Koning loopt in ´Indië´ op eieren

Nederland wroet graag in het verleden, Indonesië kijkt liever vooruit. Het is dan ook de vraag welke aandacht de dekolonisatie van Nederlands-Indië dit jaar krijgt: volgende maand tijdens het staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima aan Indonesië, en later als dat land 75 jaar onafhankelijkheid viert.

Een foto verhult soms veel. President Soeharto bereidde koningin Beatrix en prins Claus in 1995 geen warme ontvangst. Achter hen minister Van Mierlo van Buitenlandse Zaken en kroonprins Willem-Alexander. Die laatste gaat nu zelf op staatsbezoek in de vroegere kolonie. (ANP, Cor Mulder)

Door L. Vogelaar

Een verband tussen beide gebeurtenissen? De data liggen in elk geval ver bij elkaar vandaan: het staatsbezoek heeft plaats van 10 tot 13 maart, terwijl het vroegere overzeese gebiedsdeel 17 augustus 1945 als zijn onafhankelijkheidsdatum beschouwt. Er kan bewust naar gestreefd zijn ver bij die datum weg te blijven.

Het vorige staatsbezoek aan Indonesië, in 1995, leverde pijnlijke situaties op. Koningin Beatrix, prins Claus en prins Willem-Alexander kwamen toen van 21 tot 31 augustus. De Indonesiërs waren gepikeerd omdat Nederland het bezoek niet op 17 augustus wilde laten beginnen. De koninklijke gasten werden dan ook kil ontvangen. President Soeharto liet hen meermalen wachten of kwam niet opdagen. In het bijzijn van de vorstin zouden Nederlandse en Indonesische veteranen elkaar ontmoeten op een ereveld, maar dat werd een mislukking: de Indonesiërs kwamen niet, want hun regering gaf er geen toestemming voor.

Het wordt als Beatrix’ minst succesvolle staatsbezoek beschouwd. Tien jaar later tekende de Volkskrant uit de mond van regeringsfunctionarissen op dat de koningin in 1995 excuses aan Indonesië had willen aanbieden voor de fouten die Nederlanders daar tijdens de militaire acties in de jaren 1945-1949 hebben gemaakt. Premier Kok hield dat tegen, omdat dit tegen het zere been van een deel van de Nederlanders –onder wie Indiëveteranen – zou zijn geweest.

Feitelijk erkend

Nederland hield voor het toenmalige Indië vanouds een andere onafhankelijkheidsdatum aan: op 27 december 1949 ondertekenden koningin Juliana, minister-president Drees en de Indonesische vicepresident – en sinds een week ook premier – Mohammed Hatta in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam de soevereiniteitsoverdracht, die officieel drie dagen later inging.

De datum 17 augustus 1945 werd niet erkend. Minister Bot van Buitenlandse Zaken verklaarde op 15 augustus 2005 echter in Den Haag bij de jaarlijkse herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog: „Het wordt tijd dat we klare wijn schenken. Mijn aanwezigheid woensdag in Indonesië betekent dat de Nederlandse regering erkent dat het land de facto op 17 augustus 1945 onafhankelijk werd. Al vele jaren wonen Nederlandse vertegenwoordigers de herdenking van de 17de augustus bij. Nu kom ik er namens het voltallige Nederlandse kabinet en ik zal het Indonesische volk uitleggen dat dit moet worden gezien als een erkenning van die datum.”

Hij voegde eraan toe: „Pas als je op de top van de berg achterom kijkt, zie je wat de kortste weg was. Achteraf zeggen we dat Nederland eind jaren ´40 meer militair geweld heeft toegepast dan nodig was. Voor intensivering van de relatie tussen Nederland en Indonesië is het noodzakelijk dat we oud zeer uit de weg ruimen.” En: „We moeten durven toegeven dat de belangen van de Indonesische bevolking voor veel Nederlanders op de tweede plaats kwamen.”

Geen excuses

In Jakarta liet Bot zich in soortgelijke bewoordingen uit. „Een groot aantal mensen is om het leven gekomen door acties van Nederlandse kant”, zei hij tijdens een bezoek aan zijn Indonesische collega N. Hassan Wirajuda. Die sprak over een „historisch moment” en verwelkomde de „politieke en morele” aanvaarding door Nederland van 17 augustus 1945 als datum van de Indonesische onafhankelijkheid.

