Gert Oostindie schreef een boek over de dekolonisatieoorlog in Indonesië. Hij reisde onlangs rond in dat land en sprak daar met historici over het boek dat een beladen verleden blootlegt.
Door Dirk Vlasblom
Gert Oostindie, hoogleraar koloniale geschiedenis in Leiden, maakte in Indonesië een tour met zijn boek.
Zeventig jaar na de oorlog gingen ze zelf de stemming peilen in Indonesië. Met z’n tweeën: Gert Oostindie, hoogleraar koloniale geschiedenis in Leiden, en Ireen Hoogenboom, één van de twee onderzoekers die hem hielpen bij de samenstelling van Soldaat in Indonesië 1945-1950 – Getuigenissen van een oorlog aan de verkeerde kant van de geschiedenis (2015). Dat boek is gebaseerd op brieven, dagboeken en vaak in eigen beheer uitgegeven memoires van Nederlandse veteranen over de dekolonisatieoorlog in Indonesië. Uit dit niet eerder bestudeerde materiaal trokken zij de ondubbelzinnige conclusie dat Nederlandse troepen structureel geweld hebben gebruikt tegen krijgsgevangenen en de burgerbevolking.
Dit najaar verscheen een Indonesische vertaling bij uitgeverij Obor in Jakarta. Die nodigde Oostindie en Hoogenboom uit naar Indonesië te komen om met collega-historici en studenten te discussiëren over een episode die in Nederland lange tijd is verdrongen en die ginds wat is weggezakt uit het collectieve geheugen.
Zij maakten een rondreis langs veertien universiteiten op Java, Bali en Kalimantan. Daar trokken zij volle zalen, met een jong publiek dat slecht was ingevoerd in de materie, maar gretig vragen stelde. Na afloop blikte Oostindie met NRC Handelsblad terug op deze reis.
Éminence grise
De tournee begon met een serieuze sessie in het Erasmus Huis, het culturele centrum verbonden aan de Nederlandse ambassade in Jakarta. Het panel was bemand met enkele zwaargewichten, onder wie Taufik Abdullah, met zijn tachtig jaar de éminence grise van de Indonesische historici. Hij promoveerde in 1971 aan Cornell University in New York en was decennialang verbonden aan het Indonesische Instituut van Wetenschappen (LIPI), een nationale denktank. Als hoofd onderzoek van LIPI zette hij onder de Nieuwe Orde van president Soeharto de toon voor de nationale geschiedschrijving.
Abdullah begon zijn inleiding met deze intrigerende zinnen:
„Misschien is het omdat ik de ontwikkeling van de historiografie in dit land al een tijdje volg, maar zodra ik de titel van dit boek las, realiseerde ik me hoeveel er is veranderd. Tot nu toe waren we tevreden met het historische inzicht dat de komst van Nederlandse soldaten na de proclamatie van onze onafhankelijkheid een daad van agressie was van de voormalige kolonisator. Waren zij niet gekomen om die proclamatie ongedaan te maken? Om verdeeldheid te zaaien binnen de nieuwe Indonesische eenheidsstaat? Was deze agressie niet de reden dat we in bijna alle steden van Indonesië heldengraven hebben?”
Abdullah ging nog even door met die decennialang van hogerhand gedecreteerde geschiedopvatting. Dat duurde zó lang dat zijn toehoorders zich moeten hebben afgevraagd wat er nu eigenlijk veranderd was. Toen kwam de wending: „En dan is er nu het boek van professor Oostindie. Daarin worden we uitgenodigd rechtstreeks kennis te maken met de ‘eeuwige vijand’ van de Republiek Indonesië.
„Tot nu toe kenden we deze soldaten alleen als instrumenten van het kolonialisme die de geschiedenis wilden terugdraaien. Maar door dit boek worden we eraan herinnerd dat die Hollandse soldaten ook gewone mensen waren. Sommigen waren er echt van overtuigd dat Indonesië bij hun land hoorde en dat het gewapenderhand moest worden heroverd op Soekarno. Maar op den duur waren er ook die eraan begonnen te twijfelen of het wel ethisch verantwoord was om de onafhankelijkheid van een volk te dwarsbomen.”
