Ficus Benjamin

De Indische gemeenschap heeft wel wat weg van een waringin, en volgens Rutte met wel meer dan twee miljoen blaadjes…

Een waringin bij Candi Mendut [B.Lawson, 1971]

Door Bert Immerzeel

Is het u ook opgevallen? Toen Mark Rutte tijdens de 15 augustus-herdenking sprak over de verschrikkingen van het oorlogsleed in Nederlands-Indië, zei hij ‘Dit is vandaag de dag voor ruim twee miljoen Nederlanders onderdeel van hun familiegeschiedenis.’

Ruim twee miljoen! Dus niet precies twee miljoen, maar zelfs nog een beetje méér, misschien wel 2,2 of 2,3 miljoen. Met zó velen zijn we dus al, Indische Nederlanders! Eigenlijk had ik de Rijksvoorlichtingsdienst moeten aanschrijven om te vragen hoe Rutte aan die wetenschap komt, maar ik weet het antwoord al: nattevingerwerk.

Volgens een demografische studie uit 2003 telde Nederland op dat moment ongeveer 458 duizend personen uit de eerste en tweede generatie. Op Wikipedia lezen we dat dit betekent dat thans mogelijk 800 duizend mensen in Nederland van Indo-Europese afkomst zijn. Wikipedia voegt hier echter aan toe dat een onderzoeker van het NIOD schat dat er wel 1,5 of 2 miljoen zijn. Elders op het internet lezen we dat ambtenaren van VWS al in 2017 schatten dat het er 2 miljoen waren. Waarschijnlijk hebben die zelfde ambtenaren dat nu opgehoogd tot ‘ruim 2 miljoen’.

Zelf houd ik het er maar op, rekening houdende met de groei van de hele Nederlandse bevolking tussen 2003 en 2020, dat het er tussen de 600 en 800 duizend zullen zijn. Nog altijd véél, maar bij lange na geen ‘ruim 2 miljoen’.

Nu zouden dit soort verkeerde inschattingen nog niet zo erg zijn, ware het niet dat veel keuzes en beslissingen er van afhangen. En worden plannen gemaakt, en subsidies verstrekt. Zo wordt, – die zelfde twee miljoen in gedachten – momenteel in de Indische gemeenschap steun gevraagd voor een Indische omroep, Bersama. Een sympathiek idee? Misschien. De moslimgemeenschap (vast óók wel twee miljoen!) werkt ook aan een eigen omroep, evenals de zwarte gemeenschap (idem). Een seniorenomroep hadden we al, en misschien komt daar ook nog een lgbtq+-omroep bij. We gaan naar zó veel veelstemmigheid en diversiteit dat degenen die niet tot deze ‘minderheden’ behoren steeds meer hun stem geven aan anti-allespartijen als PVV en Forum voor Democratie. En krijgen we een medialandschap waar iedereen in eigen kring zijn gelijk haalt, en de publieke omroep steeds minder divers lijkt te worden. Ik vraag me af of dit de juiste weg is. Waar de één schreeuwt, zwijgt immers de ander.

Vrijheidsmonument Lahat, 1946

Waringin

Maar goed, laat ik het over écht belangrijke zaken hebben. Wat dat zijn? Voor 2020 natuurlijk Covid-19, de Amerikaanse verkiezingen en de viering van 75 jaar ‘Merdeka’. In Indonesië moesten door corona veel herdenkingsbijeenkomsten worden geschrapt, maar de aandacht in de media was er niet minder door.

Op zoek naar beeldmateriaal over de viering van de onafhankelijkheid , vond ik een foto van een ‘vrijheidsmonument’ uit Lahat, Zuid-Sumatra, waarschijnlijk gemaakt door een Nederlandse militair na de inval in Lahat tijdens de Operatie Product, juli 1947. We zien hier een perkje met een paar betonnen banken, en een groot bord waarop de tekst: Pohon beringin ini/ditanam oentoek menberingati satoe tahoen berdjrinja/Republik Indonesia/Abadi Merdekah!/17-8-1945 – 17-8-1946. Vrij vertaald: Deze waringin boom is geplant om te herdenken, dat de Republiek Indonesië 1 jaar bestaat. Eeuwige onafhankelijkheid!

