een snelle inventarisatie in de archieven van alle mogelijke ‘excessen’ die zouden zijn gepleegd. Het woord ‘oorlogsmisdaden’ weigerde hij in de mond te nemen. De jonge historicus Cees Fasseur kreeg de opdracht in drie maanden tijd de inventarisatie te maken. Hij verrichtte zijn sisyfusarbeid in grote haast, verzamelde aanwijzingen voor 110 oorlogsmisdaden, maar wist zeker dat zijn werk lang niet volledig was. Dat schreef hij ook in zijn conclusies. Maar dat was niet wat premier De Jong wilde horen. Dat bleek toen historica Stef Scagliola de concepttekst en de definitieve tekst van de conclusies met elkaar vergeleek voor haar in 2002 verschenen proefschrift Last van de oorlog.

Voor de premier speelde naast het veteranenprobleem en de verhouding met Indonesië een nog grotere zorg: de kans was groot dat de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid voor de moordpartijen aan de orde kwam. En dat moest worden voorkomen. De Jong trok aan de noodrem en wijzigde de conclusie van Fasseur, die vond dat er nader onderzoek moest worden gedaan. Volgens De Jong was er ondanks de onvolledigheid geen probleem, want er was toch ‘een voldoende indruk over aard en omvang van de excessen’. Namelijk: ja, er hebben zich misstanden voorgedaan, iets wat de regering betreurde. Maar: ‘de krijgsmacht als geheel heeft zich in Indonesië correct gedragen’, en er was ook sprake van provocaties aan Indonesische kant. En: van ‘een systematische wreedheid’ was geen sprake. Daarmee ging de deksel op de doofpot.

Bijzondere krijgsraden

Op patrouille (HW)

De historici die nu oproepen tot hernieuwd onderzoek willen die deksel er weer van af hebben. ‘We willen onder meer inventariseren of er stelselmatig krijgsgevangenen werden doodgeschoten. Was dat standaard praktijk?’ vraagt Henk Schulte Nordholt van het KITLV zich af. ‘Daarvoor moet je archieven doorploegen. Er zijn heel veel zaken die nooit zijn vervolgd, omdat de toenmalig hoogste militair in Nederlands-Indië generaal Simon Spoor het moreel van de troepen niet omlaag wilde halen, de jongens niet onderuit wilde halen. Als je al dat materiaal nog eens heel goed analyseert, zou het me niets verbazen als daar een nieuw beeld uit naar voren komt.’

In dit verband is er één boek dat van grote waarde is voor het komende onderzoek: Ontsporing van geweld van de sociologen Jacques van Doorn en Wim Hendrix uit 1970. Het tweetal diende tegelijkertijd in Nederlands-Indië, Van Doorn op een bureau, Hendrix in het veld. De laatste zag met eigen ogen hoe oorlogsmisdaden werden gepleegd. Ze spraken in het geheim af dat Hendrix zijn ervaringen zou vastleggen voor een latere wetenschappelijke publicatie. Jarenlang bleef het materiaal in de la liggen. Pas na de affaire-Hueting kwamen ze met hun boek. Het was een rechtstreekse aanval op de conclusies van premier De Jong. Volgens de schrijvers was er wel degelijk sprake van een systeem van contraterreur dat van bovenaf werd opgelegd. Indonesische infiltranten werden berecht door bijzondere krijgsraden, er was sprake van een ‘wijd vertakt, hard politioneel regime’ en Speciale Troepen hadden ‘een vergaand mandaat gekregen’ om eigenmachtig op te treden. Al deze maatregelen waren volgens de twee auteurs genomen omdat het onmogelijk was ‘met normale middelen de guerrilla te beëindigen’. En door wie was deze strategie ontworpen? Volgens Van Doorn en Hendrix was dat ‘op het hoogste niveau’ gebeurd en werd ‘de man in de troep met de uitvoering belast’. Het zijn prikkelende conclusies die de twee sociologen trekken, maar ze kunnen alleen hun eigen ervaringen als bewijs opvoeren. Er zijn tot nu toe geen stukken opgedoken waardoor hun these kan worden gestaafd.

Ontsporing van geweld werd in 1970 doodgezwegen, ondanks de vergaande conclusies. Historica Scagliola sprak voor haar promotieonderzoek uitgebreid met Van Doorn en kreeg zijn aantekeningen over de nasleep van het boek voor haar reconstructie. In een brief aan toenmalig Vrij Nederland-columnist Renate Rubinstein beklaagde Van Doorn zich dat het werk zo weinig aandacht kreeg: ‘… niemand was onder de indruk, hoewel voor het eerst systematische analyse en niet smakelijke incidenten werden aangeboden’. Van Doorn overleed in 2008, de inmiddels 86-jarige Hendrix noemde onlangs in dagblad Trouw de oproep tot een nieuw onderzoek ‘geweldig nieuws’.

Loe de Jong

In de jaren die volgen wordt de rituele dans over het Indische verleden om de paar jaar opgevoerd, zo ook na het verschijnen in 1984 van De Zuid-Celebes affaire. Kapitein Westerling en de standrechtelijke executies van onderzoeker Willem IJzereef. ‘In De Telegraaf kreeg ik een recensie waarin stond: “Beste Willem, doe je huiswerk over. Ga naar Westerling en luister naar het echte verhaal”,’ zegt IJzereef terugkijkend. ‘In Vrij Nederland vonden ze het een hartstikke goed boek, maar ik had wel moeten zeggen dat het om “oorlogsmisdaden” ging.’

Hoe gevoelig de publicatie van het boek lag, bleek uit alle autorisaties en toestemmingen die IJzereef van ministers moest krijgen omdat hij tot dan toe verboden dossiers had mogen inzien. ‘Het is zelfs langs Ruud Lubbers geweest, die er ook zijn handtekening onder moest zetten. Na publicatie kreeg ik van mensen bij Bureau Indonesië van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nederlandse Instituut Militaire Historie te horen dat ze het geweldig vonden wat ik had geschreven. Dat mochten zij helemaal niet.’ Dat er wel iets is veranderd, bewijst het feit dat het NIMH nu een van de drie initiatiefnemers is van de oproep voor nieuw onderzoek, vindt IJzereef.

Eind 1987 was Loe de Jong het middelpunt toen hij in deel 11a van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog de gebeurtenissen in Nederlands-Indië beschreef. Hij had het daarin over oorlogsmisdaden in plaats van excessen en vergeleek het optreden van de Nederlanders met dat van de Duitsers. Een van zijn meelezers, een oud-officier van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), was zo verontwaardigd dat hij de tekst doorspeelde naar De Telegraaf, die het opnam voor de veteranen en een campagne startte. De Jong kreeg dus net als eerder Hueting alles en iedereen over zich heen. Hij gaf toe de paragrafen ‘te veel vanuit emoties te hebben geschreven’. ‘Oorlogsmisdaden’ werden weer ‘excessen’ en hij bood zijn excuses aan voor de ‘vele onevenwichtigheden’. En opnieuw slaagden de lobby oud-Indië-militairen en de gevestigde machten binnen het overheidsapparaat erin verder onderzoek te voorkomen. Toch vindt Scagliola dat De Jong de historicus is die het meeste lef heeft getoond. Zelf is ze expliciet in haar werk: ‘Ik heb het wel over oorlogsmisdaden.’

Het archief in Bandung

Over de gewelddadige dekolonisatie is ondanks de passieve houding van de overheid door individuele onderzoekers al veel geschreven. Wat zou nieuw onderzoek nog kunnen opleveren? De initiatiefnemers willen niet alleen in Nederlandse archieven antwoorden vinden op hun vragen, maar ook in Indonesië. ‘Ons uitgangspunt is het Nederlandse geweld,’ zegt Gert Oostindie. ‘Maar om de wedstrijd Ajax-Feyenoord te begrijpen moet je wel naar beide elftallen kijken.’ Tot nu toe is er heel weinig bekend over de Indonesische kant van het verhaal. Dat komt omdat de Indonesische archieven zijn verdwenen of ontoegankelijk zijn. Veel ooggetuigen zijn nooit gehoord en nu oud of overleden.

Extra complicatie is dat net als in Nederland niet iedereen zit te wachten op een onderzoek. ‘In Indonesië is er lang een staatsideologie geweest, een mythe dat het hele volk schouder aan schouder streed tegen de Nederlanders. Terwijl er in werkelijkheid veel onderlinge strijd was en er ook veel Indonesiërs die zich tegen de revolutie verzetten werden vermoord. Bovendien had het Indonesische leger het monopolie op de geschiedschrijving. Het was hún revolutie, maar daarin begint nu verandering te komen,’ zegt Henk Schulte Nordholt. Hij en zijn mede-initiatiefnemers hebben al jaren contact met Indonesische historici van de Universitas Gadjah Mada in Jogjakarta, die een overzicht willen maken van Indonesische studies over de revolutie. ‘Net als wij zijn het allemaal mensen van na de dekolonisatie. Het is niet meer onze eigen, zelf beleefde geschiedenis,’ zegt Schulte Nordholt.