Abdullah noemde Oostindie’s boek „een belangrijke en waardevolle uitgave, waardoor we één van de belangrijkste episodes van onze geschiedenis beter kunnen begrijpen”. Waarderende woorden van deze nestor, maar nog geen pleidooi voor een even kritisch onderzoek naar het Indonesische aandeel in het geweld van die jaren.
Oostindie geeft achteraf toe dat hij enigszins nerveus was over de bijdrage van de volgende spreker in Jakarta, Anhar Gonggong (geb. 1943), hoogleraar geschiedenis aan de Universitas Indonesia. Zijn vader, twee broers en een oom zijn in Zuid-Celebes standrechtelijk geëxecuteerd door troepen onder kapitein Westerling. „Gonggongs openingszin”, vertelt Oostindie, „was een hele opluchting. ‘Dit boek’, zei hij, ‘is voor mij een verademing’. Hij vond onze conclusie dat het destijds om structureel geweld ging heel belangrijk. Volgens hem is nu de weg vrijgemaakt voor een opener geschiedschrijving over deze oorlog.”
Jongere panel-leden gingen een stapje verder. Bonnie Triyana, redacteur van het geschiedenistijdschrift Historia, zei dat het boek niet alleen meer inzicht geeft in het Nederlandse perspectief, waardoor dat minder zwart-wit wordt, maar dat het ook een aanzet geeft om te praten over geweld in eigen, Indonesische kring.
Daarna was het de beurt aan Abdul Wahid, docent aan de Universitas Gajah Mada in Yogyakarta, die een inleiding schreef bij de Indonesische vertaling van het boek. Hij promoveerde in Utrecht en maakte als fellow aan Oostindie’s instituut in Leiden studie van de zogenoemde Bersiap. Die term staat voor de laatste maanden van 1945, toen Japan had gecapituleerd, maar Java en Sumatra nog niet waren bezet door de geallieerden. In dat gezagsvacuüm kwam het tot golven agressie van republikeinse jongeren tegen Nederlanders in Japanse interneringskampen, gewezen Nederlandse krijgsgevangenen, Indo-Europeanen, Molukkers en etnische Chinezen. Die episode is in Indonesië volslagen onbekend. Eenmaal terug in Yogya bood Wahid artikelen over de Bersiap aan bij Indonesischtalige kranten en tijdschriften, maar die werden afgewezen als ‘niet zo interessant’.
Tijdens de bijeenkomst in Jakarta noemde Wahid de periode 1945-1950 „een steentje in onze schoen dat alleen gezamenlijk onderzoek kan wegnemen”. Aan het publiek vroeg hij op zeker moment: „Waarom kunnen wij zo’n boek niet schrijven?” Waarop Bonnie Triyana spontaan riep: „Dat kan ik best!”
Clichés over de ‘Belanda’
Na de sessie in Jakarta begon de tournee langs veertien universiteiten. Oostindie vertelt wat hem in al die ontmoetingen het meest is opgevallen. „Studenten waren oprecht geïnteresseerd; ze wilden nu wel eens horen hoe het echt zat. Want ze weten heel weinig, ze kennen alleen een paar clichés. Wij lieten citaten uit de egodocumenten van oud-strijders voorlezen door studenten. Dat werkte heel goed. ‘Kijk’, zei ik, ‘jullie ontlenen je beeld van Nederlanders aan populaire speelfilms. Daarin zijn alle ‘Belanda’ even lang als ik, hebben een fles bier in de hand en vallen meisjes lastig. En af en toe schieten ze.’ Uit de voorgelezen brieven en dagboekfragmenten bleek dat het gaat om mensen van vlees en bloed. Ze schrijven ook gruwelijke dingen, we hebben niet alleen mooie citaten uitgezocht. Sommige soldaten beginnen openlijk te twijfelen aan het doel waarvoor ze worden ingezet. Dat voorlezen sloeg enorm aan.”