Waringin? Is dat niet die enorme, prachtige boom die we zo vaak zien op afbeeldingen uit het oude Indië, vaak in lanen of op de aloon-aloon, met daaronder rustende mensen, op zoek naar schaduw? Ik moet er wel moeite voor doen om achter het bord iets van een waringin te ontdekken, maar ja, wat nog niet is, kan komen. Lijken die blaadjes die we zien niet op een ficus? Hier wil ik het fijne van weten, en mijn nieuwsgierigheid brengt me – wéér – naar Wikipedia. Ik rolde bijna van mijn stoel toen ik het las: de waringin is niets anders dan een uit de kluiten gewassen ficus benjamin! Nooit geweten! Het bijzondere is, dat ik zelf een ficus benjamin in mijn huiskamer heb, ooit gekregen bij gelegenheid van een verhuizing. Hij heeft het al 26 jaar overleefd, ondanks mijn onkunde. In gedachten heb ik hem nu omgedoopt tot ‘merdeka-boom’, en neem me voor hem wat regelmatiger water te geven.

De Indische gemeenschap heeft wel wat weg van een enorme ficus benjamin: natuurlijk vallen er bladen af, maar er groeien altijd weer vele nieuwe. En ja, ooit zullen het er ruim twee miljoen zijn.
Prachtig idee overigens, zo´n boom. Misschien nóg beter dan een omroep.

 

 

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

24 reacties op Ficus Benjamin

  1. Z.D.E. Kountul-Loth zegt:

    Ja dat zijn natuurlijk Indische Nederlanders, maar de Indonesiër heeft ook geleden, tijdens de Japanse bezetting, en boven al 350 jaar koloniale bezetting. Gelukkig is de Indonesiër niet zo rancuneus en proberen niet overal een slaatje uit te slaan.

  2. j.w.hoegen zegt:

    Ze rekenen ook de uitgezonden jongens uit de periode 45-49 mee, mijn inziens .
    toch jammer dat die niet weten wat er zich na 15 augustus 1945 op Java zich afspeelde .

  3. Nico van H. zegt:

    Vraag me af waarom u ‘vrijheidsmonument’ tussen haakjes zet.

  4. J. van Aken zegt:

    Het is geen natte vingerwerk van Rutte. Ruim 2 mio klopt best aardig. Het is maar net hoever je terugblikt in de geschiedenis, welke cijfers je überhaupt ter beschikking hebt en meeneemt en welke groepen je meerekent in het begrip ‘onderdeel van hun familiegeschiedenis’. Het NiDi, NIOD en CBS zijn met demografische cijfers aan de gang gegaan en komen op basis van hun interpretaties en berekeningen elk tot iets andere conclusies. Dat is normaal. Je kunt diverse groepen definiëren waaraan je in meerdere of mindere mate een link met Nederlands-Indië kunt toekennen. Ergens tussen de 1,5 en ruim 2 mio zou je dan een streep trekken naargelang hoe Indisch je het wilt hebben. Als je bij de betreffende groepen/personen een markering ‘Indisch’ toe zou kunnen voegen in de BRP (voorheen GBA), zou een actuele inventaris een stuk makkelijker liggen. Vooralsnog moeten we het dus doen berekende inschattingen.

    • buitenzorg zegt:

      Hoever je terugblikt in de geschiedenis? Bij het noemen van de ‘ruim twee miljoen’ sprak Rutte natuurlijk niet over 16e eeuwse matrozen die in 1595 met Cornelis de Houtman naar Java reisden. Het ging in zijn toespraak duidelijk om degenen die het leed van de Tweede Wereldoorlog in Indië met zich meedroegen.

