Een zonderling testament

Op 3 maart 1928 verscheen in de Indische Courant het volgende bericht onder de titel ‘Een zonderling testament’:

“Donderdagmiddag werden de ingezetenen van Madioen opgeschrikt door de mare, dat mejuffrouw Manuel plotseling was overleden. De ontslapene was een ietwat excentrieke vrouw, en algemeen bekend als Mary Manuel. Zij bewoonde een diep in een dicht begroeiden tuin gelegen huis aan de Residentslaan, geheel alleen, zonder bediende of huisgenoot. Nu had wijlen mej. Manuel sinds enige jaren bij een dame een abonnement voor eten, dat elke dag omstreeks twaalf uur door een katjong werd bezorgd. Als de volle etensdrager werd gebracht, werd de schone weer meegenomen.

“Ze troffen haar aan, levenloos, in die grote lege woning.”

Den 29ste nu, had de knaap als gewoonlijk het eten op de tafel in de achtergalerij gedeponeerd, doch vond niet, als gewoonlijk, de lege rantangs. Dus kreeg mej. Manuel de 1ste maart haar portie in een reserve-etensdrager toegezonden, doch wie schetst de verbazing en schrik van den katjong, toen hij het eten van den vorige dag onaangeroerd vond. Weliswaar stonden de deuren open, en waren de ramen slechts op een kiertje na gesloten, maar de knaap sloeg de angst zo zeer om het hart, dat hij het raadzamer achtte, zijn meesteres te waarschuwen. Deze kwam dan ook, trad het huis binnen, begaf zich naar de kamer van mej. Manuel, om slechts haar lijk aan te treffen, in kennelijke staat van ontbinding. Onmiddellijk is toen de politie gealarmeerd; het hoofd van plaatselijk bestuur, politie, medicus, agent der Wees- en boedelkamer, allen waren spoedig daarna in het sterfhuis gearriveerd. Men kon slechts de dood constateren.” 

Het testament

Mejuffrouw Manuel bleek een natuurlijke dood te zijn gestorven. In een lade van de wastafel werd haar testament gevonden, opgemaakt door een notaris uit Ngawi. Een ‘zonderling’ testament, aldus de krant:

“De gehele erfenis, met uitzondering van een legaat, wordt aan de gemeente Madioen nagelaten, onder voorwaarde, dat: ad 1: de gemeente voor de begrafenis zorgt en de gemeenteraadsleden de overledene vergezellen zullen naar haar laatste rustplaats; ad 2: op de plaats, waar thans haar woonhuis staat, een schouwburg zal worden gebouwd, uit de eveneens door haar nagelaten bare fondsen, naar schatting twintig mille bedragende; ad 3: dat vóór in het gebouw een gedenkplaat aan de schenkster zal worden aangebracht, terwijl binnen in de toneelzaal een levensgrote beeltenis zal moeten worden gehangen als blijvend aandenken; ad 4: dat van de huur van het theatergebouw en het mede tot de nalatenschap behorende perceel, waarin thans de huishoudschool is ondergebracht, de belasting, verponding en andere lasten worden bestreden, en eventueel een reservekapitaal voor den schouwburg wordt gevormd; ad 5: de opbrengst der vendutie van de juwelen worden besteed voor een grafmonument, volgens bepaald aangegeven model, en geplaatst op de laatste rustplaats van haar en haar moeder.”

Zou de gemeenteraad niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, dan verviel de nalatenschap aan het rooms-katholieke weeshuis. Echter ook in dát geval golden de zelfde voorwaarden, met uitzondering van punt 1. Mocht ook het weeshuis niet aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen, dan verviel de gehele erfenis aan een stiefbroer van de overledene, de hoofdambtenaar MacLeod Manuel te Bandoeng. Tot executeur-testamentair waren benoemd de pastoor van Madioen en de voorzitter van de gemeenteraad. De gepensioneerde opzichter-machinist Manuel, een neef, kreeg een legaat van duizend gulden met de verplichting, dat hij nauwlettend toezag op een correcte uitvoering van de wilsbeschikking.

“Een eigenaardig testament dus”, schreef de Indische Courant, “zij het niet onverwacht, want de inhoud was reeds lang voor het verscheiden aan enige personen bekend. De vraag is nu, of de gemeenteraad de nalatenschap zal aanvaarden. Doet het college dit niet, dan verspeelt het een gift van om en nabij de tachtig mille. Een ton dus bijna, opeen kleinigheid na, geheel ten faveure van het algemeen belang.”

