De massamoord op communisten in Indonesië is vijftig jaar geleden. Maar eerlijk spreken over ‘1965’ kan nog steeds niet. Sterker nog: de censuur werkt weer op volle toeren.
Door Michel Maas
Ineens is de censuur in Indonesië helemaal terug. Je hoeft het jaartal 1965 maar te noemen en je zit in de problemen. ‘Het lijkt of de censuur van de ene op de andere dag in de mode is geraakt’, verzucht een verbijsterde directeur van een literair festival dat bezoek kreeg van de politie.
Het festival, dat woensdag begint, had een deel van zijn programma aan de massamoord op de communisten in 1965 willen wijden en heeft dat deel, op last van de politie, moeten schrappen. Elders heeft een tijdschrift dat een themanummer wijdde aan de zuivering alle exemplaren moeten inleveren. En een bejaarde emigré die op zoek ging naar het massagraf waarin zijn in 1965 vermoorde vader moet liggen, werd opgepakt en het land uit gezet. Leger, politie, de immigratiedienst en de lokale autoriteiten werken daarbij hand in hand.
Dat riekt naar de donkere tijden van de dictatuur van Suharto, vindt de schrijfster Laksmi Pamuntjak. Op haar Facebook-pagina waarschuwt zij voor een ‘her-militarisering van de regering’. Indonesië glijdt ‘terug naar een cultuur van angst’. Pamuntjak is niet alleen. In de sociale media gonst het van bezorgdheid. Is dit het begin van het einde van de democratische hervorming, de Reformasi?
Pamuntjak is net terug uit Frankfurt, waar Indonesië haar boek Amba, of de kleur van rood presenteerde op de internationale Buchmesse. Je kunt dat gerust ironisch noemen, want Amba is een roman die is doordrenkt van de communistenvervolging en de nasleep daarvan. In het buitenland pronkt Indonesië met iets dat het thuis kennelijk het liefst verzwijgt.
Zwarte bladzijde
‘1965’ is een zwarte bladzijde in de Indonesische geschiedenis, maar wat volgde is niet minder erg: vijftig jaar waarin de geschiedenis stelselmatig is verdraaid of verzwegen, waarin miljoenen mensen hun burgerrechten verloren en waarin Indonesiërs van kinds af aan hebben geleerd dat dat goed is.
De massamoord was de definitieve afrekening met de communisten die met steun van de eerste Indonesische president, Soekarno, oppermachtig dreigden te worden. Een mislukte coup, op 30 september 1965, gaf het leger carte blanche om in te grijpen. De coupplegers vermoordden vrijwel de hele legerleiding en daardoor kon een onbeduidende generaal, Suharto, de macht grijpen.
Dat deed hij ten koste van de levens van honderdduizenden communisten en hun sympathisanten. De overlevenden, hun kinderen en zelfs hun kleinkinderen werden paria’s en zijn dat tot op de dag van vandaag.
De slachtpartij is de geschiedenisboeken in gegaan als de noodzakelijke uitroeiing van ongedierte. Nog steeds worden schoolkinderen elk jaar op 30 september bang gemaakt met een film waarin communistenmonsters Indonesische helden verminken en martelen. Dat de waarheid genuanceerder is begint maar langzaam door te dringen en stuit op steeds openlijker verzet van leger, politie en lokale machthebbers.
Geen vergunning
Het internationale Ubud Writers Festival had deze week aandacht aan ‘1965’ willen besteden met drie schrijverspanels, de presentatie van een boek en de vertoning van de documentaire The Look of Silence van Joshua Oppenheimer. Politie, leger en de lokale autoriteiten eisten dat het onderwerp geschrapt zou worden. Gebeurde dat niet dan zou het vermaarde festival geen vergunning krijgen en helemaal niet door mogen gaan. De organisatie zwichtte.
Vorig jaar was de eerste film van Oppenheimer, The Act of Killing nog gewoon vertoond. Ook bij andere gelegenheden was ‘1965’ aan de orde gekomen zonder dat er een haan naar kraaide. Janet DeNeefe, directrice van het festival, is onthutst over het ingrijpen. ‘We proberen nu maar om dit mijnenveld heen te laveren en hopen dat het niet blijvend is.’