De Amerikaanse hoogleraar Zuid-Aziatische studies aan de universiteit van Ohio William Frederick juicht het initiatief voor een nieuw onderzoek toe, maar is tegelijkertijd wat sceptischer dan de initiatiefnemers. Hij is onder meer de auteur van het gezaghebbende Visions and Heat. The Making of the Indonesian Revolution. Op dit moment is hij bezig met een onderzoek naar geweld tijdens de revolutie, waaronder ook de zogenaamde Bersiap-periode: de chaotische maanden in 1945, toen nadat de Japanners waren verslagen duizenden Nederlanders en Indiërs die met hen samenwerkten door nationalistische jongeren werden vermoord. Juist naar deze periode willen de Nederlandse initiatiefnemers ook meer onderzoek doen. Frederick ziet in Indonesië wel enige beweging onder historici om te komen tot meluruskan sejarah, het rechtzetten van de geschiedenis. ‘Maar de onafhankelijkheidsstrijd maakt daar nog geen onderdeel van uit,’ laat Frederick per mail weten. ‘Het is nog steeds een heel gevoelig onderwerp waar tegelijkertijd weinig interesse voor bestaat. Het is dan ook niet te verwachten dat op afzienbare termijn jonge wetenschappers hier serieus mee aan de slag gaan.’

De komende tijd zal blijken of de onderzoekers in Indonesië hier de ruimte voor krijgen. Goede graadmeter: het archief van het leger in Bandung. Daar ligt een schat aan materiaal en buitenlandse onderzoekers zijn er niet welkom. Frederick voorziet daarom dat er terughoudendheid zal bestaan over het initiatief. ‘In Nederland, maar ook in Indonesië zijn de autoriteiten bevreesd dat er door hernieuwd onderzoek onrust ontstaat. De gebeurtenissen van zeventig jaar geleden zijn nog steeds hot.’

Aanstichter van de zaak-Rawagede Jeffry Pondaag is blij met een mogelijk nieuw onderzoek. Maar hij heeft ook kritische kanttekeningen. Het moet niet weer een exclusief Nederlands onderonsje worden. ‘De leiding van het onderzoek zou niet in Nederlandse handen moeten komen,’ zegt hij. ‘Ik hoop dat er een internationaal onderzoeksteam komt. Anders ben je als een slager die zijn eigen vlees keurt.’ Maar óf er een nieuw historisch onderzoek komt is vooralsnog onzeker. De linkerkant van de Tweede Kamer, van SP tot D66 is vóór. Maar het CDA liet bij monde van de vertrekkende Henk Jan Ormel weten niet meteen warm te lopen. ‘We zijn nu vooral bezig met de euro.’ De VVD heeft nog niet gereageerd. Bij het KITLV raken ze niet in mineur doordat er nog geen uitsluitsel is. Dat vergt tijd en het is nu zomerreces. ‘We denken dat de politiek wel in beweging komt. Rond de Indiëherdenking in augustus kloppen we wel weer op deur,’ zegt Henk Schulte Nordholt.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Vrij Nederland, 10 juni 2012.

x

Dit bericht werd geplaatst in 6. Onderzoek, Aanspraken en Verwerking en getagged met , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

62 reacties op Onze vuile oorlog

  1. F.HvA zegt:

    De Jappen lachen zich eigen een breuk! Zonder betalen worden ze toch wel geaccepteerd, alleen Nederland moet en wil graag betalen ……bang dat ze anders niet meetellen! Doen ze toch al niet, met of zonder betalen..

  2. j.w.hoegen. zegt:

    eerst de periode eind 1945 op papier zetten,
    daarna kun je pas zinvol over de latere jaren onderzoek doen.

  3. Jan A. Somers zegt:

    “Rond de Indiëherdenking in augustus kloppen we wel weer op deur,’ zegt Henk Schulte Nordholt.” Eindelijk mogen dus de bersiapslachtoffers en onze echte (gesneuvelde) bevrijders bij het Indiëmonument worden herdacht (= erkend). Niet om geld te vangen voor mijn familie hoor, daar zou ik mij diep voor schamen.
    Deze zeurpiet zegt sorry voor het bovenstaande, het komt vanzelf.

  4. Eppeson Marawasin zegt:

    Bedankt voor plaatsing. Elke keer wat meer inzicht helpt ook!

    e.m.

  5. antonius zegt:

    zondag 12/8 en 19/8 tv-docu. “Archief van Tranen”…..van harte aanbevolen…..vooral Jeffrey Pondaag : kijken !!!

    • A nony mouse zegt:

      Het Archief van Tranen is een tweedelige documentaire over een vergeten massamoord op Nederlanders in het voormalige Nederlands-Indië.

      ~ EEN VERGETEN MASSAMOORD OP NEDERLANDERS IN HET VOORMALIG INDIË ~

      Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 werd op 17 augustus 1947 door Soekarno de onafhankelijke Republiek Indonesië uitgeroepen. De overlevenden van de Jappenkampen, maar ook zij die niet geïnterneerd waren geweest, werden blootgesteld aan slachtpartijen van groepen van nationalistische Indonesische jongeren, die de onafhankelijkheid ondersteunden. Deze periode, die als de BERSIAP bekend is geworden, duurde van oktober 1945 tot mei 1947. Tijdens deze periode zijn 3.500 Nederlanders vermoord, en nog eens 4.000 Nederlandse vrouwen en kinderen kwamen om door honger, ziekte en uitputting in de zogenaamde Bersiap-kampen. De meeste slachtoffers zijn herbegraven op één van de erevelden op Java. Deze erevelden worden beheerd en onderhouden door de Nederlandse Oorlogsgravenstichting.

      Tenslotte zijn er naar schatting 16.000 vermisten, waaronder ook Chinezen met de Nederlandse nationaliteit. Hun lot is tot op heden onbekend.
      Deze documentaire is geproduceerd door Pia Media.

      Bedankt voor de Gouden TIP.
      Ik zal zeker kijken en ik hoop Prof. Liesbeth Zegveld ook.
      Haar motto: ‘Als het recht voor deze mensen niets kan betekenen, wat heeft het recht dan voor betekenis?’

      Klik om toegang te krijgen tot advocatenblad_18juni2010.pdf

      • maurits de Graaff zegt:

        goed zo Nony mouse pettje af(schappo) mijn ligt ook op de ereveld te lewiggadjah

      • ing.R.L.Mertens zegt:

        Overlevenden van Jappenkampen…etc.zomaar blootgesteld aan slachtpartijen..etc.Wat zou de oorzaak hiervan zijn ? Een volk gaat niet zo maar moorden etc.!

      • A nony mouse zegt:


        De video’s van deze Nederlandse erevelden in Indonesië op You Tube worden te weinig bekeken.
        Adressen Nederlandse erevelden in het Verre Oosten
        In Indonesië
        In Birma
        In Thailand
        In Singapore
        In Korea
        In Hongkong
        In Australië
        http://www.ogs.nl/pages/text.asp?Subject_ID=120

      • A nony mouse zegt:

        De 8 erevelden in Indonesië zijn:
        Op alfabetische volgorde,
        Ancol.- Jakarta
        Ambon – ten noorden Ambon-stad
        Candi Kalibanteng – Semarang
        Kembang Kuning – Surabaya
        Leuwigajah – Cimahi
        Menteng Pulo – Jakarta
        Pandu – Bandung

      • Aelle zegt:

        Op volgende website, in het slachtofferregister, vind ik tot mijn grote verbazing de plaats waar mijn Oom Victor (Emanuel), een jonger broertje van Papa, is overleden tijdens de 2de Wereld Oorlog, n.l. in de Tjipinang-Gevangenis in Batavia.
        http://srs.ogs.nl/
        http://www.japanseburgerkampen.nl/Tjipinang.htm
        Wie kan mij over deze gevangenis vertellen? Is er iemand die hem nog heeft gekend?
        Ik ken Oom Vic alleen van foto’s. Hij lijkt op een filmster.

    • Ton Iken zegt:

      Zoals gebruikelijk dreigen er ook in deze discussies weer de gebruikelijke spraakverwarringen te ontstaan. Zo wordt in de alinea die aan het onderzoek van William Frederick werd gewijd, gewag gemaakt van duizenden slachtoffers die er tijdens de Bersiap-periode “onder Nederlanders en Indiërs” zouden zijn gevallen. Wie wordt met “Indiërs” bedoeld? Indonesiërs, Indische-Nederlanders of wellicht ook Brits-Indiërs? Feitelijk zijn er onder al deze groepen slachtoffers gevallen, inderdaad ook onder de Brits-Indische militairen die zich onverwacht in een wespennest bevonden, maar het lijkt niet waarschijnlijk dat Frederick hen op het oog heeft c.q. had.

      • buitenzorg zegt:

        Waarschijnlijk “a slip of the pen” van de VN-scribenten. Ik veronderstel dat hier wordt gedoeld op de Indo-europeanen.

      • Jan A. Somers zegt:

        Een slip of the pen? Of gewoon je geschiedenis niet kennen. Vorig jaar rond 15 augustus was er in een radiogids ook sprake van Indiërs. Ik kreeg een excuus op mijn opmerking hierover. Toch wel netjes.

      • Dat is geen slip of the pen.
        De term Indische Nederlanders vindt men niet juist. Het is het mal vinden om mensen met een gemengde afkomst te erkennen als Nederlanders.

