Moties om recht te doen aan claims wees de Tweede Kamer deze week af.
„75 jaar vrijheid geldt kennelijk niet voor ons.”
Ontvangen weduwen van voormalige Indische ambtenaren en militairen toch de eenmalige uitkering van 25.000 euro waarmee het kabinet in 2015 de zogeheten Indische Kwestie ‘definitief’ wilde afsluiten? Dat was een van de vragen die, na bijna 75 jaar strijd van Indische Nederlanders en Molukkers tegen de Nederlandse staat, deze week op de agenda van de Tweede Kamer stond.
Want de kabinetten-Rutte II en III zijn er, net als alle voorgaande naoorlogse kabinetten, niet in geslaagd een definitief einde te maken aan slepende problematiek van de niet uitbetaalde salarissen gedurende de Japanse bezetting (1943-1945) aan Nederlands overheidspersoneel in toenmalige kolonie Nederlands-Indië.
De afspraken die gemaakt waren met het Indisch Platform, waarin belangenorganisaties zijn gebundeld, werden door een deel van die achterban niet erkend, juist omdat er verdeeldheid was over de afbakening van de regeling. Bijvoorbeeld: waarom gold die alleen voor aanvragers die op 15 augustus 2015 nog in leven waren? En niet voor weduwen? Een nieuwe belangenorganisatie, Indisch Platform 2.0, voert nog steeds actie voor wat zij zien als rechtsherstel.
Compensatie, erkenning, excuses
Jurist Henk Harcksen, lid van dit platform, schrijft in zijn vorige week verschenen boek Blauwe brieven, Indische ontrechting dat de Indische Kwestie om veel meer gaat dan de zogeheten backpay-kwestie, de uitbetaling van achterstallige salarissen. Het gaat volgens Harcksen de meeste betrokkenen vooral ook om rechtsherstel: dat betekent ook compensatie van oorlogsschade, erkenning van gemaakte fouten en excuses van de Nederlandse staat.
De Nederlandse kabinetten wimpelden destijds die aanspraken af en verwezen door naar het land Indonesië, dat immers in de plaats was gekomen van Nederlands-Indië. „Nederland viert dit jaar en volgend jaar 75 jaar vrijheid. Maar als de Indische Kwestie niet is opgelost, geldt die vrijheid niet voor ons”, zegt voorzitter Peggy Stein van Indisch Platform 2.0.
Historicus Hans Meijer analyseerde in 2005 in zijn boek Indische rekening, Indië, Nederland en de backpay-kwestie 1945-2005 dat het de betrokkenen eigenlijk helemaal niet alleen maar ging om het misgelopen geld. Meijer: „De backpay-kwestie heeft een emotionele lading en symbolische betekenis gekregen die haar feitelijke betekenis ver overstijgt.”
Het sentiment was vlak na de oorlog buitengewoon hevig. Zie bijvoorbeeld het gedicht in het blad van de Nederlandsch-Indische Bond van Ex-krijgsgevangenen en Geïnterneerden (Nibeg) uit 1953 getiteld Recht! Geen medelijden. Met verzen als: „Geen fooi, geen aalmoes kan ons rehabiliteren, slechts eerlijk rechtsherstel op wettelijke grond.”
Rechtsfilosoof Wouter Veraart van de Vrije Universiteit, die dit vers in een recent artikel citeert, hekelt het karakter van alle regelingen die de Nederlandse staat sinds 1945 heeft getroffen voor de gerepatrieerde voormalige Indische ambtenaren en militairen. „Het gaat ook weer bij de zogenaamde definitieve oplossing van staatssecretaris Martin van Rijn (VWS, PvdA) uit 2015 om een buitenwettelijke regeling, die berust op een vrijwillige morele tegemoetkoming waaraan geen of nauwelijks rechten kunnen worden ontleend.”
Veraart wijst op de procedures die nabestaanden sinds 2015 bij de bestuursrechter hebben gevoerd omdat bijvoorbeeld de gedupeerde ambtenaar of militair vóór de peilingsdatum van 15 augustus 2015 was overleden. Was dat geen ongelijke behandeling? Maar de rechter acht zich, volgens Veraart, door het buitenwettelijke, vrijwillige karakter van de regeling niet bij machte om die aan het juridische gelijkheidsbeginsel te toetsen. Veraart: „Zonder wettelijke verankering kun je er net zo min aanspraak op maken als op het mislopen van een bedrag omdat je geen lot bij de postcodeloterij had gekocht.”
In zijn artikel schrijft hij: „Het mag ironisch heten dat opnieuw de oerervaring van juridische uitsluiting wordt beantwoord met de regulering van een moreel gebaar die rechthebbenden uitsluit van gangbare juridische waarborgen.”
