‘Kindsoldaat in dienst van het KNIL’

“Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) rekruteerde in de Tweede Wereldoorlog extreem jonge kindsoldaten op Java. De jongste claimt zeven jaar oud te zijn geweest toen hij aan de slag ging op de kazerne.” Aldus De Telegraaf van vandaag, donderdag 17 december 2015.

De bron van het bericht blijkt het Indisch Platform te zijn. Woordvoerster Peggy Stein van het IP meldt dat drie van de circa 500 mensen die nu in aanmerking komen voor de zogenaamde backpay uitkering tijdens de oorlog zwaar minderjarig waren. “Een was zelfs pas 7 jaar oud, de oudste minderjarige was 15 jaar,” zo concludeert zij. Het platform verwacht dat de lijst minderjarigen nog langer is zodra de circa 1000 nog levende rechthebbenden op de uitkering zich allemaal hebben aangemeld.

Laurens van Akkeren (foto: Jos Schuurman)

Laurens van Akkeren (foto: Jos Schuurman)

Verder in de Telegraaf lezen we een eerste reactie van het NIOD. Woordvoerder Peter Keppy laat weten bekend te zijn met gevallen van jongens van 16 of 17 jaar, maar jonger niet. Tevens een interview met de heer Laurens van Akkeren (80), de man die stelt dat hij als 7-jarige krijgsgevangen werd gemaakt. Enkele citaten:  

‘”Ik woonde in de jaren 1941 en 1942 met mijn vader, moeder en broer op een steenworp afstand van de kazerne. Het KNIL riep alle volwassen mannen op voor mobilisatie. Mijn vader meldde zich aan, en ik volgde hem. Als jochie kwam ik zo terecht op de kazerne in Salatiga op Java. Het KNIL kon me gebruiken.”

De jongeren werden volgens Van Akkeren onder meer ingezet voor de bewaking van de kazerne. Later verrichtte de jonge Laurens ook hand-en-spandiensten bij het beladen van vrachtwagens voor het KNIL. “We kregen een soort kaki uniform aangemeten, waarmee je je wel echt militair waande. Dat vind je als jong knaapje best spannend. Het was hard werken.”‘

Tot zoverre lijkt zijn verhaal niet onwaarschijnlijk. We zien hier een jongetje van 7 jaar klusjes verrichten voor de in Salatiga gelegerde militairen. Let wel: vóór de oorlog.

‘Een klein  bakje rijst met wat prut’

Bij het vervolg van het verhaal heeft Van Akkeren last van zijn geheugen:

‘Van de Japanse invasie op Java kreeg Van Akkeren naar eigen zeggen weinig mee: “Je bent een kind en kunt totaal niet inschatten wat er nou aan de hand is. Ik merkte wel dat er plotseling rollen prikkeldraad werden gelegd om ons legeringsgebouw. En de omstandigheden werden in rap tempo slechter. Ik heb jaren geleefd op een klein bakje rijst met wat prut. Het was een erge tijd, waarvan ik veel details heb verdrongen.”

Van Akkeren herinnert zich nog wel dat zijn vader en oudere broer, die ook op de kazerne werkten, plotseling verdwenen. “Ik zat daar dus moederziel alleen als jonge jongen. Ik ondervond veel steun van medegevangenen, die denk ik niet meer in leven zijn.” Pas jaren na de oorlog werd hij herenigd met zijn vader en broer.’

Tot  zover het verhaal van de ‘kindsoldaat’. Van Akkeren zegt dus dat hij de gehele oorlogsperiode gevangen heeft gezeten omdat hij werkte voor het leger. Vader en oudere broer verdwenen uit het zicht, en medegevangenen zullen zijn overleden.

De feiten

Welke informatie vinden we op het internet? Laurens van Akkeren (1935) was de eerste zoon in het huwelijk van autohandelaar/monteur Johannes van Akkeren en Elvira van Bronckhorst in Salatiga. Hij had nog een jonger broertje, Eduard Rudi (1937). Mogelijk in 1941 scheidden Laurens´ ouders. Zijn vader, opgeroepen ten tijde van de mobilisatie, werd gelegerd in Bandoeng. Het contactadres dat deze bij zijn krijgsgevangenschap aan de Japanners opgaf, was niet dat van zijn ex-vrouw, maar dat van zijn eigen vader, Laurens´ opa.

Keren we terug naar het interview. Zijn vader verdween dus niet tijdens de oorlog, zoals Van Akkeren nu zegt, maar ruim daarvoor, om reden van de scheiding en verblijf in KNIL-kampement in Bandoeng. Laurens had ook geen oudere broer, maar slechts een jonger broertje.