    • Jan A. Somers zegt:

      Bedankt. Ik wist al af van meerdere herdenkingen op 15 augustus. Maar het gaat mij om de Nationale Herdenking bij het Indiëmonument in Den Haag die overigens keurig op TV wordt uitgezonden. Maar daar mag de bersiap niet worden genoemd. Daar mogen onze bevrijders, Gurkha’s waarvan meerderen zij gesneuveld, niet worden herdacht. Herdenken doe je zelf, mijn vrouw en ik zijn echte doehetzelvers geworden. Het gaat mij om het nationaal erkennen (=weten). En nogmaals, ga onze doden niet inwisselen voor een handvol Euro’s. Op zich al moeilijk uit te rekenen: twee tantes 1000 Euro? mijn grootmoeder 5000 Euro? Inclusief rente?

  6. maurits de Graaff zegt:

    altijd spreken ze over nederlandse moord partijjen door onze soldaten,ze moeten maar naar de plopors kijken, Mij hele fam 9 mensen in het geheel opa,,oma ,tantes en hun nog kleine kinderen ,werden in een jutte zak gestop en in de rivier Tjitarum weggehooid ,dat op april 1949,in het dorp Radjamandala vlak bij tjimahi ,en kort daarna mijn vader dood geschoten,
    als nederland slecht is dan blijf ik niet in nederland,
    hopende dat de heer Pondaag mijn artikel leest

    • antonius zegt:

      vreselijk, wat een familie-tragedie, heer de Graaff ! En daarmee moet u dan een heel leven verder ?!! Heel veel sterkte.
      maar : ooit iets vernomen van excuses, door Indonesische regeringsleiders of ambassadeurs, of ooit iets gehoord over een Indonesische Exessen-nota…..?? Daar hoor je in ieder geval van de Stichting Ereschuld Nederland/J.Pondaag niets over…zéker weten !

      • maurits de Graaff zegt:

        beste ,antonius bedank voor je medeleven ,dat gebeurde vergeet ik nooit,excues hou maar op van niemand,

  7. De Bersiapperiode was één grote slachtpartij. Ik zat er middenin en verwonder me nog steeds, dat ik er levend ben doorgekomen. Het was een afschuwelijke ervaring waarvan de beelden me nog steeds achtervolgen.

  8. Oorlogs misdaad. Ik meen dat dit het dreigende woord is waarover het gaat. Oorlogs misdadigers moeten gestraft worden en de slachtoffers van oorlogs misdaad hebben compensatie nodig. Als er geen excessen waren, als de oorlog gevoerd kon worden zonder oorlogs misdaden, dan is het eigenlijk een “goede” oorlog. Het is opmerkelijk dat er maar weinig goede oorlogen gevoerd zijn gedurende de laatste honderd jaren of zo. Moderne wapen techniek en beschikbaarheid heeft daar misschien iets mee te maken.
    Iemand die in Afghanistan diende maakte de opmerking dat een gewapende man, vooral een gewapende man in uniform, vanaf het moment dat hij op een strijdtoneel aankomt, zich bedreigt voelt, en dus genegen is om het zekere voor het onzekere te kiezen en zijn eigen hachie probeert te redden. Dit lijkt me een menselijke reactie.
    Ja, en uiteindelijk schijnt het dat oorlogs misdaden uitsluitend (?) gevoerd worden door de verliezende partij. Maar ik vraag me verder af: is het idee van oorlogs misdaad, uitsluitend een westers idee?

  9. B.Menke zegt:

    Bij mijn weten heb ik nooit iets vernomen van een “schone” oorlog; elke oorlog gaat toch gepaard met “vuile” zaken en waarom dan hier in de kop van het artikel “vuile”expliciet vermeld ?
    En als er een onderzoek komt, dan is het van groot belang dat “beide” kanten van het “front” worden onderzocht.
    In de jaren ’50 was het absoluut not done om maar iets negatiefs over die “arme” inlanders te zeggen en de Europeanen en Indo-Europeanen waren de uitbuiters en profiteurs.
    Voor de “blanken” die geleden hebben tijdens de bersiaptijd van de pemuda’s en peloppors ( de Indonesische terroristen en rampokkers) was Westerling een held, want hij beschermde hen.Tegenover de misdaden bedreven door het Hollandse leger, stonden evenveel of meer wandaden van Indonesische zijde, maar de gegevens van deze laatstgenoemde daden schijnen niet meer te bestaan.
    M.a.w. alles is vrij betrekkelijk, maar zoiets mag vaak niet worden gezegd.

  10. B.Menke
    Kruip niet in een slachtofferrol met woorden als ‘deze laatstgenoemde daden schijnen niet meer te bestaan’ en ‘zoiets mag vaak niet worden gezegd’
    Het grote verdringen van de jaren vijftig en later werd niet vervangen door een maatschappelijk moreel verbod om negatieve dingen over inlanders te zeggen, ten nadele van de Europeanen ( indo’s zitten al in in die term. 70% van de Europeanen waren indo’s toen)
    De meeste slachtoffers van de bersiap (door nationalistisch geweld van opgehitste jongeren) waren de mensen van gemengde afkomst. Waarvan een meerderheid eerder getint was, maar ook weer velen niet donker genoeg zodat zij alsnog als ‘blanke’ een doelwit waren.

    Ik vind ook dat het geweld van beide kanten onderzocht moet worden.
    Maar dat was het voorstel ook laatst van de 3 instituten. Althans.. zo leek het.
    Echter, politiek Den Haag loopt er niet warm voor. De grote match voor de zeteltjes komt weer binnenkort… en daarna is iedereen bezig met de kabinetsformatie. Dan is het moeilijk die koloniale verdringingsreflex te doorbreken. We zullen zien in 2013… of de Tweede Kamer besluit tot een onderzoek.
    De SP is wel voor, maar als zij zelf in de nieuwe regering zit… is de partij dan nog steeds voor?
    En is de SP dan nog steeds voor de Indische kwestie op de agenda zetten. Die andere koloniale verdringing.

    • Jan A. Somers zegt:

      In de discussie komt steeds de tijdlijn als probleem voorbij. In de bersiapperiode waren er geen Nederlandse militairen in Indië, met uitzondering van groepen uit gevangenschap terugkerende KNIL-militairen. De grote strijdmacht van de KL en de mariniersbrigade kwam pas vanaf half maart 1946 en moest hun taak van de grond af opbouwen. Zij hebben dan ook niet bijgedragen aan het beteugelen van de bersiap en onze bevrijding uit de gevangenissen. Overigens was die strijdmacht niet zo groot. Ik dacht ongeveer even groot als het leger (jaren ’50) in Nederland, een land dat slechts ongeveer een kwart van Java beslaat. En moest opereren in een land zo groot als heel Europa. En de politionele acties hebben maar kort geduurd, ik heb het niet geteld, maar ik dacht zo’n twee en drie weken. Overigens lang genoeg voor een hoop ellende.

  11. antoniken zegt:

    Dank zij een daaraan gewijde recensie van Peter Schumacher in de NRC van 21 april 1990 kwam ik op het spoor van het in 1989 in eigen beheer uitgegeven boek van Mary C. van Delden, getiteld Bersiap in Bandoeng. (in die recensie besteedde Schumacher ook aandacht aan het hier eerder aangehaalde boek van William H. Frederick “Visions and Heat”).
    Aangezien ons gezin de bersiap-periode in Bandoeng heeft moeten meemaken, sprak het relaas van Mary van Delden mij zeer aan. Vele voorvallen die wij van nabij hadden meegemaakt, werden niet alleen beschreven, maar ook in een breder verband geplaatst . Schumacher wees er terecht op dat de schrijfster slechts uit een beperkt bronnenmateriaal heeft kunnen putten, waardoor de Indonesische, Britse en Japanse bronnen niet konden worden geconsulteerd. Desondanks heeft zij in elk geval een fundament gelegd waarop voortgebouwd zou kunnen worden.
    Een aantal foto’s van opgravingen van slachtoffers van de bersiap-tijd (afkomstig uit het Moesson archief) dat in het boek werd opgenomen, bracht de afschrikwekkende gebeurtenissen terug in mijn herinnering. Zoals bijvoorbeeld de moordpartij in (het Indische) Bronbeek.
    Als het ooit zover mocht komen, dat men ook interesse gaat krijgen in hetgeen door “de andere zijde” aan wreedheden werd begaan, dan zouden boeken als “Bersiap in Bandoeng” op z’n minst als leidraad kunnen worden gebruikt. De waarde daarvan lijkt die van de twee recentelijk opgedoken foto’s zoniet te overtreffen, dan toch teminste te evenaren.

  12. van den Broek zegt:

    @ Van oort/Menke
    Het begrip “Vuile Oorlog” is van recente herkomst. Over dit soort oorlog wordt gesproken als men het over spaanstalige oorlogen heeft dwz in Argentinie, in Mexico maar ook gedeeltelijk over spanje zelf (1986). Dit is een oorlog waarbij het leger zonder geen enkele rechtvorm of titel strijdt tegen haar eigen bevolking. Vooral het bewind onder Pinochet heeft schandelijk misbruik gemaakt van haar bevoegdheden. Ik vind dat de term bij de titel eigenlijk verkeerd en misleidend is.