Oostindie ging ook in tegen andere clichés, zoals dat van een heroïsch volk dat de Nederlanders er met vereende krachten heeft uitgegooid. „De werkelijkheid was veel genuanceerder, zei ik steeds. Er was niet één eensgezind Indonesisch volk, er was veel onderling geweld, onderlinge terreur ook, en allerlei groepen deden om heel verschillende redenen mee met de Nederlanders. Het ging niet alleen – dat weten ze dan weer wél – over Molukkers van het KNIL. Er waren ook delen van het land die niet onder Java wilden komen, plaatselijke aristocraten en ambtenaren die hun lot nu eenmaal hadden verbonden met de andere kant. Verder had je islamitische strijdgroepen als Hezbollah en de Darul Islam, socialisten en communisten. Het was, zei ik, aan jullie kant een chaos, en de uitkomst was helemaal niet vanzelfsprekend. De sfeer was heel open, ik kon alles zeggen. Nergens kwam ik vijandigheid of grote scepsis tegen. Al kun je dat laatste nooit goed meten.”
Het trof Oostindie dat er bijna altijd uit de zaal de vraag kwam of het niet riskant was om zo’n boek te schrijven. „Of wij geen boze reacties hadden gekregen, verwijten dat we de goede naam van ons land te grabbel gooiden. Zo’n vraag zegt meer over hun samenleving dan over de onze. Nee, zei ik, dit zou twintig, dertig jaar geleden in Nederland veel moeilijker zijn geweest, maar nu niet meer.”
Toch heeft het wel erg lang geduurd voordat Oostindie’s instituut, het KITLV, de egodocumenten van veteranen uit de kast haalde die daar al die jaren binnen handbereik lagen. Oostindie: „Ik ga dat niet ontkennen. Dat komt mede omdat de meest betrokken generatie nu vrijwel is uitgestorven. Ik denk dat vroegere historici bang waren voor al die heftige reacties uit veteranenkring en uit de Indische gemeenschap. Ook politici vonden het heel lastig om tegen die druk in te gaan. En het ambtelijke apparaat telde veel gewezen ‘Indischgasten’, dat moet je niet onderschatten. Het duurde heel lang voor het kon.”
Oostindie ziet ook een verband met Indonesische gevoeligheden. „De terughoudendheid die tot voor kort nog in Den Haag bestond tegen onderzoek als dit had ook te maken met de angst om Indonesië kopschuw te maken. Want ginds zit de politiek niet te springen om onderzoek dat de eigen founding myth – heroïsche, eensgezinde bevrijdingsstrijd – kan ondergraven. En wie weet leidt het ene onderzoek tot het andere, bijvoorbeeld naar de communistenmoord van 1965-’66. Maar aan de nieuwe generatie historici in Indonesië zal het niet liggen. Daar is belangstelling genoeg voor onderzoek naar deze complexe episode van onze gezamenlijke geschiedenis.”
x
Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad, 2 december 2016.
Beste redactie ik weet niet of jullie wonden gaan openen ook al zijn die slecht geheeld,ik weet wel dat de erfenis van die zwarte bladzijdes op de schouders komen van de erfgenamen de jongeren uit die streken in Nederland en ja politiek Den Haag was anders in die tijd.
De waarheid zal in ieder geval pijn doen ook bij de niet wetende van die tijd..djon
En wie weet leidt het ene onderzoek tot het andere, bijvoorbeeld naar de communistenmoord van 1965-’66.
===========================
Weer dat grijs gedraaide verhaal.
Dat bepalen we (Indonesiers) zelf , ga maar je (NL) eigen problemen oplossen.