Voor het eerst was nu een lid van de Nederlandse regering bij de herdenking aanwezig. Ook Bot ging in zijn rede niet zo ver om zijn excuses aan te bieden namens de Nederlandse regering. Wirajuda zei dat Indonesië daarop ook helemaal niet zit te wachten. Nederland moet volgens hem zelf met de gebeurtenissen in het reine komen, vond hij.

Volgens Bot kwam Nederland door de grootschalige inzet van militaire middelen „als het ware aan de verkeerde kant van de geschiedenis te staan.” Dat deed volgens de regering niets af aan de inzet van de Nederlandse militairen: zij gingen in opdracht van de regering, opereerden op grondgebied waar Nederland soeverein was en maakten er het beste van.

Bots spijtbetuiging leverde veel positieve reacties op. Een kritisch geluid kwam van VVD-Kamerlid Van Baalen: „In Indonesië bestaat voor spijt, laat staan voor excuses van Nederlandse zijde weinig tot geen belangstelling.”

Veteranen

Bij staatsbezoeken aan landen waarmee Nederland een nauwe relatie heeft (gehad), luisteren de samenstelling van het programma en de inhoud van de toespraken extra nauw. Wat betekent het bijvoorbeeld dat het traditionele staatsdiner in het bezoek volgende maand is vervangen door een lunch en dat daardoor de gebruikelijke tafelredes van beide staatshoofden achterwege blijven? Ze komen vooraf wel met een gezamenlijke persverklaring.

Er zijn meerdere groepen die scherp zullen toezien op wat de koning volgende maand tijdens het bezoek doet en zegt. Zoals de Nederlandse militairen die zich in Indië jarenlang inzetten. Dat zijn inmiddels allemaal 90-plussers, met uitzondering van degenen die later in Nieuw-Guinea dienden, dat nog tot 1962 onder Nederlands gezag bleef. Het merendeel van de veteranen reageerde in 2005 overigens positief op de uitspraken van minister Bot. Zijn geste richting Indonesië hielp „de strijdbijl te begraven”, zei de Vereniging Oud Militairen Indiëgangers (VOMI), die er „volledig begrip” voor had.

Ruim 200.000 soldaten dienden in de naoorlogse jaren in Nederlands-Indië. Meer van 6200 van hen overleefden het niet. De meesten waren nog geen 25 jaar oud. De slachtoffers worden jaarlijks op de eerste zaterdag van oktober herdacht bij het Nationaal Indiëmonument 1945-1962 in Roermond. Premier Balkenende onderstreepte daar in 2005 de spijtbetuiging van zijn minister van Buitenlandse Zaken: „De scheiding van Nederland en Indië verliep gewelddadiger en pijnlijker dan nodig was. Maar dat laat onverlet het respect dat u als veteranen toekomt. U ving de klappen op. We gedenken de gevallenen met groot respect. Ik weet dat de vraag naar het waarom blijft knellen.”

Indische wortels

Dan is er de Indische gemeenschap, waarvoor de Indonesische onafhankelijkheid betekende dat men – vaak noodgedwongen – naar Nederland moest verhuizen. Twee miljoen Nederlanders hebben ergens in hun familie een band met Indië. Bij een aantal van hen roept elke welwillende geste richting Indonesië bedenkingen op: de regering van de archipel heeft volgens hen tal van bevolkingsgroepen onrecht aangedaan, of doet dat nog steeds.

Als centraal punt voor de Indische organisaties opende koning Willem-Alexander in Den Haag op 27 juni vorig jaar Nationaal Museum Sophiahof. Tal van Nederlanders hebben een economische band met Indonesië. Kerken verrichtten er zendingswerk of doen dat nog steeds.

Het Indische verleden houdt Nederland bezig, dat blijkt ook uit de vele boeken die erover verschenen. Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek in Arnhem krijgt in 2022 een expositie die meer dan ooit een zorgvuldige presentatie moet geven van de geschiedenis van Nederlands-Indië. „We proberen weg te komen van de verlammende zoektocht naar schuld”, zei luitenant-kolonel Van Dreumel, de commandant van Bronbeek.

Groot onderzoek

Het kabinet besloot eind 2016 een diepgaand onderzoek te laten instellen naar „onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950.” Het wordt uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies. Directe aanleiding was het proefschrift ”De brandende kampongs van generaal Spoor” van historicus Rémy Limpach, die stelde dat de Nederlandse krijgsmacht zich structureel te buiten is gegaan aan grensoverschrijdend geweld.