Wat klopt er nog meer niet? In Salatiga waren geen krijgsgevangenkampen, maar slechts burgerkampen. Er kan dus hooguit sprake zijn geweest van burgerinternering, hetzij tijdens de Japanse periode, hetzij – meer waarschijnlijk – in de bersiapperiode. Natuurlijk is dit alles erg genoeg, daar gaat het niet om, maar het Telegraaf-verhaal strookt niet met de feiten.

Van de 500 bij het Indisch Platform bekende namen zouden drie afkomstig zijn van minderjarigen. Het verhaal van de 7-jarige Van Akkeren gaf mede aanleiding tot het bericht dat het KNIL werkte met ‘extreem jonge kindsoldaten’. Voor zover bekend werden jongeren gerekruteerd, ja. Dat gebeurde echter steeds op basis van vrijwilligheid. Sommige jongeren deden zelfs hun best om ouder te lijken dan ze in werkelijkheid waren. We hebben het dan echter steeds over 16 à 17-jarigen, misschien een enkele 15-jarige. Het verhaal van Van Akkeren staat echter mijlenver van deze werkelijkheid, en kan nooit als voorbeeld dienen.

Van Akkeren geeft zelf aan dat hij veel is vergeten. Dát nu is een waarheid waar beter naar had moeten worden geluisterd.

x

Nawoord:
We zagen nog een ander bericht in de Telegraaf over het hoofd. Onder de titel ‘Opheldering’ schreef de parlementaire redactie van het blad:

“Nederland moet een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de Nederlandse rol in Indonesië vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan de onafhankelijkheid. Daarvoor pleiten SP en D66 naar aanleiding van het nieuws dat het KNIL in het begin van de Tweede Wereldoorlog kindsoldaten heeft geworven. Het  moet een grondig onderzoek worden, vinden de partijen, onafhankelijk van de ministeries. Ook de PVV roept het kabinet op opheldering te verschaffen. “Minderjarigen zijn ingezet als kanonnenvoer”, zegt SP-kamerlid Van Bommel. “Het is eigenaardig dat het kabinet ruiterlijk erkent dat het nog nooit heeft gehoord van kindsoldaten in het KNIL. Hieruit blijkt maar weer dat er veel niet is opgehelderd over de koloniale periode vanaf de Tweede Wereldoorlog. Daarom willen we een onafhankelijk onderzoek.” Het NIOD zou dat onderzoek kunnen doen. Kamerlid Sjoerdsma noemt de aanwijzing voor het ronselen van kindsoldaten door het KNIL ‘onthutsend’.”

Commentaar van Java Post: ‘Onthutsend’ hoe snel meningen worden verkondigd zonder dat men weet heeft van de feiten. En al even onthutsend hoe de verwarde herinneringen van een oude man kunnen leiden tot een parlementaire discussie waarin zonder enige terughoudendheid woorden als ‘ronselpraktijken’ en ‘kanonnenvoer’ worden gebruikt.

x

Dit bericht werd geplaatst in 2. Japanse Bezetting, 1942-1945 en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

10 reacties op ‘Kindsoldaat in dienst van het KNIL’

  1. F.Castens zegt:

    Ik ben F.Castens stamboek nr 28421
    Ik diende van maart tot september 1940 en tijdens de mobilisate in 1941 als milicien bij de 2e afdeling Bergartillerie in Salattiga.
    Ik ben 94 jaar oud en ik heb grote twijfels bij het verhaal over de kindsoldaat.

  2. Jacques Wolff zegt:

    Een van de vele pogingen om Het KNIL te criminaliseren.

  3. van den Broek zegt:

    Gotfried Coenraad Ernst van Daalen (1836-1889) deed er zijn intrede al op vijftienjarige leeftijd als cadet van de infanterie op de KMA, maar werd het volgende jaar bestemd voor het Oost-Indische leger. (zie home.ie.nl). Cadetten vallen dacht ik onder de Krijgstucht, dus zijn soldaten in de zin der Wet.

    Hij is de vader van de bekende misschien beruchte en gelijknamige Gotfried Coenraad Ernst van Daalen (1863-1930). De bloedige periode Van Daalen als Gouverneur van Atjeh is de geschiedenis ingegaan als de Van-Daal-isme periode. In Atjeh is zijn naam nog steeds bekend, men spreekt er van de tijd “voor” Van Daalen en “na” Van Daalen. Een 2e Kamerlid in 1903 noemde hem de Alva van Atjeh en dat zegt toch al genoeg…

    Hoezo één van de vele pogingen om het KNIL te criminaliseren?

