Van goed karakter en goed gedrag

Dr. Hermanus Roll, vader van de Indonesische geneeskunde

Het blijft een vreemd fenomeen dat een falend admiraal straten en pleinen naar zich vernoemd krijgt, waar een humane, echte held uit de (Indische) burgermaatschappij niet eens wordt overwogen. Wie de admiraal is, mag u zelf invullen, de held is dokter Hermanus Frederik Roll, in leven bekend als directeur van de School Tot Opleiding Van Indische Artsen (STOVIA) in Weltevreden.

Door Herman Keppy

Dr. H.F. Roll, 1867-1935

Bij een nijpend gebrek aan Europese artsen en verpleegkundigen in Indië werd in 1851 dan maar begonnen met het opleiden van landskinderen die medische taken kunnen uitvoeren. De afgeleverde dokter Djawa bleek meestal zijn taak goed uit te voeren. Ook al omdat de Nederlandse docenten, aanvankelijk vooral officieren van gezondheid, hun grote bekwaamheid uitstekend wisten over te brengen. Tot die officieren behoorden Christiaan Eijkman en Gerrit Grijns, de grondleggers van de vitamineleer. In de laatste jaren van de negentiende eeuw deden zij hun baanbrekend onderzoek op en nabij het terrein van de STOVIA of Dokter-Djawa School. Eijkman werd ervoor geëerd met de Nobelprijs voor Geneeskunde.  

Lombok expeditie

Niet hún namen, doch die van Dr. Hermanus Frederik Roll zal voor altijd als eerste op de lippen liggen bij het begrip STOVIA. Geboren op 27 mei 1867 in Gouda, opgeleid in Amsterdam, vertrekt hij op 9 september 1893 naar de Oost, aan boord van de Prins Hendrik, als officier van gezondheid van het Indisch Leger. Rond dezelfde tijd trouwt hij met Maria van Dijkum. Zij zal hem twee dochters en twee zonen schenken. De 24-jarige Roll maakt in 1894 deel uit van de militaire expeditie die optrekt naar Lombok. Wanneer dat eiland is ‘gepacificeerd’, wordt de jonge arts toegevoegd aan de staf van dr. Eijkman in Weltevreden. Hij werkt zowel in het laboratorium als op de Dokter-Djawa School en in 1896 wordt hij benoemd tot directeur van laatstgenoemde instelling.
Onder zijn leiding en dankzij zijn reorganisatievoorstellen groeit de provisorische Dokter-Djawa School uit tot de professionele School voor Inlandse (later Indische) Artsen. Met financiële hulp van drie welgestelde Deliplanters kan de directeur zelfs in 1902 een nieuw onderkomen voor zijn school openen.

Minderwaardig

Dokter-Djawa school

Heel lang zal het de hoogste opleiding zijn die Indonesiërs in eigen land kunnen volgen. De selectie is streng, alleen de allerbesten blijven over, soms studeren er minder dan tien per jaar af. Geen wonder dat de beste van de besten zich tot uiterst deskundige artsen ontpoppen. Door zijn vak is de dokter Djawa of Indisch arts vaak een sociaal bewust man en door zijn status en daden een groot voorbeeld voor het volk waartoe hij behoort.
Dr. Roll moedigt zijn leerlingen aan die status te verdedigen. In 1936 schrijft dr. Wim Tehupeiory dat de woorden van Roll, “onze plaats in de maatschappij aanwezen. Niet de karige bezoldiging, die minder was dan die van een klerk of commies; maar de opleiding en het zelfstandig beroep waren de factoren, die ons onze plaats in de maatschappij bepaalden. Later in de praktijk zag ik, dat wij deze plaats dikwijls na harden en bitteren strijd moesten veroveren. Ik zag, hoe de houding was van den Europeaan tegenover de Inlanders; hoe de laatsten als minderwaardig werden beschouwd, welke opleiding zij ook hadden genoten.”

Boedi Oetomo

In 1908 verschijnt, bij de Landsdrukkerij in Batavia, Het Leerboek der Gerechtelijke Geneeskunde, geschreven door H.F. Roll. Hetzelfde jaar, op 20 mei, richten leerlingen van de STOVIA een vereniging op met de naam Boedi Oetomo (het Schone Streven). Het is een gebeurtenis die tegenwoordig als nationale feestdag wordt herdacht, de geboorte van het Indonesisch nationalisme: Hari Kebangkitan. Grote man achter Boedi Oetomo is de leerling Soetomo, die een jaar eerder heeft voorspeld: “De inlander is volgens velen onder de blanken: dom, lui, vadsig, verregaand zorgeloos, onbetrouwbaar, huichelachtig, diefachtig, onderdanig en gluiperig, vuil, onverzorgd enzovoorts. Maar uit dit uitsluitend negatieve en denigrerend oordeel van de Hollanders zal eens het zaad ontkiemen, waaruit zich de grote nationalistische kracht zal ontwikkelen, die nodig is om zich van de Nederlandse overheersing te ontdoen.”
Kan zo’n revolutionaire leerling wel worden gehandhaafd op de STOVIA? Er wordt een docentenvergadering belegd en het pleit lijkt beslecht in het nadeel van Soetomo. Dan staat dr. Roll furieus op en bijt de anderen ongeveer het volgende toe: “Wie van de heren hier aanwezig beschikte toen hij achttien was, over meer karakter dan Soetomo?” Soetomo mag blijven, studeert af en zal als sociaal bewogen arts jarenlang werken in Soerabaja.