In ieder geval jullie (NL) hebben de ponit of no return al gepasseerd.
De titel van het boek geeft al aan dat we hier te maken hebben met een politiek correcte studie.
j.w.hoegen zegt:
4 december 2016 om 3:36 pm
De titel van het boek geeft al aan dat we hier te maken hebben met een politiek correcte studie.
=================
Sarcastisch bedoelt ?
Of een eye opener dat uiteindelijk de tipje van de sluier geopend werd , terwijl bijna iedereen die naar den Oosten gestuurd werden het al meer dan 70 jaren weten ?
Volgens Britse archieven begonnen 20.000 Japanse soldaten , met 62 vliegtuigen luchtsteun , de bersiap op 17 augustus 1945.
Zie ook : een ereschuld ingelost uit 1973 van G.S.Vrijburg.
“begonnen 20.000 Japanse soldaten” Prachtige complottheorie!!! De Britten hebben het niet gedaan, de Indonesıërs hebben het niet gedaan, de Nederlanders hebben het niet gedaan, de Indo’s hebben het niet gedaan. Gelukkig hoeven ze op onze erevelden hierover niet na te denken.
Waar komt dat steeds “goh, wat waren we toch verschrikkelijk!!!”, de behoefte om dit steeds maar naar voren te halen toch vandaan?! en waarom wordt aan deze zich steeds maar op de borst kloppende links correcte kliek op “Java post” ’n podium gegeven?
Meer dan de helft van mijn moeder’s familie, (oude, ongewapende mannen, vrouwen en kinderen) is op beestachtige wijze in de bersiaptijd afgeslacht. Hun lijken werden in stukken gehakt in de kali gedumpt. Wat waren we blij dat die “moordenaars” uit Holland orde op zaken kwamen stellen!!!!!
helemaal mee eens,mijn familie is ook afgeslag in de tjitarum gedumpt in Radjamandala.
Oostindie; ‘ego documenten van veteranen….die al jaren binnen handbereik lagen etc.’- Niet in gekeken omdat de generatie Indië gangers nog in leven waren! Dat tekent inderdaad de mentaliteit van onze historici! Bevreesd om de waarheid te be/erkennen; in 1969 Hueting tv.optreden, in de jr.’80 toen dr.L.de Jong( ook geen inzage gehad?) de Indische dl.11-14 van het Koninkrijk in de 2e Wereldoorlog presenteerde, 1994 het proces tegen Graa Boomsma, 1995 nav.het HM Beatrix bezoek aan Indonesië. Liever ‘witwassen van ons verleden’ dan de waarheid over Indië. Echter de nieuwe generatie historici roert zich!
” ‘witwassen van ons verleden’ ” Te vertalen met : geen belangstelling bij de Indische gemeenschap. Bent u al eens bezig geweest in die archieven?
@JASomers; ‘geen belangstelling bij de Indische gemeenschap’ – Witwassen= de waarheid/ eigen falen verbergen=goed praten wat fout is= de andere partij(de Republiek) schuld in de schoenen schuiven; door vooral feiten(!) niet te benoemen bv. de verloochening van het zelfbeschikkingsrecht-Atlantisch Handvest 1941(!).Nb de kern van het conflict. ‘bezig geweest in die archieven?’ – Waarom zou ik? Als iemand (techneut) die exact wil weten waarom het zo is gegaan, verwacht ik van historici/experts waarheidsvinding over datgene wat ons/mij is overkomen.
Ach, ik ben ook maar een techneut, geen archiefmuis. Daarom ben ik blij als er eindelijk geld vrij wordt gemaakt zodat de echte historici zich kunnen gaan bemoeien met onze geschiedenis. Wacht ik met belangstelling af.