      Rond de eeuwwisseling gaf de overheid opdracht tot onderzoek naar de afwikkeling van de Tweede Wereldoorlog, een onderzoek dat onder meer leidde tot het Gebaar: een eenmalige uitkering aan Indische Nederlanders. Natuurlijk wilde de overheid destijds weten welke de reikwijdte was van een dergelijke regeling, – reden voor onderzoek naar de omvang van de groep.

      In het artikel ‘Demografie van de Indische Nederlanders, 1930–2001’ van Beets, van Imhoff en Huisman uit 2003 wordt een uitleg gegeven aan de verschillende berekeningswijzen van het CBS en het NIDI. Over de hoogste (!) inschatting, die van het NIDI: ‘Het totaal aantal Indische Nederlanders is inmiddels over zijn hoogtepunt heen. Dit hoogtepunt werd in 1984 bereikt, met 616 duizend personen. De eerste generatie is al sinds 1968 in omvang aan het afnemen: van het maximum van 357 duizend in 1968 is de eerste generatie inmiddels teruggelopen tot 229 duizend. Sinds 1985 is de tweede generatie in omvang groter dan de eerste generatie. De tweede generatie had in 2001 vrijwel haar maximale omvang bereikt, met 336 duizend personen.’ Einde citaat.

      De hier genoemde cijfers houden qua groei redelijk gelijke tred met de groei van de gehele Nederlandse bevolking sinds 1960 (van 11.4 naar 15.8 miljoen= +40%). Voor de duidelijkheid: het CBS telde tweedegeneratiekinderen wel mee als ten minste één van beide ouders in Indië/Indonesië was geboren. Een deel van het hier genoemde maximale aantal bestond dus uit kinderen, geboren in Nederland.

      Voor het CBS houdt het hier op, want het CBS doet niet aan derde en vierde generatie Indo´s. Naar de CBS-definities zijn dit namelijk geen Indische Nederlanders meer.

      Inmiddels zijn we weer twintig jaar of één generatie verder, en is de Nederlandse bevolking gegroeid tot 17.2 miljoen zielen (een toename t.o.v. 2000 met 10%). Als we de CBS-definities loslaten en een derde generatie (deel-Indo´s) meetellen, dan zouden we dus mogen veronderstellen – alles afgerond – dat de Indische gemeenschap bestaat uit: eerste generatie 100 duizend, tweede generatie 300 duizend en derde generatie eveneens 300 duizend. Totaal 700 duizend.

      Ofwel onder derdegeneratie-Indo´s is sprake geweest van een merkwaardig, nog niet verklaard geboortefenomeen, ofwel de ‘ruim twee miljoen’ van Rutte was nattevingerwerk.
      Ik houd het op het laatste.

      • Jan A. Somers zegt:

        Al dat gecijfer is eigenlijk niet aan mij besteed. Je doet er verder toch niets mee. Maar je komt wel eens vreemde dingen tegen, zo de soorten Indische Nederlanders in de statistiek. Zo zie ik de ene keer “degenen die het leed van de Tweede Wereldoorlog in Indië met zich meedroegen”. De andere keer “Het totaal aantal Indische Nederlanders” in alle stadia van generaties. En dan ” het Gebaar: een eenmalige uitkering aan Indische Nederlanders.” Nou ken ik de criteria van het Gebaar niet, maar het enige wat ik weet is dat ikzelf niet behoor tot diegenen die leed met zich meedragen. En min dochter dan alhelemaal niet.
        En dan is er ineens Walburgpers die hier doorheen fietst.:
        Walburg Pers ontvangt een bijdrage voor een boekuitgave geschreven
        door mr.dr.ir. J.A. Somers, getiteld ‘Nederlandsch-Indië’. Somers,
        geboren in 1930 op Soerabaya, beschrijft het staatkundige
        ontwikkelingsproces van Nederlands-Indië tijdens de schoksgewijze
        overgang van kolonie naar onafhankelijke staat.
        Walburg Pers ontvangt een bijdrage voor een boekuitgave van Nadet
        Somers en Frans Schreuder getiteld, ‘Muziek en cabaret in Indische
        kampen’. Het boek beschrijft de lotgevallen van drie bekende, tijdens
        WO II en de bersiap geïnterneerde duo’s. Deze duo’s wisten onder zeer
        moeilijke omstandigheden voorstellingen te geven aan
        medekampbewoners.
        Naar ja, Walburgpers weet waar je het geld kan binnenhalen. Zij geven zelfs elk jaar een boekje uit met een opsomming van mogelijke geldschieters in alle soorten. En bemoeien zich niet met Indische statistiek. Makkelijk!