Wie was Mary Manuel?

Uit de volgende berichten bleek hoe zeer de lokale bevolking opeens interesse had in het voorval. Wie was eigenlijk Mary Manuel?

“De overledene, Mary Manuel, was een ietwat zonderlinge vrouw. Zij was wel verre van onbemiddeld, bezat een mooi herenhuis op het gunstigste punt der stad, bewoonde zelf een huis, behorende bij een prachtig perceel, zij het dan ook, dat bedoeld erf grenzeloos verwaarloosd was. Geheel alleen, zonder enige hulp van familie, kennissen of bedienden, woonde zij daar, onbeschrijflijk zuinig, op het gierige af, zichzelf elk comfort ontzeggend, en alleen toegevend aan haar enige liefhebberij: de bioscoop. Zij woonde iedere voorstelling bij, gekleed in de mode van een halve eeuw geleden: sleepjapon met hoog keurslijfje. Ook een piano had de overledene, en vaak hoorden de omwonenden in het holst van den nacht uit het huis, waar slechts een karig licht brandde, plotseling muziek opklinken…”

Haar liefde voor de kunst, zo werd verondersteld, moet toch wel het hoofdmotief zijn geweest voor de schenking. Ze was een regelmatig bezoeker geweest van de zogenaamde Kunstkringvoorstellingen in de Apollo Bioscoop, maar was later met deze Kunstkring gebrouilleerd geraakt. Het was haar gewoonte om ruim voor de aanvang van de voorstellingen in het theater te arriveren, en dan een hele rij stoelen voor zich alleen te eisen door daarop een tas, een sjaal, een pajong, een hoed, weer een sjaal en nog wat andere artikelen te deponeren. Toen daar uiteindelijk iets van werd gezegd, ontstond ruzie.

Mary liet zich niet de kaas van het brood eten. Meermalen had ze met de gemeente ook in de clinch gelegen over gemeenteverordeningen met betrekking tot de bestemming van haar erf.

Juist door dit karakter van haar was bij sommige gemeenteraadsleden sprake van knarsetanden. De verplichting om haar naar haar graf te dragen werd gezien als de wens van iemand die persé het laatste woord wilde hebben. Ze achtten de voorwaarde eigenlijk onacceptabel, maar ja, door zó iets onnozels een forse erfenis verliezen?

Gemeenteraadsvergadering

Bij de beslissing moest haast worden gemaakt, want mejuffrouw Manuel was al een paar dagen dood. Een speciale ingelaste openbare raadsvergadering moest uitkomst bieden.

“De voorzitter, assistent-resident De Man, wees op de tegenzin die zich reeds dadelijk na bekendmaking van enige leden had meester gemaakt. Zij achtten het niet in overeenstemming met het prestige van den gemeenteraad om een persoon, die haar gehele leven diezelfde gemeente onnoemelijk veel hoofdbrekens heeft bezorgd, bij haar sterven zulk een officieel eerbetoon te bewijzen, alleen omdat zij de gemeenschap in haar testament had bedacht. Wilde de overledene dat eerbetoon op die wijze betalen? Anderzijds waren er leden, die aanvoerden, dat mej. Manuel misschien met haar schenking al het ongerief heeft willen goedmaken, en in de overtuiging, dat niemand anders haar naar haar graf zou vergezellen, de voorwaarde heeft gesteld, dat althans de gemeenteraadsleden, zijnde vertegenwoordigers der door haar bedachte gemeenschap, voor en namens die gemeenschap, haar de laatste eer zouden bewijzen. Daarin stak toch geen belediging, want niemand wil zelfs bij zijn dood openlijk beschouwd worden als iemand die niet meetelde in het leven.”

Na een bestudering van de juridische consequenties, en aandringen van de voorzitter, zwichtte uiteindelijk het laatste gemeenteraadslid, ‘in het algemeen belang’. Deze gunstige wending bracht een merkbare opluchting teweeg. Onder het in grote getale aanwezige publiek werd een collecte gehouden voor een grafkrans.

De begrafenis

De volgende morgen werd mejuffrouw Manuel ter aarde besteld.

“Reeds vroeg was het voor het sterfhuis een drukte van belang. Drommen Inlanders stonden en zaten op de komende dingen te wachten, bloemen werden aangebracht, tot verwondering van het publiek. Om half elf arriveerde de lijkwagen en successievelijk kwamen ook de belangstellenden: de resident, de assistent-resident, de gemeenteraad au grand complet. Enige ingezetenen schaarden zich in de stoet, die veel bekijks trok. De lijkbaar was bedekt met een zevental kransen, waaronder een van de gemeenteraad, enige van de ingezetenen, en één van het Indisch Europees Verbond.