@JASomers; ‘zodat echte historici etc.’ – Inderdaad! Daar ‘die oude garde’, zoals nu gebleken is, zich uitsluitend bezig hebben gehouden met de vraag; ‘hoe eea. aan het publiek te verkopen’=het witwassen van ons verleden! Bv. ook door de zgn. zich zelf noemende; revisionisten! Muv. dr.L.de Jong, die toen ook heel wat te verduren had, bij het verschijnen van de Indië dl.11-14. van die zgn. Indië betweters/veteranen. Toen was al het sterke vermoeden gerezen, dat er in Indië veel meer wan/ misdaden zijn gebeurd.
Excessen? Een uitvindsel van voormalige premier de Jong.
Beste mensen, wat mij zo moedeloos maakt is dat we allemaal in ons eentje proberen iets aan die absurditeit uit Den Haag te doen. Is er niet iets te bedenken om onze krachten te bundelen. Ik hoor het graag als iemand een idee heeft. Ik heb deze gedachte al neergelegd bij Moesson en Bronbeek, Moesson denkt na en van Bronbeek heb ik tot nu toe niks gehoord.
Hieronder mijn correspondentie met een ervaren journalist. Bij het onderwerp “Onderzoek dekolonisatie Indonesië” heb ik mijn brief MERDEKA geplaatst.
Hallo meneer Jaap,
Het is alweer een tijd geleden dat we contact hadden over uw boek De Djankriek.
Ik vraag nu weer uw aandacht voor het volgende bericht, dat gaat over het onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië, het zal u vast niet zijn ontgaan.
Vooral veteranen worden genoemd om een rol te spelen in een onderzoek dat helemaal niet door moet gaan.
Het zijn echter niet alleen de veteranen die geleden hebben onder het beleid van de toenmalige regering, een hele grote groep burgers is net zo, zo niet erger, door de mangel gehaald. En wie vertegenwoordigt hen?
Het is zo overduidelijk dat dit onderzoek er gaat komen vanwege de ijdelheid en broodnijd van enkele lieden. En die arrogante regering trapt er weer in, gewoon omdat zij zoals ondertussen iedereen toch weet, het gevoel met het volk kwijt is.
Het stoort mij enorm dat er nu zo gemakkelijk wederom een grote groep landgenoten pijn wordt gedaan en er wordt gesmeten met ons belastinggeld om geen enkele andere reden dan ijdelheid. Er is werkelijk geen ander mens die om dit onderzoek heeft gevraagd dan die er geld aan kan verdienen.
Om mijn ongenoegen te uiten, en in de hoop iets van het tij te keren en in ieder geval een beetje bij te sturen bijgevoegde brief, die ik zo breed mogelijk uitstuur. Want; wij zijn absoluut niet tegen onderzoeken; wij zijn tegen onderzoeken die slechts een klein deel van de waarheid vertellen en waarbij de hoofdschuldigen steeds buiten schot blijven.
Misschien kunt u een steentje bijdragen.
Met vriendelijke groet, Erik Becking
Van: Jaap
Dag Erik,
zeker ken ik je nog uit de tijd van De Djankriek.
Dankjewel voor de brief.
Interessante discussie.
Ik sta in deze aan de andere kant dan jij.
Ik ben voorstander van een onderzoek naar en/of althans van een confrontatie met het verleden, met het goede en het foute.
Daarbij moet wel de tijdsgeest in de gaten worden gehouden (de historie moet je in historisch verband bekijken) en moeten conclusies niet tot algemene waarheden worden verheven.
Ik ben vooral benieuwd welke mensen worden uitgekozen om het onderzoek te gaan doen.
En hoe de opdracht concreet vorm gaat krijgen.
Dat maakt ons ook al iets wijzer.
Los van het feit dat we er dus verschillend tegenover staan, sluit dat geenszins uit dat ik iets met de brief ga doen.