      • Jan A. Somers zegt:

        Sorry voor de typefouten, ik zit te klungelen op min tablet = moeilijk computeren met bibbervingers en slechte ogen.

      • Arthur Olive zegt:

        “Nou ken ik de criteria van het Gebaar niet,”
        Wat mij is bijgebleven is dat het Gebaar een uitkering was voor de “Kille Ontvangst” in Nederland.
        U had geen kille ontvangst ondervonden heer Somers. Integendeel!

      • Jan A. Somers zegt:

        “U had geen kille ontvangst ondervonden heer Somers. Integendeel!” Dat was kennelijk geen probleem! Voor mij € 6.500,–, voor mijn dochter (niks leed of kille ontvangst!) € 9,200,00. De gegadigden waren kennelijk ruimschoots toegemeten. Kan niemand over klagen toch? Een beetje betaalde belasting terug gekregen.

      • Arthur Olive zegt:

        “Een beetje betaalde belasting terug gekregen.”
        In mijn geval, omdat ik in het buitenland woonde, kreeg ik andermans belasting.
        Wat voor reden het ook geweest mocht zijn, de Nederlandse regering heeft de Indische gemeenschap nooit teveel gegeven.

      • Jan A. Somers zegt:

        “de Nederlandse regering heeft de Indische gemeenschap nooit teveel gegeven.” Waarom zou ze? Wij zijn toch gewoon Nederlandse burgers onder elkaar? Als je een Nederlandse beleidsambtenaar vraagt naar de Indische gemeenschap gaan zijn ogen op oneindig en zijn verstand op nul. Een soort Verweggiestan? Bovendien heeft die regering geen geld, waardoor voor dat geven wel toestemming nodig is van het parlement. Heeft u in dat parlement onze Indische vertegenwoordigers wel eens aangesproken hierover?

      • Arthur Olive zegt:

        “Heeft u in dat parlement onze Indische vertegenwoordigers wel eens aangesproken hierover?”
        Wat voor nut heeft dat, ze zijn bruin of geel van buiten en wit van binnen.

      • Jan A. Somers zegt:

        “Wat voor nut heeft dat,” Heeft u dan wel de goede mensen uit de Indische gemeenschap gekozen? Daar was alle mogelijkheid voor. Zelfs een getinte buitenlandse mevrouw als Kamervoorzitter! Een goeie hoor!

    • Peter van den Broek zegt:

      Het cijfer van Rutte is best te beredeneren of uit te rekenen op de achterkant van een bierviltje.

      uitgangspunt : er zijn 3 volwassen Indischen

      2 Indischen trouwen met elkaar en de andere trouwt met een totok.
      a) De twee echtparen krijgen elk 1 kind: er zijn in totaal 5 Indischen ( 3 volwassen + 2 kinderen
      b) Als de twee echtparen 2 kinderen krijgen, dan zijn er in totaal 7 Indischen (3 volw. + 4 kind.
      c) Bij 3 kinderen zijn er al 9 Indischen ( 3 volw. + 6 kind. )
      d) Bij 4 kinderen zijn er al 11 Indischen (3volw. + 8 kind.)

      stel van de 1ste generatie trouwen er 60000 met elkaar en 30000 met een totok .
      Bij 1 kind per echtpaar zijn er 150000 Indischen ( 90000 volw. en 60000 kind.)
      Bij 2 kinderen per echtpaar zijn er 210000 Indischen (90000 volw. en 120000 kind.)
      Bij 3 kinderen per echtpaar zijn er 270000 Indischen (90000 volw. en 180000 kind.)
      Bij 4 kinderen per echtpaar zijn er 330000 Indischen (90000 volw. en 240000 kind.).
      En we zijn pas bij 2 generaties en bij 90000 Indischen!!!!!! Verdubbel ik mijn aantal Indischen tot 180000 wat dichter bij de werkelijkheid ligt dan kom ik bij 4 kinderen en in 2 generaties al tot een totaal van 660000. Dat is bijna een factor 4 in 2 generaties!!!!! Zit ik al mooi in de buurt van het NIDI, maar het gaat verder.