Op de dodenakker hadden zich reeds een aantal belangstellenden verzameld, zodat Mary Manuel toch nog een begrafenis heeft gekregen, zoals zij het misschien in haar stoutste dromen niet heeft kunnen denken. Het oudste gemeenteraadslid sprak een dankwoord, er werden bloemen gestrooid. Het enige familielid, de gepensioneerde opzichter-machinist Manuel, die bij de laatste wilsbeschikking was aangewezen om toe te zien, dat de voorwaarden stipt ten uitvoer werden gebracht, was niet aanwezig.”

Het graf van Mary Emmy Jozephine Manuel en haar moeder Elisabeth Jensen

Het graf van Mary Emmy Jozephine Manuel en haar moeder Elisabeth Jensen

De Indische Courant besloot met de gedragen woorden: “De as van mej. Manuel is bijgelegd in den kelder, waar ook haar moeder rust. God hebbe de ziel van deze beklagenswaardige vrouw, die met haar rijkdom aan aardse goederen nog armer was dan de armsten.”

Mary Manuel werd begraven zoals zij dat gewenst had. Haar graftombe was zoals aangegeven: gemaakt van gepolijst zwart gespikkeld graniet. Het droeg een zuil met daar bovenop een gesluierde urn, en had het eenvoudige opschrift: “Hier rusten Mary Emmy Jozephine Manuel en haar moeder Elisabeth Jensen.”

Het theater

Een half jaar na de dood van Mary werd de erfenis aan de gemeente toegewezen. Om te voldoen aan de condities van het testament ging de gemeenteraad nu op zoek naar een aannemer. Niet alleen zou op het perceel aan de Residentslaan een schouwburg moeten verrijzen, maar er werden ook plannen gemaakt voor de bouw van een nieuw gemeentehuis. Uiteindelijk viel de keuze voor beide projecten op architectenbureau Fermont en Cuypers uit Weltevreden, Batavia. De kosten van het theater waren iets hoger dan de opbrengsten uit de nalatenschap van mejuffrouw Manuel, reden waarom de regering werd verzocht – in verband met het algemeen belang – af te zien van het heffen van successierechten.

Het Theater

Het Theater

In augustus 1930 werden beide gebouwen in gebruik genomen. Het theater – voornamelijk bedoeld voor bioscoopvoorstellingen – werd ingewijd met een toneelvoorstelling `Het Spookhuis’ van Henri van Wermeskerken, uitgevoerd door een lokale toneelvereniging. In een openingswoord dankte de burgemeester Schotman Mary Manuel voor haar schenking. In verband met de verjaardag van  Koningin Emma, werd door het hele publiek om 12 uur nog het „Wilhelmus” gezongen.

In 1937 verscheen in het Soerabaijasch Handelsblad een artikel onder de titel “Hoe de gemeenteschouwburg de naam kreeg van Mary Theater”. We moeten aannemen dat dit de gebruikelijke naam is geweest, alhoewel eerder in de pers ook een foto van het gebouw werd getoond met als onderschrift ‘Cecilia Theater’. Het zijn slechts details. Na de oorlog had het gebouw nog steeds een bioscoopfunctie, en ging het door het leven als ‘Bioskop Lawu’. Rond 2003 werd het gebouw gesloopt om plaats te maken voor een winkelcentrum.

x

Nawoord
Over de familiegeschiedenis van Mary Manuel nog het volgende.
De eerste Manuel in Indië, bekend uit de familieverhalen, was vermoedelijk een Portugees en woonde in Midden-Java. Hij had een dochter en twee zoons. De dochter trouwde met de bekenden Dorrepaal in Semarang, de stichter van de Dorrepaalsche bank, waarvan het faillissement vele Vorstenlandse landhuurders in moeilijkheden bracht. De zoons, August en Karel, gingen naar Nederland. Hun vader was een bemiddeld man. Karel studeerde in de rechten en kwam naar Indië terug; hij is de stichter van de andere tak. August bleef in Nederland en trouwde met mej. Mac Leod, een tante van de latere vice-admiraal. Zijn zwager Dorrepaal haalde hem echter over naar Indië te komen, bewerende dat hij met zijn kapitaal beter hier dan daar kon leven. Boven had hij een pracht van een land voor hem te koop. August kocht van zijn zwager het land Djongrangan in Solo met het gevolg dat hij al zijn geld kwijt raakte, want het land bleek volkomen uitgemergeld. Hij werd een arm man, doch hij werkte zich er weer boven op. Hij werd aannemer bij de aanleg van de spoorwegverbinding tussen Madioen en Solo. Zo vestigde de familie Manuel zich in Madioen, waar het huis gekocht werd, dat nu de gemeenteschouwburg is.