Sterke met je actie. Met groeten natuurlijk, Jaap
Erik aan Jaap
Hallo Jaap,
natuurlijk ben jij als nieuwsgierige journalist voorstander van een onderzoek, en het liefst had je het zelf willen doen. Het zou echter zomaar kunnen dat de drie instituten al een beeld hebben van hoe dat onderzoek eruit gaat zien. Ik heb ook een reactie gehad van Gert Oostindie, die heeft het over dat ‘ze gehamerd hebben op een objectiverend onderzoek’, dat ‘de tweede generatie-pijn hun welbekend is’ en dat ze die zullen meenemen in “ons verdere werk”.
Dat is één van mijn frustraties; die onduidelijkheid, het gaat over mijn identiteit en ik word er buiten gelaten, ik weet niet wat ze doen, ik moet maar afwachten. Het zou al helpen als ze dit project heel transparant zouden uitvoeren, dat ze een middel bedenken zodat wij continue kunnen meekijken. Ik heb het over ‘ik’, maar ik ben niet alleen hè.
Wat ik tegen dit onderzoek heb is deels van emotionele aard; morgenochtend moet ik 400 kilometer rijden om mijn oude moedertje weer een beetje op te fleuren, want die zit er alweer een hele week doorheen en dat is geen kletspraat, maar zo wordt dit gebeuren beleefd bij deze mensen, en dat doet zeer en als ik dat moet afwegen tegen het nut van deze exercitie dan kies ik voor mijn moeder en tante en ooms. Mijn tegenstem heeft ook een rationele kant; want dat ‘objectiverend onderzoek’ waar Oostindie zo op heeft gehamerd is een onmogelijkheid.
Jij hebt volgens mij genoeg kennis van de Nederlands-Indische geschiedenis om in te zien dat harde feiten over de misdragingen van de Indonesiërs niet boven water te krijgen zijn. Onze mensen die daarover kunnen getuigen zijn allemaal dood of waren te jong of teveel in doodsangst om betrouwbare feiten te geven. En van de Indonesiërs hoef je niks te verwachten.
Maar goed; ik ben geen Don Quichote; dat onderzoek zal toch wel door gaan, daarom span ik mij in voor een objectief onderzoek, waarbij alle kanten worden belicht, ook de voorgeschiedenis, vanaf JP Coen, want daar ligt de kiem van dit drama.
Sorrie voor het lange verhaal, maar het zit me hoog.
Prettige avond, Erik
@ErikBecking; ‘die absurditeit uit Den Haag’ – Dat wordt nu (eindelijk) onderzocht. Die leidende politici; Beel, Drees sr. die nb. net na een wereldoorlog/nazi bezetting, een oorlog startte in Indië met als voorwendsel; Indië bevrijden, orde en rust etc.
Resulterend in een blamerende overdracht te Batavia 29 dec.1949 waar onze driekleur onder gefluit en gejoel door honderdduizenden Indonesiërs werd gestreken.
Een ‘politionele oorlog’ die duizenden slachtoffers heeft gemaakt, aan weerszijden.Aan Indonesische kant een veelvoud! Met oorlogsmisdaden over en weer. Waarna daarna die aanstichters uit Den Haag zich stil hielden/weg keken voor de gevolgen van dit echec.
Nu na meer als een halve eeuw na dato volgt dan de ontknoping……
‘ook de voorgeschiedenis, vanaf JPCoen etc.’ – Nou liever niet, want dan duurt dit onderzoek nog langer dan 6 jaar!
Dat geloof je toch zeker zelf niet, RLMertens! Een onderzoek als deze hoort holistisch te zijn. En dat is in dit geval onmogelijk. De dekolonisatie van Indonesië is resultaat van eeuwenlang Nederlands beleid. Slechts kijken naar de laatste jaren is niet voldoende om alles boven water te krijgen. En zelfs de zaken in die laatste jaren zijn onmogelijk als geheel te belichten. Daarom is het een onmogelijk onderzoek, waar slechts een paar mensen belang bij hebben; hobbyisten en zg. rechtsgeleerden. Dit heel in het kort en daardoor een beetje krom en onvolledig. Maar meer is deze kwestie aan woorden ook niet waard.
