Het ontbrekende diorama

Een bezoek aan het Monumen Nasional op het Merdekaplein inspireert Bert Immerzeel tot een wandeling door de buurt. De geschiedenis van Jakarta in 3-D.

Door Bert Immerzeel

Jaren geleden bracht ik een bezoek aan het museum van het Monumen Nasional van Indonesië, op het Merdekaplein in Jakarta. Véél had het niet om het lijf: enkele tientallen armoedige dioramas, als een canon van de Indonesische geschiedenis met opvallend veel lacunes. Later moest ik het nog een keer opzoeken, ´diorama´, een woord dat al even historisch aandoet als het begrip waar het voor staat: een kijkkast van een moment uit de geschiedenis. Zoals een schoolplaat van Jetses, maar dan in 3-D.

Diorama´s in het Monumen Nasional, Jakarta

De tentoonstelling was wel érg politiek gekleurd, vond ik. Weinig objectief, en ingericht met een duidelijke propagandistische bedoeling. De tijden van vóór de komst van de Nederlanders werden vooral positief afgeschilderd, de Nederlandse periode negatief, de Japanse periode vooral positief als beëindiging van de macht van de belanda´s, en tenslotte, natuurlijk in volle glorie, de Merdekastrijd en de oprichting van de Republiek.

De geschiedenis laat zich graag misbruiken. Vooral in ´jonge´ landen waar de politieke machthebbers nog een deel van hun macht ontlenen aan hun status als vrijheidsstrijders, is het misschien wel begrijpelijk dat de historische werkelijkheid met een korreltje zout wordt genomen. En wat is nu eigenlijk het belang van ´geschiedenis´ in een land waarvan ongeveer de helft van de bevolking onder de 25 jaar oud is, en waar 90% van die zelfde bevolking rond het bestaansminimum leeft? Weinig toch? In ieder geval niet iets om je over op te winden. Dit alles neemt niet weg dat het ons vrij staat in gedachten een paar van onze eigen diorama´s toe te voegen. De geschiedenis ligt immers voor het oprapen, zelfs in een stinkende metropool als Jakarta, en zelfs op een steenworp afstand van het Monumen Nasional.

Op weg naar het Xe Bataljon

Willemskerk, Batavia

Als we van het monument naar het oosten lopen dan komen we in een wijk waar in de 1945 de vrijheidsstrijd in alle hevigheid werd gestreden. Achter het Gambirstation en de Immanuel kerk (voorheen de Willemskerk) vinden we de wijk Pedjambon. We zouden hier eigenlijk nog even rond moeten lopen om ons een voorstelling te kunnen maken van de situatie 65 jaar geleden, en om een blik te werpen op de overkant van de rivier Ciliwung.

Als we de kali oversteken vinden we aan onze rechterhand de lokatie waar ooit de Volksraad huisde. Buigen we af naar rechts, dan komen we in de Jalan Doktor Abdul Rachman Saleh, in Nederlandse tijd de Hospitaalweg. Híer was het waar zo ongeveer heel blank en Indo West-Java samendromde in de gebouwen van het Xe Bataljon, het Militair Hospitaal, de Algemene Middenschool en even verderop de Mendjangan-Mulo.

Tjiliwoeng bij Pedjambon

De in september 1945 gearriveerde Britten hadden nog onvoldoende manschappen om de hele stad hun gezag op te leggen. Dit betekende dat ze zich beperkten tot enkele key-area´s zoals Priok, het Xe Bataljon en het Tjideng-kamp. Via patrouilles lieten ze zich zien in de rest van de stad. De tijdens de oorlog niet-geïnterneerde inwoners van Batavia, maar ook die van plaatsen als Depok, Buitenzorg en Soekaboemi werd in oktober en begin november uit veiligheidsoverwegingen naar het ´Xe Bat´ gebracht. Duizenden verpauperde en gehavende burgers, vooral vrouwen en kinderen, werden met hun weinige persoonlijke bezittingen onder de bescherming gebracht van enkele tientallen Britten en een aantal opnieuw bewapende Molukse ex-KNIL-militairen. Vrouwen en kinderen van deze laatsten vonden vooral hun onderdak in de gebouwen van het Magazijn van Oorlog (MvO), recht tegenover Pedjambon.

Beschietingen

Of het in alle gevallen gericht was, valt te betwijfelen. De afstand is immers zó klein dat er dan méér slachtoffers moeten zijn gevallen. Wat zeker is, is dat de Indonesiërs vanaf Pedjambon met regelmaat het MvO op de korrel namen, en dan vooral de boven de Ciliwung gebouwde latrines. Naar het schijnt is hierbij een kind om het leven gekomen en zijn enkele andere bewoners van het kamp gewond geraakt.