    Of oorlogsmisdaden een westers uitvindsel is. Ik denk van niet zie bvb het oorlogstribunaal in Cambodja om Pol Pot (rode Khmer) te veroordelen. Zie ook de oorlogsmisdaden van Japan in China, Nanking incident????

  13. appie b. broek zegt:

    Nieuw onderzoek? Dat moet zeker gebeuren, maar dan vooral hoe deze ‘gebeurtenissen’ in de ‘boeken’ zijn terechtgekomen. De ‘politieke’ spelletjes! De ‘geheime’ conferenties in o.a. België en Engeland. Maar vooral de rol van Great Brittain en het idee om een onafhankelijk Indonesia in het Gemenebest op te nemen. Richt dan ook even de schijnwerper op Sir Lawrence van der Post, die voor dit laatste idee toch zo z’n best heeft gedaan. En dit niet zonder redenen!

    • ing.R.L.Mertens zegt:

      Van der Post(hij was krijgsgevangene op Java) heeft Mountbatten over de (Juiste)realiteit op dat moment in Indië geinformeerd.Nederland trachtte de Engelsen voor hun
      “karretje te spannen” om het gezag (het Nederlands) te herstellen. Dit Nederlands gezag dat in een vloek en zucht in 1942 door Japan is weggezet. ” Indonesia opnemen in het Britse Gemenbest”, ja zo is ons dat in Indië voorgehouden, is lariekoek!Overigens;het Britse Gemenebest, met oa India en Pakistan vanaf 1947! bestaat nog steeds! De verloochening van het Atlantisch Handvest 1941=voorloper van de VN,art 3; Elk volk heeft zelfbeschikkingsrecht! en de provocatie-niet praten met Soekarno-heeft de bersiap doen ontstaan, waardoor de buitenkampers de dupe werden.Wat de Indische gemeenschap toen moest ondergaan is te danken aan Nederlands beleid!!En niet anders. Het niet benoemen/weglaten van dit Handvest,door Nederland in sept.1941 ondertekend,in ons koloniale verhaal is geschied vervalsing! Zie ook;
      http://indisch4ever.nu/2011/12/27opmerkelijke-feiten-en-zaken-aangaande-indieindonesie/

  14. appie b. broek zegt:

    De heer Mertens gebruikt ‘grote’ woorden, ‘lariekoek’, m.b.t. zaken waarvan betwijfeld mag worden of hij er wel iets van af weet. En hoe weet hij dat Mountbatten ‘juist’ door Van der Post werd ingelicht over de situatie in Indië vlak na de Japanse capitulatie? Over deze Van der Post is indertijd heel wat te doen geweest en komen zijn propaganda-acties voor de “Merdeka-beweging’, zoals dat toen heette, in een merkwaardig daglicht te staan. De Nederlander David Kriek heeft nog een boek geschreven over zijn contacten met dit ‘Zuid-Afrikaanse Engelsman’.
    Voor nieuwsgierigen is het via internet nog te bestellen en schijnt er ergens een Engelse versie ‘on line’ te zijn.
    Titel:’ Speciale Missie nr.43 in Bantam (Java).

    Mertens suggereert dat hij ‘erbij’ was. Iemand die er ook ‘bij’ was, was de de latere hoogleraar in het burgerlijk recht aan verschillende universiteiten in Indonesië, prof.mr.M.Slamet.
    In het voorwoord bij een pamflet “Indonesié wat nu” uit 1966, waarin Slamet zijn visie gaf op het ‘nieuwe’ Indonesië, lezen we o.a.’Van 1945 af heeft hij in publicaties gewaarschuwd tegen Soekarno omdat hij er diep van overtuigd was, dat deze een gevaar vormde voor Indonesië’.

    Over het ontstaan en de voorgeschiedenis van de Indonesische ‘onafhankelijkheid’, schreef hij zowel Nederlands als Engelstalige brochures, bijv, nog via internet vekrijgbaar,:

    ‘Japansche Intrigues De nasleep van de Japansche bezetting’.

    Waarschijnlijk niet aan Dhr.Mertens besteed maar voor anderen is het interessant te lezen dat er ook Indonesiërs waren die zowel nationalist als anti-Sukarno waren! En dit dan in tegenstelling tot wat Nederlandse historici ons trachten wijs te maken, n.l. dat het Indonesiese volk als één man achter Sukarno gestaan zou hebben!

  15. Surya Atmadja zegt:

    appie b. broek zegt:
    9 augustus 2012 om 11:39 am

    1.prof.mr.M.Slamet.
    In het voorwoord bij een pamflet “Indonesié wat nu” uit 1966, waarin Slamet zijn visie gaf op het ‘nieuwe’ Indonesië, lezen we o.a.’Van 1945 af heeft hij in publicaties gewaarschuwd tegen Soekarno omdat hij er diep van overtuigd was, dat deze een gevaar vormde voor Indonesië’.

    2.Waarschijnlijk niet aan Dhr.Mertens besteed maar voor anderen is het interessant te lezen dat er ook Indonesiërs waren die zowel nationalist als anti-Sukarno waren! En dit dan in tegenstelling tot wat Nederlandse historici ons trachten wijs te maken, n.l. dat het Indonesiese volk als één man achter Sukarno gestaan zou hebben!
    ———————————————————————————————————————-
    Ya, en ?
    Het was geen kunst om in 1966 een artikel te schrijven over de bijna gevallen Bung Karno .
    En het is ook geen publiek geheim meer bij de Indonesiers dat een klein!! deel van de 1ste generatie Nationalistische leiders ( met Nederlandse opleiding en vorming) niet zo gecharmeerd waren van Soekarno en zijn politiek .
    En toch was Bung Karno het symbool van de jonge Republiek geworden , en werd bewonderd door zijn generatie genoten , en de groot idool van de gewone Indonesiers.

    Als iemand behorende tot de jonge genertaie Indonesiers, geboren als vrije Indonesier heb ik ondanks de gemaakte fouten van B.K die tot zijn val had geleidt, nog steeds in de overtuiging dat de meeste Indonesiers , van mijn generatie en vorige generatie ( mijn ouders en oudere broers/zusters) Bung Karno als onze leider.
    Sommige generatiegenoten van Soekarno ( de zgn Nederlandse onderdanen) zijn ook kritisch , dat had ik gemerkt bij de oudere roers en zusters van mijn ouders .
    Ondanks dat mijn vader(ouders) kritisch staan t.o.v BK , was Soekarno altijd de grote held voor hun.
    Het kritisch zijn moet men niet verwarren met tegen Soekarno zijn .

    Ik en mijn generatiegenoten( school/klasgenoten) waren ook kritisch t.o.v de regering van Soekarno , anders hadden we niet aangesloten bij de KAPI-KAPPI-KAMI bewegingen in Jakarta toen de scholieren/studenten begonnen te roeren tijdens de omwenteling in 1965-1967

    • appie b. broek zegt:

      Een ieder heeft recht op z’n eigen ‘held’, daar ga ik mij niet in mengen, en dat Indonesiërs anders tegen de geschiedenis, en dan speciaal die van de zgn.’Indonesische kwestie’, aankijken, lijkt mij zeer logisch. Spanjaarden kijken ook anders naar de 80-jarige oorlog die voor ons, Nederlanders, een ‘onafhankelijkheidsoorlog’ was.
      Dit neemt echter niet ‘weg’ dat bepaalde gebeurtenissen voor de één belangrijk waren en door de ander het liefst vergeten of doodgezwegen worden. Neem de ‘Bersiap’ periode, schijnt niet voor te komen in de Indonesische geschiedenis-canon, maar is, om latere gebeurtenissen beter te kunnen begrijpen, toch zeer belangrijk, en traumatisch, geweest.
      In een uitgave van de ‘Regeerings Voorlichtings Dienst’ te Batavia augustus 1947
      “Het politiek gebeuren rondom de Repoeblik Indonesia” Deel ll (foto’s) komen we op de laatste pagina twee foto’s tegen, helaas zijn de afdrukken zo slecht van kwaliteit dat ze niet reproduceerbaar zijn, waarvan de bijgaande teksten luiden:

      K.-Ten tijde van de proclematie van de Republiek werden te Koeningan 23 indo-Europeanen door de Partai Masjoemi op een vreselijke wijze mishandeld en daarna vermoord. Nadat op aanwijzing van de bevolking het massa-graf was opengelegd, deden onze troepen deze lugubere vondst.

      L.-In de gevangenis te Banjoemas werden in staat van vervuiling en ellende verkeerende Indonesiers aangetroffen, die wegens gebrek aan ‘semanget’ 9geest van verzet) tot den dood middels uithongering werden veroordeeld. Deze man was juist overleden, toen de troepen de gevangenis binnentraden.

      Hier blijkt dus uit dat de verzwegen ‘Bersiap’ periode al begon op de dag dat de Indonesische onafhankelijkheid werd uitgeroepen.
      Nu heeft elk volk natuurlijk het recht om z’n eigen onafhankelijkheidsdag te vieren, maar moet men ook kunnen begrijpen, en Indonesiërs zijn wat dat betreft zeer verstandige mensen, dat anderen daar andere gevoelens bij hebben.