De uitkomsten van het onderzoek worden volgend jaar verwacht. Intussen hebben critici al de verwachting uitgesproken dat de conclusies voor de Nederlanders gunstig zullen uitvallen. Anderen vrezen juist voor eenzijdige nadruk op Nederlandse misdragingen en onvoldoende aandacht voor wat de Indonesische vrijheidsstrijders en ”rampokkers” hebben aangericht, onder hun eigen bevolking, maar ook toen ze tijdens de Bersiap – in het vacuüm na de Japanse capitulatie – vele duizenden Nederlanders en Indische Nederlanders om het leven brachten.

Schadevergoeding

Het optreden van de Nederlandse troepen leidde al tot rechtszaken waarin nabestaanden van slachtoffers van massa-executies op Java en Sulawesi schadevergoedingen kregen toegekend. De Nederlanders die zich hiervoor beijveren, het Comité Nederlandse Ereschulden, ondersteunen de vijf nabestaanden die zich per brief – gericht aan de koning, met een kopie aan de Indonesische president Joko Widodo – verzetten tegen het komende staatsbezoek. Het koningspaar is wat hen betreft niet welkom zolang Nederland niet volledig erkent dat Indonesië op 17 augustus 1945 onafhankelijk werd. Ook eisen ze excuses voor mensenrechtenschendingen en willen ze een „onmiddellijke en rechtvaardige afrekening van de schadevergoeding aan de slachtoffers.”

Als Nederland de onafhankelijkheidsdatum erkent, zal het een hoge schadevergoeding moeten betalen, omdat het dan toegeeft dat het tussen 1945 en 1949 een soevereine staat heeft aangevallen, zegt het comité. Dat is echter de vraag. Volkenrechtelijk gezien is een land pas onafhankelijk als dat ook door anderen landen wordt erkend. In het geval van Indonesië hebben de meeste landen en ook de Verenigde Naties dat pas in 1949 gedaan.

Toekomstgericht

Indonesiërs vinden intussen dat Nederland zich te veel op het verleden fixeert. Dat bleek in 2005 al uit de reactie van minister Wirajuda op de spijtbetuiging van zijn collega Bot. Het werd eerder al duidelijk toen veteranen na vele jaren voor het eerst terugkeerden in het eilandenrijk waar ze als militair actief waren geweest. Tot hun verrassing bleken ze er welkom te zijn.

Het vorstelijk bezoek in maart richt zich vooral op de toekomst. Het seminar in Amsterdam dat het koningspaar dinsdag, in de aanloop naar het staatsbezoek, bijwoonde, had als thema: ”Indonesia and the Netherlands: a joint future”. Zoals de Rijksvoorlichtingsdienst het verwoordt: „Het staatsbezoek is een bevestiging van de brede en hechte relatie tussen beide landen en staat in het teken van toekomstgerichte samenwerking op het gebied van landbouw, gezondheid, maritieme industrie en kustbescherming, circulaire economie en watertechnologie. Ook wordt er aandacht besteed aan natuurbehoud, wetenschap, cultuur en de vele banden die, onder meer op basis van het gedeelde verleden, bestaan tussen Indonesiërs en Nederlanders.

De koning en de koningin worden bij hun bezoek begeleid door minister Blok van Buitenlandse Zaken. Minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat en minister Bruins voor Medische Zorg en Sport leiden gelijktijdig een brede handelsmissie naar Indonesië om het potentieel voor economische samenwerking te benutten.

 

Dit artikel verscheen eerder in het Reformatorisch Dagblad, 19 februari 2020.

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

29 reacties op Koning loopt in ´Indië´ op eieren

  1. j.w.hoegen zegt:

    Dat de Japanse generaal Iwabu , met 20.000 sodaten en 62 vliegtuigen de Javaanse onafhankelijkheid strijd begon , praten we liever niet over .

    • Wat is dat over een Javaanse onafhankelijkheid strijd?.Want wat gebeurt was is In Indonesische ex Nederland -Indie, onafhankelijke vrijheid strrijd. Omdat de Nederlandse regering die de oorlog had verklaard op 8ecember 1941 aan Japan.In Maart !942, in 5 dagen door fietsen Japanners weg zijn gejaagt uit Ned-Indie..