“vanaf JPCoen etc” dat hoeft niet meer hoor. Er is vorig jaar een keurige biografie van JPC verschenen. Heeft u die al gelezen? Om te weten waar het over gaat. Als u even wacht zit die in de ramsj, lekker goedkoop. Geen belangstelling bij de Indische gemeenschap.
“blamerende overdracht te Batavia 29 dec.1949 ” Beter lezen! Het was 27 december 1949, 10.17 uur, in het Paleis op de Dam, in Amsterdam. In het NA (in Jakarta ook, maar dat is een beetje ver weg), kunt u alle handtekeningen zien. Plus de vriendelijke woorden van minister-president Hatta. En in Batavia> Jakarta werd om 17.51 de Nederlandse vlag van het paleis Koningsplein gestreken en de Indonesische vlag gehesen. Redevoeringen werden gehouden door de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon Lovink en de sultan van Djokja als vertegenwoordiger van de Verenigde Staten van Indonesië. In staatkundige zin heeft dus zoals het hoort de eigenlijke soevereiniteitsoverdracht in Nederland plaatsgevonden; in Indonesië vond de gezagsoverdracht plaats door het tekenen van het protocol van de bestuursoverdracht. Dat is waar het om gaat, dat het volk blij is, komt mij normaal voor.
@ErikBecking; ‘holistisch’ – Waarom/waarvoor? Het is juist dat politiek(!) beleid van ’40-’49 dat funeste gevolgen had. En feitelijk die hele ‘koloniale geschiedenis’ heeft getekend/gebrandmerkt. Immers een goed einde dwz. de erkenning van het door Nederland in 1941 ondertekende Atlantisch Handvest; elk volk heeft het zelfbeschikkingsrecht(!) en een overdracht; zonder een oorlog(!), had wederzijds een gunstiger kijk/gevoel gegeven over dat verleden van 300 jaar. En dat hebben de Britten met India bereikt! Ze gingen uit elkaar met een parade. En India is, nu nog(!), lid van het Gemene Best met de koningin als opperste gezagdraagster. Let wel; alle Britse ex koloniën, zelfs Pakistan, zijn nu nog lid van het Gemenebest. En dat gegeven werd, bij mijn gesprekken met vele Indonesiërs/generatie genoten, veelal bevestigd. Achteraf praten? Neen hoor. Juist in die woelige periode ’45 wezen vele Nederlandse prominenten hierop; JdeKadt, vRandwijk, Wertheim ea. Zelfs de Britten hebben in Batavia sept.’45 hierop gewezen. ‘alleen van belang voor hobbyisten en rechtsgeleerden’ – Hoezo? Die laatste fase/ ellende is ons/mij overkomen. De oorlogsmisdaden over en weer zijn reeds ter sprake gekomen. De politiek/aanstichters heeft/hebben in al die jaren gezwegen/weg gekeken. Het wordt tijd deze lieden met naam en hun daden te benoemen! En in onze geschiedenis vast te leggen. Zou dat er van komen….?
Zij die ons; aan de verkeerde kant van de geschiedenis hebben gebracht.
@JA Somers; ‘beter lezen’ – Ach, voor hen die het meemaakten is deze pijnlijke datum in hun geheugen gegrift. Liever praat men over de overdracht in Amsterdam, dat in wezen een administratieve afhandeling is van de proklamasi 17 aug.1945. Waarbij Hatta zijn finest hour beleefde met inderdaad ‘vriendelijke woorden’. Gezeten naast HM de koningin en zowaar Drees sr. Die indertijd in ’47 te Batavia bij de aanvang van de ‘1e politionele actie’ nog uitriep; ‘ónze jongens zijn toch niet voor niets naar Indië gekomen’. Een waardig afsluit van zijn beleid? Maar het gebeurde op 27 dec.(!)te Batavia, zelden op onze tv. vertoond, daar vierde de Republiek en het volk; de overwinning. Toen de driekleur plaats maakte voor merah poetih kende de vreugde geen grenzen. Vooral toen Soekarno het podium betrad en …merdeka uitriep! Ambassadeur JGBeus, die het meemaakte; ‘de aanwezige Nederlanders sneed het uiteraard door de ziel’. Onze vertegenwoordiger van de kroon Lovink verliet nog op dezelfde dag Indonesië. Wat er van hem geworden is …..ik zou het niet weten.