  4. Wal Suparmo zegt:

    HERRINERING AAN DE WW II.
    Wat mij met weemoed laat terug denken is geen maan verduistering maar een andere zoort verduistering Het begon met de LBD( Lucht Bescherming Dienst) en soms kwaadaardig verbogen wordt tot LURAHE BUTUH DUWIT, als hij met een lijst van door to door komt voor een donatie van een of andere project in de kampung. De LBD gegon met een regeling dat alle lampen terverduisterd moesten worden.Speciale lampekappen van blauwkarton moesten aangebracht worden voor lampen buiten huis.Alle lampen van straat vervoer dienenn beschermd te worden met een een apparaat dat alleen maar en spleet van licht door kan scheinen. Ook alle lucht gaten van huizen moeten bedekt/gesloten worden zo dat bij nacht lucht alarm geen licht door kan scheinen.Wij als kleine kinderen moesten altijd een BOMBERCAKE van rauw rubber in de zakken hebben plus een honden ketting en affiece met onz namen en adrres er op.Ook moesten wij pannen en potten gereed tehebben voor gebruik tijdens een lucht aanval.Huizen en gebouwen werden groen of blauw geverfd en schuilkelders gebouwd. Maar dat alles helaas te vergeefs was.Anders dan de KUZUGEIHO van de Jap.Waar elk huis een zandbak moet hebben, Ook een drum of ton met water Een haak en een bambu stok met een bambu waair aan het eind om de brand te blussen. KEIBODAN mensen gingen op de fiets door de staaten van de kampung met te schreewen ” SEMOEA LAMPOE MOEST DIBIKIN MATI:!” en als er nog een lamp brand zo als bij Pater Alesius Suparman van de de Kalisari Kathedraal die zijn WC lamp vergat uit temaken.Direct naar de Kenpetai gesleep ( die hem verdacht opzettelijk een teken te geven aan de Gealieeerde bombers), voor en WATERTREATMENT dat is zijn maag werd volgepompt met een slang water en dan zijn buik met de laarzen van de Jap plat getrapt te worden..Hij was naderkand in zijn ( korte) leven, nooit boven op gekomen en kon alleen maar liquide en zacht voedsen kon innemen. Dus geen maand verduistering maar luchtaanfal verduistereing tijden de oorlog.

  5. RLMertens zegt:

    Kind soldaten bij het Knil? Op foto’s in het militaire blad; de Wapenbroeder ’46- ’49 is te zien; soldatenkind/ kindsoldaat van/bij diverse KL regimenten/onderdelen. Als mascotte. Ze kregen een complete uniform en werden door hun meerdere/ ‘vader’ verwend/geknuffeld; ontvingen soldij/zakgeld Verhuisden mee bij overplaatsingen etc.. Marcheerden mee bij parades oa gezien in Soerabaja, Koninginnedag op 31/8’48. Er liep/marcheerde zelfs een dier/een bok mee ( ‘Kees de Bok’) bij het muziek corps van de 7e December divisie. Keurig in pas en ‘hoofd rechts’!, bij het passeren van de legerleiding.

    • Wal Suparmo zegt:

      In SALATIGA hadden wij naast de kazerne BERG ARTTELLIE(A II BG) gewoont. Dat bestaat uit 4 stuks kanonnen 7 cm,Boffors geschut met een batterijstaf AVP en alle spoorten perzoneel van de adm, versorg perzoneel, keuken en ziekte perpleging, Een paar anti tank kanonnen en mittrailerer schutters. van af kaliber 12,7 to watermantels.En een tiental paarjes en 140 voertuigen bestgaande uit vrachtwagens en motor fietsen.Een paar tientallen jongen liepen in de kazerne rond maar ongewapend.Misshien waren ze voorlopers van de Japanse TOBANGS die alle soort karwijtes moesten doen van koerier tot eten bezorger de voetuigen en kazerne schoonmaak..Allemaal onder een Kolonel H.VAN PRaAG. Die op 26 Februari 1942 hadden ze nieta anders gedaan dan in convooi( behalve de paarden) te rijden van Eretan dan Semarang en Blora en Tjlatjapmaar geen en enkel schot hadden gelost tot dat ze op 9 Maart 1942 opdracht hadden gekregen van generaal majoor P.D Cox ( commandant artelierie) , voor overghave.

    • Jan A. Somers zegt:

      En bij het begin van de voetbalwedstrijd lopen de spelers hand in hand met de kindvoetballers. In uniform! Welke club voert ook alweer een roofvogel mee? (vraag aan de voetballers in de zaal).

  6. Bert de Jong zegt:

    Ter informatie: Dhr. Van Akkeren is vorige week overleden.

Plaats een reactie