  2. Ziska Kountul-Loth zegt:

    Ja dat hebben in Indonesia mee gekregen vooruit kijken en niet achter uit dat belemmerd je visie en eigenwaarde. Voor mij is 17 Augustus 1945 ook de Merdeka. Waarom gaat men wel door het stof voor de slavernij in Suriname en niet excuses aan Indonesia?
    Op z’n minste 17 Augustus accepteren.
    Verstuurd vanaf mijn iPhone

  3. RLMertens zegt:

    @L.Vogelaar;’ te veel op het verleden fixeert etc.’- Oh, vinden de Indonesiërs dat? Wij weten altijd veel beter dan Indonesiërs zelf wat zij ‘moeten weten’. Zie het verleden; met wie we moeten onderhandelen; niet met Boeng, wel met Sharir etc., wanneer en hoe merdeka plaats moet vinden,etc. Hollandse betweterigheid. – Waarom wordt niet een hier wonende Indonesiër/volwassene/ student over dit bezoek geintervieuwd? (geen Indonesische functionaris aub)

  4. Hessel Naberman zegt:

    Dat was in 1971 wel anders……

  5. Jean-Louis zegt:

    Weer moet ik commentaar leveren op een stuk na oorlogse geschiedenis . Regelmatig kom ik in contact met studenten uit Indië . Ik vraag beroepsmatig wat zij weten over de geschiedenis. Volgens deze studenten begint de geschiedenis van het huidige Indonesië met de proclamatie. Voor deze periode hebben zij geen onderricht gehad. Hun commentaar op de naoorlogse gebeurtenissen; het is gebeurt en verleden tijd. We moeten vooruitdenken. Ik ben getrouwd met een Vietnamese , en als ik in Saigon ben vroeg ik aan mijn schoonouders over de Japanse bezetting. Als antwoord kreeg ik precies hetzelfde te horen; het is verleden tijd we moeten vooruit. Ik vraag me af of alle Aziatische volkeren zo denken. Zij denken in de toekomst en wij Europeanen nemen onze geschiedenis mee in ons rugzakje en ervaren dat als een last.

    • R Geenen zegt:

      @@Zij denken in de toekomst en wij Europeanen nemen onze geschiedenis mee in ons rugzakje en ervaren dat als een last.@@
      U vergeet echter een groep en dat zijn de Indische mensen, waarvan velen tussen wal en schip zijn belandt. Dat is goed te merken aan de getraumatiseerde ouderen. Vooral op oudere leeftijd worden ze via hun gedachten en of dromen teruggebracht naar situaties als bersiap en familie moordpartijen. Mijn oma kon het in nederland ook niet volhouden en stierf binnen een jaar na aankomst in Nl. Werd dood gevonden op de grond.

      • Jean-Louis zegt:

        Ook ik heb een ouder , een Indische moeder die haar geliefde land moest verlaten. Getrouwd met een blanke. Mijn moeder heeft het heel moeilijk gehad, en wij 2de generatie ook. Natuurlijk vergeet ik deze mensen niet. Er zijn en blijven groepen mensen die de dupe worden van een conflict en tussen wal en schip vallen. Deze groep had geen keus. Zie de Molukse gemeenschap.
        Een vriendin uit Myanmar vroeg ik wat zij had meegemaakt. Vertelde niks en attendeerde me op het feit dat zij getrouwd is en in Nederland woonde. Haar geschiedenis is een gesloten boek. Het viel me op dat oosterse mensen in het heden leven. Hun ervaringen houden ze liever voor zich. Ik hoop dat u me begrijpt.

      • R.L.Mertens zegt:

        @Jean-Louis; ‘het is gebeurd en verleden tijd etc.’- Indonesiër Mochtar Lubis, historicus/publicist; ‘Er zijn vele lessen die geleerd kunnen worden, die zovele jaren lang door 2 landen zijn gedeeld; de eerste bijvoorbeeld is de noodzaakt tot zelfbeheersing. De Portugezen en de Nederlanders kwamen naar ons land om te handelen in specerijen. Maar hun hebzucht maakte ze blind voor de cultuur, de waardigheid en menselijk(!) eergevoel van de Indonesiërs. Zij brachten vernietiging en dood met zich mee voor alles(!) dat zij tegen kwamen. Als waren zij door de duivel bezeten’. (uit; Land onder de regenboog) – JP.Coen; ‘handel is oorlog. En oorlog is handel’!