      Voorts stelt u dat het nogal ‘makkelijk’ was om in 1966 een brochure tegen Sukarno te schrijven. Dit is een misverstand, deze brochure was niet anti-Sukarno, maar een filosofische beschouwing over het ‘nieuwe’ Indonesië.

      De anti-Sukarno brochures werden geschreven in de periode december 1945-maart 1946, een periode dat Slamet dag en nacht bewaakt werd.

      Citaat uit ‘Feiten en standpunten inzake Nederlandsch-Indië’ pagina 11:

      ‘Op 2 October 1945 werd hij (Slamet) door de Indonesische nationalisten ontvoerd en in het paleis van den G.C. te Buitenzorg opgesloten tot 8 December, toen hij door Britsche troepen werd bevrijd. Hij woont thans onder zware militaire bewaking te Batavia (eigen lijfgarde, geen Hollandse en geen Britse militairen).

      Weet u misschien hoe het deze Slamet vergaan is of kunt u daar achter komen?
      Het was een zeer opmerkelijk man die behalve in Indië en Nederland ook nog in Frankrijk gestudeerd heeft.

      Dat de zgn.”Indonesische kwestie’ steeds weer tot discussies en krantenartikelen leidt is op zichzelf een goede zaak maar is de aanleiding vaak dubieus. Vaak een ‘centenkwestie’! Maar nogmaals, het is goed dat zaken die zolang ‘onder de pet’ gehouden zijn, nu eindelijk eens naar buiten komen!

      • Surya Atmadja zegt:

        In het voorwoord bij een pamflet “Indonesié wat nu” uit 1966, waarin Slamet zijn visie gaf op het ‘nieuwe’ Indonesië,
        ———————————————————————————————————-
        Sorry, niet goed gelezen.
        Hij was ook een van de velen die tegen de “slappe” R.I regering ageren.
        Zelfs Soekarno en nog anderen ( Hatta , Soetan Sjahrir) werden “gekidnapt”door ongeduldige pemuda’s.Rengasdengklok affaire.
        Dat hoorde ik al toen ik nog klein was , toen mijn vader met zijn gasten (vaak familie-vrienden) over de “huidige Indonesische politiek” aan het discussieren waren .

        Persoonlijk vind ik ook goed dat er gediscussieerd werd .
        Nu komen veel persoonlijke verhalen uit die tijd, van uit de Indonesische kant in diverse Indonesische forum of krantenartikelen.
        Ik moet wel toegeven dat ik tijdens mijn middelbareschooltijd tot SMA, zelfs 1ste jaars student in Indonesie weinig had gehoord over de bersiaptijd.
        Pas in Nederland hoorde en lees ik het in Nederlandse boeken .
        En soms probeer ik een klein verhaal vanuit Indonesische kant hier en ergens anders toe te lichten.
        Dat er gekke dingen gebeuren ben ik ook van overtuigd , alleen moeten we ook eerlijk zijn tegen elkaar en de discussies niet laten beinvloeden door emoties.
        Ik kan makkelijk praten , omdat ik en mijn familie/bekenden toevallig niet tot de slachtoffers behoren.
        Voor de slachtoffers is het weer een andere zaak.

        Eerlijk gezegd als de Nederlanders over de bersiap periode gaan praten en daarna rekenschap vragen van de Indonesische kant zullen de jongeren en jonge ouderen ook rekenschap vragen met wat jullie gedaan hebben in hun land .

    • Hankypanky zegt:

      Nogmaals …..gaat U s.v.p. weg uit Nederland en houdt U op met Uw ‘bewust’ gelanceerde anti-Nederlandse propaganda wat nergens op slaat !
      Uw betoog heeft geen enkele juiste historische verantwoording en hoort eerder thuis
      daar waar U vandaan komt ! Houdt U op met voortduring Uw anti-Nederlandse mening
      te verkonden op Javapost ! Gaat U s.v.p. daar heen waar U vandaan komt !
      Dank U !

  16. appie b. broek zegt:

    “Elkaar rekenschap vragen’ dat is iets voor ‘politieke scherpslijpers’, die ‘de geschiedenis’ misbruiken voor hun eigen politieke doeleinden.Daar doe ik dus niet aan mee!
    Maar waar ik wel aan mee wil werken is om dit ‘drama’, want dat was het voor beide kanten, nu eens te beschouwen als een proces van oorzaak en gevolg; ‘actie en reactie’, zoals we dat bij ‘natuurkunde’ geleerd hebben!

    De geschiedenis van die ontvoeringen is mij bekend, Hatta en Soekarno waren bang voor strafmaatregelen van de geallieerden nu de Japanners definitief verslagen waren, maar onder druk van ‘jeugdige’ pemuda’s, en een pistool in z’n rug, heeft Sukarno dan toch maar de ‘onafhankelijkheidsverklaring’ voorgelezen. Men zou dus kunnen zeggen dat Indonesie uiteindelijk door de ‘jeugd’ bevrijd werd!
    Lijkt me toch een mooie ‘opsteker’!
    Maar goed, dat is jullie ‘kant’, moet je zelf weten.
    Hetzelfde geldt min of meer voor het feit dat de beruchte kapitein Raymond Westerling in Indonesië beschouwd wordt als zo’n beetje de grootste ‘oorlogsmisdadiger’ die er in de jaren 1945-1950 in Indië heeft rondgelopen! Dat is een zaak van Indonesische geschiedschrijvers.

    Nu is onlangs het rapport “Westerling’ over de in de jaren 1946-1949 op Celebes gepleegde excessen op internet verschenen en kunnen we dus zelf lezen wat er gebeurd is en waarom dit rapport jarenlang ‘geheim’ moest blijven!
    Welnu, ik denk het antwoord te kennen….omdat hier duidelijk blijkt dat niet Westerling de ‘oorlogsmisdaden’ heeft begaan en er ook niet verantwoordelijk voor was!
    En dat nu juist deze ‘verantwoordelijken’ er voor gezorgd hebben dat dit rapport al die tijd ‘onder de pet’ is gebleven! Op die manier bleef men immers zelf ‘buiten schot’ en werd de aandacht ‘mooi’ afgeleid.
    Wat zien we hier dus, dat het feit dat deze Westerling bij jullie als ‘oorlogsmisdadiger’ bekend staat te danken is aan de spreekwoordelijke ambtelijke ‘lafheid’ aan Nederlandse kant!

    Dit is de rode draad die door de geschiedschrijving m.b.t deze ‘Kwestie’ heenloopt! En vandaar dat we nog steeds niet weten wat er zich hier allemaal heeft afgespeeld.

    Had je aan de ene kant dus lieden als Sukarno en Hatta die gedwongen moesten worden om de onafhankelijkheid uit te roepen, ‘wij’ hadden dus de lieden die hun mond hielden toen een Nederlandse militair, die door zijn commandant was voorgedragen voor de Militaire Willems Orde, als een ‘oorlogsmisdadiger’ aan de schandpaal werd genageld!

    ‘In tijden van nood leert men zijn vrienden kennen’, luidt het spreekwoord. Welnu, dat gold dubbel en dwars voor de jaren 1940-1945, de tijd van de Duitse bezetting!
    Ik weet niet of men in Indonesië bekend is met de geschiedenis van ‘De Soldaat van Oranje’, maar al deze ‘jeugdigen’, die dus niet op hun ‘krent’ zaten in de jaren 40-45, waren ‘Indische jongens’!
    Hetzelfde zagen we bij officieren die na de capitulatie een loyaliteitsverklaring moesten tekenen
    om niet in Duitse krijgsgevangenschap te geraken; de meerderheid tekende!
    Bij de hier aanwezige KNIL-officieren was het precies andersom, de overgrote meerderheid tekende niet, en werd naar Duitsland afgevoerd!
    Ook iets om wel eens te mogen memoreren!

    Ten slotte nog een bewijs dat deze geschiedenis van de ‘lafheid’ tot vandaag de dag doorloopt:

    ‘Vondst executiefoto’s geen opzetje’, ‘kopt’ De Volkskrant van 28. 7. over de wel erg toevallige, samenvallend met een verzoek om extra geld voor onderzoek naar door Nederlanders gepleegde ‘oorlogsmisdaden’ in Indonesië, ‘vondst’ van foto’s in het album van een inmiddels overleden soldaat. Er zit inderdaad een ‘luchtje’ aan deze zaak, immers, vroegere ‘maten’ van de betreffende militair hebben inmiddels al verteld dat ze nooit met dergelijke situaties te maken hebben gehad en dat het aldus, de Volkskrant kennende, heel goed mogelijk moet zijn geweest om deze foto’s gewoon ergens tussen te plakken en dat ze dan net zo ‘toevallig’ op de zolder van het Enschedese gemeente-archief terecht zijn gekomen!

    Bovendien blijkt uit het Volkskrantartikel dat dergelijke foto’s al veel eerder bekend waren:

    ‘Ook een andere, inmiddels gepensioneerde, journalist noemt de beelden allerminst nieuw. Hij schrijft dat het archief van ‘Het Vrije Volk’ destijds (1963-1972) over hee wat foto’s van executies door Nederlanders beschikte, maar dat ze niet in de krant mochten.