Halve artsen

Dr. Roll geeft les

“Vader Roll,” schrijft dr. Jacob Samallo in 1926, “placht altijd te zeggen: ‘Een geneesheer moet een goed karakter bezitten en van goed gedrag zijn.’ Waart ge toen leugenachtig of diefachtig, dan werd ge ook subiet eruit geknikkerd. (…) In dien tijd was er sprake van, dat onze opleiding niet zoo zwaar zou worden gemaakt. De Regeering wilde van ons dorps of dessa-doktoren maken, opdat dan elk jaar meer medische hulpkrachten konden worden geleverd. Maar daarover was Vader Roll niet best te spreken. (…) Gelukkig voor de inrichting en voor ons Volk, dat Vader Roll zijn zin wist door te drijven; dat niet alleen, maar het studiepeil werd zelfs verhoogd (….)
Ik breng hier een eer-saluut aan onzen hoogeachten Directeur Roll die met die daad het bewijs heeft geleverd van zijn liefde voor Indië en de Indiërs. Dr. Roll zeide ook dikwijls tot ons: ‘Uit deze school moeten gaan heele, en geen halve artsen.'”
Daarop beschrijft Samallo dat Roll als een van de weinigen artsen in Indië ervoor pleitte dat dokter Djawas en Inlandse artsen zouden worden toegelaten tot de medische hogescholen in Holland.

Studie in Nederland

Roll’s wil wordt toch wet, vanaf 1907 mogen zijn leerlingen de studie volgen aan een universiteit in Nederland. De eersten studeren binnen twee jaar af, goed genoeg om in aanmerking te komen voor promotie-onderzoek.
Maar het succes wordt hun misgund. Een in 1909 door de regering in het leven geroepen speciale commissie wil opnieuw de taken van de Indonesisch arts inperken. In het vervolg, zo is het plan, mogen die doktoren zich slechts beperkt bezighouden met de bestrijding van ziekten. Het peil van de opleiding in Weltevreden kan worden verlaagd en de faciliteiten aan universiteiten in Nederland voor leerlingen van de STOVIA moeten worden ingetrokken.
De doktoren Boenjamin en Wim Tehupeiory protesteren vanuit Amsterdam tegen die snode plannen. Zij worden gesteund door hun geliefde dr. Roll, die toevallig met (ziekte)verlof in Nederland is. Roll  houdt op 5 juni 1909 een enquête onder de professoren van de Universiteit van Amsterdam over het niveau van zijn studenten en levert de uitkomst in bij de minister van Koloniën. Beweringen over de halfslachtige wetenschappelijke opleiding van de inlands arts in het rapport van de commissie gedaan, worden met deze enquête weggehoond door vijf prominente Amsterdamse hoogleraren: P.K. Pel, P. Ruitinga, O. Lanz, H. Treub en M. Straub. Indonesiërs mogen de Hollandse hogescholen blijven frequenteren.

Geneeskundige Hoogeschool

Geneeskundige Hoogeschool, Weltevreden

Dr. Roll kan in 1911 met gerust hart met pensioen gaan. Niet om op zijn lauweren te rusten, want het volgend jaar promoveert hij summa cum laude in Berlijn en vindt hij emplooi in Wenen, waar hij tot in de Eerste Wereldoorlog blijft werken. Om onduidelijke redenen verkeert hij die jaren in geldnood. Zijn voormalige leerlingen in Indië zetten daarom een steunfonds voor hem op. STOVIA-anatoom Th.G. van Vogelpoel merkt daarover op: “Zij zijn hem toegewijd gebleven met een trouw, die weldadig aandoet.”
Na de oorlog keert Roll terug naar Nederland. Hij scheidt er in 1921 van zijn eerste echtgenote, om het volgend jaar in het huwelijk te treden met de Hongaarse Valerie Rosenberg, die hij in Wenen heeft ontmoet. Hij vindt werk als adviserend geneesheer bij de Raad van Arbeid in Amsterdam. Maar zes jaar later is hij terug in het land waaraan hij zijn hart heeft verloren. Op 16 augustus 1927 is hij aanwezig op Salemba bij de opening van het gebouw waar hij zo voor heeft gestreden: de Geneeskundige Hogeschool voor Nederlands-Indië.