      • Jan A. Somers zegt:

        “JP.Coen; ‘handel is oorlog. En oorlog is handel’!” Wel in de goede context noemen. Door de handel van de Portugezen te dwarsbomen werd dat land zo verzwakt, dat de 80-jarige oorlog kon worden gewonnen. Uit mijn dissertatie: [citaat] “Zowel in politieke als in economische zin leek tegen het einde van de zestiende eeuw de tijd rijp te zijn voor handelsreizen vanuit de noordelijke Nederlanden naar Azië.
        Pieter van Dam gaf duidelijk de wijdverbreide mening weer van een directe relatie tussen het embargo op Hollandse en Zeeuwse schepen in de Spaanse en Portugese havens, nadat die staten in 1580 onder één kroon waren gebracht, en het begin van de Nederlandse handel met Azië. (…) het was weliswaar oorlog, maar de handel tussen de combattanten ging voort, gedoogd of slinks. Handel was noodzakelijk voor alle partijen om aan grondstoffen te komen en om die oorlog te kunnen financieren. Coen zou het naderhand scherp stellen dat “d’oorloge sonder den handel nyet gemainteneert connen werden.” [einde citaat]

      • R Geenen zegt:

        @@“JP.Coen; ‘handel is oorlog. En oorlog is handel’!” Wel in de goede context noemen. @@
        Ieder mens voert gedurende zijn leven een vorm van oorlog. Een oorlog van bestaan. Zij die het maken zijn de winnaars. De rest loosers. Dat zag ik al als tiener in de jaren 50 in Nl. Daarom heb ik mij toen al voorgenomen, nooit meer arm te zijn.

      • RLMertens zegt:

        @JASomers; d’oorlog sonder den handel etc.’- . Gemainteneert= handhaven. Vandaar zijn zucht tot handel in den Oost. Waar de inlanders gehouden werden( gemainteneert) alleen aan de VOC te leveren. Op straffe van vernietiging van hun tuinen/bezittingen. Tot zelfs genocide aan toe. Mochtar Lubis; ‘als waren zij door de duivel bezeten’!

  6. Jean-Louis zegt:

    Meneer Mertens’ , het was geen hebzucht zoals u suggereert. Het was bittere noodzaak om de republiek te redden van de Spaanse overheersing. Hoe anders werden de huurlingen betaald. Juist met de opbrengst van de handel. Zonder Coen was er geen Indonesië zoals we nu kennen. De republiek heeft pijn geleden onder de Spaanse overheersing en we onze vrijheid met bloed en pijn hebben betaald. Ook Indië heeft de vrijheid met bloed en pijn bevochten. En niet alleen Indië , maar de hele regio. India, Thailand, Cambodja, Vietnam en China. Zijn een paar landen die ik benoem.
    Midden-Oosten en Afrika. Is dat zonder kleerscheuren gebeurt ? Nee. Coen wordt nog steeds vereerd door de Indonesiërs evenzo van Heutz. VOC was een handelsonderneming. De kolonisator is de Bataafse Republiek. Na de overname van de VOC kwamen de regenten van de overzeese bezittingen in dienst van de Bataafse republiek. Hierdoor gaven de regenten de soevereiniteit van de voormalige bezittingen in handen van de Bataafse republiek. Deze periode is de startsein voor de kolonisatie. Dan kan je spreken over hebzucht van grootondernemingen waaronder Deli en de Koninklijke en vooral de Nederlandse overheid. Met het Koloniaal congres te Berlijn kwam de kolonisatie in een stroomversnelling en het heeft zijn beslag met de annexatie van Bali. Tot maart 1942.

    • RLMertens zegt:

      @Jean-Louis; ‘geen hebzucht etc.’- Een noodzaak om onze Republiek te redden? Ik dacht dat de heren VOC kapitalen verdienden met de specerijen, slavernij handel; zie de grachtengordel etc. En daarna het cultuurstelsel. Vervolgens; de ethische politiek! Om de Inlander te verheffen(want verheffen kost geld, niet waar?) Colijn zei nog; ‘we hebben land en volk succesvol geexploiteerd’; olie, tin, rubber, koffie, thee, tabak etc. Tot slot; ‘de politie actie’ product. – ‘kolonisatie’= toch een nederzetting, handelspost in den vreemde? Indië was toch ons eigen/geanexeerd overzeese gebied. Gerbrandy in zijn memoires 1951; ‘een voorbeeld voor de wereld, hoe landen met primitieve bevolkingen succesvol tot welvaart gebracht werden.’ Uit gram over de; scheuring van ons rijk.

