Een bericht als zo vele?

De melding van een massamoord op Ceram

Eén van de redenen waarom het verzet tegen de Japanners zo beperkt is gebleven, was het slechte contact tussen bezet en niet-bezet gebied. Voor zover bekend heeft niemand in Nederlands-Indië radiocontact weten te maken met de Geallieerden. Deze laatsten, op hun beurt, hebben slechts enkele keren met personen in bezet gebied persoonlijk contact gehad. Om toch enige bruikbare informatie te verzamelen werden vanaf 1943 boven bezet gebied verkenningsvluchten gemaakt, en werd iedereen die kans zag Nederlands-Indië te ontvluchten uitgehoord over het doen en laten van de Japanners. Vooral in het oostelijk deel van de archipel leverde dat veel bruikbaars op, zij het dat de informatie vaak gedateerd was.

Ceram (linksonder), tegenover Nieuw-Guinea

In mei 1945 ontmoette een Australische party op een eilandje ten noorden van Ceram de 20-jarige Marcus Kols. Samen met enkele anderen was deze jonge Molukker zijn tewerkstelling ontvlucht en nu met een prauw onderweg naar Nieuw-Guinea. Enkele dagen later werd Kols uitgebreid aan de tand gevoeld over de plaatsen waar hij tijdens de oorlogsjaren was geweest. De intelligence officer die het rapport opstelde beoordeelde de informatie als reliable, betrouwbaar. Kols wist veel te vertellen over de Japanners in verschillende plaatsen aan de noordkust van Ceram. Het meest bijzonder was echter zijn verhaal over een verschrikkelijke moord in Waroe. 

Mislukte ontvluchting

Volgens Kols bevonden zich in Waroe op enig moment 260 Molukse tewerkgestelden, waaronder zijn oom. De mannen waren ingezet bij de aanleg van enkele steigers en loodsen, en bij de sagowinning. De Japanse aanwezigheid bestond uit ongeveer 100 soldaten, 20 Formosaanse hulpsoldaten, vijf machinegeweren, karabijnen en handgranaten. Geen motorboten, slechts lokaal prauwverkeer. In het nabijgelegen Boela was een klein vliegveld waar drie nepvliegtuigen stonden geparkeerd. De bevolking van de nabijgelegen dorpen was grotendeels op de hand van de Japanners.

Waroe, Ceram

Veel meer bijzonderheden over Waroe waren Kols niet bekend. Hij kwam hier pas enige tijd na het gebeurde en hoorde het verhaal van enkele dorpsbewoners. Eind 1943 waren de tewerkgestelden ontvlucht, maar werden verraden door de bewoners van het dorpje Bengoei. Ze zouden daarop in drie groepen verder zijn getrokken: één groep vond enkele prauwen en vluchtte op zee,  een tweede volgde de kust en een derde trok de bergen in. De eerste groep zou het tot Kobe hebben gered, maar daar door de Japanners zijn gevangen. De beide andere groepen werden ingehaald bij Ake Ternate, ongeveer 150 kilometer ten noord-westen van Waroe. They tried to run away but they were shot and fell and their graves can be seen, aldus het verslag.  De oom van Kols was één van de slachtoffers.

Weinig belangstelling

Het verhaal van Kols zal zijn ondervrager misschien met afgrijzen hebben vervuld, maar verder heeft het geen gevolg gehad. Het was een bericht als zo vele. Er was op dat moment nog een oorlog gaande, en Ceram lag niet op de Amerikaanse route op weg naar Japan. Ook ná de oorlog heeft nooit enig onderzoek plaatsgevonden naar het gebeurde, zij het dat slechts zo af en toe een bericht over het drama de bewoonde wereld bereikte.

Zuid-oost Ceram

Volgens een uitgave van het Militair Weekblad in 1946 ontvluchtten 218 Ambonezen ´Kamp Waroe´ omdat ze hadden gehoord dat Geallieerde troepen op Ceram waren geland. Twee zouden de vlucht hebben overleefd, alle anderen zouden zijn gedood.
Een van de achtergebleven tewerkgestelden, een zekere D.M. Latupeirissa, verklaarde in het zelfde jaar dat 249 mannen op 2 september 1943 waren ontvlucht omdat ze ontevreden waren over de slechte behandeling door de Japanners en ten gevolge van ´Geallieerde propaganda´ . Op 15 oktober 1943 stuitten ze op Japanse militairen die hen hierop achtervolgden. De Japanners waren getipt door de radja van Solan, die de mannen een schuilplaats had gewezen in de bergen.

 Veertig jaar later

Eind jaren  ´80 werd door een vijftal weduwen van Waroe-vluchtelingen een aanvraag ingediend in het kader van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Wiv). Enkele mogelijke getuigen werden hierop aangeschreven. Het onderzoek leverde helaas niet veel meer op dan de constatering dat tussen de 200 en 250 tewerkgestelden waren gedood omdat ze – vanuit de veronderstelling dat de Geallieerden waren geland – het kamp waren ontvlucht. Bijzonderheden bleven onbekend, de graven waren nooit aangetroffen. Ondanks de geringe gegevens werden de aanvragen toch gehonoreerd, mogelijk mede als posthuum eerbetoon aan hele groep.

En zo eindigt deze geschiedenis als zo vele: overwoekerd door de jungle. In het slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting wordt een aantal namen van deze groep vermeld met de tekst: ´Ter eerbiedige nagedachtenis aan de vele ongenoemden die hun leven offerden en niet rusten op de erevelden´. Daar sluiten we ons graag bij aan, met de woorden van de Engelse dichter Thomas Hardy (1840-1928):

But what has been will be —
First memory, then oblivion’s swallowing sea;
Like men foregone, shall we merge into those
Whose story no one knows.

x

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Een bericht als zo vele?

  1. Jan A. Somers zegt:

    “En zo eindigt deze geschiedenis als zo vele: overwoekerd door de jungle.” Het bamboe-gordijn. Volgens mij is er feitelijk sprake van twee hindernissen. In de eerste plaats is Indië voor Nederlanders een soort Verweggistan. In de tweede plaats gaat het om ‘inlanders’, waarvan vaak niet eens de namen bekend zijn. Zij worden alleen nog maar genoemd door de Oorlogsgravenstichting. Op 15 augustus zweven ze even mee, maar zijn zo weer verdwenen in de wind. Als je goed luistert, hoor je ze even in de stilte.

    • Eppeson Marawasin zegt:

      Fools said I, you do not know
      Silence like a cancer grows
      Hear my words that I might teach you
      Take my arms that I might reach you
      But my words like silent raindrops fell
      And echoed
      In te wells of silence

      De gevoelvolle slotzinnen van Buitenzorg en de daarop prachtig mooi aansluitende reactie van meneer Somers deden me weer herinneren aan bovenstaand vers uit The Sound Of Silence van de Amerikaanse singer/songwriter Paul Simon.

      Goed dat er verhalenvertellers zijn en blijven!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s