Regisseur Oppenheimer ziet het ingrijpen als voorbode van de terugkeer van een ‘Suharto-achtig’ bewind: ‘Het is bedroevend. Ik ben bang dat dit de terugkeer is van de schaduwstaat. Ik hoop dat ik het mis heb.’ Oppenheimer heeft twee onthutsende documentaires over de slachtpartij gemaakt, die wereldwijd met prijzen zijn overladen maar die in Indonesië zelf alleen half-clandestien vertoond konden worden. De ‘schaduwstaat’ vormt gevormd door leger en politie. Die voerden onder Suharto een schrikbewind van intimidatie, willekeur en verdwijningen.
Een week voor het ingrijpen bij het Ubud festival heeft de politie ook alle exemplaren van het universiteitsblaadje Lentera in Salatiga in beslag genomen en vernietigd. Het was een themanummer over ‘1965’. Lentera heeft een oplage van vijfhonderd exemplaren, maar zelfs dit minuskule blaadje wordt kennelijk gezien als een mogelijke bron van infectie.
Wat is er werkelijk gebeurd?
Het nummer is een dappere poging om te beschrijven wat er werkelijk is gebeurd. Het beschrijft bijvoorbeeld hoe militairen boeren opdroegen een groot gat te graven, omdat het ’s middags ‘een nieuwe zending’ zou komen. Hoe die zending kwam: een vrachtwagen vol mannen die voor de kuil moesten hurken en daar toen werden neergemaaid.
Een van de mannen die zo is gedood, was de vader van Tom Iljas. Iljas studeerde in 1965 in het buitenland en mocht na de coup Indonesië niet meer in. Hij woont sindsdien in Zweden. Hij is nu 77, en wilde nog één keer naar zijn geboortedorp Salida op Sumatra.
Op 11 oktober bezocht hij daar het graf van zijn moeder en daarna ging hij op zoek naar het massagraf waarin zijn vader, Ilyas Raja Bungsu, moest liggen. Dat bleek niet gewenst. Hij werd aangegeven door het dorpshoofd, opgepakt en naar het politiebureau gebracht, waarna hij langdurig werd ondervraagd door de politie, militairen en de immigratiedienst. Na vier dagen werd Iljas op een vliegtuig gezet en op de zwarte lijst geplaatst: hij mag Indonesië niet meer in.
President Joko Widodo had eerder dit jaar aangekondigd dat hij excuses wilde maken aan de slachtoffers van de zuivering van 1965 en hun kinderen. Die belofte werd kort daarna weer ingetrokken.
Schrijfster Pamuntjak vreest dat dat de voorstanders van censuur misschien heeft aangemoedigd tot dit soort acties. Als niemand iets doet, hangt het land volgens haar een terugkeer van militairen in de macht boven het hoofd, die dan ‘kunnen blijven doen wat zij onder Suharto deden, en de cultuur van straffeloosheid in stand kunnen houden die zo diep in onze samenleving is geworteld’.
x
Dit artikel verscheen eerder in De Volkskrant, 26 oktober 2015.
Out of the frying pan, into the fire, zeggen ze in ’t Engels. A proverb in many languages, was first recorded in English in 1528.
Lees het interview hier beneden dat Joshua Oppenheimer aan de New York Times gaf.
Zelf het Indonesisch “Indonesia Media”, dat om de 2 weken uitkomt, heeft het zonder censuur gepubliceerd. Blijkbaar heeft het leger in Indonesia nog steeds de macht en is onschendbaar.
Lees en bekijk ook de passende illustratie, een zwartharige man in kostuum kijkt onder het tafellaken van de kaart van Indonesië en ziet er schedels liggen, waarvan er één naar hem grijnst, van Sam Brewster. En vergeet vooral niet de volgende zin te analiseren waar er staat: “With American support, more than 500,000 people were murdered by the Indonesian Army and its civilian death squads. At least 750,000 more were tortured and sent to concentration camps, many for decades.”