Museum Kebangkitan Nasional, voorheen AMS

Aan de andere kant van het kamp was het misschien nog erger. Daar werd geschoten door agenten van de Indonesische politie (PID) vanuit het politiebureau aan de Prapatan (tegenwoordig Marine Korps) op het vluchtelingenkamp in de Algemene Middenschool (nu Museum Kebangkitan Nasional). Ook aan de oostkant van het kamp, vanaf Senen, werd veelvuldig geschoten.

De Britten reageerden aanvankelijk gelaten, wetende dat ze onvoldoende mankracht en materieel hadden om grotere delen van de stad te kunnen beschermen. De beschietingen veroorzaakten bij de vluchtelingen echter zóveel angst dat de KNIL-militairen besloten eigenhandig op te treden. Ze waren het zat. Pedjambon werd platgebrand en tientallen Indonesiërs werden gedood.

De Britten moeten hebben ingezien dat het beter was actief op te treden dan de situatie op zijn beloop te laten. De hele omgeving werd ´schoongeveegd´: het PID-personeel ontwapend, de kampongs ten oosten van Senen en in Kwitang doorzocht, en de wachten op de hoofdwegen versterkt. Vanaf eind november 1945 keerde de rust weer. Pas vanaf dán zou een verblijf in dit opvangkamp voor het eerst échte veiligheid betekenen.

Verstilde beelden

Bij Prapatan slaan we rechtsaf, en keren terug naar het Merdekaplein. Terwijl we teruglopen vragen ons af welke situatie het best tot zijn recht zou komen in een diorama. Indonesiërs die vanuit de bomen op poephuisjes schieten? De Molukkers die Pedjambon platbranden? Britten die het PID-kantoor binnenvallen? Eigenlijk zou alles er zich voor lenen. Alleen, en dat is nu zo lastig bij die verstilde beelden, hoe breng je de nuance aan, en waar blijft de emotie?

x

x

Dit bericht werd geplaatst in 3. Bersiap en Merdeka, 1945-1949 en getagged met , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

5 reacties op Het ontbrekende diorama

  1. Jan A. Somers zegt:

    Met mijn evacuatie uit Soerabaja kwam ik 12 november 1945 in Batavia aan, opgevangen op een hospitaalschip, de volgende dag in kamp Struiswijk. De weg naar Struiswijk mocht alleen met konvooien worden gebruikt. Struiswijk zelf was heel rustig. We werden daar gekeurd door Amerikaanse marine-artsen, onze kleren werden verbrand, en ik heb daar mijn eerste Amerikaanse musicalfilm gezien: Two girls and a sailor. Ik deelde een cel met een lotgenoot uit de Kenpeitai; hij was veel ouder en er erger aan toe dan ik, daarom mocht hij van mij op de houten brits liggen. Dat was niet zo’n succes vanwege de wandluizen. Ik vond het leuk zijn naam terug te vinden op de passagierslijst van de Princess Beatrix in een vorig artikel van Java Post. Daar kreeg ik ook het eerste contact met mijn vader in Singapore. Als corveeër van het Rode Kruis kon ik gelukkig snel naar de binnenstad. Daar moesten wij Amerikaanse legerrantsoenen ompakken en, samen met vers brood, met vrachtauto’s naar vrouwenkampen brengen. Tjideng en (weet niet zeker) ook naar Kramat. Je zat dan laag tussen zandzakken. Overdag was dat vrij rustig, ‘s-avonds werd er veel geschoten. Het lijkt mij dat er ook veel uit zenuwachtigheid werd geschoten, alleen moest je dan niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn. Al omstreeks 20 november werd ik overgevlogen terug naar Soerabaja om daar te helpen de ellende op te ruimen.

  2. Ellen Hauwert zegt:

    Zou fijn zijn de schrijver van het artikel onderaan te vinden vanwege de persoonlijke sfeer waarin het geschreven is. Het blijft een interessant stuk. Ben blij me te hebben ingeschreven. Verwacht er veel meer van. Groetjes, ellen hauwert

  3. buitenzorg zegt:

    Beste Ellen,
    Alle artikelen in de Java Post kwamen tot dusverre van mijn hand, en ik vind het niet noodzakelijk overal mijn eigen naam tegen te komen. Vandaar.
    Bert Immerzeel

  4. Eppeson Marawasin zegt:

    Dag meneer Immerzeel,

    Ik moet u in alle eerlijkeid opbiechten, dat uw “fluweeltjes” voor mij als oud MULO-er ook wel het genieten is van de taal. Neem de laaste alinea, tranen in mijn ogen, om gedachten zo mooi onder woorden te kunnen brengen. En daarvoor hoe verstilde beelden voor iemand zoals ik die nog nooit in Jakarta laat staan het Monumen Nasional is geweest door de gekozen bewoording tot leven komen. Ik weet het; geschiedenis is niet altijd rozengeur en maneschijn, maar van dit fluweeltje heb intens genoten. Hartelijk dank!

    Met vriendelijke groet,
    Eppeson

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s