    Dat zou de Partij van de Arbeid beschadigen.’

    Tja, en aangezien de voormalige hoofdredacteur van De Volkskrant tegenwoordig een PvdA- burgermeester is, is het voorstelbaar dat deze zaak ‘delicaat’ behandeld dient te worden!

    Bovendien zegt dezelfde anonieme, gepensioneerde, Vrije Volk journalist:

    ‘De foto’s zijn niet nieuw, maar wel de publicatie ervan’.

    Mogen we dan daaruit concluderen dat deze foto’s uit het Vrije Volk, de journalist kende ze immers al, archief afkomstig zijn en op ‘mysterieuze’ wijze in het plakboek van een inmiddels overleden Enschedese herenkapper/dienstplichtig soldaat, terecht zijn gekomen!

    Bovendien, en ook weer zo typerend voor de kwaliteit van onze geschiedschrijving, wordt er weer voetstoots, en zonder enig bewijs, van uit gegaan dat ‘Nederlandse’ soldaten dit op hun ‘geweten’ zouden hebben!
    Weet men niet dat ook de Indonesiërs tot dergelijke massa executies in staat waren als men dessa-bewoners van samenwerking met de Nederlanders verdacht.

    Heeft dit alles soms ook te maken met het jarenlange ‘taboe’ dat op de studie van Nederlands –
    Indonesische betrekkingen lag, als gevolg van de ‘schaamte’ voor ons ‘koloniaal’ verleden’?

    En dat men dan nu, na zoveel jaar de brutaliteit heeft om extra geld te vragen om deze ‘ommissie’ goed te maken!

    En hoe zit het aan Indonesische kant, in hoeverre speelt men ‘open kaart’ en worden er, zoals hier, nog zaken ‘onder de pet’ gehouden?
    Dat zou een interessante, vergelijkende, studie op kunnen leveren!

    .

    • Surya Atmadja zegt:

      appie b. broek zegt:
      10 augustus 2012 om 12:05 pm
      En hoe zit het aan Indonesische kant, in hoeverre speelt men ‘open kaart’ en worden er, zoals hier, nog zaken ‘onder de pet’ gehouden?
      Dat zou een interessante, vergelijkende, studie op kunnen leveren!
      ———————————————————————————–
      Zeker !
      1.De probleem is dat Jakarta of Yogya in vele plaatsen geen gezag kan uitoefenen.
      Het is geen smoes , maar een feit .
      Zie art 1 van Linggardjati overeenkomst .
      Er lopen volksstammen ontevreden ex milities die afgekeurd zijn voor TNI dienst, buiten de Darul Islam soldaten .
      Dat bij de goedlachse , vriendelijke en meegaande “inlanders” mata gelap toestand kan optreden is ook bekend.
      Dus we hoeven niet schijnheilig te doen .
      Dat er excessen plaatsvonden zal niemand kunnen ontkennen.
      De probleem is , wie zijn de daders ?
      Welke harde bewijzen had men toen , laat staan nu om die groepen te vervolgen ?

      2. De potentieele verdachten(als ze getraceerd kunnen worden of nog leven ) zullen ook hun schuld ontkennen , en er was geen deugdelijke administratie en gezag van Jakarta/Jogja.

      3.Bij de Nederlanders zijn de feiten duidelijk gedocumenteerd .
      Ook welke personen eenheden betrokken zijn .
      Bewijsvoering bij een rechtbank of Internationale gerechtshof is niet zo moeilijk, als men echt wil .
      Wat jullie er mee doen is jullie(Nederlandse)zaak.

      Dat de Nederlandse regering(eindverantwoordelijke) niet zo happig is om zich zelf te kak te zetten is begrijpelijk.
      En de uitvoerders , de kleine visjes worden geslachtofferd , zoals ze dat gedaan hebben met de belangen van Indische Nederlanders, Molukkers en Papuas.

      • Hankypanky zegt:

        Een smerige manier ‘de Nederlanders van nu’ schuldgevoelens in te praten !
        Uw gestook moet nu eindelijk eens ophouden ! Het is zeer verwerpelijk op welke manier U
        probeert Nederlandse pogingen in het verleden belachelijk te maken voor de ogen van
        jonge mensen van nu. U hoort hier niet thuis ! Gaat U s.v.p. weer daarheen terug vanwaar u gekomen bent ! Dank U !

      • Jan A. Somers zegt:

        ad 1. Tot het zijn van een staat, op 17 augustus 1945 door Indonesië geclaimd, behoort het uitoefenen van gezag. Tot ongeveer eind oktober 1945 had de Indonesische regering in Jakarta volledige bewegingsvrijheid en beslissingsvrijheid in praktisch geheel Indië. De Engelsen hebben zelfs Soekarno en Hatta naar Soerabaja gebracht om daar hun gezag te doen gelden. Dan krijg je een periode dat het gezag door de Engelsen (met het neerslaan van de bersiap) en daarna de Nederlanders is gevestigd in een aantal steden. Pas na de politionele acties werden de mogelijkheden tot gezagsuitoefening door Indonesië meer beperkt. Ik weet dat ik een beetje theoretisch overkom, de Franse revolutie en de Russische revolutie waren ook geen voorbeeld van vreedzame omwenteling met uitoefening van centraal gezag. En met meer slachtofers dan in Indonesië. Dat is nu eenmaal de prijs van revolutie. Bij het uitroepen van de revolutie weet je waaraan je begint: gezagsvacuum en chaos. Waar je dus ook de verantwoordelijkheid voor moet nemen. Maar over die verantwoordelijkheid zal ik het niet meer hebben. Dat was toch doden inruilen voor een handvol Euro’s?

      • Eppeson Marawasin zegt:

        Nah … meneer Hankypanky, wat doet u nu? U die zo’n ferme eigen mening heeft, waarom kiest u nu opeens voor de weg van de minste weerstand. Op Javapost is het juist hoor en wederhoor. En die verschillende meningen dragen er toe bij dat de jeugd en misschien ook wel onwetende volwassenen eigen meningen kunnen formuleren.

        Tja, als zoon van een Molukse KNIL-RMS’er word ik geconfronteerd met de mening van meneer Surya Atmadja dat, ‘geen één Indonesiër zal accepteren, dat de eenheidsstaat wordt afgebroken’. In mijn jonge jaren zou ik ‘m …. (zelfcensuur). Maar nu heb ik zoiets van, wat nou ‘géén één!’ Er zijn wel honderden, misschien wel duizenden, wat zeg ik mogelijk tienduizenden, wat heet honderdduizenden wellicht die juist geen Indonesiër willen zijn. Maar Papoea, Atjeh’er, Molukker en zo meer.

        Ik heb mezelf gekieteld, want ik vond het een goede tegenreactie al zeg ik het zelf. M.a.w. meneer Surya Atmadja houdt mij op zijn tijd scherp en zet mij aan het denken en anderen ook is mijn indruk. Dat is toch een goede zaak.

        Als mijn afdelingsleider weer eens een dag heeft lopen zeuren, dan kan ik maar beter niet reageren op Javapost, want de kans is groot dat het dan afreageren wordt naar aanleiding van een mening die mij niet welgevallig is. Nou, dan sla ik toch gewoon een beurt over; morgen weer een nieuwe dag.

        Maar a.u.b. niet boos worden; tot elf tellen en niemand uitsluiten. Want wie houdt wie dan nog scherp op Javapost.

        e.m.

  17. Gerrit van Santen zegt:

    Men hoeft zich niet te schamen voor ons koloniaal verleden ! De Nederlanders in Indie hebben het goed gedaan (vaak beter dan hun Europese buren) en zouden bij voortlangen van gestendige invloed in Azie mede óók hun ijver en scherpzin hebben weten bij te dragen aan een zelfstandig Indonesia der volkeren … tot voordeel van allen !!! Moge dit niet worden vergeten !!!
    De ontwikkelingen hebben zich anders voorgedaan ….ten nadele van de totoks maar ook zeer zeker ten nadele van vele Indonesische volkerschaften. Het is een jammer dat het merdeka-ideaal
    op een dergelijke nietsontziende, brute, door onontwikkelde volkenscharen gedragen, moordlustige muite, werd omgezet. Velen lachten zich in het vuistje (USA, Engeland; Australie, Japan etc.)
    ‘Duping the Dutch (de Nederlanders besodemieteren’ bestond al een tijdje, … al lang voordat er sprake was van ‘freedomfighters’ en ‘merdeka Indonesia’. Dat zouden ook die Soekarno-symphatisanten eens moeten gaan begrijpen ….óók zij waren speelbal in de handen van de ‘Great Powers’.

  18. Surya Atmadja zegt:

    @ Hankypanky
    Het is niet mijn eigen mening , of door mij verzonnen zaken.
    Dat haal ik uit Nederlandse bronnen.
    Jammer dat je alles zwart wit bekijkt en allerlei zaken aan mij toedicht .

    Je manier van reageren is naar mijn bescheiden mening niet juist en zeker in een site waar niet van te voren werd gesteld dat alleen maar Nederlanders mogen schrijven .
    Dit laatste passage is wel mijn mening.