“Ze gingen uit elkaar met een parade” Ja, ze waren blij! Konden ze elkaar eindelijk ongestraft uitmoorden, kinderarbeid invoeren en vrouwen aanranden.
@JASomers; ‘ongestraft uitmoorden, kinderarbeid invoeren en vrouwen aanraden’- ?? Kennelijk ‘is daar iets groots’ gefrustreerd geraakt.
Fokke en Sukke zijn hun ster kwijtgeraakt. Het is duidelijk: De Michelingids staat aan de verkeerde kant van de geschiedenis.
Laat ik nu eens aannemen dhr Becking de stem des Volkes is, het onderbuikgevoel.
Ik kijk dan naar zijn wat loze argumenten (!) :
…….en het liefst had je het zelf willen doe…….(veronderstelling)
…….Het zou echter zomaar kunnen dat de drie instituten al een beeld hebben van hoe dat onderzoek eruit gaat zie…… (veronderstelling)
……… die onduidelijkheid, het gaat over mijn identiteit en ik word er buiten gelaten, ik weet niet wat ze doen, ik moet maar afwachten …(onduidelijkheid? en het inzicht?) )
……Het zou al helpen als ze dit project heel “transparant” (wat heet transparent)
…….want dat ‘objectiverend onderzoek’ ……….. is een onmogelijkheid (wat is objectiverend?)
…….de misdragingen van de Indonesiërs niet boven water te krijgen zijn. …….(moreel gelijk)
…….Onze mensen die daarover kunnen getuigen zijn allemaal dood of waren te jong of teveel in doodsangst om betrouwbare feiten te geven……. En van de Indonesiërs hoef je niks te verwachten. (moreel gelijk en veronderstelling)
….. in voor een objectief onderzoek, waarbij alle kanten worden belicht, ook de voorgeschiedenis,
van(wat heet objectief?)
……vanaf JP Coen, want daar ligt de kiem van dit drama……. (wij gaan terug in de tijd)
Volgens de stem des Volkes is er inzicht in zijn wat onsamenhangend verhaal, wat heet!
Dat laatste is wel het drama en het gemis van de stem des Volkes.
Het gaat n.l.om het inzicht in de dekolonisatie, dat is het breekpunt in de Geschiedenis en dat geeft wrevel, hartzeer. Daarover dient helderheid gegeven te worden wat veronderstelt een beschrijving van de dekolonisatie en dat ontbreekt in de discussie.
En daarom is onderzoek nodig.
“JP Coen, want daar ligt de kiem van dit drama” Welk drama? Op de tijdlijn toch de stichter van een handelsrijk in Azië? Door Indonesië is een deel daarvan overgenomen als RIS? Met als hoofdstad Batavia, gewoon door Indonesië overgenomen als hoofdstad Jakarta? In de periode JPC zijn vele slachtoffers gevallen. In de periode RI en RIS zijn vele slachtoffers gevallen. Geschiedenis herhaalt zich.
@JASomers; ‘ In de periode RI en RIS zijn vele slachtoffers gevallen.’
– Eindelijk gemoedsrust gevonden.
“Eindelijk gemoedsrust gevonden” Voor mijn tantes en oma inderdaad, ja. Nu nog die verzuurde reageerders.
De heer Vrijburg heeft zijn ” complottheorie ”
eerst voorgelegd aan de hoogleraren geschiedenis in Amsterdam , Utrecht en Leiden ,
voor hij publiceerde .