Bronzen buste

Herman Frederik Roll zal nog vijf jaar verbonden zijn aan de Hogeschool en werkt daarna als scheeps- en walarts van de Java-China-Japanlijn, voordat hij definitief met pensioen gaat. Niet lang daarop overlijdt hij in Batavia, op 20 september 1935.
Het graf is inmiddels geruimd, maar de grafsteen wordt bewaard in Taman Prastasi, het voormalige Nederlandse kerkhof in Tanah Abang, Jakarta. En ook wordt in die stad de bronzen buste van Roll gekoesterd die zijn ex-leerlingen hebben bekostigd en onthuld in juni 1940. Waarom? Het ligt besloten in de woorden van dr. Jacob Samallo: “Wij Indische Geneesheeren, zowel de Dr. Djawa’s, Indische Artsen, als hen, die in Europa hun aanvulling-examen voor arts hebben afgelegd, zullen nooit Roll’s daden vergeten.”

x

Met dank aan Hans Pols, senior lecturer University of Sydney.

Bronnen:
Jubileumnummer van het orgaan van de Vereeniging van Indische geneeskundigen 19-11-1936, Kolff & Co, Batavia-C, 1936.
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 5 october 1935.
Ontwikkeling van het Geneeskundig onderwijs te Weltevreden 1851-1926, G. Kolff & Co, Weltevreden, 1926.
Stovia Almanak, Kolff & Co, Weltevreden, 1923.
Tussen Ambon en Amsterdam, Herman Keppy, uitgeverij Conserve, Schoorl, 2002.

Dit bericht werd geplaatst in 1. Het vooroorlogse Nederlands-Indië en getagged met , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

10 reacties op Van goed karakter en goed gedrag

  1. Eppeson Marawasin zegt:

    Hartverwarmend verhaal. Een voorbeeld van een heroïsche uitzondering op de regel. Echte helden hebben geen kleur, maar zijn gelukkig niet kleurloos.

  2. P. Vermaes zegt:

    L.S.

    Zou de fanatieke Dokter-Jawa “Soetomo” uit dit verhaal dezelfde radio-opruier “Boeng-Tomo” van de Bersiaptijd zijn?
    De Jappen hadden een systeem van radio-distributie in Indonesië aangelegd: luidsprekers werden tot in de verste uithoeken opgesteld. Een aantal luidsprekers werd gevoed door een radio-ontvanger+versterker. Zo kon men vanuit één studio heel Indonesië overschreeuwen.
    De toespraken van “Boeng-Tomo” waren voor de buitenkamp-Indo’s erg beangstigend.

    P. Vermaes

    • Herman Keppy zegt:

      Nee, het spijt me, die Bung Tomo was iemand anders…

    • buitenzorg zegt:

      Uit Wikipedia:
      Dr. Raden Soetomo, ook bekend als Bung Tomo (Ngepeh, Nganjuk, 30 juli 1888 – Soerabaja, 30 mei 1938), was een Indonesisch arts en nationalist.
      In het jaar 1903 begon Soetomo met de STOVIA (School tot Opleiding van Indische Artsen) in Jakarta. Samen met studiegenoten richtte hij in 1908 de vereniging Budi Utomo op, de eerste nationalistische beweging in voormalig Nederlands-Indië. Nadat hij in 1911 zijn studie voltooid had, werkte hij als overheidsarts in verschillende streken op Java en Sumatra. In 1917 trouwde hij met een Nederlandse verpleegster. Van 1919 tot 1923 vervolgde hij zijn artsenstudie in Nederland. In 1924 richtte Soetomo de Indonesische Studieclub op in Soerabaja, in 1930 richtte hij de Partai Bangsa Indonesia (PBI) op, die in 1935 fuseerde met Budi Utomo tot de Parindra (Partai Indonesia Raya).

      Sutomo (October 3, 1920 – October 7, 1981), also known as Bung Tomo, is best known for his role as an Indonesian military leader during the Indonesian National Revolution against the Netherlands. He played a central role in Battle of Surabaya when the British attacked the city in October and November 1945.

  3. Herman Keppy zegt:

    Zoals in reactie 4 blijkt is dr. Soetomo al in 1938 overleden. Hij kan dus niet de Bung Tomo zijn die in de Besiapperiode (na 1945) propaganda voerde.

  4. koppieop zegt:

    Dank voor de plaatsing van dit artikel! Altijd interessant om te lezen over mensen die boven het gemiddelde uitsteken.
    Groet,
    Federico

  5. Hans zegt:

    Het is goed te vernemen dat Dr. Roll de eed van Socrates letterlijk en figuurlijk met hand en tand heeft verdedigd en ook uitgevoerd.

  6. Ik ben een sentimentele, oude dwaze Indo en ik heb het verhaal al snotterend uitgelezen. Én de reacties, maar het blijft de eed van Hippocrates.

  7. Jan A. Somers zegt:

    De in het verhaal besproken jaren zijn ook de hoogtijjaren van het Centraal Geneeskundig Laboratorium en het Eijkman-Instituut in Batavia. Dat laatste instituut bestaat nog steeds en wordt lovend beschreven door Robbert Dijkgraaf (KNAW) in NRC-Wetenschap van zaterdag 18 februari 2012.

  8. W Bergman aka WKE Tehupeiory zegt:

    Het is een plezier, een eer, te lezen dat mijn grootvader WK Tehupeiory en zijn broer Johannes Everhardus ook een steentje hebben bijgedragen bij deze zaak.
    W Bergman aka WKE Tehupeiory

Plaats een reactie