    • Hankypanky zegt:

      Meneer, U legt telkens weer opnieuw anti-Nederlandse houding aan de dag.
      Een ieder mag en zal zijn mening uiten maar bij U vind ik slechts negativisme en is Uw
      betoog beslist niet constructief te noemen. Bovendien geeft U blijk van minachting t.o.v.
      mensen van weleer, welke met goede en eerlijke voornemens hebben getracht ook hún
      land Ned.-Indie/Indonesia te ondersteunen.
      Pardon, maar dat geeft mij onpasselijke gevoelens.

      • Sinyo van Beek zegt:

        Pak Surya laat deze gefrustreerde belanda/indo koloniaal maar, hij is er blijkbaar nog niet overheen dat hij ‘indie’ is kwijt geraakt.

  19. Surya Atmadja zegt:

    @ Jan.
    Jan A. Somers zegt:
    10 augustus 2012 om 4:00 pm
    Tot ongeveer eind oktober 1945 had de Indonesische regering in Jakarta volledige bewegingsvrijheid en beslissingsvrijheid in praktisch geheel Indië. De Engelsen hebben zelfs Soekarno en Hatta naar Soerabaja gebracht om daar hun gezag te doen gelden.

    ———————————————————–
    Dat klopt , 100% waar .De resultaat is bekend , Soekarno Hatta kon de loop van de geschiedenis niet meer veranderen.
    De Engelsen (vlg Engelse bronnen) zien Soekarno-Hatta als gesprekpartners , heeft hun hulp ingeroepen voor Surabaja .
    Volgens Nederlandse en Engelse bronnen had dat geleidt tot de woede van Nederlanders , die kost wat kost met Soekarno geen zaken wil doen.

    En de Engelsen hadden ook geen zin meer om voor het karretje van de Nederlanders werden gespannen.
    ( @ meneer HP , bovenstaande verhaal zijn afkomstig uit Nederlandse en Engelse bronnen).

    • Jan A. Somers zegt:

      De Nederlanders hadden niet eens een karretje om Engelsen voor te spannen, dat was een beslissing van SEAC. Wat ik me steeds afvraag is hoe of het mogelijk was dat de Engelsen, en vooral de Brits-Indiërs, het nog zo lang hebben volgehouden in Indië. Met zoveel doden en gewonden. Militairen voor wie de oorlog eigenlijk voorbij was, die alleen maar één ding wilden: naar huis. Ik heb van hen ambulance leren rijden, wat waren zij loyaal aan hun taak. Toen de Japanners door een heel vreemde (Nederlandse) beslissing uit Soerabaja mochten vertrekken naar hun evacuatiepunt Poedjon waren ze waarschijnlijk ook blij. Zij konden naar huis.

      • Jan A. Somers zegt:

        Nog even mijn stokpaardje: al die (gesneuvelde) bevrijders van ons, zij worden straks op 15 augustus niet herdacht!!!!!

      • appie b. broek zegt:

        ‘Toen de Japanners door een heel vreemde (Nederlandse) beslissing uit Soerabaja….’
        Goh, wist ik niet! In 45 waren er nog geen Nederlanders en in 46 waren de Japanners al weg, dus graag nadere informatie. Bij voorbaat dank!

      • De Japanners vertrokken naar Poedjon, wat men ging noemen, men interneerde zichzelf.
        Dit was eind september 1945 en toen waren er nog vele Nederlanders in Surabaya

      • appie b. broek zegt:

        Ik blijf het een ‘vreemde’ opmerking vinden, die ‘vreemde (Nederlandse) beslissing’, of bedoelt men soms de ‘affaire Huyer’, waarbij het overgeven van Japanse wapens aan de Nationalisten op het ‘bordje’ van deze Nederlandse marineofficier werd geschoven!
        Terwijl deze daar part noch deel aan had gehad, maar door de Engelsen ‘gebruikt’ werd om hun eigen falen te maskeren.
        Een nog groter schandaal is dat door Engelsen ‘vervalste’ rapporten door Nederlandse geschiedschrijvers gebruikt werden en daarbij moedwillig aan Huyer’s versie van de gebeurtenissen, zie deel 8 Verhoren PEC, voorbij werd gegaan!

        Als we dus gaan ‘onderzoeken’, dan moeten dergelike zaken ook maar eens onderzocht worden!

      • Jan A. Somers zegt:

        Op 18 september werd op het vliegveld het eerste RAPWI-team geparachuteerd, bestaande uit drie Nederlandse en vier Britse militairen. Zij werden door de Japanners ondergebracht in het Oranjehotel aan de winkelstraat Toendjoengan, tegenover de Vrijmetselaarsloge waar het Nederlandsch-Indische Rode Kruis onderdak had gevonden, onder bewaking door de Kenpeitai. Op 19 september vond hier het vermaarde vlagincident plaats dat door velen werd gekarakteriseerd als het aansteken van de lont in het kruitvat: op het Oranjehotel was de Nederlandse vlag gehesen hetgeen door de Indonesische jongeren als een provocatie werd opgevat. Het hotel werd bestormd, van de neergehaalde vlag werd de blauwe baan afgescheurd en opnieuw als rood-witte Indonesische vlag gehesen. Voor het eerst was het Nederlandse gezag openlijk getart, uitmondend in fanatieke haat. In de daaropvolgende gevechten tussen Indonesische jongeren en Nederlanders vielen gewonden en een (Nederlandse) dode. De Japanners stelden de avondklok weer in en de volgende dag werd een grote demonstratie hardhandig uiteen gejaagd.
        Op 21 september werd een tweede RAPWI-team eveneens in het Oranjehotel ondergebracht. Op 23 september arriveerde kolonel D.L. Asjes als hoofd van het RAPWI-kantoor Soerabaja begeleid door een Japans ere-escorte in het Oranjehotel. Op dezelfde dag arriveerde kapitein-ter-zee P.J.G. Huyer met een kleine staf, als eerste geallieerde vertegenwoordiger in Soerabaja. Huyer had van Patterson, op verzoek van Helfrich, opdracht gekregen de havens van Soerabaja te inspecteren. Nog dezelfde avond diende schout-bij-nacht Shibata bij Huyer een verzoek aan Patterson in om een deel van de Japanse troepen over te brengen naar een reeds in gereedheid gebracht concentratiepunt in Poedjon, een bergdorp nabij Malang. (Poedjon was een van de door de Engelsen aangewezen concentratiepunten van waaruit de Japanners werden gerepatrieerd.) Het is niet duidelijk of Huyer een goed inzicht had in de revolutionaire situatie en de plaats van de Japanners daarin; vanuit het Oranjehotel gezien, en onder Japans escorte leek alles rustig. Hij gaf Shibata toestemming voor de gevraagde evacuatie waarna een groot deel van de Japanse manschappen naar Poedjon vertrok. Tussen 29 september en 2 oktober arriveerde per trein een aantal voormalige burgergeïnterneerden uit de kampen in Midden-Java; zij werden door de pemoeda’s agressief bejegend en voor zover mogelijk onder bescherming van de achtergebleven Japanners geplaatst.
        Na het uitbrengen in Batavia van zijn rapportage, kwam Huyer op 29 september in Soerabaja terug met de opdracht van Patterson de overname van Soerabaja door de Britten voor te bereiden. Shibata kreeg van hem de opdracht voorbereidingen te treffen voor de komst van de geallieerde troepenmacht. Shibata riep direct 3000 man terug uit Poedjon, zij waren ongewapend en werden bij aankomst op het station door pemoeda’s gevangen genomen (en later voor een deel in de Boeboetangevangenis vermoord). Het eerste doel voor de massale acties was het Japanse centrale wapenmagazijn voor Oost-Java in Don Bosco, voorheen een groot katholiek weeshuis met scholen, sportterreinen, werkplaatsen, een kliniek, een kapel en kloostergebouwen. Na onderhandelingen onder druk van de snel aangroeiende volksmassa moest de Japanse commandant het complex overdragen, waarbij hij een ontvangstbrief kreeg met de vermelding dat de wapens waren overgedragen aan het Indonesische bestuur. Hierop pleegde hij zelfmoord. (Huyer speelde hier helemaal geen rol in, die zat in het goed bewaakte Oranjehotel). Daarna werden nog grote wapenvoorraden buitgemaakt in een Japanse garnizoenskazerne en in een groot gebouwencomplex waar voorheen de handelsfirma Lindeteves Stokvis was gevestigd. Met hun overgave hebben schout-bij-nacht Shibata en generaal-majoor Iwabe voorkomen dat er een bloedbad werd aangericht onder de belegeraars gevolgd door wraakacties.

  20. Gerrit van Santen zegt:

    Wij Nederlanders moesten eruit, per slot van rekening was het Britse empire aan het afbrokkelen.
    Australie was zeer belust om gedeelten van Insulinde binnen zijn invloedgebied te verkrijgen.
    Ook Amerika verheugde zich in het spel rondom de grabbelton.
    Een smerig zaakje liep daar op de politieke achtergrond waar menig individu de dupe van is geworden. Er waren ook Brits-Indiers die zich lieten overhalen samen te heulen met de ploppers.