De Tweede Kamer verwierp dinsdag de motie van de Kamerleden Henk van Gerven (SP) en John Kerstens (PvdA) om ook aan weduwen van Indische ambtenaren en militairen het bedrag van 25.000 euro uit te keren. Een andere motie hielden dezelfde indieners aan. Die vraagt om een commissie van wijzen die een ‘finaal oordeel’ moet vellen over de manier „waarop de Nederlandse staat het rechtsherstel van de Indische gemeenschap in Nederland vorm zou moeten geven”.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het NRC, 5 december 2019.
x
Schandalig in een woord.
Schandalig in veel meer woorden. Want het gedrag van de Nl regering is niet alleen van vandaag. Hun gedrag is sinds 1950 niet verandert. Maar ze hebben wel hun zakken gevuld. Indische mensen blijven volgens hun tweede rang burgers.
Het ging hier niet om de Nederlandse regering maar om de Tweede Kamer. Zaten hier afgevaardigden in van de Indische gemeenschap? Uit de Indische gemeenschap gekozen? Neen? Waarom niet? Och ja, Indische mensen doen niet aan politiek.
@Och ja, Indische mensen doen niet aan politiek.@
U zat toch in de politiek? Wat heeft U voor de Indo gedaan? Toch geen flikker. U bent toch liever blanda.
Ja, de arbeidspolitiek, en ruimtelijke ordening. Niks achterstallige salarissen. Dat ging niet over indo’s of belanda’s. En bij TNO, waar ik werkte, ging het ook niet over Indo of belanda, was helemaal niet interessant. Ik vind het ook niet interessant om iemand als Indo of belanda te zien, voor mij één pot nat.
Dat was niet mijn vraag. Of misschien ook niet belangrijk.
“voor mij een pot nat”
De mens heeft gevoelens. Ik zie een Indo meer als mijn kinsman dan een Blanda of Indonesier, tenminste als alles gelijk is. Birds of the same feather flock together.
“Dat was niet mijn vraag.” U vroeg toch: “U zat toch in de politiek?” Nou dat heb ik u toch verteld? Vrijwilligerswerk! Er is echt meer in de wereld dan indo of totok. Ik snap niet dat ik me steeds maar moet profileren als indo of totok. Ik heb wel wat anders te doen. Gewoon een sinjo Soerabaja die het in Indië niet meer zag zitten, naar Nederland is gekomen en hier keuzes gemaakt heeft uit het enorme aanbod van mogelijkheden. Bespaarde mij de moeite van emigreren. En nu 24 jaar tevreden gepensioneerd. En niemand die er interesse in heeft wat ik zou moeten zijn. Gewoon een mens onder de mensen.
@naar Nederland is gekomen en hier keuzes gemaakt heeft uit het enorme aanbod van mogelijkheden@
Ja dat klopt: keuzes. Heb het gevoel dat U a-Indo bent en liever belanda. De manier waarop u schrijft.
” Heb het gevoel dat U a-Indo bent” Tja, voor sommige Indo’s moet je altijd iets zijn. Vind ik ook hoor, ik ben mezelf.
Diep triest!
Helemaal eens met de voorgaande reacties. Helaas beperkt het schandalige handelen zich niet tot de opeenvolgende kabinetten. Ook de Tweede Kamer heeft zich al die tijd in slaap laten sussen. Er is, voor zover mij bekend, in de afgelopen decennia geen enkel Kamerlid geweest dat zich sterk heeft gemaakt voor het ongedaan maken van het verschil in rechtspositie van (oud) KNIL-militairen ten opzichte van de NL-militairen. En als dat wel is gebeurd dan is er in ieder geval nooit een Kamermeerderheid geweest voor het aannemen van een dergelijk voorstel. Ik ben geen jurist, maar volgens mij zijn er geen wettelijke belemmeringen die een dergelijke ‘reparatiewetgeving’ in de weg zouden staan. Bovendien: het aanpassen en/of vervangen van bestaande wetten en regels maakt nu eenmaal deel uit van het dagelijkse politieke bedrijf.
Ten aanzien van het handhaven van de rechtsongelijkheid treft dus niet alleen de opeenvolgende kabinetten de nodige blaam, maar zeker ook de Tweede Kamer. Het is triest te moeten constateren dat het kabinet -en ook de Tweede Kamer- in tal van kwesties zo graag ‘het beste jongetje van de klas’ wil zijn, vooral ten opzichte van derde landen. Nu, dat ‘jongetje’ heeft wat deze kwestie betreft volledig gefaald. Hoe trots kun je zijn op onze democratische rechtsstaat wanneer je bedenkt dat de hoeders van diezelfde rechtsstaat tot op de dag van vandaag een vorm van rechtsongelijkheid in stand houden die door Indische Nederlanders als kwetsend en beledigend wordt ervaren?