Bioskop Lawu

Bioskop Lawu

De heer August Manuel, gehuwd met mej. G. Mac Leod, kreeg een zoon, Josef August. Uit diens huwelijk met mej. Elisabeth Jensen is te Solo in 1868 Mary Manuel geboren. Het huwelijk werd door echtscheiding ontbonden en de heer Manuel trouwde achtereenvolgens met Koosje Logeman, die stierf, met mej. E. Bodemeijer, die ook overleed en de zoon Joseph August Mac Leod Manuel naliet, en met mej. Ambrosia Nettekoven. Deze werd zonder kinderen zijn weduwe. De grootvader A. Manuel overleed in 1889, waarna zijn weduwe te Madioen bleef wonen. Zijn zoon Josef August woonde in zijn laatste levenslaren te Modjosari, doch stierf in het huis zijner moeder te Madioen in 1902. Een jaar later overleed de grootmoeder, waarna haar kleinkind Mary, die met haar moeder te Solo woonde, het huis erfde. Mary´s moeder stierf in 1917. Mary bleef alleen achter in het grote huis. Naar men zegt is zij ooit verloofd geweest met een arts uit Solo, maar deze zou haar in de steek hebben gelaten. “Dat zij eens bemind geworden is”, schreef later het Soerabaijasch Handelsblad, “lijkt ons alleszins mogelijk na beschouwing van een portret dat van haar op 21-jarigen leeftijd is gemaakt. Een vriendelijk gezicht, een goed figuur, volslank zoals de Duitsers ’t complimenteus zeggen, niet groot, een aardige verschijning. Het portret, dat van haar aan de ingang van de schouwburg hangt geeft echter een anderen indruk.” (Soerabaijasch Handelsblad, 7 juli 1937)

Dit bericht werd geplaatst in 9. Java Post. Bookmark de permalink .

19 reacties op Een zonderling testament

  1. Jan A. Somers zegt:

    Heerlijk verhaal!

  2. Hans Boers zegt:

    Zie http://www.imexbo.nl/madioen-mary-manuel.html welk verhaal ik heb geschreven naar aanleiding van een foto uit FotoZoektFamilie.

    • buitenzorg zegt:

      Beste Hans,
      Terwijl ik bezig was met dit verhaal zag ik dat jij er ook ooit mee bezig bent geweest. Beiden met de zelfde aanleiding: album 1095. Ik heb even overwogen om het te laten liggen, maar dacht uiteindelijk: beter voor de nagedachtenis aan Mary Manuel van niet 😉

      • Hans Boers zegt:

        Ja Bert, da’s tenslotte het doel toch van al die “niet-ontdekte” foto’s die maar liggen te verstoffen…

        Van de overige pagina’s die ik gewijd heb aan die “vergetenen” heb ik trouwens toch wel een paar nazaten blij kunnen maken, die mij op hun beurt wat meer achtergrond info gaven.

        En zo is every body weer happy toch.

        Gr/Hans

  3. Een halfzusje van mijn vader trouwde in Indië met Karel Nettekoven. Misschien familie van genoemde weduwe.

  4. August Pijma zegt:

    Als iemand die van geschiedenis en aardrijkskunde houdt, geniet ik van zulke verhalen.
    Hartelijk bedankt!

  5. glemmens1940 zegt:

    Prachtig verhaal vooral voor mij! Ik kan eraan toevoegen dat Mej. Georgina Margaretha Johanna MacLeod’s genealogie door toedoen van Prof.Ir. L.H.J. Angenot en mijzelf gepubliceerd is in Nederlands Patriciaat , 59 Jrg., Ao 1973. Zij trouwde Leiden 2 aug. 1843 Joseph August Manuel, geb. Semarang 9 apr. 1820, landhuurder te Soerabaja, zn.v. Joseph Manuel en de Javaanse vrouw Tjenen. Hun zoon Joseph August Manuel trouwt Emma Mary Elisabeth Henriette Bodemeijer. Een zoon uit dit laatste echtpaar ook weer Joseph August genoemd ging zich MacLeod Manuel noemen (G.B. 9 aug. 1900, nr. 9). Deze laatste trouwde ook weer met een MacLeod en wel Jacomina Joanna MacLeod, geb. Hellevoetsluis 7 mrt. 1880, dr.v. v.d. Vice Admiraal Norman MacLeod en Johanna Wilhelmina Benedicta van Voss. Nazaten van dat echtpaar wonen als MacLeod Manuel in Den Haag en omstreken.
    Frappant is dat tot deze hele kleine Nederlandse MacLeod tak ook behoort majoor Rudolph MacLeod, geb. Heukelom 1 mrt. 1856, zn.v. kapitein John Brienen MacLeod en Dina Louisa barones Sweerts de Landas. Hij trouwde Amsterdam 11 juli 1895 Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als MATA HARI !
    Mijn Schotse vrouw is ook een Macleod (maar met een kleine l !!) stamt uit de Chiefs van de Macleods van het eiland Lewis.