  21. Surya Atmadja zegt:

    Eppeson Marawasin zegt: 10 augustus 2012 om 4:25 pm
    Tja, als zoon van een Molukse KNIL-RMS’er word ik geconfronteerd met de mening van meneer Surya Atmadja dat, ‘geen één Indonesiër zal accepteren, dat de eenheidsstaat wordt afgebroken’. In mijn jonge jaren zou ik ‘m …. (zelfcensuur).
    ————————————————————————————
    Ah, nu begrijp ik wel wat Pak E.M had willen zeggen.
    Met “geen 1 Indonesier”bedoelde ik natuurlijk de nationalisten , Indonesiers ( laten we zeggen de meerderheid) die de eenheidsstaat NKRI willen.
    En voor die mening sta ik nog voor 100% achter.

    Het is bij mij bekend dat er andere delen van Indonesia die het ook anders willen .
    Dat was hun keuze.

    Voordat ik naar Nld kwam heb ik o van wat ze vertellen/schrijven.
    Ik heb mijn eigen informatiebronnen en gezonde boerenverstand gebruikt.
    En toch ga ik om met indische kinderen, Menadonezen , Ambones kinderen op school ( I.E.V) in Djakarta.
    We zijn toen te jong om over politiek van toen te praten.
    Door eenzijdige (Indon) versie kreeg ik een antiphatie tegen de KNIL-ers als symbool van de onderdrukkingsinstrument van de Nederlanders.

    Het werd anders toen mijn oude heer uitgezonden werd van uit Jakarta.
    Kon mee gaan om in Nld te studeren en ging indekost bij Indische mensen (1ste generatie), kom ik in aanraking met KNIL-ers , dacht ook een Indo man (1ste gen) die met de Nefis mee te maken had.Een oude studiegenoot/streekgenoot van mijn ouders zat ook bij de Nld inlichtingendienst , hij en zijn gezin moesten vluchten voor de nationalisten .
    30 jaar laten zaten 2 gezinnen van 2 oude vrienden, de ene had de Nederlandse zijde gekozen , de andere een Indon. ambtenaar, samen gezellig te eten in Amsterdam.

    Ik kom zelfs op bezoek thuis bij Ambonese Knil-ers , en ze weten ook wie ik ben , en toch werd ik als gast ontvangen omdat ik met hun kinderen omga .
    Had toen kunnen constateren dat ze ook pionnen/speelbal waren .
    Vanaf dat moment heb ik sympathie en begrijp ik beter over hun ongenoegen tegen de Nederlanders , de regeringen die hun in de steek of verkwanseld hebben.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Oude politiek, nieuwe vrienden! Mooie psychologische groei met kritisch volwassen inzichten. Niet te links worden hoor meneer Surya Atmadja, want anders palmt Diederik Samsom u straks nog in (double wink).

      e.m.

      • Surya Atmadja zegt:

        Ben ook stukje ouder geworden , dus milder.
        Terwijl ik vroeger volgens oude vrienden een half of kwart “koboi” ben , dat was ook mss de reden waarom ik tijdens de omwenteling van 1965/65 actief geweest ben op straat en illegale demonstraties mede organiseerde , ondank gevaar dat je gepakt werd of door de politie/leger of door de andere kant.
        Dat was ook de reden dat mijn vader mij kost wat kost mee nam naar Nederland toen hij gedetacheerd werd in amsterdam ,hij was niet happy dat ik bezig ben om ingeschreven te worden bij de militaire academie .
        Aan de andere kant is nog de vraag of ik gedisplineerd en lichamelijk gezien goed genoeg was om een officier te worden.
        Een paar van mijn klas en “strijd”genoten waren hoge officieren geworden .

  22. Ed Vos zegt:

    Door eenzijdige (Indon) versie kreeg ik een antiphatie tegen de KNIL-ers als symbool van de onderdrukkingsinstrument van de Nederlanders.

    In welk opzicht verschillen de acties van de TNI dan die van het KNIL? Ik zou dit graag willen weten, want wijlen mijn vader was KNIL’er.

    • Surya Atmadja zegt:

      Iedereen weet wie de KNil-ers zijn , uit welke groepen ze samengesteld zijn .
      Wat hun rol was vanaf hun oprichting .
      Lees diverse boeken van de KNIL ( ik heb 2 op mijn boekenplank) .

      De TNI is voortgekomen van uit een volksleger die tegen de Nederlanders( KNIL-KL )moeten vechten voor hun merdeka idealen.
      Dus dag en nacht verschil .
      Als Indonesier van de “2de generatie” heb ik ook mijn bedenkingen , wel ben ik fair genoeg om te zeggen dat wat vroeger gebeurd was vroeger.
      Iedereen weet ook dat er duizenden ex Knil-ers naar de TNI over gegaan zijn , velen hebben zelfs geprobeerd om hun toekomst in de nieuwe Indonesia op te bouwen.
      Zonder al te veel belemmeringen , zoals het verhaal van de ex GM-er , verteld door zijn zoon.
      Zoals het ook gebeurde bij de Molukkers en Menadonezen.
      Zulke verhalen kan en moet ook verteld worden , om te laten zien dat de gewone Indonesiers ( Parman met de kupluk),niet aan politiek meedoen en niet haatdragend zijn en stelselmatig alles wat Nederlanders is aan te vallen.
      Zoals ergens geschreven werd in Archief van Tranen .

      Dat er een tweespalt kwam tussen dezelfde groepen is inherent aan een dekolonisatieproces , overal ter wereld.
      Ook komen onschuldige slachtoffers in de knel omdat ze op de verkeerdte tijd op de verkeerde plaats zijn .

  23. Surya Atmadja zegt:

    Jan A. Somers zegt:
    10 augustus 2012 om 4:00 pm
    ad 1. Tot het zijn van een staat, op 17 augustus 1945 door Indonesië geclaimd, behoort het uitoefenen van gezag.
    ————————————————————————————————————–
    Ik ben bezig aan het inlezen over hoe de proclamatie van 17 augustus tot stand kwam.
    De rol van de sleutelfiguren, van Tan Malaka ( en de jongens van Komintern uit Indische Vereniging-Holland ) , Soekarno, Hatta, Sjahrir en de rol van de hardliners tijdens de Rengasdengklok affaire.
    Vooral de nu opgedoken verslagen van ooggetuigen / sleutelfiguren uit die tijd zijn opmerkelijk te noemen.
    Voorlopig kan ik zeggen dat ondanks de populariteit van Soekarno -Hatta bij de gewone volk en Engelsen lagen de macht/gezag nog niet 100% bij Soekarno-Hatta.
    Harry Poeze schreef een dikke biografi over Tan Malaka ., kost me maanden om goed te kunnen lezen.
    Ondanks dat hij geexecuteerd werd , is hij officieel een Nationale Held van Indonesia.

    • Jan A. Somers zegt:

      Denkt u ook even aan de Japanse hulp bij het redigeren en verspreiden van die proclamatie. Overigens veel lof voor de inhoud van die proclamatie, geen woord te veel of te weinig. Een staatkundige topper! Maar daarom misschien ook te intellectueel bij een volksopstand.

      • Surya Atmadja zegt:

        Jan , je hebt gelijk dat de Marine min of meer sympathiek staat t.o.v de nationalistische leiders .
        Ook heb je gelijk dat in het begin geen volksopstand was.

        Mijn stelling( wie ben ik , alleen sekolah djongkok) :
        Het is een proces die al tig jaren aan de gang is , zie de rol van de nationalistische leiders , goed en westers opgeleide zonen van ex ” Inlandse Hoofden en Grooten”.
        De groep kinderen van Inlandse besturen die de E.LS , HBS en hoger hadden gestudeerd ( Weg tot het Westen, en Regerings Reglement nr xx(?) van 1864.
        De keer punt was de terugkomst van de Nederlanders in de kielzog van de Engelsen( Batavia) en de Slag van Surabaya aangevuld met andere kleine slagvelden.

        Quote 1.“ The Republicans lost much manpower and many weapons in the battle of Sourabaya, but their sacrificial resistance there created a symbol of rallying cry for the
        Revolution. It also convinced the British thet wisdom lay on the side of neutrality in the Revolution. The battle of Sourabaya was a turning point for the Dutch as well, for it schocked many of them into facing reality. Many had quite genuinely believed that the Republic represented only a gang of collaborators without popular support. No longer could any serious observer defend such a view.”
        Prof M.C Ricklef Monas University Australia.

        Quote 2:
        Kolonel Laurens van der Post dalam laporannya menulis:
        “…But the important lessons of Sourabaya were not these so much as the extent to
        which they proved that Indonesian nationalism was not a shallow, effiminate, intellectual cult but a people-wide, tough and urgent affair.”

        Ik kan ook Indonesische bronnen citeren , hoe die founding fathers het aangepakt hebben.
        Dat was al begonnen met de 2 groepen, de “cooperatieven”en “non cooperatieven”.
        Die 2 groepen werden zelf vertegenwoordigd in de Volksraad .

  24. Surya Atmadja zegt:

    Aanvulling: niet alleen zonen van ….., maar ook dochters ( pemudi’s) van …..

  25. Wilhelm Paul von Grumbkow zegt:

    Het ziet er naar uit dat er niets gaat veranderen.
    We beleven de consequenties van het beleid, bedreven door anderen en ons zelf, in het verleden en heden.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s