WITH AMERICAN SUPPORT! Met de steun van Amerika werden MEER dan een half miljoen Indonesiërs vermoord door de TNI en hun civiele doodseskaders!!!!! Minstens driekwart miljoen mensen werden gefolterd en gedurende tientallen jaren naar concentratiekampen gestuurd.
Deze tekst is van de hand van de mooie man, Joshua Oppenheimer.
http://www.nu.nl/recensies/4022633/filmrecensie-the-look-of-silence—joshua-oppenheimer.html
“”””””””””Deze tekst is van de hand van de mooie man, Joshua Oppenheimer.””””””””””””
Dacht u nu werkelijk dat ik iets ongenuanceerd plaats? Alles heb ik eerst bekeken en gelezen.
Excuse me! Ik wist niet dat u kwaad werd. Mijn reactie was gericht aan de lezers. Volgende keer zal ik specifieker zijn. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
“””””Excuse me! Ik wist niet dat u kwaad werd. “”””””””””
Niet kwaad. Een beetje dom, zou Maxima zeggen
En wat zeg jij?
Heb al gezegd.
Maxima ligt in het ziekenhuis en zou niks zeggen.
Jan A. Somers zegt:
26 oktober 2015 om 3:54 pm
Hoe dan ook, het blijft bij het oude Indische gezegde: Dingen waar je niet over praat.
===========================================================
Eigenlijk , Je moet niet in een berenput gaan oedek oedek .
Toean Maas schreef :
-Pamuntjak is niet alleen. In de sociale media gonst het van bezorgdheid. Is dit het begin van het einde van de democratische hervorming, de Reformasi?
-Schrijfster Pamuntjak vreest dat dat de voorstanders van censuur misschien heeft aangemoedigd tot dit soort acties. …en verder
===========================
Klopt.
Dankzij de prille democratiseringsproces (zeg maar van af 2004) is een beginnende democratie gebaseerd op musyawarah en mufakat en transparansi kunnen Pamuntjak en anderen zelfs revisionisten hun mening ventileren.
Ze heeft de opkomst en ondergang van de PKI kennelijk niet goed bestudeerd .
Zie bijvoorbeeld hoe de LEKRA ageerde tegen andere schrijvers / acteurs etc .
Zie Manipol beweging.
“Je moet niet in een berenput gaan oedek oedek”
Voor een archeoloog (hij liegt niet) is een beerput juist prachtig om in te roeren. Als ’t oud is, stinkt ’t niet meer. Op Aruba en in Frankrijk hebben mijn broer en mijn vrienden nog steeds beerputten op hun erven gegraven, die regelmatig worden geleegd. Gebruikt toiletpapier gaat dan ook altijd in een apart emmertje, waar ik moeite mee heb om aan te wennen als ik bij hen logeer. Ik spoel toch stiekem door. Soms.
“””””””””Gebruikt toiletpapier gaat dan ook altijd in een apart emmertje, waar ik moeite mee heb om aan te wennen als ik bij hen logeer. Ik spoel toch stiekem door.””””””””””””
Gewoon een lege fles wijn nemen en botol cebok maken.
O, ja, da’s waar ook. Volgende keer dan maar. Ik ben wel rechts en daarna geef je netjes een hand, okay?
Je hoeft geen communist of socialist te zijn, om te zien hoe de kinderen van Indonesië over de vuilnisbelten van onder andere Djakarta hun dagelijks eten bij elkaar moeten zoeken, terwijl Soeharto (onbeduidend generaal is niet meer relevant) met zijn zonen en de rest van de familie, multimiljardair zijn geworden van de gestolen grondstoffen (Olie) van het land.
De tranen schieten in je ogen als je in de Act of Killing mensen, (ik wil het eigenlijk geen mensen meer noemen), nog steeds met plezier en trots vertellen, hoe zij duizenden mensen hebben vermoord, alleen op verdenking van communisme of het zijn van familie daarvan.
Is het niet zo, dat het Indonesische leger niet onder de democratische regels van het land vallen en hun eigen gang, ongestraft, kunnen gaan.