  7. Jean-Louis zegt:

    Meneer Mertens u heeft gelijk wat betreft de periode na 1800. U somde het al op. Nederlands Indië is de kurk waarop de Nederlandse economie op dreef. Kolonisatie is het bezetten van een land, ontwikkelen van de infrastructuur en dan leeg trekken. Zie het Koloniaal congres. De overheid is zich gaan gedragen als een onderneming. D.m.v. De Nederlandse Handelsmij. Totaal geen oog voor de welzijn van de bevolking. Aan het eind van de 19de eeuw kwam de Ereschuld. Bestuur van Indië was in handen van blanken. Verandering kwam van van Heutz en van van Lansbergen. En in 1873 trad het agrarische wetgeving in werking. Maar ook de evangelisatie kwam op gang. Er gebeurde heel veel in Indië . Als ik docu’s kijkt over Indië zie ik toch een positieve ontwikkeling in de infrastructuur. Tandjong Perak was de modernste haven ter wereld. Alleen de bevolking deelde niet mee in de rijkdom. Maar deze situatie had je ook in Nederland.

    • R.L.Mertens zegt:

      @Jean-Louis; ‘positieve ontwikkelingen etc.’- Inderdaad; wegen, havens, vliegvelden etc. allemaal tbv. succesvolle exploitatie van Indië. In de kampongs/dessa’s; geen verharde wegen, geen elektriciteit, geen waterleiding. Waar arbeid(alles) spot goedkoop was voor de ondernemers. DMG.Koch, publicist ; Een halve eeuw Indië jr.’20-’40; ‘de Inheemse maatschappij was voor hen een reservoir van spot goedkope arbeidskrachten, die zij nodig hadden. Maar waarvoor voor overige niet de geringste belangstelling bestond’. Zelfs als afzetgebied voor producten uit Holland; Twente; batik stoffen, Philips, Bata en overige prullaria. Minderwaardig was de positie van de Inlander en onvermijdelijk was zijn wrok(!) tegen de Nederlanders met alle desastreuze gevolgen van dien’! Uit de pers Soerabaja Handelsblad; nav. een conflict met een Madoerese koelie; ‘men zou wensen met een lange zweep dat volkje te kunnen afranselen om het orde en tucht te leren’. Uit G.Termorshuizen; Realisten en reactionairen 1905-1942.
      note; ook ik was opgevoed met koloniale groot praat. Als jongen, ik woonde a/d. Perak blvd, zag ik in de haven, hoe koelies werden afgeblaft. Hoe zij dan nederig/gehurkt voor zich uit staarden en niets zeiden. Echter later geschrokken/onthutst te lezen en te horen; hoe het in die hele maatschappij er toen aan toe ging! Ik denk ook, met uitzondering van enkelen, dat wij ‘Europeanen’ totaal geen besef hadden wat de Inheemse bevolking toen meemaakte/ondervond. Tot op heden!

      • Jan A. Somers zegt:

        ” geen verharde wegen, geen elektriciteit, geen waterleiding. ” Dan kent u de kampong achter ons huis in Darmo niet. Daar woonde baboe Soep. En u bent vast niet op de hoogte van de jaarverslagen van de Dienst Volksgezondheid. Maar ik weet uw standaard antwoord al: propaganda! Ben benieuwd of ik gelijk heb. Ik heb jaren geleden een stapel van die jaarverslagen en publicaties naar het IWI gebracht. Weet niet wat ervan terecht is gekomen. Zal (standaard) wel niet belangrijk zijn volgens u. Ik wacht weer af.

      • R.L.Mertens zegt:

        @JASomers; ‘kampong achter ons huis etc.’- Waar bersiap startte? Die door de Britten in puin/brand werd geschoten? Woonde daar uw baboe soep met leiding water en elektriciteit en een kakoes (WC)? – Ook geweest bij pasar Toeri, Dapoean, Embong Malang? En die bulletins/rapporten van de Volksgezondheid; u gaf zelf het antwoord. Lees; dr.L.de Jong dl.11a-dl.1 de koloniale maatschappij; Uit een rapport van dir. Gemeentewerken JWH Timmermans; ‘van boven ziet het schilderachtig uit. Maar als men er in komt vertoont het de droeve werkelijkheid; modderige weggetjes, geultjes voor afvalwater en schamele woninkjes van half vergane planken en wat zink en blik opgetrokken, welke ‘sanitaire inrichtingen’ bevatten. Van daaruit stromen smalle modderige geultjes badwater en menselijke fecaliën! Veelal verstopt…. Tweede kamer lid MJMvanPoll, op bezoek in Indië; ‘mens onterende toestanden’! Over een kampong in Batavia. – ‘Of u gelijk heb?’; Van uw baboe Soep; zeker!