Jammer dat weer die term “in toenmalige kolonie Nederlands-Indië.” Net of er na het traktaat van 13 augustus 1814(!) niets meert veranderd was. Het was pas ir. Vrijburg die in 1975 begreep dat recht op achterstallige salarissen een doodlopende weg was, en overschakelde op ‘ereschuld’. Dat de Nederlandse regering staatsrechtelijk met handen en voeten gebonden was aan de feitelijke situatie die o.a. was vastgelegd in de comptabiliteitswetten, de Grondwet van 1922 en de Indische Staatsregeling van 1925. De weg die ook werd bewandeld door de rechterlijke macht. Geen recht, maar een beroep op een morele verplichting. Zie hierover ook Bussemaker, die overigens ook in de valkuil trapt van de Nederlandse overheid als werkgever van de Indisch ambtenaren. En heeft compensatie van oorlogsschade niet al plaatsgevonden? Bij mijn vader heb ik twee van die regelingen gezien. Een voor oorlogsschade aan persoonlijke eigendommen aan boord van een gemilitariseerd schip van de GM, en een voor oorlogsschade aan huis, inboedel enz. Los van een andere rehabilitatieregeling, een bedrag in één (7500????). Nog los van ‘Het Gebaar’, waar ik ook van genoten heb. Inderdaad, buitenwettelijke regelingen i.p.v. recht op …. Sorry, ik kan het niet leuker maken. Als je het over recht hebt, moet je die hele juristerij op de koop toe nemen.
Zo was de stemming:
Voor 71. Tegen: 79
PVV 20. VVD 32
GroenLinks 14. CDA 19
SP 14. D’66 19
PvdA 9. Christen Unie 5
50PLUS 4. SGP 3
PvdD 4. Van Haga 1
DENK 3
FvD 2
Van Kooten-Arissen 1
Om te onthouden bij de volgende verkiezingen!
“Om te onthouden bij de volgende verkiezingen!” Heeft u zich al verkiesbaar gesteld? Wie van al onze lezertjes van Javapost (dat zijn er heel veel!)? Tel daarbij op de lezertjes van I4E? Van zoveel mensen met een Indische belangstelling nog geen één die zich verkiesbaar heeft gesteld?
Mijn vader administrateur koffie-rubberonderneming van Maclean Watson en Co:
Al zijn Nilmij gestorte levensverzekeringsgeld kwijt; gespaarde geld op bank in Indonesia kwijt; geen pensioen van hard werken voor die handel maatschappij. Eigendommen kwijt. Heeft behalve het gebaar nooit wat gehad. ZO IS OORLOG!!
Ik vind het zo bizar wat uw vader heeft meegemaakt! Mijn vader heeft na de oorlog alles teruggevonden. Het eerst in Soerabaja, omstreeks juni 1946. Mijn vader was i.v.m. een mogelijke vrijlating van mijn moeder en zus naar mij in Soerabaja gekomen. Samen zijn we toen naar het kantoor van de NHM, (nu ABNAMRO) gegaan waar we een hartelijke ontvangst kregen: Zonder enige legitimatie: Goede morgen mijnheer Somers. lang niet gezien! Kortom, betaalrekening, spaarrekening en beleggingsrekening was allemaal compleet aanwezig en bijgewerkt. Er moest alleen nog gewacht worden op de formele beslissing van het hoofdkantoor in Nederland, maar dat kwam later ook in orde. Naderhand kwam ik te weten dat er in Bandoeng een enorme kluis zou zijn geweest, niet opgemerkt door de Japanners en bersiappers, als schuilplaats voor de archieven en stukken van de Nederlandse banken in Indië.
Naderhand, na aankomst in Nederland, bleken ook zijn drie kapitaalrekeningen (studie van de kinderen) bij de ‘Schiedamsche’ ook volledig intact. Ik weet alleen niet of hij de volledige uitkering heeft gekregen of dat er een correctie is toegepast voor drie niet betaalde jaarpremies.
En voor enige oorlogsschadevergoeding heeft hij zich toentertijd kunnen aanmelden, en heeft dat met enig succes ook gedaan.
Ik vind het zo sneu voor uw vader. Van kennissen heb ik heb over de NILLMIJ geen rare dingen gehoord. Wel over in Indië populaire (goedkope) Amerikaanse en Australische verzekeringsmaatschappijen die vol zaten met kleine lettertjes, en niets hebben uitgekeerd.
Het pensioen van uw vader blijft bij mij rondhangen. De NILLMIJ kennend, moeten daar afgesloten levensverzekeringen, lijfrentes, spaartegoeden, beleggingsrekeningen enz. ongeschonden de oorlog/bersiap zijn doorgekomen. Zelfs zonder bewijsmateriaal van belanghebbende, de administratie van bank/verzekeringsmij. is het belangrijkst, doorslaggevend, uw vader hoefde zich alleen maar te legitimeren. En die administratie was na de oorlog in orde, en ook in Nederland bereikbaar. Mogelijk heeft zijn werkgever de pensioenpremies op een pensioenrekening van het eigen bedrijf gestort, om later de uitkeringen daaruit te betalen. Maar als dat bedrijf met de noorderzon is verdwenen, dan is dat geld ook meeverdwenen. Bent u daar z\elf nog mee bezig geweest bij de NILLMIJ? Misschien kan Pelita u adviseren. Als lid van de Consumentenbond zie ik ook al dit soort problemen langskomen, waar die bond vaak met succes iets kan bereiken.