      De 2de generatie trouwt veelal met een totok en als zo’n gemengd echtpaar kinderen krijgen dan treedt het multiplier effect in werking.

      De 3de generatie trouwt ook veelal met een totok en als er kinderen komen, dan werkt het multiplier effect nog steeds.

      Op zo’n manier is het aantal van meer dan 2 miljoen van Rutte best geloofwaardig of in econometrische termen een calculated guess.

      Zo’n cijfer mag niet over het hoofd gezien worden, naar dat doet Rutte of de Nederlandse politiek wel. Het is geen politiek gegeven meer.

      • buitenzorg zegt:

        Hypothetisch is alles mogelijk: wát als alle Indo´s vijf kinderen hebben gekregen…. De vraag is slechts wat de werkelijke cijfers zijn: hoevéél kinderen hebben zij gekregen.
        Uitgaande van de laatste door statistici (CBS en NIDI) gebruikte gegevens, is het al onmogelijk dat we nu aan een miljoen komen, laat staan ruim twee miljoen.

      • Peter van den Broek zegt:

        Hypothetisch? Ik leg alleen maar uit hoe cijfers zich verhouden, zoals bij 5 kinderen. Bij elk additioneel kind (delta) gaat rekenkundig het totaal aantal kinderen met 60000 omhoog. Eèn en ander kan in een formule weergegeven worden.

        citaat “De hier genoemde cijfers houden qua groei redelijk gelijke tred met de groei van de gehele Nederlandse bevolking sinds 1960 (van 11.4 naar 15.8 miljoen= +40%)”. Maar de “Indische” bevolking groeit veel harder, in 1984 is de stijging tov 1960 meer dan 100%!!!!! Lijkt mij ook logisch.

        Wat de werkelijke cijfers zijn, was vroeger moeilijk te berekenen, maar met de toegenomen computercapaciteit kan het CBS met enig moeite wel het aantal Indischen van de 3de generatie berekend worden.

        is het al onmogelijk dat we nu aan een miljoen komen? Hoezo onmogelijk, dat is toch maar een hypothese, als dat onmogelijk is, hoeveel “Indischen” zijn er dan? Dat is toch uit te rekenen!!!

      • Jan A. Somers zegt:

        “Dat is toch uit te rekenen!!!” Zolang de Indische gemeenschap zich niet met de politiek inlaat, is dat niet interessant.

  5. Boudewijn van Oort zegt:

    Il krijg regelmatig berichten van her en der, geschreven in het Engels, ondertekent met een typische Engelse naam , maar op zoek naar informatie over de oorlog en de kamp tijd , van wegen een overleden groot vader of grootmoeder, oom of tante . Ze komen bij mij terecht door te googlen op Lampersari bijv.
    Weet de NIOD en de CBS van deze mensen die niet in Nederland wonen. Het “Indo” tijdschrift uit Californie heeft misschien zicht hierop.

  6. Charles Hughan zegt:

    WOWH!!Ik ben in Lahat geboren (1939) maar door de oorlog ben ik kort daarop bij mijn grootouders onder gebracht met mijn moeder in Bandoeng.Mijn vader als KNIL-militair krijgsgevangen kamp Pakan Baroe geïnterneerd. Ik weet helaas dus verder niets meer.
    Ik vind het heel bijzonder en frappant om dit toch te weten.
    De Foto heb ik meteen in mijn pc opgeborgen.
    Veel dank voor dit artikel.
    met vriendelijke groet charles.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s