      • Jan A. Somers zegt:

        “bij pasar Toeri,” In de tijd tussen de capitulatie van het KNIL en mijn logeren bij de Kenpeitai kwam ik er bijna dagelijks. De ‘dievenpasar’. In die tijd draaiden de fabrieken, zoals van Unilever e.d. weer normaal. Er werd enorm gestolen op die bedrijven waarna ze zo snel als mogelijk weer van die spullen af moesten. De Japanners gingen daar niet zachtzinnig mee om. Op Pasar Toeri voor een habbekrats te koop en dan zo snel mogelijk weer weg wezen. Een heel eind fietsen voor mij, maar dan met volle fietstassen weer naar huis. Blue Band Margarine, Sunlightzeep, Lux-, Livebuoy- en Palmolive toiletzeep. Schoenen (van slechte kwaliteit) enz. Daarna verkopen aan een klantenkring die ik zo langzamerhand had opgebouwd. Heel veel Chinezen, hadden geld zat. Maar bijvoorbeeld ook een jonge mevrouw die Japanse officieren ontving. Die kenden die goede zeepsoorten niet, en kregen die dan mee, bij de prijs van die mevrouw inbegrepen. Ik dacht dat zij mij maar een zielige sinjo vond. (maar die wel zijn verdienste opstreek). En zo een bijdrage leverde aan ons levensonderhoud en dat van baboe Soep. Tja, Pasar Toeri, een klein stukje uit min geschiedenis.

      • eppeson marawasin zegt:

        “Verkeerde kant van de geschiedenis”

        — De Indonesische Nationalisten hadden aan twee zaken een gruwelijke hekel, namelijk het “fascisme” en het uit een ver ververleden stammende “plaatselijke feodalisme” jegens de eigen inmiddels apathisch geworden eigen bevolking; van die twee het vernederende en uitbuitende lokale feodalisme het meest.

      • R.L.Mertens zegt:

        @JAsomers; ‘pasar Toeri etc.’- Ook mijn geschiedenis.Kocht daar in 1946 mijn eigen fiets….in onderdelen! Lekker smullen etc. Maar ik had over de kampong daar achter….
        Ach, het is gelukkig voorbij….Soeringbojo! De Rode brug; Jembattan Merah; uit de song tekst; Waker van de stad; daar elkaar oog en oog te ontmoeten. Elkaar lief te hebben. Samen te sterven….

  8. Peter van den Broek zegt:

    Het koningspaar woonde afgelopen dinsdag, in de aanloop naar het staatsbezoek, een seminar bij dat als thema had: ”Indonesia and the Netherlands: a joint future”. Vooruitkijken is mooi vooral als de glazen bol niet beslagen is, maar we zitten ook in Nederland met een trauma. Want waarom. wordt er tegelijkertijd een onder<oek gedaan naar „onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950.”

    Dat zal de Indonesiërs toch ook opgevallen zijn of zijn zij Oost-Indisch doof om het maar diplomatiek zo te noemen. Ook Indonesiers vergeven wel, maar vergeten niet. Of is de geschiedenis een exercitie om de meest prettige dingen te herinneren zoals "daar werd wat groots verricht" en de meest pijnlijke zoals de Bersiap te vergeten. Het lijkt wel communistische propaganda, waarbij de krant Pravda of "De Waarheid" heet.

    • Jan A. Somers zegt:

      “Het lijkt wel communistische propaganda” Toch wel nuttig als je dat weet, kan je er rekening mee houden. Net als tijdens mijn studietijd in de jaren vijftig. Je kocht in Delft je studieboeken Russisch via de docent, daarmee vermeed je een sterretje achter je naam. En je bleef niet te lang kijken in de etalage van boekhandel Pegasus, Leidsestraat, Amsterdam, om dezelfde reden.
      “waarom. wordt er tegelijkertijd een onder<oek gedaan naar " Er wordt toch zo geklaagd dat er zo weinig over Indië bekend is? Heeft u uw getuigenverhaal al ingediend? Oh, sorry, was even vergeten dat u van niets weet.
      "maar we zitten ook in Nederland met een trauma" Wie zijn die 'we'? Ik niet hoor. Ik heb alles al beschreven, staat nu in de boekenkast.

      • Peter van den Broek zegt:

        Citaat: ,,,,,,,,”Heeft u uw getuigenverhaal al ingediend? Oh, sorry, was even vergeten dat u van niets weet.”

        Bovenstaande bewering wordt bij gebrek aan degelijke argumenten te pas en te onpas erbij gehaald.
        Ik weet van niets want ik was er niet bij. Ik was nog geeneens geboren. Alleen getuigenverklaringen tellen. Ik noem het ”melkwijk”-dogma.