    • Hans Boers zegt:

      @glemmens1940,

      Dank voor uw uitleg inzake een deel van de familie Manuel. Heeft u soms ook meer gegevens over Catharina Elisabeth Manuel (1821-1904) en gehuwd geweest met Frederik Daniel Johannes. (1816-1874). Ik ben nl. zeer geïnteresseerd in hun nazaten. Bij voorbaat dank en met vr. gr.
      Hans Boers

      • glemmens1940 zegt:

        Helaas Hans, over die Manuels heb ik niet meer informatie voor je ! Ik ben ook niet geinteresseerd in die Manuels en MacLeod (MacLeod moet aan elkaar geschreven worden!) Manuels, want daar was een hele vervelende nazaat van hen die in Den Haag woonde en die toen – Section Three van The Macleods The Genealogy of a Clan door the Late Rev. Dr. Donald MacKinnon en Alick Morrison waar de Nederlandse (Gesto) Tak in vermeld staat uitkwam, mij op erg onbeschofte wijze beschuldigde dat ik de schrijvers foutieve informatie had verstrekt !!
        Je zult nu wel begrijpen dat ik niets met Manuels te maken wil hebben ?

        Met hartelijke groet en veel dank voor je prachtige artikel,

        Gerard

      • Hans Boers zegt:

        Begrijpelijk heer Lemmens en dank voor uw reactie. Het ging mij in eerste instantie ook niet om mevr. Manuel maar meer de man die met haar gehuwd was geweest. Heel kort waren zij gehuwd en ik was benieuwd of er nazaten uit voort waren gekomen. (Hij was mijn oudoom namelijk.)
        Fijn weekend nog en m. vr. gr. / Hans Boers

    • Jan A. Somers zegt:

      Behoort N. Mac Leod ook tot deze familie? Hij heeft in 1927 gepubliceerd: De Oost-Indische Compagnie als zeemogendheid in Azië./ (ik dacht meerdere delen). Is dat soms de vice-admiraal?

      • glemmens1940 zegt:

        Geachte Heer Somers,
        Het zou de Vice-Admiraal Norman MacLeod (MacLeod moet aan elkaar geschreven worden!) geweest kunnen zijn, want hij overleed Den Haag 27 jan. 1934. Echter het zou ook een hele andere N. MacLeod kunnen zijn want er zijn heel veel takken van de grote familie MacLeod (ook heel veel verschillende schrijfwijzen zo schrijft mijn vrouws tak. – Macleod – met een kleine el !).
        De tak met Manuel en Mata Hari is de Gesto, Summerdale en Totardor tak.
        Ook in Nederland heeft men de naam nog zo nu en dan verbasterd tot zelfs Mackleodt !!

        Groeten,

        Gerard

  6. Ælle zegt:

    “Ze troffen haar aan, levenloos, in die grote lege woning.”
    Mary moet toch ergens gelegen hebben. Hopelijk op haar legerstede.
    Ongeveer hetzelfde overkwam jaren geleden mijn dove benedenbuurman, waar we in een apartementencomplex woonden, Janus werd 2 weken later gevonden nadat ik alarm had geslagen.
    Toen ik de mannen in witte overalls vroeg waar hij gevonden was, antwoordden ze mij: “Op de w.c., hij zat voorovergebogen”.
    Nu woon ik gelukkig in een rijtjeshuis met voor- en achtertuin.

    “Het portret, dat van haar aan de ingang van de schouwburg hangt geeft echter een anderen indruk”: Mary is toen wel ongeveer 60 jaar oud geworden, en schoonheid vergaat in de tropenzon heel snel. De jaren tellen er dubbel, nietwaar?

