Deze week, op 5 mei, vierde Nederland een passend en ingetogen vrijheidsfeest. ´Vrijheid´, zo lieten politici in de media weten, is niet alleen mogen zeggen wat je vindt, maar vooral ook zíjn wie je bent.
Dat het ooit anders was blijkt uit een verslag van de gemeenteraadsvergadering van Tegal, in juni 1928:
´Onder grote belangstelling heeft de Tegalsche gemeenteraad een vergadering gehouden waarbij als voornaamste agendapunt de ´kwestie-Kapteyn´. Deze kwestie zou aanvankelijk in besloten bijeenkomst worden behandeld. Besloten werd echter alsnog tot openbare behandeling. Elf raadsleden waren aanwezig. Door zeven leden was een motie ingediend, ongeveer luidende als volgt:
´De gemeenteraad van Tegal spreekt zijn ernstige afkeuring uit over de wijze waarop de heer D. Kapteyn, gemeentesecretaris, gemeend heeft op 1 Mei 1928 uiting te moeten geven aan zijn politieke gevoelens door het uitsteken van de rode vlag, en gaat over tot de orde van den dag´.
De motie werd na langdurige debatten aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heren Soetatmo, Oetjarjo, Witmer en Sastromoeljono.
Door dezelfde ondertekenaren was onafhankelijk van de motie ingediend een voorstel, waarbij ten eerste in verband met de instelling van het burgemeesterschap voor Tegal de huidige betrekking van secretaris op de thans geldende salarisregeling opgeheven wordt; ten tweede, de betrekking van secretaris ingesteld wordt op een salaris van f 300 tot f 500, onder nadere goedkeuring van den gouverneur generaal; ten derde de tegenwoordige secretaris, de heer Kapteyn, in verband met de reorganisatie van het personeel der secretarie per 1 Juli 1928 wordt ontslagen. Evenals de motie had ook dít voorstel uitvoerige besprekingen tengevolge. Het voorstel werd tenslotte aangenomen met 7 tegen 4 stemmen.´ [i]
Met andere woorden: gemeentesecretaris Kapteyn werd ontslagen, officieel omdat sprake zou zijn van een reorganisatie van het personeel, echter in werkelijkheid – zo moeten we uit dit bericht opmaken – omdat hij op 1 mei, de dag van de arbeid, de rode vlag had uitgehangen. Verder werd functie van gemeentesecretaris ´gedegradeerd´. De bijbehorende salarisschaal werd naar beneden aangepast. Het salaris van Kapteyn was f 700 per maand geweest.
Voor de duidelijkheid: Kapteyn had niet de vlag uitgehangen op het gemeentehuis – in dat geval was de boosheid van het college misschien te begrijpen – nee, hij had deze slechts uitgehangen op het erf van zijn privéwoning.
Nietigverklaard
Gelukkig was het besluit van de gemeenteraad té opzichtig om zo voorbij te laten gaan.
Enkele weken later meldde het blad Het Vaderland:
´De Regering heeft het besluit van de gemeenteraad van Tegal van 26 mei j.l., waarbij besloten werd in verband met de instelling van het burgemeesterschap de betrekking van secretaris op te heffen en in verband met de „reorganisatie van het gemeentelijk personeel ter secretarie” de secretaris met 1 Juli te ontslaan, vernietigd. Naar het oordeel van de regering is het besluit strijdig met de algemene verordeningen en het algemeen belang.´
Geen woord hier overigens over de vlag. Het ontslagbesluit werd slechts vernietigd daar de goede rechtspositie van het overheidspersoneel niet mocht lijden onder een door de regering bevolen maatregel inzake bestuurshervorming.
Het laatste woord
De voorzitter van de gemeenteraad van Tegal, burgemeester Suermondt, liet zijn college weten dat het toch wel eigenaardig was dat de tegenstemmers van het voorstel bij de regering hadden aangeklopt om rectificatie. Daar moest geen gewoonte van worden gemaakt, het zou de geloofwaardigheid van het college geen goed doen. En over de secretaris voegde hij verder toe:
´Wat mijn oordeel over de gemeente-secretaris betreft, handhaaf ik hetgeen ik daaromtrent eerder heb meegedeeld. Voor mij persoonlijk is zulks niet van groot belang, aangezien mijn voorzitterschap waarschijnlijk niet lang meer zal duren. In hoeverre echter de assistent-resident nieuwe stijl een behoorlijke samenwerking met den heer Kapteyn als gemeentesecretaris mogelijk acht, zal nader moeten blijken.´[ii]
De burgemeester had het dus wel gehad met de man. Maar goed, ze zochten het verder maar uit. Afgaande op de verdere berichtgeving mogen we aannemen dat de gemeenteraad het hierbij verder heeft gelaten. Er zou zich mogelijk wel weer een andere gelegenheid aanbieden om afscheid te nemen van deze ´rode´ secretaris.
Is het nog goed gekomen met deze ambtenaar? Waarschijnlijk wél. In het adresboek van Nederlands-Indië van 1941 staat de heer D. Kapteyn vermeld als burgemeester van Menado. Zo heeft het recht uiteindelijk toch gezegevierd.
x
[i] Sumatra Post, 5 juni 1928, over vergadering gemeenteraad 26 mei 1928.
[ii] Sumatra Post, 8 augustus 1928.
Ik heb dit verhaal meteen uitgeprint; mooi om straks na de mei-vakantie door te vertellen in mijn werkomgeving. De inhoud van het artikel kietelt weliswaar mijn eigen politieke voorkeuren, maar in psychologisch opzicht (allen tegen één) heb ik er dankzij Java Post weer een held bij.