        Dit dogma komt veelal voor bij indiegangers en kenmerkt zich door een overwaardering van de zintuigelijke waarneming. Wetenschappelijke kennis dwz boekenkennis zou slechts een bedrieglijke constructie zijn en alleen een getuige, de z.g.n. ervaringsdeskundige zou mij kunnen bevrijden van de illusie van de wetenschap. Volgens de aanhangers van dit dogma kan ik, als onbenul het bedrog van de wetenschap zelf ontdekken door te luisteren naar deze onfeilbare getuigen van de geschiedenis en moet ik niet op mijn intellect maar op die getuigen als bewaarders van de waarheid over Nederlands-Indie vertrouwen. Volgens hen is hun waarneming zaligmakend, het alfa en omega van de wetenschap.

        Hun zintuiglike waarneming is voornamelijk gebaseerd op een unieke ervaring, zoals een melkwijk in b.v.b. Soerabaja en wordt die geëxtrapoleerd naar andere gebeurtenissen in de geschiedenis.

        Neem nou de Australische onderzoeker Robert Cribb of de Amerikaanse historicus Frederick. Hun onderzoeken mogen volgens de aanhangers van dit dogma in de prullenmand gegooid worden want ze waren er niet bij. Ach, domheid kent geen grenzen.

  9. R.L.Mertens zegt:

    LVogelaar; ‘loopt op eieren etc.’- Inderdaad; als twee exen die elkaar na een tijdje weer ontmoeten., schrijft een krant. Zie; hoe toen wijlen koningin Juliana en Bernard jr.70 in Indonesië op bezoek gingen; In Bandoeng; Welkom….. Eindelijk(!) majesteit, spandoeken over de straat. Een menigte langs de straten etc. In 1995; haar Beatrix, Claus en de jonge prins Willem, die een koude kille ontvangst kregen. Vanwege de eerst door regering Kok toegezegde(!); aanwezig zijn op de 17e aug.! Echter nav. veteranen protest, een paar dagen later! Voor de Indonesiër een grove belediging! (zoiets als; ik vier mijn verjaardag en nodig mijn vriend uit, maar zijn antwoord is; ik kom, maar wel een paar dagen later). De koningin en gevolg werden bij aankomst slechts door een minister ontvangen. Tijden de verdere reis werden afspraken niet nagekomen. Of de gastheer kwam te laat etc. Een schoffering van jewelste. – Waarom kom koning Willem nu niet op de 17 aug.? 75 jaar na dato! Zonder excuses etc, Gewoon aanwezig zijn om hun merdeka( wij zaten toch aan de verkeerde kant van de geschiedenis) mee vieren. Zoals het nu ook gebruikelijk is, dat onze ambassadeur op die dag aanwezig is! Dan is alles, maar dan ook alles voorbij….. en afgelopen!

    • Jan A. Somers zegt:

      “Waarom kom koning Willem nu niet op de 17 aug.? 75 jaar na dato!” Hij hoeft daarvoor toch niet zo’n verre reis te maken? Gewoon naar de receptie op de Indonesische ambassade. Kan hij gewoon iedereen ontmoeten. En die lui van die ambassade komen ook nog eens op de receptie van BZ op 5 mei. En niet op 26 juli!

      • RLMertens zegt:

        @JAsomers; ‘niet zo’n verre reis etc.’- Onze koning naar de receptie bij de Indonesische ambassade. Hier om de hoek.- Is dat nou niet al te Hollands/ krenterig?

      • Jan A. Somers zegt:

        Nee hoor, normale diplomatie, op bezoek bij de nationale feestdag van een bevriende natie, lid van de VN (door Nederland voorgedragen!). Met lekkere hapjes en drankjes. Zo gaan in Jakarta de Indonesische diplomaten op 5 mei naar de receptie op de Nederlandse ambassade (en niet op 26 juli!). Met vers ingevlogen Hollandse Niewe!

      • R.L.Mertens zegt:

        @JASomers; ‘normale diplomatie etc.’- Een koning en koningin aan een ‘normale diplomatie’ laten mee doen? Foei toch. Hr.Somers, dat is toch tegen het protocol in! Zijn excellentie, pardon majesteit aan de tjendol? De koningin, die om de lumpia saus vraagt etc. Dan breekt mijn oranje hart! Zover moet het niet gaan. Wellicht in uw Zeeland; waar men nog steeds worstelt…..(om omhoog te komen)

Geef een reactie op Jan A. Somers Reactie annuleren