  7. glemmens1940 zegt:

    Prachtig artikel ook van de hand van Hans Boers !!

    Mijn dank !!

  8. Mas Rob zegt:

    Het is wel aardig om te vermelden dat de onvolprezen schrijver Willem Walraven in één van zijn brieven aan zijn zuster refereert aan ‘het zonderlinge testament’:

    “Nu, dit jaar was in de maand Juli (1938 – mijn toevoeging), was ik in Madioen voor de krant. Madioen is een stad in Midden-Java, en er is een gemeenteraad en een burgemeester. Eens is er een burgemeester geweest, die zichzelf een monument heeft opgericht in de vorm van een Stadsschouwburg! Ik moet erbij zeggen, dat er een oude dame was gestorven, die al haar geld aan de gemeente had vermaakt, met de bedoeling om op haar huiserf een schouwburg te bouwen. Maar er was natuurlijk een excentrieke voorwaarde aan verbonden. De heele gemeenteraad moest in pleno achter haar lijk aanwandelen, en zoo niet, dan kreeg het geld een andere bestemming! De oude dame was altijd wat zonderling geweest en ik heb haar huis nog wel gekend, dat heelemaal verscholen lag achter een in jaren niet gesnoeide wildernis van struiken en boompjes. Er was er één bij de gemeenteraad, die zei, dat hij het eeuwig vertikte om achter dat lijk aan te loopen, maar die hebben ze op dien dag meegenomen naar de soos, alwaar zij met hem zijn gaan debatteeren, onder veel Bols, met het gevolg, dat hij in dronken toestand toch achter dat lijk heeft geloopen, althans gewaggeld, en zoodoende was er aan de testamentaire voorwaarde voldaan.
    Nu staat daar de Stadsschouwburg van Madioen, waarin nooit anders dan films worden afgedraaid. En bij een Stadschouwburg behoort een schouwburgkoffiehuis, en dat is er ook, met drie biljarts en een buffet, en weinig bezoekers.”

    • buitenzorg zegt:

      Da´s een mooi verhaal, maar of het klopt? Volgens de Indische Courant uit 1928:
      “(De rede van de rechtskundig adviseur) is ongetwijfeld van zeer veel invloed geweest, want toen daarna de voorzitter mededeelde, dat hij de onmiskenbare overtuiging had gekregen, dat de gemeenschap een in gebreke blijven van de gemeenteraadsleden niet zonder meer zou goedkeuren, integendeel daartegen ten zeerste zou protesteeren, bleef slechts een enkel lid vasthouden aan zijn principieel bezwaar. Hij achtte het ondenkbaar, dat ook de doode het prettig gevonden zou hebben, dat iemand met tegenzin haar naar den doodenakker zou begeleiden.
      De voorzitter, de leden Brocx, ir. Trip en de rechtskundig adviseur, de heer Heslinga, hebben echter den heer Bruinier weten te overtuigen, dat, waar al de anderen zich over de bezwaren hebben kunnen heenzetten, hij niet in gebreke mocht blijven. Wil men toch een daad van piëteit bewijzen, dan moet men die ook goed volbrengen, en geen voedsel geven aan critiek. Ook moet men elke mogelijkheid van rechterlijke aanvechting zooveel mogelijk uitsluiten.
      De heer Bruinier zwichte op die overweging, in het algemeen belang.”

      Het was dus deze Bruinier die dwarslag. Het betreft hier een verslag van de gemeenteraadsvergadering de avond voor de begrafenis van Mary Manuel. Volgens dit verslag was Bruinier ‘om’. Ofwel hij is later weer gaan sputteren, en was het bezoek aan de soos noodzakelijk, ofwel een ander lid is weer gaan twijfelen. Hoe het ook zij, Bols was erbij.

  9. Indisch4ever zegt:

    Jammer dat Bruinier (vermoedelijk Jan Berend Hendrik, houtvester, in 1923 gemeenteraadslid te Menado geboren 1884, met een oma Ida Versteegh van de perkeniersfamilie te Banda of het was zijn broer Johannes Gerardus) zich om ver liet praten.
    Hij toonde het meeste ruggengraat en weigerde ‘te dansen’ op bevel van de oude dame die een vete uitvocht met de gemeenteraad.
    De geachte heren waren tuk op die hap geld met een mooi gebouw en ze noemden dat ‘algemeen belang’ dienen . Is het ? Misschien ook een prestigeproject ?
    Als de erfenis zou gaan naar het katholiek weeshuis, dan was dat ook erg mooi algemeen belang.

Plaats een reactie